Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Maandelijks archief: januari 2016

Four times a lady: ‘Vrouwen klinken anders dan mannen’

Four Times A Lady_Ellen De Meulemeester

Foto EDM

 

Op 31 januari loopt de Kamermuziekzaal van het Concertgebouw beslist vol voor het gitaarconcert van het Brugse dameskwartet Four Times a Lady, bekend omwille van hun Latijns-Amerikaans klinkende gitaarrepertoire. De vier ‘ladies’ zijn Leen Langenbick, Tania en Veerle D’Hoest en Willemijn Vermeir en zij vormen sinds 2008 een hechte groep muzikanten. 31 januari wordt hun eerste groot Brugge-examen en dat in de heerlijke akoestiek van de Kamermuziekzaal.

 

De vier dames combineren een professionele muziekcarrière met het lesgeven aan de muziekscholen van Knokke-Heist en Torhout, wat ze zelf ‘een leefbare, leuke, maar soms vermoeiende combinatie’ noemen. Gitaarkwartetten als deze zijn in Vlaanderen en ver daarbuiten vrij uniek en hun repertoire is dat zeker.

Four Times A Lady brengt dan ook origineel voor gitaar geschreven muziek, zijnde een onontgonnen gebied (hoewel er vandaag wereldwijd veel voor gitaar wordt gecomponeerd) De bekendste naam in dit verband is het Los Angeles Guitar Quartet voor wie veel muziek wordt geschreven.

Four Times put dan weer vooral uit muziek van de voorbije 25 jaar. ‘Hedendaags’, jazeker, maar willen ze graag bevestigen: ‘geen te zware materie’. Ze houden van boeiende ritmes en melodische lijnen en hun publiek volgt hen daarin trouw. In het Kamermuziekzaal-concert is Zuid-Amerika de rode draad doorheen een programma volksmuziek.

Het feit dat ze opgenomen werden in het jaarprogramma van het Concertgebouw beschouwen ze als ‘een grote eer’. Via dit kunstenhuis kregen ze een extra-opdracht die eveneens op het programma staat: een nieuwe compositie van Petra Vermote (uit Izegem). Zij baseerde haar werk op literaire teksten van de Argentijnse auteur Jorge Luis Borges. Het kwartet noemt het ‘een opvallende creatie die heel anders zal klinken dan het reguliere werk’.

Of vrouwen anders klinken dan mannen? ‘Niet aan tijfelen’ klinkt het in koor: ‘Vooreerst is de samenstelling met vier damers uniek en vrouwen klinken sowieso anders dan mannen. Meer vanuit het hart.’ Genoteerd. (LF)

 

Four Times A Lady speelt op zondag 31 januari om 15 u. in de Kamermuziekzaal. Info op www.concertgebouw.be en fourtimesalady.be

Oudste geschiedenis Café Vlissinghe ontsluierd

Café Vlissinghe_Matthias Desmet

Foto Mathias Desmet

Op 21 december 2015 werd de 500ste verjaardag van Café Vlissinghe met het nodige feestgedruis en met een positief gevoel afgesloten.

De herberg is levendiger dan ooit nu ook het erfgoed errond stevig onder de aandacht kwam. Finaal kwam nog een verrassing uit de bus.

In het laatste nummer van het tijdschrift ‘Brugs Ommeland’ dat eind december werd verspreid, is een artikel opgenomen van Brigitte Beernaert van de stedelijke dienst voor Monumentenzorg waarin de oudste geschiedenis van het gebouw verder is ontrafeld (Vlissinghe Revisited, vijfhonderd jaar herberg, in B.O., 2015/4, p. 210-224)

Het doorploegen van archiefdocumenten bracht persoonlijke gegevens over de eigenaars en bewoners doorheen de geschiedenis aan het licht en de meest prangende vraag wordt bovendien beantwoord …er was hier in 1515 echt wel al een herberg en de viering was dan ook meer dan terecht.

Eeuwenoude rekeningboeken van het passantenhuis Sint-Juliaans uit het OCMW-archief bewaren het bewijs. Hierin zijn huiseigenaars in Brugge vanaf 1487 mooi chronologisch opgesomd en soms wordt hun beroep erbij vermeld. Hoofdbedoeling van die rekeningen was noteren of de jaarlijkse rente of belasting op het huis tijdig werd betaald.

Tussen 1487 en 1519 waren twee (wellicht?) naast elkaar gelegen gebouwen in de Blekersstraat, steeds in het bezit van eenzelfde eigenaar. Op beide stond een rente ten voordele van Sint-Juliaans.Eén ervan was ooit een publieke badinrichting (een stove ) en het andere is het huidige Vlissinghe. De buurt was niet onbesproken, zo dicht bij het vroegere havenkwartier. Bovendien was de straat smal en discreet en ideaal voor een rendez-voushuis. Brugge telde in de 15de eeuw niet minder dan 40 publieke badstoven, veelal in het Sint-Gilliskwartier. In de vroege 16de eeuw veranderd de situatie enigszins.

Vanaf 1515 betaalde een zekere Jan Breij als eigenaar en bewoner de belasting op beide panden. Hij staat genoteerd met als beroep tavernier. Vlissinghe is dan al zeker een taverne en het buurpand in de straat was ‘wijlent’ een badstoof.

De vijf eeuwen oude herberggeschiedenis wordt door dit archiefdocument bewaarheid! Over de afkomst en de levenswandel van herbergier Jan Breij zijn voorlopig geen verdere gegevens bekend. Hijzelf baatte nooit de badinrichting uit, maar enkel de herberg. Het artikel staat ook stil bij jongere eigenaars en doet bovendien een proeve tot beschrijving van het nog bestaande, fraaie gebouw dat als monument is beschermd. Nu rest er alleen Jan Breij een gezicht en een geschiedenis te geven als eerste herbergier.

BRIGITTE BEERNAERT

 

Stiltehoeve Damme nodigt de lezer uit

IMG_9140

vlnr. Bruno Van Imschoot, Evie Van Gestel, Joris Capenberghs

 

Op een stille, mistige ochtend op weg naar Stiltehoeve in Damme. De auto is hier niet echt welkom, en de toegangsweg leent zich er niet meteen toe, maar in een naastliggende loods parkeer ik schuldbewust naast acht andere auto’s, waaronder een hippe Porche. Hier, dat is de smaakvol gerestaureerde Stiltehoeve Metanoia, gesitueerd in de polders tussen Damme en Moerkerke, een bijzonder en merkwaardig initiatief van de Bond zonder Naam. BzN wil graag enkele initiatieven toelichten waarmee zij de hoeve bekend(er) willen maken bij het ruime publiek.

 

De Stiltehoeve-Metanoia (‘inkeer’) is sinds enkele jaren een gastenverblijf middenin een landbouwzone . De eerste gaste in dit huis was VRT-journaliste Kristien Bonneure die er haar boek ‘Stil Leven’ schreef, een fijn pleidooi om onszelf meer ruimte, rust en stilte te geven in deze hectische en onrustwekkende tijden.

De directeur Patrick Hanjoul mag dan al priester zijn, de Stiltehoeve is geen religieuze plek die zich wil meten met het leven in een abdij, maar een rustplek voor wie naar zichzelf op zoek gaat. De troeven zijn legio met ‘stilte’ op één, gevolgd door kwaliteiten als natuur- en agrarische activiteiten, vegetarisch voedsel (verplicht!) en vrije meditatie-oefeningen, dat alles in een uiterst smaakvol décor waar alleen het koffie-apparaat de stilte doorboort. Voorts biedt Waterhoek 2 wijde en weidse polderlandschappen, een wandelpad tussen het groen en een ‘spiritueel labyrint’, een creatie van Bruggeling Jan De Munck.

Omdat de Stiltehoeve meer wil zijn dan passieve stilte en natuur wordt de werking nu uitgebreid met activiteiten rond cultuur en filosofie. Onder impuls van dokter en medewerker Koen Vandewalle worden jaarlijks een aantal concerten klassieke muziek georganiseerd, die zich vooral richten naar eenzame mensen en gratis aangeboden worden.

Binnenkort breidt men ook uit met enkele boekvoorstellingen, dit in samenwerking met boekhandel De Reyghere. Daarvoor wordt beroep gedaan op Joris Capenberghs van (stichting) Waerbeke, een socio-culturele beweging die ijvert voor ruimte, rust en stilte(gebieden). Capenberghs was in de nasleep van Brugge 2002 een tijdje directeur van het Hospitaalmuseum, maar werkt nu als zelfstandige voor tal van projecten rond ‘stilte’. Op 21 februari begeleidt hij een avondvullend programma rond Joost Zwagerman, de Nederlandse auteur die vorig jaar uit het leven stapte, maar net voordien zowel een boek als een poëziebundel afleverde.

Activiteit twee, op 17 april, is een avond rond het boek en de figuur Marius De Geus, een politiek filosoof die halftijds aan de slag is in de universiteit van Leiden. De Geus is iemand die nadenkt over ‘vrijwillige eenvoud’ en steevast op zoek gaat naar de link met levenskwaliteit. Joris Capenberghs wil hem daarover interviewen. Hij belooft een ‘niet belerend en boeiend verhaal’.

 

Deze activiteiten kaderen in een context van verbreding. ‘Vermaatschappelijking’ is hierbij een sleutelbegrip. Metanoia wil het begrip solidariteit uitdiepen en sluit daarom geruisloos aan bij de beweging Hart boven Hard. Concreet wordt daarvoor samengewerkt met ‘Oranje’, een vereniging die zich inzet voor mensen met een beperking, en met Arcotec, de vroegere ‘Beschutte Werkplaats’. Vandaag wordt contact gezocht met het vluchtelingencentrum in Sijsele, met het oog op aanbieden van activiteiten, ook al wordt in de praktijk een moeilijke oefening. (LF)

 

Alle info op http://www.stiltehoevemetanoia.be

 

Swing Time Society brengt Movie and Musical Themes

FOTO FERNAND PROOT BRUGGE NIEUWJAARSRECEPTIE CD&V ( NIEUWJAARSCONCERT )

FOTO FERNAND PROOT
BRUGGE NIEUWJAARSRECEPTIE CD&V ( NIEUWJAARSCONCERT )

Swing Time Society is een 22-koppige bigband uit de regio Brugge die is samengesteld volgens de klassieke traditie: saxen, trombones en trompetten, ondersteund door een uitgebreide ritmesectie en in dit geval ook opgefleurd door 2 zangeressen en een zanger. Het repertoire is zeer divers en omvat zowel de grote swingklassiekers (Duke Ellington, Count Basie, Glenn Miller…) als meer hedendaagse jazz (Quincy Jones, Sammy Nestico, Diana Krall) en zelfs pop (Stevie Wonder, Phil Collins, The Beatles…). Ook dansmuziek, filmmuziek en muziek uit het lichtere genre hebben de muzikanten in de vingers.

Het is al jaren een traditie dat het orkest, met als dirigent de geboren en getogen Bruggeling Ghislain Slingeneyer, in het voorjaar twee opeenvolgende dagen concerteert in de Magdalenazaal. Dit jaar is dat op zaterdag 30 januari en zondag 31 januari.

Onder de titel Movie & Musical Themes haalt Swing Time Society dit keer inspiratie uit de rijke wereld van film, televisie en musical. Heerlijk romantisch wegdromen of rillen van spanning… Van Disney tot James Bond…

Zaterdag 30 januari om 20.00 uur en zondag 31 januari om 16.00 uur in de Magdalenazaal.

Kaarten: 05031 82 09 of bij In&Uit Brugge en via info@swingtimesociety.be

Meer info op www.swingtimesociety.be

(PJG)

De nieuwe EXit uit

cover254

Kunstenares Lieve Dejonghe solo in de Jan Garemijnzaal

IMG_3453

 

Abstract of realistisch; dat is één geheel voor mij’

Lieve Dejonghe wekt opnieuw de nieuwsgierigheid op met haar solotentoonstelling die op 14 januari start in de Jan Garemijnzaal in het Belfort. De kunstenares,van Brugse origine maar inmiddels uitgeweken, bezit het opvallende talent om zich los te kunnen maken van gangbare conventies en weet op die manier keer op keer te verrassen. De combinatie van creativiteit, diepgang en technische bekwaamheid zijn de eigenschappen die haar werk uniek en veelzijdig maken. Door scherpe boodschappen en observaties op subtiele wijze te verwerken in haar creaties zet ze de kijker aan tot reflectie.

EXit: De eeuwige vraag: de inspiratie

Lieve Dejonghe: ‘Ik ben iemand die het schilderen nodig heeft om te leven, en dat sinds mijn geboorte bij wijze van spreken. Al van kinds af aan heb ik geschilderd. Mijn inspiratie is dus gewoon mijn hart en wat er rond mij gebeurt, wat indruk op mij maakt en wat emoties in mij opwekt. Het maakt mij zelfs niet uit op welke manier ik mij uitdruk.’

EXit: Uw werk is heel uiteenlopend qua stijl: soms figuratief, soms abstract. Wat is de samenhang?

Lieve Dejonghe: ‘Dat is eigenlijk een levensverhaal. In de jaren ’70 en ’80 volgde ik les in de kunsthumaniora. In die tijd was men van mening dat het realisme slechts een techniekje was en geen echte kunst. Alles draaide toen rond abstracte, hedendaagse en conceptuele kunst. Realisme was dus not done. Wanneer je jong(er) bent, besef je amper of niet zo goed in hoeverre je een kind van je eigen tijd bent en hoe je iets stilzwijgend wordt opgedrongen. Ik was dus ook een kind van mijn tijd en werkte vooral abstract en impressionistisch. Later, toen ik ben gaan werken als illustratrice, maakte ik fijne tekeningen voor boekcovers en tekeningen bij kinderverhalen, maar het kwam niet in me op om dat meer te ontwikkelen als kunstvorm.’

‘Mijn nieuwe verhaal begon toen ik op mijn 34ste een kunstbeurs bezocht waar ik bij toeval getroffen werd door het werk van de Nederlandse realist Henk Helmantel. Ik was zo onder de indruk van ’s mans werk dat ik dacht: kunst is of niet, ik wil dit kunnen voor ik tussen mijn zes planken kruip! Al snel kwam ik tot het besef dat het realisme zoveel meer is dan een techniekje, je kan er zo ontzettend veel mee aan.’

‘Ik ben vrij klassiek beginnen fijnschilderen, maar mijn doelstelling was van in het begin al om een eigen stijl te vinden binnen het realisme. In 2012, na 15 jaar schilderen waarbij het realisme vrij prominent aanwezig was in mijn werk, voelde ik mij echter danig teleurgesteld door de heersende politieke en economische situatie. Ik had het gevoel dat er eigenlijk veel reden was om boos te zijn en door die gemoedstoestand kwam ik niet meer toe aan fijnschilderen. Ik voelde de nood om me weer met de grovere middelen van vroeger uit te drukken. Dat deed ik ook om in te gaan tegen het vakjesdenken van veel mensen op alle gebieden. Persoonlijk wil ik mijn artistieke vrijheid houden, los van verwachtingspatronen. Het werd dus tijd voor een reeks abstract-expressionistische geschilderde werken.’

‘Op dit moment, twee jaar later, blijkt dat alles een beetje samenvalt. Wat nu in mijn hoofd zit, en op het doek, is het resultaat van een heel leven. In mijn laatste schilderijen zit zowel dat realistische, maar ook bepaalde vlakken die ik heel abstract uitwerk. Ik ben mij daar niet meer zo bewust van of ik abstract of realistisch schilder. Dat is nu één geheel voor mij.’

LOUISE VAN ELST

Lieve Dejonghe, solotentoonstelling in de Jan Garemijnzaal, 14 tot 31 januari.

 

Joachim Badenhorst: de ontwikkeling van een eigen taal.

150801_Joachim_Badenhorst_137

Foto David Rodriguez Salas

Op 22 januari is het podium van De Werf het speelterrein van Lama Trio featuring onze landgenoot Joachim Badenhorst. Wie de Belgische jazzscene enigszins volgt, spitst de oren als die naam klinkt: ontegensprekelijk is hij een van de meest avontuurlijke en boeiende jazzmuzikanten. En die faam reikt intussen tot ver buiten Europa.

EXIT: Behalve in diverse eigen projecten, speel je ook met tal van anderen. Welke criteria bewegen jou ertoe in hun projecten te stappen?

Badenhorst: ‘Wanneer ik gevraagd word voor een project is het belangrijk voor me dat het uitdagend of leerrijk is voor mij. Dat de muzikanten of de componist, of het muzikale concept of de instrumentatie me prikkelen en interessant lijken. Ik doe regelmatig geïmproviseerde first-meetings met muzikanten, en dan weet ik vooraf dikwijls niet veel over hen – ik heb net een hele reeks van dat soort ontmoetingsconcerten achter de rug in Japan – en in dat geval vind ik het verfrissend en verrassend om bijna geen info op voorhand te hebben. Maar wanneer ik gevraagd word voor een project van langere adem, is het belangrijk dat ik meer vertrouwd ben met de muzikanten of de componist in kwestie.’

EXit: En omgekeerd: waarom, denk je, komen anderen bij jou aankloppen?’

Badenhorst: ‘Ik denk – of hoop – dat ik gevraagd word voor mijn muzikaliteit en veelzijdigheid: dat ik verschillende rietinstrumenten speel, en op die instrumenten een eigen traject, of eigen taal ben aan het ontwikkelen. De veelzijdigheid ook in de vorm dat ik zowel met melodieuze en meer traditionele vormen als met meer abstract en experimenteel gebied vertrouwd ben.’

EXit: DownBeat wijdde een aantal maanden geleden een artikel aan jou. Verschilt spelen met Amerikaanse muzikanten significant van je ervaringen hier?

Badenhorst: “Nee, dat verschilt niet. Er zijn fantastische muzikanten in de US en fantastische muzikanten in Europa, en ook minder goede in de States en in Europa. Het spelen op zich verschilt voor mij niet; een verschil waar ik aan kan denken is dat er dikwijls wat minder tijd is in de States (of toch in New York, iedereen is altijd druk-druk-druk bezig), waardoor alles wat sneller moet gaan; in Europa kan het er wat rustiger aan toegaan soms.’

EXit: Hoe is de samenwerking met Lama Trio tot stand gekomen?

Badenhorst: ‘Misschien ook via een link met New York: Lama trio had een cd opgenomen met klarinettist Chris Speed. Het was moeilijk om verder te gaan met Chris aangezien hij in New York woont, en van de verschillende gastmuzikanten die Lama in gedachten had was Chris Speed erg enthousiast over mij als keuze. Ik ken bassist Gonçalo Almeida al van mijn studietijd (ik studeerde in Den Haag, en hij iets later in Rotterdam) maar samengespeeld hadden we voor dit project nog niet gedaan.’

EXit: Wat mag het publiek op 22.01 in De Werf verwachten?

Badenhorst: ‘Ik vermoed dat we nummers zullen brengen uit onze cd `The Elephant’s Journey`, maar ik denk dat er ook nieuw materiaal zal zijn. Ons concert in De Werf is net na een residentie-week in Dommelhof, Neerpelt waar we nieuw materiaal gaan uitwerken. Op `The Elephant’s Journey` spelen we voornamelijk akoestisch (in de vrij klassieke bezetting van trompet, klarinetten, contrabas en drums) en is er een kleine inbreng van elektronica (zoals op openingstrack ‘The Razor’s Edge’). Tijdens onze residentie gaan we de combinatie van akoestisch en elektronisch/versterkt spelen verder onderzoeken.’ (PJG)

Vrijdag 22 januari om 20.30 uur – www.dewerf.be

Thomas’ boekenbede

EDM_3255

Foto EDM

Thomas Barbier is de jonge, gepassioneerde uitbater van één van Vlaanderens oudste, zoniet de oudste, boekhandel De Reyghere op de Markt. Hij las in een recente EXit dat burgemeester Landuyt broedt op een plan om Brugge in 2017 op de kaart te zetten als boeken- en letterstad. Hij voert een aantal boeiende ideeën aan.

Geachte burgemeester,

Met enige verrassing, maar ook groot enthousiasme las ik in Exit uw oproep om Brugge in 2017 op de kaart te zetten als boeken- en letterstad. Een uitspraak die wellicht niet in dovemansoren is gevallen en waarmee ik u moet feliciteren. Als medezaakvoerder van boekhandel De Reyghere sta ik ondertussen al bijna 4 jaar bovenaan , en zelfs vóór de barricade om boeken hun verdiende plaats in het culturele weefsel terug te geven. Literatuur blijkt één van de pijlers van het culturele veld die soms teveel wordt opzijgeschoven.

Daar trachten wij een duidelijk weerwoord aan te bieden door onze vele literaire activiteiten én samenwerkingen met andere organisaties in het Brugse. Dit zijn verrijkende momenten voor onszelf, maar ook voor het publiek, die nieuwe ontwikkelingen leert kennen en haar perspectief op deze manier kan verbreden. Ook wij voelen echter de beperkingen van onze eigen muren en een platform dat voor meer openheid en communicatie in het literaire veld kan zorgen valt dus toe te juichen. Vandaar dat ik graag de koe bij de horens vat en de ambities voor 2017 ten volle wil ondersteunen en alvast een uitgebreide opsomming met mogelijke kansen voor Brugge wil toelichten.

Maastricht

Een stad die alvast als voorbeeld kan fungeren, waar ik onlangs nog op bezoek was ,is Maastricht. Daar bestaat bijvoorbeeld al een vereniging van alle spelers die in het boekenleven aanwezig zijn. Deze verzamelt boekhandels, antiquariaten, bibliotheken en organisatoren uit de stad en geeft ze de mogelijkheden voor centrale communicatie. Zo wordt het platform op zich het aanspreekpunt en doorverwijspunt naar de partners, afgezien van kleur, afgezien van kleur, achtergrond, commerciële doelen. De verzameling en verspreiding van informatie staat centraal. Er bestaadt tevens een reeds rollend vehikel dat op verkenning is gegaan en volop een ondersteunend netwerk aan het uitbouwen is tussen kunstenaars, kalligrafen, letterkappers en lokale handelaars om daar een natuurlijke symbiose tussen te vinden. Het is een rollende kracht waar we gebruik van kunnen maken en die we een stimulans kunnen geven om hun ambities uit te breiden naar literatuur, poëzie, boekhandels en bibliotheken, maar ook organisatoren. Zodoende worden alle letteren in één platform samengebracht en gaan opnieuw nieuwe deuren open. Het bestaande momentum van deze organisatie kan een kans voor de stad zijn om haar eigen ambities voor Brugge boekenstad waar te maken.

Als boekhandel hadden wij recent een verkennend gesprek over de mogelijkheid om die scope uit te breiden en dus ook de literaire sector – naast die van zij die beelden met letters werken – te omarmen. Dit werd op enthousiasme onthaald en wij zullen dit alvast verder onderzoeken. Ik wil u er dan ook van op de hoogte brengen.

De Werf & Vrijstaat O. / Cactus & Moods

Het is ook spannend uitkijken naar de invulling van het pas aangekondigde huwelijk van De Werf en Vrijstaat O. Zij ambiëren ook meer podium-tijd voor auteurs, boeken en literatuur. De recente boekvoorstelling van Lara Taveirne’s tweede roman is een mooi voorbeeld van het grote publiek dat naar dergelijke evenementen kan komen.

Daarnaast kan ook Cactus een rol spelen in het boekenverhaal. Afgezien van hun duidelijke specialisatie als muziekcentrum is een initiatief als Moods een prachtige kapstok om ook een literair programma uit te werken. Ik verwijs hierbij graag naar de inspanningen van Theater Aan zee in Oostende, waar een zeer uitgebreid literatuur- en poëzieprogramma wordt verzorgd. Dit met onder meer Uitgelezen aan zee, maar ook het programma van Prinsen en prinsessen van de poëzie en de literaire prijsuitreiking van de vereniging van Vlaamse auteurs deAuteurs.

Stadsbibliotheek en filialen

De stadsbibliotheek neemt lovenswaardige initiatieven op vlak van literatuur, inburgering en kansenbeleid en is een onmisbare partner in dit verhaal. Ook de banden met de randbibliotheken kunnen van onschatbare waarde zijn om de boodschap en communicatie van boeken- en letterstad te verspreiden. Het is een sterk netwerk met een groot bereik, wat te koesteren is. Ook op vlak van erfgoed valt er veel te vinden en is het mooi dat de bib ook verder dan boeken kijkt, maar lokale kunstenaars een podium geeft. Zij zijn een evidente schakel.

 

Guido Gezellemuseum

Een van de mooiste verborgen plekken van Brugge zit momenteel in een lastig parket, maar draagt een inherente kracht. Het erfgoed van Gezelle, het bereik van de musea, de prachtige tuin en de achterliggende ruimtes in het gebouw zijn momenteel onbenutte kansen voor deze locatie. Het voorbeeld bij uitstek was het zomerse poëzieaperitief met Sylvie Marie waar ruim 50 poëzieliefhebbers op af kwamen! Dat is voor deze niche een indrukwekkend aantal en kan dus enkel de verdienste van Musea Brugge zijn. Het toont echter voornamelijk aan dat er wel degelijk een publiek is dat zich graag laat verrassen en dat graag op deze locatie vertoeft.

Het museum kan voor Brugge een centrum van de poëzie worden. Een locatie waar poëzie volop beleefd kan worden, in de tuin, maar ook de lokalen van het museum. Schrijfcursussen, poëzievoordrachten, een Gezelle studiecentrum, etc. zijn makkelijk organiseerbare initiatieven die het net-niet-vergeten museum opnieuw op de kaart kunnen zetten. Misschien zit er zelfs een samenwerking met Creatief Schrijven in?

Literair Erfgoed in de binnenstad

De regelmatige wandelingen rond Rodenbach, Yourcenar en andere auteurs die in de binnenstad verbleven tonen aan dat er bij de stadsgidsen veel kennis over deze thema’s aanwezig is. Er zijn bestaande wandelingen over deze thema’s, zelfs wandelgidsen. Ook dit kan in een boekenstad meer in de kijker staan.

De Brugse vrije stadsdichter

Het initiatief van een Brugse stadsdichter is aan zijn 5de jaar toe. Dit werd de afgelopen jaren mee getrokken door twee sterke, lokale boekhandels waaronder wijzelf, maar ook de Brugse Boekhandel engageert zich voor dit initiatief. Momenteel zijn gesprekken lopende met een dichter die op Vlaams niveau zijn verdiensten heeft. Een dichter waar de stad met trots mee naar buiten kan komen en die het stadsdichterschap naar een groter publiek kan opentrekken. Een verdere ondersteuning van of de creatieve inbedding van de stadsgedichten in de publieke ruimte zijn een prachtige manier om het leven in de stad een stem te geven én om engagement en een gevoel van meerwaarde bij de bewoners op te roepen.

Ik hoop dat het duidelijk mag zijn dat er vele elementen in de stad aanwezig zijn om Brugge als méér dan volwaardige boekenstad in de kijker te zetten. Ik houd mij dan ook met plezier beschikbaar om aan het project van Brugge boekenstad bij te dragen en een meerwaarde te kunnen betekenen. Mochten er daarnaast reeds gesprekken gaande zijn, dan ben ik daar graag van op de hoogte en zal ik mij met vol enthousiasme inzetten. Alles voor de literatuur en dichtkunst.

Met hartelijke boekengroeten,

Thomas Barbier

    www.dereyghere.be

   

Een staaltje verbeeldingskunst

Foto Ellen De Meulemeester

 

Het klopt wat Peter Verhelst zegt: ‘Ik zou niet weten bij welke andere uitgeverij dit boek zou passen’. Bedoeld: ‘De jongen, de neushoornvogel, de olifant, de tijger en het meisje’, de tweede samenwerking tussen Verhelst en illustrator Carll Cneut en een opvolger voor het succesvolle ‘Het Geheim van de Keel van de Nachtegaal’. Beide boeken illustreren de boekenliefde die uitgeverij De Eenhoorn in Vlaanderen op eenzame hoogte brengt. Auteur en illustrator leveren andermaal een staaltje verbeeldingskunst af. Een gesprek.

Dat niemand kinder- en jeugdboeken uitgeeft zoals De Eenhoorn dat doet.

Cneut & Verhelst: ‘Vlaanderen is sowieso vooruitstrevender dan Nederland, vooral op het gebied van illustratoren. Maar vergis je niet, vrijwel elk land heeft sterke (jeugd)auteurs en illustratoren en elke Vlaamse uitgeverij heeft vandaag een sterk aanbod jeugdboeken. De kentering in dit vak is er gekomen dankzij een aantal kleine uitgeverijen die het voortouw in de vernieuwing namen. Zo geeft De Eenhoorn boeken uit die niemand anders uitgeeft, zij hebben de veranderingen ten goede bewerkstelligd en krijgen nu navolging. De uitgave van ‘De jongen,….’ was dan ook een hele onderneming: boek, papier, format, druk: het is allemaal met liefde gemaakt.’

U ging voor uw verhaal te rade bij Zuid-Afrikaanse vrienden.

 Verhelst: ‘Ik heb vooral veel gepraat met jongeren uit de Xhosa-stam, bekend omwille van hun kliktaal. Tijdens ‘een gesprek onder venten’ vertelden ze mij over hun overgangsrituelen tijdens dewelke jongeren uit de gemeenschap gelicht worden om ‘vent’ te worden. Als zo’n jongen faalt, is hij de klos. Deze rituelen, ons nog amper bekend, zijn in Zuid-Afrika wijd verspreid. Ik wou een verhaal schrijven over iemand die ogenschijnlijk faalt.’

‘Voorts werd ik zeer geboeid door hun intense geloof in de voorvaderen. Zij hebben een intense relatie met hun gestorvenen, een gevoel dat wij (westerlingen) niet meer kennen. Zij begrijpen onze onverschilligheid in deze helemaal niet.’

Alle lof ook voor de schitterende illustraties.

 Cneut: ‘Wie mijn werk kent weet dat ik mij niet beperk tot het illustreren van een verhaal. Sommige prenten zijn emotionele landschappen die van alles verbergen en een gemoedstoestand verraden. Daarom, bijvoorbeeld, heeft de (Afrikaanse) hoofdfiguur een wit (!) gezicht. Dat was niet evident, maar het wit is een deel van het ritueel. De vormgeving heeft ook te maken met het vermijden van clichés. Een tiende millimeter verschil en je krijgt een heel ander resultaat. Teken het hoofd iets groter of kleiner, en het moment is voorbij. Het was precisiewerk van begin tot eind.’

Heeft jullie vorige boek (Het Geheim..) de weg geëffend voor meer?

Cneut: ‘Het boek loopt nog steeds goed, oogstte veel aandacht, prijzen en vertalingen. Ik word er nog vaak op aangesproken. Het success heeft natuurlijk ook te maken met de deelname van Peter (Verhelst) die het genre heeft geüpgradet. Het boek heeft iets in gang gezet.’

‘Ik ben gedeputeerd op een moment dat er aandacht groeide voor de kinder- en jeugdliteratuur, mar het heeft toch vier boeken geduurd vooraleer een journalist mij heeft gecontacteerd met vragen over mijn tekentechniek. Intussen is er veel ten goede veranderd.’

De Vlaamse Cultuurprijs Letteren was ook een statement?

 Cneut: ‘Ik was dan ook zowel verbaasd als blij met het signaal. Dit is belangrijk voor het boekenvak. Zelf had ik kritiek verwacht op de toekenning (‘een illustrator gaat lopen met een prijs voor de letteren’), maar ik kreeg alleen maar positieve berichten. De minister zei dat ‘ik mee vertel’ aan het verhaal en dat klopt. Ik illustreer vaak wat er niet in staat.’ (LF)

De jongen, de neushoornvogel, de olifant, de tijger en het meisje, Carll Cneut & Peter Verhelst, uitg. De Eenhoorn

Joachim Badenhorst: de ontwikkeling van een eigen taal.

150801_Joachim_Badenhorst_137

Op 22 januari is het podium van De Werf het speelterrein van Lama Trio featuring onze landgenoot Joachim Badenhorst. Wie de Belgische jazzscene enigszins volgt, spitst de oren als die naam klinkt: ontegensprekelijk is hij een van de meest avontuurlijke en boeiende jazzmuzikanten. En die faam reikt intussen tot ver buiten Europa.

EXIT: Behalve in diverse eigen projecten, speel je ook met tal van anderen. Welke criteria bewegen jou ertoe in hun projecten te stappen?

Badenhorst: ‘Wanneer ik gevraagd word voor een project is het belangrijk voor me dat het uitdagend of leerrijk is voor mij. Dat de muzikanten of de componist, of het muzikale concept of de instrumentatie me prikkelen en interessant lijken. Ik doe regelmatig geïmproviseerde first-meetings met muzikanten, en dan weet ik vooraf dikwijls niet veel over hen – ik heb net een hele reeks van dat soort ontmoetingsconcerten achter de rug in Japan – en in dat geval vind ik het verfrissend en verrassend om bijna geen info op voorhand te hebben. Maar wanneer ik gevraagd word voor een project van langere adem, is het belangrijk dat ik meer vertrouwd ben met de muzikanten of de componist in kwestie.’

EXit: En omgekeerd: waarom, denk je, komen anderen bij jou aankloppen?’

Badenhorst: ‘Ik denk – of hoop – dat ik gevraagd word voor mijn muzikaliteit en veelzijdigheid: dat ik verschillende rietinstrumenten speel, en op die instrumenten een eigen traject, of eigen taal ben aan het ontwikkelen. De veelzijdigheid ook in de vorm dat ik zowel met melodieuze en meer traditionele vormen als met meer abstract en experimenteel gebied vertrouwd ben.’

EXit: DownBeat wijdde een aantal maanden geleden een artikel aan jou. Verschilt spelen met Amerikaanse muzikanten significant van je ervaringen hier?

Badenhorst: “Nee, dat verschilt niet. Er zijn fantastische muzikanten in de US en fantastische muzikanten in Europa, en ook minder goede in de States en in Europa. Het spelen op zich verschilt voor mij niet; een verschil waar ik aan kan denken is dat er dikwijls wat minder tijd is in de States (of toch in New York, iedereen is altijd druk-druk-druk bezig), waardoor alles wat sneller moet gaan; in Europa kan het er wat rustiger aan toegaan soms.’

EXit: Hoe is de samenwerking met Lama Trio tot stand gekomen?

Badenhorst: ‘Misschien ook via een link met New York: Lama trio had een cd opgenomen met klarinettist Chris Speed. Het was moeilijk om verder te gaan met Chris aangezien hij in New York woont, en van de verschillende gastmuzikanten die Lama in gedachten had was Chris Speed erg enthousiast over mij als keuze. Ik ken bassist Gonçalo Almeida al van mijn studietijd (ik studeerde in Den Haag, en hij iets later in Rotterdam) maar samengespeeld hadden we voor dit project nog niet gedaan.’

EXit: Wat mag het publiek op 22.01 in De Werf verwachten?

Badenhorst: ‘Ik vermoed dat we nummers zullen brengen uit onze cd `The Elephant’s Journey`, maar ik denk dat er ook nieuw materiaal zal zijn. Ons concert in De Werf is net na een residentie-week in Dommelhof, Neerpelt waar we nieuw materiaal gaan uitwerken. Op `The Elephant’s Journey` spelen we voornamelijk akoestisch (in de vrij klassieke bezetting van trompet, klarinetten, contrabas en drums) en is er een kleine inbreng van elektronica (zoals op openingstrack ‘The Razor’s Edge’). Tijdens onze residentie gaan we de combinatie van akoestisch en elektronisch/versterkt spelen verder onderzoeken.’ (PJG)

Vrijdag 22 januari om 20.30 uur – www.dewerf.be

%d bloggers liken dit: