Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Maandelijks archief: januari 2019

Anima Eterna Brugge blaast meesterwerken nieuw leven in

 

 

Muziekfans, noteer de datum van zaterdag 9 februari en de locatie Kamermuziekzaal in het Concertgebouw. Op het programma Schubert en Berwald. De ene zeer bekend, de andere schier onbekend. Het orkest Anima Eterna Brugge (AEB) speelt in miniatuurversie, geleid door de jonge violist-dirigent Jakob Lehmann. Het programma werd eind vorig jaar ook op cd gezet, de hoes tekent een mysterieus Brugge.

 Sofie Taes (communicatie AEB): ‘Met dit programma blaast Anima Eterna Brugge twee 19de-eeuwse meesterwerken nieuw leven in. Schuberts Octet in F is een monument uit het kamermuziekrepertoire. Schubert breidde de bezetting van Beethovens vermaarde Septet uit met een extra violist. De melodievoering en de emotionele reis van ontreddering naar ontroering dragen onmiskenbaar de signatuur van de meester van Die Forelle.’

‘In tegenstelling tot Schubert is Franz Berwald tussen de plooien van de muziekgeschiedenis verzeild geraakt. In Zweden geldt hij desalniettemin als de belangrijkste en meest geliefde vaderlandse componist. In zijn Septet voor blazers en strijkers toont Berwald zich verrassend modern en origineel.’

EXit: Elk project van AEB komt met veel voorbereiding, zorg voor detail en experiment tot stand. Dat is dit keer ook niet anders?

Sofie: ‘Klopt, de musici maken gebruik van de nieuwste muziekwetenschappelijke inzichten, van originele bronnen en manuscripten, kritische edities, instrumenten uit de tijd en de omgeving van de componist, en eigentijdse speelmethoden die beschrijven welke speeltechnieken en -stijlen gangbaar waren. Het doel is daarbij steeds om zo dicht mogelijk te benaderen wat een componist in gedachten heeft gehad en zo te komen tot pure muziek, zonder stof en vernis, die beklijft en ontroert – ook eeuwen na datum.’

EXit: Wat maakt dit concert zo bijzonder ?

Sofie: ‘Voor de luisteraar is dit een unieke gelegenheid om grootse kamermuziek vanuit een uniek perspectief te verkennen. Het wordt uitkijken naar de bijzondere klankkleuren en timbres van de instrumenten die voor dit project bij elkaar werden gezocht en naar de interactie tussen de ensembleleden die perfect op elkaar zijn afgestemd. Voor de fans die er niet bij kunnen zijn op het concert van 9 februari biedt de gloednieuwe opname – met een prachtige detailfoto van een stukje Brugge op de cover! – soelaas. Overal verkrijgbaar vanaf medio april.’

EXit: Hoe belangrijk is Kamermuziek voor Anima Eterna Brugge?

Jos van Immerseel (stichter/dirigent): ‘Terwijl Anima organisch is gegroeid van kamermuziekensemble tot symfonisch orkest, vormt kamermuziek vandaag opnieuw een belangrijk en vitaal deel van ons repertoire. We zetten onze reis door de symfonische muziek uiteraard verder, maar we willen daarnaast onze basis verbreden door ook kamermuziek op het programma te nemen, en zo andere aspecten van het werk van grote componisten te doorgronden. Na de recente opname van het Octet van Mendelssohn toont dit project opnieuw hoe jonge musici samen met trouwe gezellen van Anima de geest van het orkest uitdragen in prachtige kamermuziek. Ik kijk dan ook vol vertrouwen uit naar onze toekomstige projecten.’ (LF)

Zaterdag 9 februari, 20 uur in Concertgebouw Brugge: Anima Eterna Brugge met muziek van Schubert en Berwald

 

 

Quartier PUBLIEK geeft aftrap 150 jaar Stadsschouwburg

 

Cultuurcentrum Brugge viert vanaf najaar 2019 het 150-jarig bestaan van de Koninklijke Stadsschouwburg. Omdat dit feestjaar niet ongemerkt voorbij zou gaan, slaat het cultuurhuis de handen in elkaar met verschillende culturele verenigingen en wijkorganisaties. Cultuurcentrum Brugge doet daarvoor ook beroep op De Batterie. Deze Brugse kunsteducatieve organisatie is specialist in participatieve trajecten en dus de geknipte speler om de buurt intensief bij het jubileum te betrekken.

Zij tekenen voor het artistieke en participatieve luik dat ze in samenwerking met de wijk (bedoeld: de ruime buurt rond de Stadsschouwburg tot aan Groenestraat, Lange Rei, Klaverstraat) willen realiseren. Het is een wijk met een heel diverse aanblik en heel veel passage, en daardoor veel potentieel.

Het project, Quartier PUBLIEK getiteld, verloopt in verschillende fasen en start in februari. Het kloppende hart van de actie bevindt zich in het pand hoek Naaldenstraat-Sint-Jakobsstraat (de vroegere kledingwinkel L’Angolo). In de etalages worden enkele ‘trechters’ opgebouwd die kijk geven op foto’s en filmpjes over het leven in de buurt. De buurtbewoners worden aangezocht om hieraan mee te werken en het documateriaal aan te vullen. Daarvoor gaat De Batterie deur na deur af om het project toe te lichten en de mensen warm te maken voor medewerking. Met het verkregen materiaal worden een aantal montages gemaakt. De Batterie organiseert daarvoor twee ‘masterclasses’ montage die geleid worden door twee kunstenaars. In deze masterclass ontwikkelt de buurtbewoner vanuit het opgebouwde archief een montage die zijn kijk op de buurt weergeeft.

Van hieruit start een tweede fase waarbij buurtbewoners hun kijk op de toekomst voor deze wijk vertalen in maquettes.
Het ene project focust op stedelijke ontwikkeling ,het tweede op herbestemming. De resultaten worden verwerkt in maquettes en aan de buurt getoond.

In een laatste fase (zomer 2019) wordt de hele buurt opgeroepen om mee te werken aan de uiteindelijke realisatie: een installatie in de publieke ruimte vertrekkende vanuit de bevindingen en beleving van de buurtbewoners. Wordt vervolgd. (LF)

EXit-februari online

Wie EXit-februari ’19 online wil raadplegen, ga naar: http://exit.gemeentemagazine.be

Uw EXit in spannende klimaattijden

 

EXit 290 ligt voor u klaar met onder meer:

*EXit herdenkt Joris De Vooght, Rik Bevernage en Marcus Cumberlege

*Gesprek met Sylvia Broeckaert, de operastem van Klara en auteur van stimulerend boek over opera

*Gesprek met Martine Bruggeman over kant in Vlaanderen

*Gesprek met Sofie Taes over Anima Eterna en oude meesterwerken

*Gesprek met Jasper Van Papeghem over het vak van een wijnsommelier

*Gesprek met acteur Maxim Storms

*Gesprek met Bruges Swan Patrol en hun ‘Undercoverparty’

*En zoveel meer…..

Etienne Vermeersch in EXit-september ’98

‘Ik denk dat Brugge-2002 iets zou moeten doen op het gebied van het denkleven’

Brugse straten, Brugse verhalen

 

Het standaardwerk over de Brugse straatnamen is sinds 1977 het boek van Albert Schouteet, ‘De straatnamen van Brugge’, een betrouwbaar naslagwerk dat vandaag wel een beetje gedateerd en (uiteraard) onvolledig overkomt. De Brugse stadsgids Chris Weymeis bouwt daar nu aan voort met de uitgave van de zesdelige reeks ‘Brugge, van Academiestraat tot Zwijnstraat’.

Wanneer straatnamen in voege zijn gekomen is niet helemaal duidelijk, maar de meeste namen zijn ‘zo oud als de straat’. Van de oudste namen is de oorsprong zelf onbekend. De overheid liet zich daar weinig aan gelegen en liet de bevolking haar zin doen. Dat leidde tot het toepassen van veel gezond verstand. Straten en pleinen werden genoemd naar ‘de geaardheid van de bodem’ (’t Zand…), naar bekende eigenaars of bewoners (Stijn Streuvelsstraat), naar bevolkingsgroepen (Zwarte Leertouwerstraat) enzovoort. Opvallend, het volk gaf bijna nooit namen van beroemde personen, een Keizer Karel uitgezonderd. Officieel kregen straten een naam vanaf het einde van de 18de eeuw.

Zopas verscheen in de reeks ‘Van Academiestraat tot Zwijnstraat’ het zesde en laatste deel van Chris Weymeis zijn straatnamenverhaal. Een huzarenwerkje dat alsnog om een afrondend slotdeeltje vraagt.

Chris Weymeis: ‘Straatnamen bevatten vaak een verhaal. In de Braambergstraat groeien sinds eeuwen al geen bramen meer en wie weet nog iets over de familie Bapalmes die hun naam gaven aan de Bapaumestraat. Over elke straat valt wel iets te vertellen: er stond een bijzonder gebouw, er woonde een beroemde Bruggeling, er gebeurde ooit iets speciaals.’

Wie de zes boekdeeltjes naast elkaar legt, vindt er een schat aan informatie en soms verrassende illustraties in terug, verdeeld over 360 straatnamen en evenveel verhaaltjes op 700 bladzijden. Een hebbeding voor de Brugge-bibliotheek. (LF)

Brugge, van Academiestraat tot Zwijnstraat, Chris Weymeis, uitgeverij Van De Wiele.

 

‘Nieuwsgierigheid en goesting, dat is wat mij drijft’

 

De jonge actrice en theatermaakster Anne-Laure Vandeputte zit boordevol plannen. Ze startte haar theateropleiding in Brugge, studeerde enkele jaren terug af als actrice aan het Antwerpse conservatorium en stond ondertussen in producties van onder meer FC Bergman en Lies Pauwels. Op donderdag 31 januari speelt ze in KAAP/De Werf ‘Millennialism’, haar eerste eigen voorstelling.

 EXit: Je bent opgeleid als actrice, maar je pakt nu ook uit met eigen werk?
Anne-Laure Vandeputte:
‘Ik voel me eigenlijk al altijd ook theatermaker. Ik pik overal ideeën op, op straat, in de tram, op de planken … Ik houd ze bij in een notitieboekje. Dit project rijpt al een tijdje in mijn hoofd. Ik ben er een tweetal jaar terug mee gestart en het leek me een goed moment om er nu ook echt voor te gaan.’

EXit: Je bent vertrokken vanuit je eigen leven?
Vandeputte:
‘We zijn heel intuïtief aan de slag gegaan. Kenneth Cardon, mijn ‘sparring partner’, en ik behoren tot de generatie ‘millennials’ en dat leek me een mooi uitgangspunt. We staan in de wereld als jongeren en we kijken rond. Waar ligt ons engagement? Wat is de taak van verbeelding in deze tijd? We zijn vooral bij dat laatste blijven hangen. Ondertussen zijn we steeds verder van het thema gaan wegdrijven. We zijn nu een verhaal aan het ontwikkelen over een broer en een zus met een moeder die al jaren in bed ligt. We werken vanuit eigen teksten, maar even goed zullen er heel wat tekstloze momenten zijn. ’

EXit: Wordt het een dansante voorstelling?
Vandeputte:
‘Noch Kenneth, noch ik zijn als danser opgeleid, maar er zullen heel wat fysieke elementen in de voorstelling zitten. We vinden het heel interessant om dat te onderzoeken. Net omdat we die achtergrond niet hebben, komen we soms bij heel interessante beelden uit. Beelden waar heel veel twijfel en breekbaarheid in zit en net dat kan heel mooi zijn.’

EXit: Wandaat is een ‘maakplatform’?
Vandeputte:
‘Ik wilde niet vanuit mijn eigen naam creëren en koos voor een collectief waar ruimte is voor veel en vaak wisselende makers. Ik werk nu met Kenneth Cardon. Kenneth is heel recent afgestudeerd aan het Antwerpse conservatorium. Zonder hem zou dit een heel andere voorstelling geworden zijn. Zijn inbreng is cruciaal.’

EXit: Net als die van de andere makers?
Vandeputte:
‘Zeker. Voor de enscenering hebben we Jens Burez ingeschakeld. Hij is artdirector, filmmaker en beeldend kunstenaar. Ook hij zit mee in het maakproces en zijn beeld wordt belangrijk in de voorstelling. Fauve Ryckebusch staat in voor de kostuums. Marthe De Ruysscher is een jonge regieassistente die onze ideeën bijhoudt en feedback geeft. Ze is eigenlijk ons extra paar ogen. Het is echt heel fijn om op die manier met vijf jonge makers aan een stuk te werken.’

EXit: Zijn er ook andere makers die je inspireren?
Vandeputte:
‘Er zijn heel veel dingen die ik mooi vind om naar te kijken, maar er is nog een groot verschil tussen wat op de scène te zien is en de manier waarop makers te werk gaan om tot dat resultaat te komen. Ik houd vandaag overal mijn ogen en oren open, ook wanneer ik als actrice in een voorstelling sta. Recent speelde ik in een productie van FC Bergman die altijd voor prachtige beelden zorgt. Ik werk nu ook met actrice en regisseuse Lies Pauwels. Zij vertrekt volledig vanuit improvisatie en dat heeft mij voor deze voorstelling enorm geïnspireerd.’

EXit: Waar wil je uiteindelijk landen met Wandaat?
Vandeputte:
‘Als jonge maker heeft het wel wat voeten in de aarde om een eigen project op te zetten. We konden starten dankzij de steun van heel veel verschillende huizen, onder meer Monty Kultuurfaktorij, C-Mine Genk, Stad Antwerpen en KAAP. Telkens kleine fondsen, maar het lukt ons wel. Wat mij vooral drijft, is mijn nieuwsgierigheid en goesting om verder te gaan en te zien waar dit pad naartoe leidt.’ (SD)

 

http://www.KAAP.be

Is de Brugse muziekscene tevreden in en over zijn stad?

Foto Theo Deceunick

 Het regionaal (open) jongerenhuis Het Entrepot heeft vorige maand onder de naam ‘Blauwdruk’ een uitgebreide enquête gehouden onder de Brugse muzikanten. Het doel? Onderzoeken hoe (on)gelukkig de artiest/groep in zijn eigen stede is en welke initiatieven er moeten/kunnen worden genomen om van Brugge een bruisende muziekstad te maken. De resultaten werden gebundeld in een mooie mini-publicatie.

Initiatiefnemer van dit Blauwdruk-onderzoek is Het Entrepot, maar ook andere organisaties zoals Poppunt (bovenlokaal), Cultuurcentrum Brugge/Brugotta, Popcollege, Metronoom, Cactus Muziekcentrum, Snuffel vzw, The Jamm, Jeugdhuis Comma , Villa Bota en Humus Music droegen hun steentje bij. Dit was de derde editie van Blauwdruk. Eerder voerde Het Entrepot al onderzoek uit naar de behoeften van Brugse kunstenaars en van creatieve ondernemers. ‘Het opzet is altijd om iets ten goede te veranderen in Brugge. Eerdere edities van Blauwdruk waren bijvoorbeeld de aanleiding voor de realisatie van atelierwerking De Tank. Nu hopen we opnieuw dat Blauwdruk de aanleiding kan geven tot een betere samenwerking tussen de verschillende partners, maar ook dat het nieuwe stadsbestuur kijkt naar wat beter kan’, zegt coördinator Wannes Fremaut.

De cijfers

Eerst iets over het aantal respondenten van de enquête. Zo’n 130 muzikanten – waarvan iets meer dan de helft jonger is dan 30 jaar – namen de tijd om de vragenlijst af te werken. Natuurlijk zijn er een pak meer muzikanten aan de slag in Brugge, maar als je weet dat Cultuurcentrum Brugge bijvoorbeeld over een lijst beschikt waarop de adressen van een 120-tal actieve muziekgroepen prijken, dan is het respondentencijfer niet zo laag en kan de bevraging als representatief worden beschouwd. Wellicht voelen ook niet alle muzikanten de behoefte om hun gedacht kenbaar te maken. Niettemin biedt het verzamelde cijfermateriaal een goed zicht op de noden, behoeften en verzuchtingen van de Brugse muziekscene in het algemeen. Zo is iets minder dan de helft van de Brugse muzikanten op zoek naar een (nieuwe) repetitieruimte. Ongeveer 32% repeteert thuis. Betaalbaarheid, isolatie en ligging zijn de drie belangrijkste factoren bij het vinden van een geschikte repetitieruimte.

Wat speelkansen betreft, is iets meer dan de helft van de ondervraagden ontevreden over de speelkansen in de stad.  Vooral concertcafés (52%) en een muziekclub (42%) worden gemist.

Een kwart van de Brugse muzikanten wordt op een of andere manier ondersteund door een Brugse organisatie.

Iets minder dan de helft van de respondenten zou liever in Gent wonen (als het op musiceren aankomt). Vooral de muziekscene, de speelmogelijkheden en een groter publiek maken andere steden aantrekkelijk, maar vreemd genoeg is een muziekstad als Kortrijk (0%) niet aangestipt en krijgen Antwerpen (3%) en Brussel (10%) ook maar een lage score.

Werk aan de winkel

Als alle cijfers in rekening worden gebracht, krijgt Brugge een tevredenheidscijfer van 55% op het rapport. Niet gebuisd, maar ook niet goed genoeg. Er is dus nog serieus wat werk aan de winkel om van Brugge een bruisende muziekstad te maken. Deze Blauwdruk – de publicatie werd trouwens mooi geïllustreerd door de jonge tekenaar Maarten Derous – is alvast een prima instrument voor het nieuwe stadsbestuur dat vanaf 2 januari 2019 uit de startblokken schiet. Het Entrepot schuift, op basis van deze gegevens en na ruggespraak met de betrokken actoren, zelf vier werkpunten naar voren.

Ten eerste dienen de bestaande initiatieven beter in kaart te worden gebracht. ‘Brugge heeft repetitieruimtes, livepodia en organisaties die ondersteuning bieden. Wie ervaring heeft in de cultuursector kent alle nuttige adressen uit het hoofd. Jonge muzikanten hebben meer moeite om hun weg te vinden. Brugge telt bijvoorbeeld meer dan twintig livepodia, toch is iets meer dan de helft van de Brugse muzikanten ontevreden over de speelkansen in de stad. Een helder overzicht van alle voorzieningen en organisaties in Brugge zou dat kunnen oplossen’, zegt Wannes Fremaut.

Ten tweede moet duidelijker worden gecommuniceerd waar en waarvoor er subsidies beschikbaar zijn. ‘Wat geldt voor ruimtes en initiatieven, geldt ook voor subsidies’, stelt Fremaut. ‘Ze zijn er, maar niet alle jongeren weten er het bestaan van af. Hoog tijd dus dat alle culturele partners hierover beter communiceren.’

Ten derde kunnen subsidies voor het isoleren van repetitieruimtes soelaas bieden. Brugse muzikanten geven in de enquête aan dat lawaaihinder de belangrijkste reden is om uit te kijken naar een andere repetitieruimte. Een oplossing kan zijn: subsidies om repetitieruimte te isoleren. Stad Gent biedt al soortgelijke subsidies aan, Stad Brugge straks ook? ‘Zulke subsidies kunnen inderdaad een interessante oplossing zijn. Ik geef die suggestie alleszins door aan het nieuwe stadsbestuur’, zegt cultuurcoach Bart Vanduyver.

Ten vierde moeten meer caféconcerten mogelijk zijn. De vraag om meer caféconcerten en concertclubs klinkt luid in Blauwdruk. Patrick Keersebilck van Cactus Muziekcentrum benadrukt de nood aan het informele muziekcircuit: ‘De beste ideeën en samenwerkingen ontstaan aan de toog van muziekcafés, plekken waar muzikanten elkaar stommelings ontmoeten. Nieuwe initiatieven moeten kunnen groeien vanuit de ‘onderbuik’, zonder dat het stadsbestuur daar altijd een regisseursrol moet voor opnemen, want hoe meer regelgeving, hoe minder rock ’n roll.’ (ADC)

______www.hetentrepot.be

Marec en Aspe maken ‘Dossier van de duivel’ op

Foto EDM

 Sympathie heeft hij al gekregen van The Rolling Stones en als hij een rode kleur heeft, dan kan de duivel in voetbalmiddens ook op een grote aanhang rekenen. De Brugse thrillerauteur Pieter Aspe en cartoonist Marec pakten het anders aan en maakten samen een boek waarin de donkere schaduw van dit ‘bovennatuurlijk wezen dat het kwaad personifieert’ overheerst. ‘Dossier van de duivel’ heet de prachtig uitgegeven graphic novel en vertelt een boeiend historisch verhaal, gebaseerd op een officieel rapport van 8 september 1890, over de duistere kant van de Brugse priester Ludovicus Van Haecke.

Het verhaal begint op 1 december 1890 in het hart van Brugge. De jonge seminarist Eugène trekt naar de biechtstoel van de Sint-Annakerk om het relaas te vertellen van de kapelaan Ludovicus Van Haecke en Jacques Grossaert, ‘marchand de tissus à Bruges’, een relaas dat een aanvang neemt op de wereldtentoonstelling van 1889 in Parijs. Wat volgt is een aaneenschakeling van gebeurtenissen met dramatische inslag (zwarte mis, verkrachting, moord) waar, naast Van Haecke en Grossaert, nog andere personages zoals commissaris Vidts en zijn assistent Cooremans, de perifide courtisane Berthe de Courrière en schrijvers Remy de Gourmont en Joris-Karl Huysmans een bepalende rol spelen. Het zwierige decor is zowel Brugge als Parijs op het einde van de 19de eeuw. Ook deze keer weer geen spoiler alert, want over het scenario van de graphic novel geven we verder geen inhoudelijke details meer prijs. ‘Het uitgangspunt is een oud en waargebeurd verhaal dat Pierre kende en waarop we verder hebben gefantaseerd. Het beeldverhaal linkt satanische missen en historische figuren op een bijzondere manier aan elkaar’, zegt Marec. ‘Om de decors zo historisch correct mogelijk te tekenen, ben ik naar Parijs getrokken. Ook voor de decors van het Brugge van vroeger heb ik veel research gedaan. De tekeningen in het boek zijn erg gedetailleerd. Je kunt de tekeningen vergelijken met hoe ik maandelijks de cover van het cultuurblad EXit illustreer.’

Niet mis die zwarte mis

Begin december stelden Marec en Aspe in de Ryelandtzaal (Achiel Van Ackerplein) hun boek aan een honderdtal aanwezigen op een aparte wijze voor. Trouw aan het opzet van ‘Dossier van de duivel’ organiseerden ze in de voormalige kerk (die voor de gelegenheid stijlvol was aangekleed) een zwarte mis. Een organist in zwarte kapmantel joeg ‘duivelse’ klanken uit het gigantische orgel terwijl de burlesque danseres Fay Loren uit Nederland zich ontdeed van haar kleren. Ondertussen registreerde Marec haar bewegingen minutieus en vertaalde die à la minute op een indrukwekkende wijze met zijn tekenpen naar een groot scherm. De geest van Picasso was niet ver weg. Tot slot vlijde Fay Loren zich volledig naakt op het altaar en werd het ‘Dossier van de duivel’ geofferd aan het publiek.

Uitbreiding van het oeuvre

Samen beslaat het oeuvre van Pieter Aspe en Marec meer dan zestig misdaadverhalen en cartoonboeken. Recent voegden Aspe met zijn bloedstollende thriller ‘Van In – Episode 1’ en Marec met ‘Real Fake News’ – hij is een echte chroniqueur van de tijdsgeest – nog elk apart een boek toe. Na ‘Afscheid van een muze’ (2017) is deze duivelse graphic novel hun tweede gezamenlijke publicatie. Begin april stampten ze hun eigen uitgeverij en boekhandel annex koffiehuis ‘De Loge van Marec en Aspe’ in de Sint-Jakobsstraat uit de grond. Het is de bedoeling dat deze uitgeverij elk jaar verschillende boeken op de markt brengt, zowel van hen als duo als van hen apart. (ADC)

_______Dossier van de duivel’ kost 14,99 euro en is te koop in De Loge (Sint-Jakobsstraat) en in de boekhandels. Marec en Pieter Aspe zullen op zondag 23 december van 14 tot 16 uur aanwezig zijn in De Loge voor een babbel en een signeersessie.

 

Een warme winter met Uitwijken en Wintervonken

Foto Tom Leentjes

Brugge Plus belooft u deze maand enkele gezellige winteravonden waarvoor u graag de koude wilt trotseren. Van zaterdag 19 tot en met woensdag 23 januari doorkruist de wintertoer van Uitwijken vijf Brugse deelgemeenten met vurig straattheater. Op vrijdag 25 en zaterdag 26 januari zorgt Wintervonken opnieuw voor warm spektakel op de Burg.

 Uitwijken

Uitwijken, het mobiele cultuurproject van Brugge Plus, houdt ook deze winter halt in vijf Brugse wijken. Tijdens de wintertoer brengt Compagnie Bilbobasso het verhaal van een huwelijk waarin liefde en tederheid zijn uitgemond in wreedheid en geweld. ‘Amor’ belooft vonken te geven en is tevens geschikt voor alle leeftijden. De wintertoer trekt dit jaar door de Groene-Poortdreef in Sint-Michiels (19 januari), de parochiekerk Sint-Thomas in Male (20 januari), Park ter Poele in Sint-Pieters (21 januari), het Kerkplein in Koolkerk (22 januari) en de Lisseweegse Steenweg in Zwankendamme (23 januari).

 Wintervonken

Op 25 en 26 januari staat Wintervonken opnieuw garant voor gezelligheid en spektakel met animaties, installaties, livemuziek en het, intussen befaamde, winterterras. Vanaf 17 uur wordt de Burg weer twee dagen omgetoverd in een wonderlijk vuurlandschap, gecreëerd door De Vuurmeesters. Dit vurige winterterras biedt doorlopend heel wat bezienswaardigheden aan: de Zingende Kachels van Leendert Van Accoleyen, een video-installatie van Nathalie Maufroy op de muren van De Tank, ’s Wereld Grootste Collectie Rariteiten in het Kleinste Museum ter Wereld van Charles&Tang, de vurige gewaden van Jules Tingles en Nila HoOp en Jean-Til komt zijn titel als drievoudig wereldkampioen complimentjes geven eer aandoen.

Voorts op het programma staat de Franse kunstenaar-performer Vincent Glowinski met zijn interactieve dans- en tekenvoorstelling ‘Human Brush’. De Fransman brengt dagelijks een dubbele voorstelling waarin hij de muren van het Stadhuis tot leven laat komen. Op vrijdagavond zorgen de jongens van Kosmo Sound voor de opzwepende grooves en zaterdagavond wordt het op de Burg nog net iets warmer met de Balkanklanken van brassband Bernard Orchestar. Ook De Tank, de expo- en atelierruimte in het voormalig Provinciaal Gouvernement houdt voor Wintervonken de deuren open met de tentoonstelling ‘Uitgelicht’ van Manon De Craene. (LDD)

www.wintervonken.be en www.uitwijken.be

Toegang is steeds gratis.