Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Maandelijks archief: januari 2018

Dichten voor de stad

Foto EDM

 

Tania Verhelst, Brugse met Oostendse roots en werkzaam als psychologe in het A.Z. Sint-Jan, wordt de eerste ‘vrije stadsdichter(es)’ in deze stad. Ze treedt daarmee in de voetsporen van dichters als Hedwig Speliers, Peter Theunynck, Lies Van Gassel, Marcus Cumberlege en Herman Leenders die hun poëzie verbonden aan de strijd om het behoud van het Lappersfortbos. Deze poëzie is nu gebundeld in een uitgave van poëzie-uitgeverij P.

 

Nu wordt het vizier gericht op de stad, en om het onofficiële karakter van dit project in de verf te zetten luidt de naam voortaan ‘De Vrije Stadsdichter’.

De keuze om dit project te trekken, viel op Tania Verhelst. Poëzie is niet haar enige ding, want ze is ook intens bezig met grafiek en grafisch werk. Tania zal over een periode van twee jaar twaalf gedichten publiceren en die op heel diverse podia ten gehore brengen.

Het stadsdichterschap vindt ze een uitgelezen kans om poëzie toegankelijk te maken voor een publiek dat doorgaans niet maalt om poëzie. Waar, wanneer en hoe, daarover heeft ze ideeën zat. Dichten kan op reclameborden, infopanelen, bij de inhuldiging van een nieuwe brug, in parkings en andere gebouwen. Er is volop kans tot samenwerking met onder meer boekhandels, stadsbibliotheek of Uitwijken dat sowieso al cultuur in de wijken brengt.

De Vrije Stadsdichter is een initiatief van de recent opgerichte vzw Zwerm die poëzie, literatuur en fotografie hoog in het vaandel voert en mikt op een jong publiek. (LF)

 

Tania Verhelst over haar straat in Assebroek

MAAIKE KERREBROECK

 

Maaike Kerrebroeck is een kleine en een doodlopende straat

dat Maaike Kerrebroeck een straat zou worden, dat had zij niet voorzien

dat zij klein zou zijn nog minder

maar dat zij dood zou lopen?

 

en allicht was zij liever een autostrade geweest;

met het lichaam van tarmac uitreiken van hot naar her

uitrusten op een klaverblad, versteend tot geluk

geef toe dat Maaike Kerrebroeck alvast beter klinkt dan E40

wat dacht je van: het is aanschuiven op de Maaike Kerrebroeck

gelieve om te rijden via de Arnoldine van Den Rade

– die andere weerloze vrouw, ook gedoemd tot het asfalt

 

Maaike Kerrebroeck is een kleine en een doodlopende straat

Maaike Kerrebroeck is een straat geworden opdat wij

niet zouden vergeten wat wij met haar deden

weet je nog toen wij vroeger dat liedje zongen:

Mieke, houd je vast aan de takken van de bomen

Mieke of Maaike…

 

Maaike, houd je vast aan de takken van de bomen

alsof we toen al wisten dat de grond onder haar voeten onbetrouwbaar was

dat de bomen worden gesnoeid en een seizoen lang fantoompijn hebben

dat de hemel wordt gesneden uit takken die er niet meer zijn

dat er teveel wordt soms en dat je tegen zoveel worden niet opgewassen bent

dat je niet veel meer rest dan

 

het sprokkelen

van hout

voor een nest

of een brandstapel

 

 

 

De nieuwe EXit est là

EXit-februari ’18 is uit. Met onder meer interview Kurt Van Eeghem over Beethoven en Anima Eterna. Voorts:  Brugs talent op Humo’s Rock Rally, topjazz in De Werf, Tania Verhelst is de nieuwe ‘vrije stadsdichteres’, het Jeugdfilmfestival (5 duo-tickets gratis en voor niks), Agenda Toneel, Manon Verplancke wordt circusacrobate en een pak meer.

Kamagurka met #hahaha op 27 januari in Daverlo

Fptp EDM

 

‘Als ik teken of schilder, dan ben ik op vakantie’

 

Hij mag er dan al veel grappen over maken in zijn theatershows, toch is Kamagurka de files meer dan beu. Hij heeft zijn vaste schildersatelier in Merelbeke verlaten en schildert, tekent en schrijft vanaf nu vanuit een tijdelijk atelier in de Brugse binnenstad met zicht op het water. Feeëriek, dat wel, maar vooral zeer praktisch, want dichtbij huis. Ook de sketches die hij op zaterdag 27 januari in zaal Daverlo (Assebroek) in zijn nieuwe show #hahaha zal brengen, vloeien daar vaak uit zijn pen.

Tot voor kort kon Kamagurka met penseel en kwast aan de slag in het atelier van Marc Coucke in Merelbeke. Coucke broedt op plannen en heeft daarvoor die ruimtes nodig. Weg atelier. Kama zocht en vond dankzij een vriend een onderkomen om te schilderen in een prachtig pand aan de Brugse reien. Tijdelijk weliswaar, want de cartoonist/schilder/stand-upcomedian is momenteel bezig met de bouw van een eigen atelier op een niet nader te noemen locatie in de Vlaanders. ‘Dat verkeer tegenwoordig! Als ik van Brugge naar Merelbeke rijd, dan ben ik snel een uur kwijt. Omgekeerd, ook hetzelfde scenario. En als er nog wat file is, dan zit je twee à drie uur in de auto. Ik vind het te zot om zo lang onderweg te zijn als ik een schilderij wil maken. Als ik nu van thuis vertrek, dan sta ik in tien minuten achter mijn schildersezel.’

 EXit: Wat zijn voor jou de eigenschappen voor een goed atelier?

Kamagurka: ‘Er moet voldoende ruimte zijn. Ik heb altijd een eigen atelier gehad en hoe meer je werkt, hoe groter de ruimtes moeten zijn om je werk en spullen te plaatsen. Het mag er niet te koud of te vochtig zijn, want anders beginnen de doeken te krullen. Lichtinval is ook heel belangrijk als ik schilder. Hier heb ik dat. Als ik wil, kan ik ook grotere werken maken. Er staat ook een bureau waar ik mijn cartoons kan maken, maar tekenen kan ik in feite overal. Thuis of zelfs in de auto. Met mijn iPhone ben ik overal waar ik moet zijn. Ik kan overal een tekening maken en die met mijn iPhone fotograferen en doorsturen. Mijn iPhone is als het ware mijn mobiel bureau.’

EXit: Ik vind het telkens fascinerend hoe jij tijdens het tekenen altijd in je eigen wereld kruipt en niets meer merkt van wat er rond je gebeurt.

Kamagurka: ‘Ja, wat soms vervelend is voor de mensen die rond me staan. Zo werk ik nu eenmaal. Dat is concentratie. Als ik me niet concentreer, dan kan ik een uur over één tekening doen. Als ik mijn focus op het blad richt, dan staat het er in enkele minuten op. Concentratie is alles.’

EXit: Aan je productiviteit te zien (schilderijen, optredens, dagelijks enkele cartoons…), ken jij wellicht zelden een vrij moment?

Kamagurka: ‘Als ik optreed, dan voel ik me vrij. Dat ontspant me volledig. Als ik aan het tekenen of schilderen ben, dan ben ik op vakantie. Mijn werk is enerzijds concentratie, maar anderzijds staat het ook volledig in harmonie met wat ik ben en doe. Ik ondervind totaal geen moeite mee om elke dag bezig te zijn, alleen moet ik de tijd ervoor kunnen nemen. Ik teken nooit tegen mijn goesting en ik sta niet te schilderen met stress in mijn lijf.’

EXit: Opdrachtgevers zitten wel constant achter je vodden, want er zijn deadlines te halen…

Kamagurka: Ja, maar ik ben daarmee vertrouwd sinds ik teken. Ik heb nooit anders gekend dan deadlines. Je leert daarmee omgaan. Iedereen heeft eigenlijk een deadline. Als je ’s morgens in bed ligt en de wekker loopt af, dan heb je al een eerste deadline. Dan volgen ze elkaar voortdurend op: tandenpoetsen, ontbijten… Allemaal deadlines. Hetzelfde heb ik met mijn tekenwerk, want ik maak dagelijks tekeningen voor NRC Handelsblad en Het Laatste Nieuws.’

EXit: Je was een van de early adapters die via iPad zijn tekeningen maakte…

Kamagurka: ‘… en ook een van de eersten om ermee te stoppen. Het was geestig en er zijn veel mogelijkheden, maar niets kan op tegen pen en papier. Dat blijft de essentie. Veel leuker om te doen. Het is directer, scherper, zwart-wit… Op iPad correspondeert de lijn niet met het gevoel dat ik wil overbrengen zoals ik dat wel kan doen met pen en papier. De meeste tekenaars werken met een soort tablet en werken met Photoshop sommige tekeningen af, maar ik heb daar geen gevoel bij. Zoals ik minder voel voor een draadloze microfoon als ik op het podium sta. Microfoon mét draad, dat wil ik als ik optreed.’

EXit: We zullen er rekening mee houden in Daverlo op zaterdag 27 januari!

Kamagurka: ’Het gebeurt soms dat ik een uur voor een optreden me even apart zet om nog enkele teksten te schrijven. Dan stel ik een mix samen van oud en nieuw, volgens een bepaald schema. Nu ben ik bezig een nieuwe show aan het schrijven en dat moet klaar zijn tegen 2019. Er is straks al een try-out in Daverlo, maar ik weet nog niet wat het precies zal worden. Ik ben nu aan de slag met een aantal oude teksten en sketches, daartussenin steek ik nieuwe dingen, al is het nu nog te vaag voor mij. De lijn zal stilaan duidelijker worden naarmate ik speel. Zoiets groeit organisch. Ik ga ervan uit: wat doe ik graag op een podium op dat bepaald moment? Dat is mijn vertrekpunt. Als ik dat gevonden heb, dan houd ik me daaraan. Dat is daarom niet hetgene waar de mensen het hardst mee lachen. Zo ontwikkel ik een nieuwe sketch.’

EXit: Pure Improvisatie, dus?

Kamagurka: ‘Niet echt, improviseren is nog iets anders, meer uw plan trekken. Ik zou het eerder houden op creëren. Je bent meer aan het creëren dan aan het improviseren. Maar je kunt natuurlijk niet creëren zonder te improviseren. Er zijn ook sketches die ik eerst uitschrijf en dan woord voor woord breng. En er zijn nog andere die ik liever met het publiek ontwikkel. De reacties van de mensen brengen me ook op ideeën.’

EXit: Tot slot nog even iets over je tentoonstellingen. In Sint-Martens Latem loopt nog tot 13 januari de expo ‘Kerst met Kama’, maar het wordt in 2018 vooral uitkijken naar de tentoonstelling in het Noordbrabants Museum in ’s-Hertogenbosch (Nederland)?

Kamagurka: ‘Klopt, volgende zomer krijg ik een grote expo in het Noordbrabants Museum. Het wordt een dwarsdoorsnede van mijn werk, van hele oude tekeningen (uit 1972), schilderijen tot grote nieuwe werken. Ik maak ook een Kamagurka-robot die allerlei dingen kan doen met mijn werk. De tentoonstelling is nog veel groter opgevat dan de expo in Oostende van afgelopen zomer (15.000 bezoekers in drie maanden tijd, ADC). De curatoren zijn er al een half jaar mee bezig, ze zitten zelfs te grasduinen in mijn prille jeugdjaren, het zal de moeite worden.’

ANTOINE DE CLERCK

_____

 

www.ccbrugge.be en http://www.kamagurka.com

 

 

Bram De Looze op donderdag 25 januari in De Werf

‘Bach en jazz’

Pianist Bram De Looze zal zijn 27e verjaardag nog maar net verteerd hebben als hij op 25 januari De Werf laat vollopen voor een creatieconcert met jazzimprovisaties rond de muziek van Bach. De Looze komt er in het kader van een samenwerkingsproject tussen Kaap en het Concertgebouw de muziek van Bach integreren in zijn eigen werk en gaat op zoek naar muzikale vormen die hem raken en waarmee hij het voornamelijk jazzgerichte publiek van De Werf wil bekoren.

 Het concert kadert in de meerdaagse Bach Academie Brugge 2018 (“Bach bewerkt” – van woensdag 24 tot en met zondag 28 januari), een evenement dat op verschillende locaties (Concertgebouw – De Werf – Stadsschouwburg – Sint-Godelieveabdij – Sint-Walburgakerk) verschillende disciplines aan bod laat komen (een tentoonstelling, concerten, lezingen, open repetities, improvisaties).

Bram De Looze koos ervoor dit project zelf voor om solo aan het werk te gaan en met de mechanismen en structuren van Bachs muziek eigen improvisaties uit te werken. ‘Het zou niet zo evident zijn om hier nog een twee- of drietal andere muzikanten bij te betrekken gezien de tijd die ik aan de voorbereiding van het project wens te besteden’, zegt hij. Een keuze dus waarbij hij zich volledig en ongeremd kan wijden aan het project zonder rekening te moeten houden met agenda’s en accenten van andere muzikanten.

De improvisaties vormen een logisch vervolg op de recente realisatie van het album ‘Piano e Forte’ (Outhere Music – maart 2017) , waarbij De Looze met een aantal piano’s uit de collectie van Piano’s Maene (Ruiselede) aan de slag ging. Ook bij dit improvisatieconcert rond Bach wordt opnieuw gewerkt met een nieuw instrument van Maene, met name met een piano waaraan Chris Maene het instrument parallelle snaren meegaf die de klank binnen de klankkast op een manier laat bewegen die de interesse van pianist De Looze prikkelt.

Collectie jazzplaten van opa

Bram De Looze – die vandaag in Brussel woont – werd thuis in Heist van jongs af aan ondergedompeld in de jazz. Zijn vader had een hele collectie jazzplaten liggen van opa Etienne De Looze (die Bram jammer genoeg nooit gekend heeft) en daaruit werd gretig geput om Brams muzikale smaak aan te wakkeren. Leraars Marcel Gooremans en Werner Meert hielpen hem verder op weg, en eens Bram de tienerjaren bereikt had leek het improviseren meer en meer aan te slaan. Enkele aansluitende zomerstages en de hiermee gepaarde ontmoeting met tientallen muzikanten hadden een enorme impact op de jonge tiener.

Volgen daarna een tweetal jaar Lemmens, een jaar Conservatorium in Antwerpen, en via een beurs kwam Bram in hartje New York terecht waar hij in de New School for Jazz & Contemporary Music in aanraking kwam met mensen als Reggie Workman, Uri Caine, Marc Copland… Het verblijf in New York bracht hem dichter dan ooit bij de muziek die hij al jarenlang beluisterde, en dankzij het hoge tempo aan activiteiten kon hij er heel wat vaardigheden verder ontwikkelen en groeide vooral de drang naar ultieme vrijheid en het zoeken naar eigenheid in improvisatie en compositie.

Er valt aan het talent van Bram De Looze weinig te twijfelen als je weet dat hij recent met een project rond 100 jaar Thelonious Monk een reeks concerten mocht brengen in het gezelschap van Robin Verheyen (sax) en niemand minder dan de 62-jarige Joey Baron (drums), die als geniale drummer van topgroepen als het Masada quartet en het uitgebreidere Electric Masada al tientallen jaren aan John Zorns zijde staat. De Looze over Baron : ‘Joey is een drukbezet artiest en is zeer op zijn hoede en kieskeurig met wie hij het podium deelt. Het was een leuke ervaring om met hem een aantal concerten te spelen. Dit trio draait echt rond subtiliteit qua timing en orkestratie, rond inventiviteit en spontaniteit.’

Als je het mij vraagt : als je zo’n ervaring als 26-jarige op je CV mag zetten, dan kan dit wel tellen als visitekaartje. (RUDI VANMARCKE)

www.kaap.be en http://www.concertgebouw.be

 

Bach als troost

Foto EDM

 

‘De stilte tussen de muzieknoten is misschien het meest wezenlijke van de muziek’

‘Waar vind je nog echte troost?’ Zo luidt de slogan waarmee de uitbaters van koffiehuis Li-O-Lait (Dweersstraat 30) de klanten lokken. Hier spreken we af met de Brugse professor filosofie en economie Hendrik Opdebeeck. Aanleiding: het boek ‘Troost in muziek’ waarin hij en andere melomanen hun liefde tot Bach, de allergrootste, betuigen. En straks slaat de Bach Academie hier haar tenten op…

 EXit: Filosofen zijn gegeerd en de media voeren ze graag op.

Hendrik Opdebeeck: ‘Daar is zeker niets mis mee. Mensen zoeken naar houvast in verband met betrouwbare kennis, hun handelen en wat zin geeft aan het leven. Het filosofische antwoord blijkt voor de meeste mensen wel niet altijd te volstaan. Zo komen ze bijvoorbeeld terug bij de doorleefde bronnen van de ethiek. In die zin is het boeddhisme vandaag erg in trek. Vaak leidt de interesse voor het boedhisme dan weer naar de herontdekking van authentieke christelijke roots zoals te vinden bij de ecologist Franciscus van Assisi, bij priester Daens die pleitte voor meer sociale rechtvaardigheid of bij Benedictus’ Ora et Labora dat pleit voor stilte in en naast je werk. Dit alles is zoveel meer dan een modegril in tijden als de onze.’

EXit: De zin van het leven zoek je het best niet in de economie?

Opdebeeck: ‘Per definitie heeft economie natuurlijk wel veel zin om op een gedegen manier ons dagelijks bestaan te verzekeren. We kunnen niet zonder, maar evenmin zonder het zoeken naar een bredere zingeving. Wat nu dreigt ondergesneeuwd te worden door een nuttigheidsdenken in haast alle sectoren van ons leven. Deze laatste problematiek werkte ik uit in een eerder boek Zingeving in Economie. Een utopie? (2016). ’

EXit: U groeide op in het post Mei-68 klimaat, maar koos toch voor de klassieke muziek. Niet evident.

Opdebeeck: Mijn grootvader bezorgde mij voor mijn communie de orgelwerken van Bach, mijn ouders serveerden ons een gezellig zondags ontbijt met de Brandenburgse Concerten en later loodste mijn Gentse schoonvader mij mee naar de Bijloke voor adembenemende concerten met het Collegium Vocale. Zo ontwikkelde ik een passie voor polyfonie en interessante barokmuziek. Zowel Monteverdi als Bach zijn voor mij sinds mijn puberteit de uitdrukking van mijn zoeken naar klanken die troostten. Hierdoor zette ik me af tegen een lawaaierige popcultuur rondom mij. Een belangrijke gids hierbij was Paul Hanoulle, de bezieler van Ons Dorado, het succesvolle jeugdmuziekensemble van het Sint-Lodewijkscollege waarin ik blokfluit mocht spelen. Ook Sigiswald Kuijken (LF. La Petite Bande) pleit geregeld voor meer stilte in de samenleving. Dit, onder meer, vanuit zijn liefde voor de stilte tussen en na de muzieknoten, als misschien wel het meest wezenlijke van de muziek.’

EXit: U geeft een citaat van Philippe Herreweghe als aanzet voor uw boek Troost in muziek: ‘We moeten zorgen voor een spirituele ecologie’.

Opdebeeck: ‘In een interview vertelde Herreweghe over zijn eerste Mattheus-uitvoeringen waarbinnen ook plaats was om grondig na te denken over onderwerpen zoals het teloorgaan van een spirituele ecologie in onze samenleving. Is er ook vandaag inderdaad iets belangrijkers in onze samenleving dan spirituele ecologie? Zowel het milieu als het hart van velen lijden onder ons technologisch economisch bestel. Misschien is het maar wanneer de mens de natuur weer vanuit een of andere spiritualiteit tegemoet treedt, dat er toch een fundamentele oplossing komt voor de klimaatopwarming. Maar dan zit ik al in de kern van mijn volgend boek Zingeving in Ecologie.

De rest van het interview leest u in EXit januari. Gratis mee te nemen op meer dan 150 verdeelpunten in en rond Brugge.

Brugs cineastenkoppel debuteert met twee langspeelfilms

 

Een langspeelfilm inblikken zonder financiële middelen, technische knowhow of een formele filmopleiding? Het lijkt gekkenwerk, maar het Brugse koppel Bo en Gustavo Catilina speelde het wel degelijk klaar. Sterker nog, het cineastenkoppel had twee filmscripts geschreven en vreesde dat kiezen zou resulteren in verliezen dus besloten ze beide films gelijktijdig op te nemen.

Na een huzarenstukje van drie jaar – Bo en Gustavo deden namelijk alles zelf – werden de Franse roadmovie Direction Lourdes en de Engelstalige actieparodie Bonnie & Clyde Copycats halverwege december voor het eerst getoond aan het publiek. Deze twee films zijn echter niet hun eerste wapenfeit. Bo en Gustavo hebben reeds drie kortfilms op hun palmares staan, waaronder de animatieprent The Flight of the Humble Bee die werd geselecteerd voor het Wildlife Conservation Film Festival in New York en de problematiek van bijensterfte in kaart brengt.

Do it yourself

In tegenstelling tot wat hun namen doen vermoeden hebben Bo en Gustavo Catilina wel degelijk Brugse roots. Zij studeerde kleinkunst in Studio Herman Teirlinck, hij werkte als tiener mee met het toenmalige Cinema Novo en hield zich vooral muzikaal bezig met dirigeren en componeren. Het was echter hun liefde voor film die hen samenbracht, ‘al is het soms moeilijk om ons tot één passie te beperken omdat we zodanig veel interesses hebben’, zeggen ze. Dat gebrek aan zelfbeperking bewezen Bo en Gustavo door alle rollen in het creatieproces van Direction Lourdes en Bonnie & Clyde Copycats volledig zelf in te vullen: het script schrijven, regisseren, acteren, produceren, post-productie én de soundtrack componeren.

Bo Catilina: ‘Bovendien hebben we beide films simultaan opgenomen waardoor we soms dagelijks wisselden van rol en tegelijkertijd rekening dienden te houden met tal van andere technische aspecten.’

Gustavo Catilina: ‘Het was een hele uitdaging om, als twee onervaren filmmakers, organisatorisch alles draaiende te houden én het overzicht te bewaren over het hele filmproces. Toen de opnames afgelopen waren, dachten we dat het zwaarste gedeelte al achter de rug was, maar het was vooral de technische afwerking van het filmmateriaal die we echt onderschat hebben.’

EXit: Jullie hebben er drie jaar over gedaan om beide films te realiseren. Hoe beleefden jullie deze periode?

Bo: ‘We zijn door heel wat fasen gegaan waarbij we telkens meer bewust werden van elk detail van de opnames waardoor het na verloop van tijd enorm moeilijk werd om knopen door te hakken.’

Gustavo: ‘We waren niet meer objectief genoeg om de films zelf af te werken dus zochten we hulp van buitenaf. Die keuze bleek een geluk bij een ongeluk te zijn. We hadden iemand gevonden die ons wou bijstaan, maar die man liet langer op zich wachten dan gehoopt. Uiteindelijk stonden we na een jaar geen stap verder, wat enorm frustrerend was, maar het heeft ons wel de nodige afstand van het project gegeven.’

 EXit: Jullie zijn ook ten rade gegaan bij regisseur Kadir Balci. Wat heeft hij jullie bijgebracht?

Bo: ‘Hij heeft ons doen inzien dat we werkelijk alles in vraag moeten durven stellen’.

Gustavo: ‘Het ‘less is more’-cliché was ons uiteraard niet onbekend, maar de heldere manier waarop hij dit ons duidelijk maakte, heeft een diepe indruk nagelaten. Dankzij hem hebben we geleerd krachtiger en vlotter werk te leveren.’

EXit: Heel wat scènes zijn opgenomen in de Brugse binnenstad, waaronder een heuse wagenachtervolging. Hoe verliepen de opnames?

Gustavo: ‘Net omdat we met zo’n klein team werkten, hebben we aan een razendsnel tempo kunnen filmen zonder vertragende gevolgen.’

Bo: ‘Je kunt bovendien veel spontanere beslissingen nemen als je maar met twee bent, wat voor ons heel fijn is.’

Gustavo: ‘Al hebben we wel de politie verwittigd voor we bepaalde actiescènes inblikten zodat we niet opgepakt zouden worden wegens wapenbezit.’ (lacht) (LDD)

www.boguscat.com

Hoofdarchivaris Stadsarchief Jan D’hondt: ‘We zijn goed bezig’

Foto EDM

Historici als André Vandewalle en Noël Geirnaert gingen hem voor, maar sinds kort is historicus Jan D’hondt (55) hoofdarchivaris van een van de rijkste archieven van Europa. Hij staat er aan het hoofd van een tienkoppig team en een archief dat ruim zeven kilometer beslaat. Wie denkt dat een archivaris altijd met zijn neus in de boeken/papieren zit, heeft het mis, want de uitdagingen zijn vandaag van een heel andere orde. Eén klip is al overwonnen: minister Sven Gatz kende het Stadsarchief het kwaliteitslabel van erkend cultureel archief toe.

D’hondt, uit Sint-Kruis, studeerde aan de OLVA in Assebroek vooral wiskunde en wetenschappen, maar koos uiteindelijk aan de Gentse Universiteit voor het vak geschiedenis. Uitgerekend in die periode, eind jaren 70, begin jaren 80, stampte hij samen met vier scoutsvrienden uit Sint-Kruis, de groep Red Zebra uit de grond. Deze punkgroep, met frontman Peter Slabbynck, dreef mee op de succesvolle golven van de Belgische rock en oogstte succes op Humo’s Rock Rally. Jan D’hondt was de bassist van dienst en maakte de beste jaren van deze Brugse band mee. De single ‘I can’t live in a living room’ is tot op vandaag verplichte kost in de Belgische top-100. In 1981 besliste D’hondt uit de groep te stappen en zich volledig toe te leggen op zijn passie: geschiedenis.

Net afgestudeerd mocht hij, weliswaar via enkele nepstatuten, aan de slag in het Brugse Stadsarchief waar hij (niemand minder dan) Peter Vandermeersch (hoofdredacteur NRC) verving. Intussen is hij hier al 33 jaar aan de slag en kwam hij als primus uit het examen voor hoofdarchivaris. ‘Een mooi geschenk’, zegt D’hondt, want ‘Brugge is een heel dankbare stad op dat vlak’.

Merkwaardig misschien, maar een archief is in deze tijd ook voorwerp van ‘vernietiging van documenten’. Let wel, het gaat om documenten met informatie die je nog in andere bronnen vindt of die niet meer relevant is. Zo is er dit jaar alleen al 15 ton papier, of 300 meter archief, vernietigd. Pure noodzaak, zo blijkt, want het Stadsarchief heeft nog amper 1 kilometer archieflengte beschikbaar en niet alles kan en moet worden bewaard.

Digitaliseren

Van heel wat bronnen bestaat vandaag geen papieren versie meer. De oplossing is het e-depot, een elektronische verzamelplek voor bestuursdocumenten die omwille van de bewijskracht of de erfgoedwaarde moeten worden bewaard voor het nageslacht. Een heuse klus, zo blijkt. Jan D’hondt: ‘Je moet kunnen maken dat deze digitale documenten ook nog binnen vijftig jaar kunnen gevonden en gelezen worden. Deze documenten worden ook versleuteld, zodat de integriteit en de authenticiteit gewaarborgd blijven.’

Het OCMW-archief

Die andere uitdaging is de overname van het rijke archief van het OCMW dat nu nog onderdak heeft in de vroegere Minnewaterkliniek en in een hulpdepot in Sint-Andries, samen goed voor meer dan vijf kilometer archief.

Het Stadsarchief telt jaarlijks 3.000 bezoekers, waarvan 800 unieke. Daarnaast zijn er ook de vele tienduizenden virtuele bezoekers die hun info vinden op het online-platform (zoals archiefbankbrugge.be). Het Archief krijgt ook nog de hulp van een dertigtal vrijwilligers die heel wat archiefbestanden ontsluiten. Tot slot is er nog Levend Archief, de vriendenkring, die voorgezeten wordt door Philippe Dewulf, de vroegere hoofdcommissaris van de politie.

Slotvraag: wat vindt Jan D’hondt het topstuk in Brugs bezit: ‘Moeilijke vraag, maar dan toch: de registers van de zestendelen, nauwkeurige beschrijvingen van het Brugse huizenbestand sinds 1580, een erfenis uit Brugges calvinistische periode. Een onwaarschijnlijke rijke bron.’ (LF)

 

 

 

 

 

Vonken en vuur in Brugge en deelgemeenten

 Winterse temperaturen weerhouden Brugge Plus niet om sfeer en gezelligheid in open lucht te creëren. Vanaf zaterdag 20 januari zullen film, livemuziek en vuurdecoratie (Uitwijken) vijf avonden op rij volk op de been brengen in diverse deelgemeenten. Op vrijdag 26 en zaterdag 27 januari vindt het grootste spektakel (Wintervonken) plaats op de Burg. Fire walk with us, want alles is gratis mee te maken!

 Uitwijken

De wintertoer van Uitwijken houdt halt in vijf Brugse buurten: op zaterdag 20 januari in de Lisseweegse Steenweg (t.h.v nrs. 126 – 146) in Zwankendamme, op zondag 21 januari op het basketbalplein in de Poelweg (t.h.v. nr. 52) in Sint-Pieters, op maandag 22 januari op het kerkplein in de Arendstraat in Koolkerke, op dinsdag 23 januari aan de kerk Sint-Thomas (Peellaertplein Male) in Sint-Kruis en op woensdag 24 januari in de Ontmijnerslaan (t.h.v.nrs. 16 -36) in Sint-Andries. Voor de perfecte opwarming staan Nikolaas Cottenie (viool) en Rein De Vos (accordeon) in. Zij schreven muziek bij de film ‘Voyage dans la Lune’ van George Melies en bij drie korte Russische animatiefilms die speciaal voor Uitwijken werden geselecteerd. De Vuurmeesters houden het vuur brandend in sfeervolle decoraties. Concreet: de Uitwijkenbar opent om 19 uur, de film met livemuziek (speelduur: 30 minuten) start een half uurtje later. Jong en oud zijn welkom en zoals steeds tijdens Uitwijken zijn zowel de toegang als een kopje koffie, thee en een glas plat water gratis en voe niettent.

 Wintervonken

Spektakel verzekerd tijdens een nieuwe editie van Wintervonken op vrijdag 26 en zaterdag 27 januari op de Burg. Het met vuur verwarmde winterterras is al vanaf 17 uur open voor soep, koffie, speciale chocolademelk of een biertje. Na wat spijs en drank én een opzwepend optreden van het 15-koppige Orchestre International du Vetex serveert Theater Tol om 19.30 uur de magische luchtvoorstelling ‘Pedaleando Hacia el Cielo’ (fietsen in de hemel) ofte een visuele vertelling over liefde, samenzijn in donkere dagen, over engelen die balanceren tussen hemel en aarde. Als uitsmijter speelt het Orchestre International du Vetex nogmaals ten dans. Ook hier is de drempel onbestaande, want de voorstellingen zijn gratis. (ADC)

www.uitwijken.be, www.devuurmeesters.be en http://www.wintervonken.be

 Expo Robbert&Frank Frank&Robbert in De Tank

In het voormalig Provinciaal Gouvernement op de Burg (net naast het winterterras van Wintervonken) blijft de exporuimte De Tank langer open (vrijdag van 17 tot 23.30 uur en zaterdag van 14 tot 23.30 uur) voor de tentoonstelling van het multimediaal kunstenaarsduo Robbert&Frank Frank&Robbert. Als theatermakers, beeldend kunstenaars en videografen zijn ze internationaal werkzaam in diverse velden van het kunstenlandschap. Hun geheel eigen wereld is grappig, kleurrijk en divers. Transformatie, macht en vriendschap zijn sleutelbegrippen. In Brugge tonen ze voor het eerst een drietal nieuwe werken, gecentreerd rond het thema ‘Ga weg leed van de wereld’. De expo en presentatie zijn in het kader van hun deelname aan ‘Quattro Formaggi’, een kunsttraject georganiseerd door Het Entrepot.

www.detank.be

 WINTERTOER UITWIJKEN – JANUARI 2018

De week voor Wintervonken (vr 26 en za 27 januari) trekt Uitwijken op Wintertoer in vijf Brugse buurten:

Locaties:

Za 20 januari – Zwankendamme, Lisseweegse Steenweg (t.h.v nrs. 126 – 146)

Zo 21 januari – Sint-Pieters, Basketbalplein in de Poelweg (t.h.v. nr. 52)

Ma 22 januari – Koolkerke, Kerkplein in de Arendstraat

Di 23 januari – Sint-Kruis, Kerk Sint-Thomas, Peellaertplein Male

Woe 24 januari – Sint-Andries, Ontmijnerslaan (t.h.v.nrs. 16 -36)

Programma

Film, livemuziek en vuurdecoratie zijn de drie ingrediënten waar Brugge Plus vijf avonden op rij jouw buurt mee opwarmt. Nikolaas Cottenie (viool) en Rein De Vos (accordeon) schreven muziek bij de film ‘Voyage dans la Lune’ van George Melies en bij drie 3 korte Russische animatiefilms, speciaal voor Uitwijken geselecteerd. De vuurdecoraties van de Vuurmeesters maken het winterplaatje compleet! Kom deze deugddoende wintersfeer proeven, hoe meer zielen, hoe meer warmte!

Praktisch

De Uitwijkenbar opent om 19u, de film met livemuziek start om 19u30 en duurt een half uur.

De animatiefilms zijn geschikt voor alle leeftijden.

De toegang, koffie, thee en plat water zijn gratis (zoals altijd op Uitwijken)

www.uitwijken.be

volg Uitwijken ook op Facebook

 

Gedichtendag

Met Gedichtendag gaat op 25 januari traditiegetrouw de Poëzieweek van start. Elk jaar zetten Vlaanderen en Nederland poëzie een week lang in de kijker. In Brugge mikt de jonge vzw Zwerm hoog: de vzw adopteert vanaf dit jaar het Brugs stadsdichterschap en doet dat met de lancering van een dichtbundel, de aanstelling van een nieuwe dichter én een tentoonstelling.

De periode van de vijfde stadsdichter wordt afgerond met de presentatie van een overzichtsbundel met een selectie stadsgedichten getiteld Kanten stad. De publicatie bevat per dichter vijf gedichten die zowel in Nederlandse versie als in Engelse vertaling worden gepubliceerd. De bundel verschijnt bij de in Vlaanderen gerenommeerde uitgeverij P.

Bijna alle stadsdichters verlenen hun medewerking aan deze avond in de Makersrepubliek: Herman Leenders brengt – naast de gastoptredens van Hedwig Speliers, Lies Van Gasse en Marcus Cumberlege – zijn laatste stadsgedicht en er wordt vooruitgekeken naar de komende periode met een eerste gedicht van Tania Verhelst, die zich de komende twee jaar zal laten inspireren door de stad, zijn bewoners en wat er in Brugge leeft.

Als kers op de taart wordt vanaf 25 januari in café De Republiek in de Sint Jakobsstraat een tentoonstelling met het bijzondere grafisch werk van Tania Verhelst geopend, die twee maand lang dagelijks kan bezocht worden.

Deze avond gaat door in de Makersrepubliek die onlangs is verhuisd naar de Poortersloge in de Academiestraat in Brugge (op een boogscheut van de Markt). In hetzelfde gebouw was tijdens het literair festival Brutaal ook de festivalboekhandel gevestigd. Allen welkom.

 

‘Tetris Mon Amour is een immens visueel spektakel’

 

Muzikant Jonathan Bonny werd geboren en liep school in Brugge. Hij studeerde klassiek slagwerk aan het Conservatorium in Gent en trok daarna naar Den Haag voor een masterspecialisatie in hedendaagse ensemblemuziek bij Slagwerk Den Haag (SDH). Ondertussen is hij afgestudeerd. Op 18 januari staat hij op het podium in de MaZ in het niet te missen dansspektakel Tetris Mon Amour van Club Guy&Roni en SDH. Cultuurcentrum Brugge werkt dit seizoen rond het thema spel, dus deze voorstelling past perfect in hun zaal.

EXit: Tetris Mon Amour is geïnspireerd door het populaire computerspel? 
Geen alledaags uitgangspunt voor een dansvoorstelling?
Jonathan Bonny: 
‘Club Guy & Roni en Slagwerk Den Haag zijn twee gerenommeerde Nederlandse gezelschappen die graag buiten de lijntjes kleuren. Ze zijn voortdurend op zoek naar nieuwe formats om hun verhaal te vertellen. Vanuit die gezamenlijke ‘out of the box visie’, werken ze regelmatig samen. Het is ondertussen al hun zevende succesvolle coproductie.’

EXit: Jij maakt zelf deel uit van Slagwerk Den Haag?
Bonny: 
‘Mijn eerste instrument was jarenlang de piano, maar wat ik zo leuk vind aan slagwerk is de enorme variatie. Als slagwerker kun je in elke productie een ander instrument bespelen. SDH werkt bovendien niet binnen een klassieke constellatie, maar is een klankensemble dat gefascineerd is door alles wat met geluid te maken heeft. Alle materialen kunnen fungeren als klankbron. SDH werkt daarom heel vaak samen met partners uit andere disciplines, in dit geval dans. Het ensemble heeft een vaste kern van vijf spelers met daarrond een uitgebreid netwerk van percussionisten die voor bepaalde projecten gecast worden, zoals ikzelf.’

EXit: Wat is jouw rol in het stuk? 
Bonny: 
‘Ik ben in eerste instantie muzikant, maar binnen deze productie is dat totaal niet afgelijnd. De muziek is van Thijs De Vlieger, één derde van het bekende dubstep trio NOISIA, geen klassiek componist, dus. Het grootste deel van de muziek wordt uitgevoerd op ‘midi-fighters’,  bakjes met vele knopjes die elektronische voorgeprogrammeerde geluiden produceren. Omdat we alleen maar op die knopjes duwden, miste de regisseur aanvankelijk onze fysieke energie. Daarop werd een heel lange scene ontwikkeld waarin wij, muzikanten, als niet dansers, vooraan een eigen choreografie hebben.’

EXit: Hoe wordt de ‘game’ in het stuk verwerkt? 

Bonny: ‘Het spel Tetris fungeert als metafoor voor het leven zelf. Onze maatschappij draait steeds harder, alles moet steeds sneller en wij moeten ons hoofd boven water blijven houden. Kunnen we ooit winnen? Kunnen we binnen de vele structuren en beperkingen onze eigen vrijheid bewaren? De heel bekende gametune zit trouwens ergens in het stuk verborgen. Aan de attente luisteraar om die te ontdekken.’ (lacht)

EXit: De recensies zijn lovend. Vanwaar het succes?
Bonny: 
Tetris Mon Amour is een immens visueel spektakel. De belichting is fenomenaal, de kostuums, de dans, de enscenering, de muziek… alles is tot in de kleinste details afgewerkt. De regie zit ‘retestrak’, zo schreef een Nederlandse krant. Ik kan dat alleen maar beamen. Het tempo is bijzonder hoog, het publiek wordt van minuut één meegezogen in die enorme flow en heeft nauwelijks tijd om te ademen.’

EXit: Brugge is jullie laatste stop. Wat na dit project? 
Bonny: 
‘Ik ben heel recent afgestudeerd en ben het veld volop aan het ontdekken. Ik leer heel veel bij in dit soort grote gezelschappen als SDH, maar daarnaast blijf ik, binnen eigen kleine projecten, op zoek gaan naar nieuwe manieren om muziek te presenteren. Met het collectief Headliner organiseer ik een creatiefestival voor nieuwe muziek in de Gentse Bijloke op 7 maart 2018. We brengen er zelf onder meer een live-installatie met muziek en dans. Ik woon trouwens sinds kort in Rotterdam, ideaal dus om nu en dan de grens over te steken. Je hoort dus nog van mij!’ (SD)

http://www.ccbrugge.be, t 050 44 30 60