
‘Liever een plein dan een doodlopende straat’, zegt Peter Slabbynck, de frontman van de eeuwige band Red Zebra, die vanaf zondag 15 september zijn naam voor een jaar aan het Biekorfplein mag schenken. Reden? De onverwoestbare Belpopklassieker ‘I Can’t Live In A Living Room’ bestaat straks veertig (!) jaar en dat is Cultuurcentrum Brugge niet ontgaan. In het cultuurjaar 2019/2020 vloeit dan ook heel wat aandacht naar een van de bekendste muziekgroepen van Breydeltown.
EXit: Een plein dat de naam Peter Slabbynck draagt: dat moet tot eer strekken?
Peter Slabbynck: ‘Ik zou liegen als ik zei dat het mij niks doet. Maar op de vergadering met het Cultuurcentrum drong ik erop aan om de naam Red Zebra-plein of Living Room-plein te kiezen, maar dat kon blijkbaar niet. Het moet een eigennaam zijn. Trouwens, beter een plein dan een doodlopende straat.’
EXit: De aanleiding voor deze naamgeving is de 40ste verjaardag van het nummer Living Room dat in 1980 eigenlijk als B-kant verscheen. Herinner je je nog hoe die song tot stand kwam?
Peter: ‘Ik ben altijd een grote fan geweest van het nummer ‘Without you’ van Harry Nilsson en vooral van die zin ‘I can’t live if living is without you’. Maar op een dag zag ik op tv een interview met Michael Caine. Hij gaf aan dat je als acteur beter niet te veel nadenkt over je tekst, want er zijn zoveel vreemde woorden en hij gaf als voorbeeld ‘living room’. Kort daarop kwam gitarist Geert Maertens met een maffe riff. Zo is het gegaan, denk ik toch. Eigenlijk heb ik veel te danken aan Michael Caine. Het Michael Caine-plein had ook gekund, dus.’
EXit: In 1980 speelde Red Zebra de finale van Humo’s Rock Rally. Heeft dat toen veel deuren geopend?
Peter: ‘Zeker. Maar ook de komst van Dirk Depauw was belangrijk. Hij bood zich een paar maanden ervoor aan als manager en zorgde er bijvoorbeeld voor dat we het voorprogramma konden doen van The Cure in Gent. Maar we werden pas echt opgemerkt in de finale van Humo’s Rock Rally. We speelden toen ook een nieuw nummer, ‘I can’t live in a living room’. Wel vreemd dat we achteraf het potentieel van dit nummer niet doorhadden. Ik noem het altijd de C-kant van onze eerste single omdat er drie nummers op stonden.’
EXit: Waarom denk je dat dat nummer nu nog altijd wordt gedraaid op radio en op fuiven? Met andere woorden: waar schuilt de sterkte van ‘Living Room’?
Peter: ‘Er is de combinatie van die straffe riff en de catchy titel. Ook de tekst sprak blijkbaar aan. Nogal wat mensen herkenden het gevoel. De opname van het nummer had wel veel beter gekund. Maar we waren toen te onervaren, het was de eerste keer in de studio. Die oprechte klungeligheid maakt echter deel uit van de charme en dus de sterkte van het nummer. Af en toe speel ik deejay, maar dan draai ik het nummer niet. Ik vind dat wat vreemd om te doen. Eigenlijk vind ik het na al die jaren vreemd dat dit nummer nog steeds zo veel succes heeft. Maar de song is een eigen leven gaan leiden, los van mij. Het kind is groter geworden dan de verwekkers.’
EXit: Jullie spelen al eens in het buitenland. Hoe reageren ze daar op het nummer?
Peter: ‘Uiteraard is ‘Living Room’ ook daar gekend, maar er is wel een verschil. Als we bijvoorbeeld in Duitsland spelen, beginnen ze al te dansen vanaf het eerste nummer. Hier wacht men vaak op ‘Living Room’ en dan pas barst alles los. Daarom is het nooit het laatste nummer in de set.’
EXit: Van welke song/elpee/cd ben je het meest tevreden?
Peter: ‘Daar moet ik niet lang nadenken: het mini-album ‘Bastogne’. Die vijf nummers zijn gewoon het beste dat we ooit gemaakt hebben en zijn dan ook vaste waarden in de set. Met dank aan Chery Derycke die voor de zeer melodieuze baslijnen zorgde en producer Jean-Marie Aerts, toen nog gitarist bij TC Matic. Voor mij zit alles juist op deze plaat. Ik zou er vandaag geen noot aan veranderen.’
EXit: Jij bent het boegbeeld van Red Zebra en toch ben je er af en toe uitgestapt?
Peter: ‘Ach, shit happens, in elke band. Soms gebeurde het om muzikale redenen, soms om persoonlijke. Ik zoek graag eens nieuwe horizonten en nieuwe avonturen op. Die ervaringen kon ik dan weer meenemen naar Red Zebra. Het voornaamste is dat Red Zebra weer bestaat. We werken hard en het werpt ook vruchten af, want we staan er live en kunnen zeker niet klagen over het aantal concerten met af en toe een uitstap naar het buitenland.’
EXit: In het nieuwe cultuurjaar 2019/2020 zien we je vaak opduiken. Op zaterdag 19/10 draai je in de kelders van (de ook jarige) Koninklijke Stadsschouwburg je vijftien favoriete songs op vinyl. Mogen we die in het punkgenre situeren of zal je ons verrassen?
Peter: ‘Wie al een kaartje kocht en denkt dat hij of zij vijftien punksongs zal horen, is eraan voor de moeite. Ik duik vooral in mijn jeugd en vis daar een aantal nummers op die mij om een of andere manier zijn bijgebleven. Het was mijn idee om dat eens te doen, maar evident is het niet. Ik heb immers zo’n 25 nummers in mijn hoofd, helaas moeten er dus nog tien afvallen. Een moeilijke keuze. Ik zou graag nog wat meer doen met mijn muzikaal verleden en dat komende uit een niet-muzikale familie. Ik was een kind in de sixties, ontdekte ten volle muziek in de seventies en werd echt zanger in de eighties. Dat vind ik een interessante mengeling.’
EXit: De muzikale erfenis van (de vroegere) Red Zebra blijft overeind als ik muziek van de ijzersterke Whispering Sons hoor…
Peter: ‘New wave is echt weer in. Enerzijds door het W-festival waar we telkens op het podium staan en tal van andere organisatoren die new wave op hun affiche zetten, anderzijds door de overwinning van Whispering Sons in Humo’s Rock Rally in 2016. Dat heeft de scène meer zelfvertrouwen gegeven. We hebben met EX-RZ trouwens een versie opgenomen van ’17 Seconds’ van The Cure met zangeres Fenne Kuppens van Whispering Sons. Een bijzondere ervaring. Mochten we dat nu uitbrengen, dan draaien ze het wellicht op de radio, maar toen moest Whispering Sons nog aan zijn grote opmars beginnen.’
EXit: Werken jullie aan nieuw materiaal?
Peter: ‘Mijn eerste bekommernis bij de heroprichting van Red Zebra was keihard werken aan een goede set en de keuze hebben uit een 25-tal nummers. Dat is goed gelukt. Dus kunnen we nu naar fase twee: nieuwe nummers maken. Maar dat hebben we nog nooit gedaan in deze bezetting, dus dat is even zoeken hoe het moet. Ik heb alvast titels in overvloed. Als alles goed gaat, zit er mogelijk wel iets aan te komen. Hoe en wat? Dat mag ik nog niet zeggen. Voorts ben ik nog bezig met een aantal projecten die op een of andere manier toch met Red Zebra te maken hebben. Ik ben 57, maar soms lijkt het of het nu pas allemaal begint. Maf, toch?’
EXit: Is het podium ondertussen een natuurlijke habitat geworden voor jou? Voel je nog zenuwen of stress vóór je op het podium stapt?
Peter: ‘Ik ben volledig ontzenuwd, met dank aan mijn tandarts. Nee, zenuwen voel ik niet, al kan er nog steeds van alles mislopen bij een optreden, vooral technisch. Af en toe probeer ik mijzelf toch wat zenuwachtig te maken, een beetje spanning op het podium mag wel. Zo openden we vorig jaar onze set op W-festival met een cover die we daarvoor nog maar één keer gespeeld hadden. Dan zie je aan ieders gezicht toch wat zenuwachtigheid. En als het dan lukt, dan valt al die spanning weg en speel je de rest van de set helemaal bevrijd. Zo moet dat.’
EXit: Op 18 april 2020 spelen jullie een clubconcert met de al even legendarische De Brassers. Dat wordt speciaal?
Peter: ‘Zeker. Ik vroeg gitarist Willy Dirkx van De Brassers wanneer ze het laatst gespeeld hadden in Brugge. Het antwoord was… 1981 samen met Red Zebra tijdens de Trauma Tour. Dus daar moest ik iets aan doen. En vergeet ook de twee dames van Alk.A.Line niet. Zij openen de avond met hun elektro die ergens het midden houdt tussen Human League en Front 242. Ik mocht onlangs een nummer inzingen op hun nieuwe plaat. En wie weet doen ze weer mee met ons op het podium zoals op Parkpop en W-festival. We willen er in de Magdalenazaal alvast een onvergetelijke avond van maken!’ (ADC)
http://www.ccbrugge.be
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...