Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Maandelijks archief: mei 2022

Hulde aan de 81-jarige bard in Stadsschouwburg (3 en 4/6)

The Tambourine Men zetten Bob Dylan op de troon

In de hemel is geen Dylan, daarom draaien The Tambourine Men hem in de Stadsschouwburg. Op vrijdag 3 en zaterdag 4 juni houdt dit Bob Dylan-genootschap van prominente Bruggelingen een fijn eerbetoon aan wellicht de grootste (nog levende) muziekicoon ter wereld. Ze dokterden een gevarieerd programma uit waar de genialiteit van Zijne Bawbness – 81 intussen! – nog maar eens dik in de verf wordt gezet.

EXit: Wat betekent Bob Dylan voor jullie? Ik weet dat je met het antwoord een volledige EXit kunt vullen, maar kunnen jullie zijn betekenis in enkele lijnen omschrijven?
The Tambourine Men: ‘Dylan is een soort gids, a man for all seasons, al leidt die gids ook soms naar vreemde en onverwachte paden. Als jonge snaak viel je voor het rebelse, het non- conformistische, als senior herken je melancholie, levensinzichten over the world gone wrong. Zoals Springsteen het ooit formuleerde: ‘Elvis freed our bodies, Dylan freed our minds’. Hij is zo veelzijdig: (tekst)schrijver, muzikant, filmmaker, radiomaker, acteur, whiskystoker en beeldend kunstenaar. Hij heeft allerhande trofeeën in zijn kast staan: Oscar, Grammy, Medal of Honour en zelfs een Nobelprijs. Hij wordt ervan verdacht het eerste rapnummer te hebben geschreven (‘Subterranean Homesick Blues’)en is wellicht de meest gecoverde artiest ooit. Er zijn bibliotheken volgeschreven over de man en universitaire cursussen aan gewijd. Arno wou dat zijn as uitgestrooid werd op de tonen van ‘Like a Rolling Stone’ en jongeren ontdekken hem via Adèle. Dus zelfs als Magere Hein hem binnenkort komt halen, laat hij een indrukwekkende erfenis na die we blijvend zullen koesteren.’

EXit: Op vrijdag 3 en zaterdag 4 juni brengen jullie een eerbetoon aan hem in de Stadsschouwburg. Wat houdt het programma in?
The Tambourine Men
: ‘Onder de noemer ‘Dylan(t)achtig’steken op vrijdag 3 juni de fine fleur van de Brugse muziekscene hun favoriete Dylannummer(s) in een eigen eigenzinnig jasje. Voor de pauze groepsgewijs, na de pauze enkele solisten geruggensteund door Cajun Moon.’
‘In de foyer van de Stadsschouwburg organiseren we zaterdag 4 juni onder het thema ‘Dylan dichter’een literaire avond rond de controverse die ontstaan is toen de ‘song and dance man’ de Nobelprijs voor literatuur werd toegekend. De gasten zijn Lara Taveirne (Brugs auteur), Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes, die alle Dylanteksten (alsook die van de Beatles) in het Nederlands vertaalden, Lieven Tavernier (schrijver en liedjessmid), Saskia De Coster (schrijfster en fan) en Jan De Smet (De Nieuwe Snaar). Muzikale intermezzo’s worden verzorgd door de lokale groep Local people.’

EXit: Is zijn oeuvre echt onuitputtelijk? Ontdekken jullie nog vaak nieuwe nummers, bootlegs, teksten …?
The Tambourine Men: ‘’Great White Wonder’ was wellicht de eerste bootleg en sindsdien is er een onuitputtelijke stroom studio-outtakes en liveplaten gevolgd. Vroeger was het een soort sport om ze te verzamelen en je streetcredibility op te schroeven, maar (gelukkig) heeft de platenmaatschappij ervoor gezorgd door de constante release van opnames uit de zogenaamde Bootlegseries dat die nummers op een deftige manier tot bij de liefhebber geraken.’

EXit: Welke activiteiten zetten jullie in het algemeen op het getouw met jullie genootschap?
The Tambourine Men: ‘We zijn gewoon een nostalgisch hobbyclubje dat dylanologische en dylaneske weetjes uitwisselt, platen en publicaties kritisch bekijkt en (vooral) de muziek uit de jaren 1960 en 1970 onder de loep neemt in het kader van gecontroleerd cafébezoek met een occasioneel glas Heaven’s Door …’ (ADC)

_______

www.ccbrugge.be

Expo Bob Dylan in Joey’s Café nog tot 30 juni

Schilder Jan Devisscher stelt zich een aantal vragen…

“Heb ik Bob Dylan ovenhandschoenen?

Drink ik mijn eerste koffie uit een Bob Dylan mok?

Luister ik dagelijks naar Dylan?

Onderneem ik pelgrimstochten naar Duluth, Minnesota of Malibu, Minneapolis?

Geef ik geld uit aan bootlegs, memorabilia of liters Heaven’s Door?

Neen.

Wat ik wel doe, is tekenen en schilderen wanneer ik luister naar zijn muziek. N.a.v. de 80 (+1)ste verjaardag en de bijbehorende activiteiten in de Stadsschouwburg op 3 en 4 juni georganiseerd door The Tambourine Men loopt mijn Dylan Expo in Joey’s Café (Zilverpand, Brugge) tot 30 juni 2022.”

EXit juni bespaart niet

Een stevig gevulde EXit wacht op u, beste lezer, met 32 gevulde pagina’s cultuurnieuws. Op het menu:

*Brugge Plus belooft een hete zomer

*Camping Willems in Astridpark

*Salon Arents nodigt uit

*Feest in het Minnewaterpark *The Tambourine Men vieren Bob Dylan`

*Strand van Zeebrugge is toplocatie voor driedaagse Live is live

*DALILLA SCHRIJFT BRIEF AAN DE STAD

*boekennieuws

Valentin Henneman: kunstenaar tussen Brugge en Bangor (1861-1930)

Onlangs stelde Heemkundige Kring Oostkamp een lijvig en mooi geïllustreerd boek voor over de Oostkamps-Brugse schilder Valentin Henneman. Het boek toont de veelzijdigheid en het talent van deze kunstenaar. Patrick Vanden Berghe en Katrien Steelandt van de Heemkundige Kring deden meer dan tien jaar onderzoek naar Henneman. Een fascinerende zoektocht die hen niet enkel in contact bracht met familie van Henneman, maar hen ook naar de Verenigde Staten lokte, waar Valentin zich na het uitbreken van Wereldoorlog I definitief vestigde.

EXit: Wie is Valentin Henneman?

Patrick Vanden Berghe: ‘Valentin werd in 1861 geboren in Moerbrugge. Zijn ouders waren landbouwers die hun kinderen stimuleerden om hun talenten te ontwikkelen. Zo kon Valentin als oudste zoon gaan studeren aan de kunstacademies van Brugge en Antwerpen. Een broer van Valentin, Arthur, reisde af naar de Verenigde Staten waar hij schilder van grote theaterdoeken werd. Vier van Valentins broers begonnen omstreeks 1900 hun eigen laurierkwekerij in Assebroek. Intussen waren hun ouders al verhuisd naar Assebroek, waar ze dicht bij de Gentpoort een herberg openhielden. Eenmaal terug uit Antwerpen installeerde Valentin zijn atelier achteraan de herberg. Valentin werd al snel een bekend portretschilder in het Brugse. Hij maakte portretten van notabelen, zoals politici, bisschop J. Faict, adellijke families en iedereen die zich een mooi portret kon permitteren. Hij reisde ook vaak naar het buitenland, onder meer naar Italië en Parijs, waar hij in contact kwam met buitenlandse schilders.’

EXit: En zo kwam hij in de Verenigde Staten?

Patrick: ‘Eerst was er zijn broer die al in de V.S. was. Daarnaast was het zo dat een schilderij van hem tentoongesteld werd op de Wereldtentoonstelling in St. Louis, Missouri. Henneman wou die twee natuurlijk combineren, maar hij was blijkbaar ook door een Amerikaanse zakenman gevraagd om dienst portret te schilderen. De bedoeling was dat hij er maar enkele weken zou blijven. Het werd uiteindelijk anderhalf jaar, want hij raakte onder meer in contact met Asa Randall, een kunstenaar die een zomerkolonie voor amateur-kunstenaars wou starten aan de kusten van Maine. Dat gebeurde in 1906 en vanaf dan reisde Valentin elk jaar heen en weer tussen Brugge en de V.S. Bij het uitbreken van Wereldoorlog I was hij aan de andere kant van de oceaan. Hij kon niet terug naar België en besloot te blijven. Hij trouwde er en ging in Bangor, Maine, wonen, waar hij in 1930 overleed.’

EXit: Is hij nu Oostkampenaar, Bruggeling of Amerikaan?

Patrick: ‘Eigenlijk alles en niets. Hij heeft natuurlijk een sterke band met al deze plekken, hij voelde er zich ongetwijfeld overal thuis. In Brugge stelde hij zijn Amerikaanse schilderijen tentoon en in de V.S. gaf hij lezingen over zijn thuisstad om mensen te overtuigen Brugge te bezoeken. En hij speelde met het idee scenes uit Brugge te schilderen op de wanden van de stoomschepen die tussen de V.S. en Europa vaarden. Maar tegelijk was hij geïnteresseerd in veel meer. Kijk maar naar zijn uitvindingen en zijn experimenten met zeewier. Het viel ons op dat de inwoners van Bangor erg trots zijn op hem. De openbare bibliotheek van Bangor heeft zeven schilderijen van hem in bezit.’

EXit: Waar vinden we nog werken van hem?

Katrien Steelandt: ‘Musea Brugge heeft enkele werken van hem in depot (portretten en twee landschapsschilderijen uit de V.S.). Ook in het Bisschoppelijk Paleis en in het Provinciaal Hof hangt een werk van hem. Verder in het gemeentehuis van Oostkamp, een museum in Bangor en ook erg veel bij privé-personen.’  (LF)

______

Het boek ‘Valentin Henneman (1861-1930): kunstenaar tussen Brugge en Bangor (V.S.)’ kan aangekocht worden via de Heemkundige Kring door storting op rekeningnummer BE39 7380 0147 4119 met vermelding ‘boek Henneman’ (stuur een mail naar patrickvandenberghe@gmx.net) of in de lokale boekenwinkel. De verkoopprijs is 29,95 euro.

Het boek telt 256 pagina’s en bevat meer dan 200 kleuren illustraties.

Expo Bob Dylan in Joey’s Café nog tot 30 juni

Schilder Jan Devisscher stelt zich een aantal vragen…

“Heb ik Bob Dylan ovenhandschoenen?

Drink ik mijn eerste koffie uit een Bob Dylan mok?

Luister ik dagelijks naar Dylan?

Onderneem ik pelgrimstochten naar Duluth, Minnesota of Malibu, Minneapolis?

Geef ik geld uit aan bootlegs, memorabilia of liters Heaven’s Door?

Neen.

Wat ik wel doe, is tekenen en schilderen wanneer ik luister naar zijn muziek. N.a.v. de 80 (+1)ste verjaardag en de bijbehorende activiteiten in de Stadsschouwburg op 3 en 4 juni georganiseerd door The Tambourine Men loopt mijn Dylan Expo in Joey’s Café (Zilverpand, Brugge) tot 30 juni 2022.”

‘Lichamen’, een uitgepuurde novelle van Peter Verhelst

Terwijl Vlaamse auteurs (Hemmerechts, Olyslaegers, Hertmans, Lanoye) zich wentelen in de collaboratieroman, volhardt auteur Peter Verhelst in zijn zoektocht naar een volstrekt eigen stem en geluid. Sinds zijn prijswinnend debuut in 1989 (met de dichtbundel ‘Obsidiaan’) tot de prestigieuze Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre in 2021, voert Verhelst met een eigenaardig soort verbetenheid een gevecht tegen het vergeten. Zijn nieuwste leesvoer, de novelle ‘Lichamen’, zit op het randje van proza. Lezen voor gevorderden.

EXit: De kunstenwereld staat voor grote uitdagingen. Eén op de vier cultuurorganisaties dreigt zijn subsidies te verliezen.  U, als zelfstandig kunstenaar, deelt wellicht in de klappen?

Peter Verhelst: ‘Dat is zeker zo. Er zijn enkele grote kunsthuizen die terechtgewezen worden. Het valt nog af te wachten wat er zal gebeuren. Maar de tijd van de vetpotten is duidelijk voorbij. Naar het voorbeeld van Nederland wordt de culturele wereld geviseerd. Ik hoop maar dat de kleinere spelers niet in de klappen delen. Er is een aantal zeer interessante gezelschappen bezig met de mensen die uit de boot vallen en alzo toch een stem verwerven. Ik denk nu aan mensen als Stefan Perceval (Het Gevolg) of Hans Dewitte (Klein Verhaal).’

‘Het lijken nu vooral de grote huizen die straks, subsidiegewijs, klappen te verwerken zullen krijgen. Het is natuurlijk geen ijzeren wet dat je zomaar recht hebt op subsidies. Het hoofddoel van stadstheater is niet het stadstheater, maar de kunstenaars die erin werken. Ik heb zelf lange tijd voor het toneel gewerkt en straks zal ik dat hernemen, althans het schrijven en niet het regisseren. Veel theaters moeten zich nu richten naar wat er gaande is in de wereld. Een goed voorbeeld hiervan is het NTGent en artistiek directeur Milo Rau met hun politiek theater.’

‘Anderzijds zien we dat er ook enorme veranderingen op til zijn met het kunstendecreet. Er wordt nu door veel te veel organisaties veel te veel geld gevraagd. Dat is duidelijk. Maar de vierjaarlijkse mallemolen van plannen en subsidies is ook niet houdbaar. Er gaat telkens sowieso hierdoor een jaar werking verloren. Ik weet wel, het is geld van de gemeenschap en dat moet je zowel uitleggen als verdienen. Vanaf nu moet elke euro twee keer omgedraaid worden en zullen er toch nog veel organisaties uit de boot vallen. Het zijn zure tijden voor de cultuursector. Tijden om ons te bezinnen over wie we willen zijn in deze nieuwe tijden.’

EXit: Genoteerd. Uw nieuwste boekje heet Lichamen. De appreciaties zijn wisselend.

Verhelst: ‘Ik weet dat niet, want ik lees de (meeste) recensies niet, maar reacties op mijn werk zijn altijd gepolariseerd. Dit boekje is voor mij een volgende stap in mijn evolutie. Het is bijna exclusief samengesteld uit beelden (letterlijk: beeld, sterretje, beeld…) die samen een verhaal vormen. Bovendien is het niet toevallig een dun boekje, 140 pagina’s, het is een verhaal dat ‘uitgepuurd’ is.’

‘Ik houd van korte romans, vooral in een tijd waarin je minstens 500 pagina’s moet schrijven voor een boek. Ik heb geen idee waarom dat nu zo nodig moet. Wel hoop ik dat je het na een eerste lezing nog eens herleest. Dat je nieuwe dingen ontdekt of leest of ziet. Daarom kun je het ook lezen in korte stukjes. Het is ideaal van lengte, en zeer geconcentreerd, op het randje van proza. Dat is wat ik heb geprobeerd en met veel plezier heb gedaan.’

EXit: Uw verhaal opent met ‘Er was eens zwart’ en eindigt met ‘zwart’. Waarom?

Verhelst: ‘Ja, omdat zowel de mens als het heelal zo is. Wij zijn er eventjes en dan weer niet, flits, zwart, flits, zwart … Dat is de wet van het heelal, de wet van alles. Eventjes schitteren we en dan is het opeens weg  (cf. het sublieme verhaal ‘Op aarde schitteren we even’ van de Vietnamees Ocean Vuong’).’

EXit: U verwijst in uw boek naar een gegijzelde man uit Mali die in gedachten een nieuw huis bouwt, sloopt, bouwt…

Verhelst: ’Dat is een waargebeurd verhaal. Als gegijzelde zoek je manieren om dat te overleven, geestelijk althans. Dat doet hij: hij bouwt in gedachten een huis, sloopt het, bouwt … enzovoort. Hij geeft structuur aan zijn dag. Het is een beetje te vergelijken met de manieren die wij gebruikten tijdens de lockdown. We hebben nieuwe manieren moeten vinden om ons leven betekenis te geven.’

EXit: Hoe zit het met uw publiek?

Verhelst: ‘Ik heb een zeer trouw publiek. Weet je, dit boekje is niche, het is geen commercieel boek. Mijn boeken komen zowel in Vlaanderen als in Nederland uit. Ik leef van mijn pen. Ik geniet nu ook weer van een werkbeurs: zo kan ik tijd kopen om voor te bereiden en te schrijven. Tijd is essentieel voor datgene wat ik schrijf, tijd om te kijken, tijd om woorden te vinden, tijd om die woorden scherper te krijgen.’

EXit: U ontvangt straks de Arkprijs van het Vrije Woord. Schoon cadeau. Waarom u?

Verhelst: ‘Omdat ik een grote muil heb blijkbaar. De prijs bekroont mensen die tegen alle dwang in hun mond opentrekken. Ik vind het een heel mooie prijs waarmee ik VUB-rector Caroline Pauwels mag opvolgen, iemand die ik bijzonder apprecieer. Het is geen geldprijs, maar je komt in een traditie van fijne mensen terecht. Als je in de wereld rondkijkt, zie je dat het vrije woord bedreigd is, het concept waarheid eveneens. Het is belangrijk om die waarheid en die vrijheid te verdedigen. (LF)

‘Lichamen’, Peter Verhelst, uitgeverij De Bezige Bij foto EDM

De intendant van Brugge 2002 blikt terug

Hugo De Greef: ‘Brugge 2002 gaf ruimte aan hedendaagse creatie’

Brugge Culturele Hoofdstad 2002 mag vandaag al twintig jaar achter ons liggen, de gemoederen daarrond laaien in dit herdenkingsjaar nog steeds op. Zo viel een recent redactioneel commentaar in dit cultuurblad bij de toenmalige intendant Hugo De Greef in slechte aarde. In het artikel kon je lezen, of willen lezen, dat de hele organisatie weliswaar professioneel verlopen was en enkele kwaliteitsvolle trekpleisters aanbood, maar dat vooral het luik ‘hedendaagse kunst’ en ‘jeugd’ eerder zwak scoorden. Enfin, ons gedacht. Hugo De Greef had er een dagje Brugge voor over om hier de juiste puntjes op de i te zetten.

Hugo De Greef: ‘Uw commentaar is mij inderdaad slecht bevallen. De teneur zat fout. Bij sommige voorbeelden vroeg ik mij af: waar haalt hij het? Zoals de passage over het luik hedendaagse kunst. Brugge 2002 gaf gul ruimte aan hedendaagse creatie met heel sterke dingen. Vooral die blijven bovendrijven, toch?  Slechts enkele zaken waren wat minder. Een beetje ergerlijk vond ik ook hoe je de Van Eyck-tentoonstelling positioneerde: ‘de helft van de verkochte tickets’. Ik vond dat een nogal mercantiele benadering van de bijzonderste Van Eycktentoonstelling ooit. En daarbij niet helemaal correct, de tentoonstelling tekende voor één vierde van de tickets.’

‘Het belangrijkste van Brugge 2002 was het gebeuren als één geheel. Het was een jaar dat een totale force had. En dat kwam er in het artikel helemaal niet uit. En als zoiets, 20 jaar na datum, verschijnt op de eerste pagina van EXit, dan vind ik dat pijnlijk. Het vatten van wat Brugge 2002 als geheel teweegbracht, heel wat mijns inziens, zat er niet in. Ik ben natuurlijk al 20 jaar weg uit Brugge, waardoor mijn blik wellicht anders is dan die van jullie.’

EXit: Hoe kijkt u zelf terug op het hele gebeuren rond Culturele Hoofdstad 2002?

De Greef: ‘Voor mij persoonlijk was dat een van de meeste aangename zaken uit mijn hele carrière. Het was meer dan een feestje bouwen. We hadden natuurlijk de ongelooflijke chance dat we een sterk team hadden. Het is geen boutade, er was een team dat enorm goed samenwerkte. Met een neveneffect voor de legacy: het bleek een broedplaats te zijn voor talentontwikkeling. Het is niet voor niets dat nauwe medewerkers intussen de leiding genomen hebben op cruciale plekken in Brugge: het toerisme, het Concertgebouw, de stedelijke diensten, het stedelijk bestuur, … En landelijk met hoge posities in de media, de evenementensector en op ministeriële kabinetten. Samenwerken met deze mensen was een absoluut plezier.’

‘Als u mij vraagt wat ik de twee dingen vond die ‘2002 pakten’, dan zeg ik: het themagedicht van Peter Verhelst en het paviljoen van de Japanse architect Toyo Ito. Het tijdelijk paviljoen van Toyo Ito op de Burg stond symbool voor het debat en was het hart van het discours. Brugge 2002 was een sleutelmoment voor de stad, dat blijft. Nu, twintig jaar later, is er wel de ontzettend prettige herinnering en de warme verjaardag, maar de effecten zijn inmiddels uitgedeind. Steden zijn nu anders dan twintig jaar geleden, het gaat snel. Maar nu komt het (voor Brugge) eropaan om zich te richten naar de toekomst. Brugge weet uit ervaring hoe goed een culturelehoofdstadjaar kan zijn voor de stad en hoe het kan nazinderen. Daarom is het uitkijken naar de Belgische stad die in 2030 de ECoC-titel mag dragen. Tussen al die Belgische steden misstaat Brugge uiteraard niet. En dus: Brugge 2030, Europese Culturele Hoofdstad? Geef de herinnering aan Brugge 2002 een plaats in het Gruuthusemuseum en laat de stad zich voorbereiden op 2030.’

EXit: Burgemeester Patrick Moenaert was uw sidekick.

De Greef: ‘De sleutel voor het goede verloop was Patrick Moenaert, heel goed geflankeerd door schepen van Cultuur Yves Roose. Moenaert was de man met een plan. Hij was niet de controlefreak die vooraf richtlijnen gaf, maar de man die mij ruimte gaf. Hij tekende voor het Concertgebouw, spijts aanvankelijk kritiek bij de modale Bruggeling. Hoe evident het Concertgebouw er vandaag staat te blinken, hoe moeilijk de bevalling was. Het stemt mij dan ook aangenaam dat hij tijdens het verjaardagsconcert (24 februari 2022) zowel bloemen als een eervolle vermelding kreeg. Al mag het wat meer zijn: Moenaert zijn verdiensten mogen wat sterkere erkenning krijgen. We hebben nog steeds een goed contact.’

‘Tenslotte moeten we toch ook vermelden dat het project goed in de tijd zat. We kwamen uit een periode van economische hoogconjunctuur en dat zorgde mee voor veel sponsors, een dossier dat Moenaert ook met zijn hele gewicht ondersteunde.’

EXit: Toch nog eens proberen: waar zag u in 2002 hedendaagse kunst uitblinken?

De Greef: ‘Hedendaagse kunst zat verweven doorheen het hele jaar. Met merkwaardige zaken alshet geluidenfestival Wav’ (van wijlen Joris De Voogt) of de echt wel bijzondere tentoonstelling rond videokunst WHAT? of nog Format 2002. Het kunstproject met mindervaliden KANTTEKENING in de Ezelstraat was straffe kost. In het Grootseminarie vond je bekende kunstenaars als David Claerbout, Jose Maria Silva en Guiseppe Penone.’

‘Weet u, een groot voordeel was dat wij het niet moesten doen om nog meer volk naar de stad te krijgen. Het ging er hem vooral om de culturele kwaliteit van de stad te verfijnen en te herijken. Dus geen verdoken citymarketing, maar een loepzuiver cultureel project. Dat was een heerlijke opdracht. De druk was er niet om te scoren door het getal wel door het verhaal. En tot slot, het was ook al een genoegen om dat eerste seizoen van het heerlijke Concertgebouw te mogen programmeren.’ (LUC FOSSAERT)

Nieuw album van pianist Tom Kristiaan

Fijn nieuws voor wie houdt van minimalistische neoklassieke pianomuziek: Tom Kristiaan (°1972) brengt op 6 mei zijn nieuw album ‘Petites Danses et Rêveries’ uit. Hij creëerde acht intieme pianocomposities waarvoor hij inspiratie putte uit de wereld van de dans.

‘La Ballerine’, ‘Moi, toi et la danse’ en ‘La boîte à musique’. Het zijn enkele titels op de nieuwe cd van Kristiaan die meteen het dromerige en het melancholische karakter van zijn muziek suggereren. Het genre is neoklassiek, in het verlengde van Enaudi en Yann Tiersen. De pianostukken op ‘Petites Danses et Rêveries’ bevatten melodieën die zich meteen comfortabel in de buis van Eustachius nestelen. ‘Ik ben steeds op zoek om die ene mooie melodielijn uit mijn vingers te toveren. Op dit album heb ik vooral gezocht om zoveel mogelijk noten weg te laten en de essentie over te houden: een mooie, pure melodielijn’, zegt Kristiaan die al sinds negende levensjaar muziek speelt en aan het Brugse Conservatorium lessen piano, solfège, harmonie, kamermuziek en compositie volgde. Later kwam daar nog accordeon bij in de conservatoria van Oostende, Avelgem (Kortrijk) en Brugge.

De Vogel & Hamilton

Voor het album zette Tom Kristiaan een samenwerking op met kunstenaar Wannes De Vogel. Hij maakte illustraties op basis van de muziek. Elke single vormt zo een uniek kunstwerk. Kristiaan nam zijn nummers op op een felt piano in The Globe in Loppem. Man van de wereld, maar bovenal topmuzikant- en producer Patrick Hamilton nam de mixing en de productie voor zijn rekening.

Vanaf 6 mei is ‘Petites Danses et Rêveries’ beschikbaar op meer dan 150 online streaming platformen (Spotify, Deezer, Apple Music, You Tube Music, …). Daar wordt de muziek van Tom Kristiaan alvast snel opgepikt. Op Spotify bijvoorbeeld genereerden de singles ‘La ballerine’ en ‘Moi, toi et la danse’ ondertussen al meer dan honderdduizend streams. (ADC)

_____

https://vi.be/platform/tomkristiaan

Airbag: het accordeon verovert de stad tot en met 29 mei

Er zat een fikse coronapauze tussen, maar het Brugse accordeonfestival Airbag is terug en dat drie weken lang op heel uiteenlopende locaties. Deze (10de) editie wordt artistiek geleid door accordeonvirtuoos Philippe Thuriot. Het campagnebeeld is een pareltje.

Accordeon is dan wel het soms miskende eendje uit de popmuziek, maar ook popartiesten zoals Joe Cocker, Sheryl Crow, Status Quo en talloos veel anderen gaven het accordeon een prominente plaats in hun muziek. Laat Airbag dus een uitstekende gelegenheid zijn om kennis te maken met deze muziekvorm. De tijd dat het accordeon ‘de piano van de armen’ werd genoemd, is nu wel definitief voorbij.

Organisator Peter Roose (programmator Cultuurcentrum Brugge), aan zijn laatste Airbag toe wegens volgend jaar pensioengerechtigd, heeft een boeiende staalkaart samengesteld van wat het accordeon vandaag artistiek betekent. Deze tiende editie verloopt onder de vleugels van gastcurator Philippe Thuriot die ‘bijzondere voorrang’ belooft aan jong talent van eigen bodem.

Voorts legt deze editie een focus op het Nederlandse (folk)repertoire. De locaties zijn zeer divers, waaronder de Brugse spiegeltent Magic Mirrorsop de Kruisvest en van de Stadsschouwburg tot Zorgcentrum Ter Potterie.

Klepper

Met Philippe Thuriot haalt Airbag bovendien een klepper uit de accordeonwereld binnen. Hij verwierf zijn liefde voor het accordeon in het ouderlijke café waar enkele nonkels graag de toon zetten. Leerde omgaan met verschillende instrumenten, trok naar de Deense muziekacademie in Kopenhagen en legde zo de basis voor een veelzijdige carrière. De definitieve doorbraak kwam er met zijn uitvoering van de Goldbergvariaties van J.C. Bach. Ook dansvoorstellingen behoorden tot zijn repertoire. (LF)Airbag opent op zaterdagavond 14 mei op de Burg met een aantal ‘opwarmers’. Om 20 uur breekt het feest los met volksmuziek die wortelt in de Italiaanse folk en de Mexicaanse ‘Kolombia’. Op zondag 15 mei is er Place Airbag, met zowel Vlaamse als Waalse muziek. Het volledige programma vindt u uiteraard op www.airbagfestival.be. Tickets in

‘Brieven aan de Stad’ in het teken van creatieve ruimte in de stad

Met de lezingenreeks ‘Brieven aan de Stad’ gaan De Republiek en Architectuuratelier Dertien12 ondertussen al drie jaar lang op zoek naar de kernkwaliteiten van de stad Brugge. Tijdens zo’n avond schrijven vier sprekers een brief over thema’s als stadsvernieuwing, architectuur, cultuur, innovatief ondernemen, zorg en zoveel meer. Nadien worden alle brieven gebundeld om te overhandigen aan het stadsbestuur als een soort por in de rug of een zachte suggestie. De volgende editie op vrijdag 13 mei staat in het teken van creatieve ruimte in de stad.

Lennart Claeys (Dertien 12): ‘Toen we destijds de verbouwing van De Republiek afgerond hadden, stelden we ons de vraag wat we de stad konden teruggeven. Een verbouwing is voor ons immers meer dan alleen het bouwkundig aspect, we willen er ook andere positieve impulsen aan koppelen. Samen met De Republiek kregen we het idee om een lezing te organiseren waarbij vier mensen komen vertellen hoe zij de toekomst van de stad zien en welke dromen ze koesteren.’

Pieter Koten (De Republiek): ‘De eerste editie organiseerden we naar aanleiding van de heropening van De Republiek in het najaar van 2018. We wekten meteen veel interesse en besloten om het concept verder te zetten om zo voldoende brieven te verzamelen als een soort inspiratiebundel met dromen en suggesties. De coronacrisis gooide even roet in het eten, maar vorig jaar konden we dan opnieuw de draad oppikken. We willen nu nog drie edities organiseren om zo’n 32 brieven te verzamelen. Begin volgend jaar willen we die dan aan het stadsbestuur schenken.’

Punt 365

‘Brieven aan de Stad’ vindt telkens plaats op een andere, symbolische locatie. Na edities op de site van de nieuwe tentoonstellingshal BRUSK, in de oude Cactusclub en in de kerk van het Kapucijnenklooster, wordt nu voor de zesde editie uitgeweken naar De Tank op de Burg.

Lennart: ‘De Tank is een symbolische plaats. In dit oud kantoorgebouw, door Het Entrepot ter beschikking gesteld als atelierruimte, kunnen jonge makers en kunstenaars terecht. Maar dat is echter een tijdelijke oplossing, want De Tank zal verdwijnen. Naar aanleiding van de laatste editie van Open Ateliers in De Tank op zondag 15 mei willen we daarom net daarvoor een thematische editie organiseren van ‘Brieven aan de Stad’. We nodigen de sprekers uit om zich te buigen over de plaats van creatieve ruimte in de stad.’

Pieter: ‘Kunstenaars en makers hebben ruimte nodig om te creëren. Vanuit De Republiek zijn we samen met Het Entrepot, Kaap, Kunstenal en het stadsbestuur al even in overleg over dit thema met het traject Punt 365. De naam van dit traject verwijst naar ‘punt 365’ in het beleidsplan van het stadsbestuur, waarin vermeld wordt dat men in deze beleidsperiode werk wil maken van creatieve ruimte. We vroegen documentairemaker Jan Beddegenoodts om verschillende betrokkenen te bevragen over deze thematiek. Jan heeft als documentairemaker in binnen- en buitenland al vaker onderzoek gedaan rond dit thema en leek ons hiervoor de geknipte persoon. Hij kwam trouwens ook al spreken op een van de vorige edities van ‘Brieven aan de Stad’. Op 13 mei vertonen we zijn documentaire in première. De sprekers krijgen deze documentaire ook op voorhand te zien, zodat zij daarop kunnen reflecteren of een antwoord kunnen formuleren vanuit hun dagelijkse praktijk.’ (RD)

______

Brieven aan de Stad + première documentaire ‘Punt 365’, vrijdag 13 mei, 20 uur (De Tank), gratis toegang, www.republiekbrugge.be