Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Maandelijks archief: september 2019

Beleef de Koninklijke Stadsschouwburg ‘Van kop tot teen’

 

Het programma van Cultuurcentrum Brugge staat dit najaar in het teken van 150 jaar Koninklijke Stadsschouwburg. Als eerbetoon wordt de schouwburg gedurende het weekend van 5 en 6 oktober volledig opengezet voor het publiek tijdens het performancefestival ‘Van kop tot teen’. Elke voorstelling van het festival is een zelfgekozen route doorheen het gebouw met een bijzondere performance op een unieke locatie. ‘We willen de magie van het theater tot bij het publiek brengen’, zegt medeorganisator Lore Missinne.

 Lore Missinne: ‘We palmen de stadsschouwburg volledig in, van de kelder tot de nok van de zolder. Samen met Michel Dewilde, mijn collega met wie ik het festival op poten heb gezet, zijn we bewust op zoek gegaan naar kunstenaars die werken op de snijlijn van beeldende kunst, dans en theater. Zo konden we een mooie cohesie vormen die buiten alle traditionele vakjes valt.’

EXit: Het eerste deel van het festival bestaat uit vier verschillende voorstellingen?

Lore: ‘De bezoeker kiest zelf een route uit een van de vier voorstellingen, die telkens op een verschillende locatie plaatsvindt. Bij de eerste route neemt kunstenaar Emilio Lopez Manchero je mee op een ontdekkingstocht doorheen de Stadsschouwburg. Tijdens die groepsperformance, ‘Trying to be’, meet elke deelnemer zichzelf een personage aan, compleet in kostuum en maquillage. Route twee leidt naar de kelders van het gebouw waar het jonge Gentse Collectief Elan(d) met ‘Loving is Allowed’ een visuele voorstelling brengt, met koptelefoon, als theatrale ode aan het feest waar mensen elkaar ontmoeten. Het jonge talent van Academie Kunsthumaniora Brugge loodst je doorheen de derde route aan de hand van een theaterparcours en in de houten zolder van de schouwburg transformeert kunstenaar Joris van Oosterwijk met ‘Stamping’ je lichaam in een levensgroot kunstwerk tijdens route vier.’

‘Aangezien elke voorstelling anders is en je er ook maar één kan uitkiezen hebben we een langere pauze dan gebruikelijk voorzien. Nieuwsgierigen krijgen zo de kans om hun ervaringen uit te wisselen met elkaar. Enkele leden van het stedelijk Conservatorium zullen de pauze van een streepje muziek voorzien.’

EXit: Voor het tweede deel wordt iedereen op scène uitgenodigd?

Lore: ‘We sluiten de namiddag af met de voorstelling ‘INVITED’ van choreagraaf Seppe Baeyens wiens werk steeds focust op inclusie. Deze keer wil hij het publiek laten proeven hoe het voelt om mee deel uit te maken van een dansvoorstelling. De scenografie speelt in deze voorstelling een belangrijke rol. Met ‘ROPE’, een blauwe verbindende slang van 65 meter, gecreëerd door kunstenaar Ief Spincemaille worden alle deelnemers op een heel speelse manier met elkaar verbonden.’ (LDD)

‘Van kop tot teen’ vindt plaats op zaterdag 5 en zondag 6 oktober. De voorstellingen zijn toegankelijk voor iedereen vanaf 12 jaar. Tickets en info: http://www.ccbrugge.be

‘Daar is’em’, bijna voor de 300ste keer

We weten van geen ophouden, getuige dit vuistdikke nummer met veertig pagina’s cultuurnieuws. Mooi volk alweer aan de tand gevoeld: mediafiguur Dalilla Hermans, harpiste Mathilde Wauters en drummer Steven Van Havere. Voorts: een stevig leesstuk van Eric Van Hove over het Schouwburgkwartier (‘De verbeelding aan de macht’) en talloos veel moois uit creatief Brugge.

Het Zwanenmeer in het Concertgebouw op maandag 21 oktober

 

 

Wegens groot succes wordt deze tijdloze klassieker in oktober 2019 en mei 2020 hernomen in Antwerpen, Hasselt, Gent en Brugge. Meer dan 100 artiesten met live symfonisch orkest brengen Het Zwanenmeer met de onvergetelijke muziek van Tchaikovsky terug tot leven.

 

Het verhaal

Meer dan een eeuw na zijn creatie, is ‘Het Zwanenmeer’ nog steeds het meest gedanste en voor velen ook het mooiste ballet ter wereld. Het is een onsterfelijk sprookje over liefde en de eeuwige strijd tussen licht en duisternis , gesymboliseerd door de zwarte en witte zwanen, Odile en Odette. De dansers brengen de liefde tussen prins Siegfried en prinses Odette tot leven. ‘Het Zwanenmeer’, met de onvergetelijke muziek van Tchaikovsky, is ongetwijfeld één van de meest romantische verhalen die ooit op muziek zijn gezet. Dit meesterlijke stuk bevat alle rijke elementen van het romantische ballet uit de 19e eeuw, en is een hoogtepunt van de klassieke dans zoals we die vandaag kennen.

1895 werd een mijlpaal in de balletgeschiedenis, dat jaar werd namelijk ‘Het Zwanenmeer’ in een bewerkte uitvoering van de befaamde choreografen Petipa en Ivanov en componist Tchaikovsky opgevoerd. Dé klassieker der klassiekers was ontstaan. Ballet zou nooit meer hetzelfde zijn.

‘Het Zwanenmeer’ vertelt het romantische verhaal over de liefde tussen prins Siegfried en prinses Odette. Odette, koningin van de zwanen, is samen met andere jonge, onschuldige meisjes betoverd door de kwaadaardige tovenaar Von Rothbart. Zij leven als zwanen en kunnen enkel rond middernacht hun menselijke vormen aannemen. Alleen échte en zuivere liefde kan deze betovering doorbreken.

Wanneer prins Siegfried het meisje Odette ziet, is hij op slag verliefd en wil hij er alles aan doen om de vloek op te heffen. Maar Von Rothbart kan dat echter niet toelaten en bedenkt een vreselijk plan om de twee geliefden uit elkaar te houden.

Info en tickets op www.primadonnaevents.be

Kookeet verkent nieuwe paden

(foto EDM)

 

Terwijl u misschien nog aanschuift op zaterdag 28, zondag 29 en maandag 30 september voor de laatste editie van Kookeet in zijn huidige vorm, buigt organisator Brugge Plus zich over een Kookeet-nieuwe-stijl. Wat geweest is – acht succesvolle edities van een culinaire  driedaagse – wordt volgend jaar een nieuw verhaal op een nieuwe locatie. Dit jaar zorgt Dominique Persoone, deelnemer-van-het-eerste-uur, alweer voor een kleine stunt met zijn dessert ‘Gorilla’s in de mist’: voor elk verkocht dessert gaat één euro naar het (bekende) Virungapark van piloot Anthony Caere uit Damme. Persoone wil er een chocoladefabriek oprichten.

Griet De Prest (Brugge Plus): ‘Twee jaar lang vond Kookeet plaats op de Markt. Het initiatief voor een foodfestival kwam van toenmalig schepen van lokale economie Hilde Decleer. Geert Van Hecke (toen van de Karmeliet en nu van Zet Joe*) nam het peterschap op zich nam, wat een overduidelijke kwaliteitsgarantie was. Hij was ook de bedenker van de naam Kookeet.’

‘We wisten niet wat te verwachten op de eerste editie. Het streefdoel was 25.000 bezoekers over de drie dagen. Uiteindelijk zijn we geland op meer dan 50.000 bezoekers. Kookeet was meteen een succes. We groeiden naar 80.000 bezoekers en de Markt werd al snel te klein.’

EXit: Jullie hebben twee keer nieuwe oorden opgezocht?

Griet: ‘’t Zand was op een gegeven moment de ideale plek om meer volk te ontvangen en de veiligheid te garanderen. We zijn dan ook afgestapt van aparte tenten en kozen voor vier grote shelters en de chefs naast elkaar. Dat zorgde voor nog meer sfeer en ambiance onder de chefs. We groeiden intussen naar de 90.000 bezoekers. Een succes dat onze chefs noopte tot ware talent-pairing, want toen gastchef Wout Bru na twee dagen volledig uitverkocht was, ging hij ’s nachts koken in de keuken van Geert Van Hecke, in De Karmeliet. Zo kon hij er op maandag opnieuw staan, met een volledig nieuw gerecht. De derde verhuis in 2015 ging naar het Stationsplein. Kookeet is intussen tot ver buiten Brugge bekend. Het publiek vindt vlot de weg en een doelgericht publiek wordt aangetrokken. De Kookeetformule wordt nu vaak gekopieerd in andere steden.’

EXit: Kookeet staat natuurlijk ook voor topkoks…

Griet: ‘In 2015 hebben we voor een keer uitgepakt met de drie driesterrenchefs van België: Peter Goossens, Gert De Mangeleer en Geert van Hecke. Het Stationsplein werd omgedoopt tot het Geert van Heckeplein. Intussen komen er jaarlijks tussen de 90.000 en 100.000 bezoekers. Sinds we Kookeet op het Stationsplein organiseren konden we al ruim 380.000 bezoekers bekoren en verkochten we ruim 435.000 gerechten. Dat we Kookeet steevast succesvol kunnen doen, hebben we te danken aan de medewerking, inzet en het enthousiasme van de peter van Kookeet Geert Van Hecke, aan Patrick Devos, Dominique Persoone, Filip Claeys en sinds dit jaar ook Peter Laloo die samen deel uitmaken van de werkgroep Kookeet. Daarmee is Kookeet een van de grootste evenementen van Brugge.’ (LF)

http://www.kookeet.be

 

Elisa Waut: hot in Amerika (na 37 jaar)

Elisa Waut, de van oorsprong Brugse band van Elsje & Hans Helewaut en Chery Derycke, begint een nieuw leven in het buitenland, meer bepaald in de Verenigde Staten. In 1982 namen Elsje en broer Hans een eerste cassettedemo op en die verschijnt nu, 37 jaar na datum, op het prestigieuze archieflabel Numero Group (Chicago). ‘Heel leuk dat onze muziek op die manier voortleeft’, stelt zangeres Elsje.

Elsje Helewaut schreef samen met haar broer Hans en haar partner Chery Derycke een mooi hoofdstuk in het boek van de Belgische pop- en rockgeschiedenis. Als Elisa Waut wonnen ze op 8 april 1984 als eerste (en tot nu toe) enige Brugse groep de gouden medaille op het tweejaarlijkse muziekconcours Humo’s Rock Rally. Kort daarna bouwde de groep een grote muzikale carrière uit in binnen- en buitenland met platen als ‘Commedia’, ‘Bloom Bloom’, Wood Nymph Blonde’, ‘Angelus’ en ‘Mystica’ en een handvol hits in de achterzak. Vanaf eind de jaren negentig draaiden de muzikale activiteiten van Elisa Waut echter op een lager toerental en verscheen er geen nieuw werk meer van het trio. Stoppen met musiceren deden ze weliswaar niet, want met de groep Ark stortten Elsje en Chery zich op spirituele muziek en Hans had zijn handen meer dan vol met het creëren van filmmuziek en zijn uitspattingen in de pure jazz. En dan in 2015 viel opeens de nieuwe cd ‘Portraits and Landscapes’ in onze brievenbus, met daaraan enkele concerten gekoppeld waaronder eentje in de Brugse Koninklijke Stadsschouwburg.

Big in Japan

Elisa Waut scoorde in de jaren 80 en 90 niet alleen in Belgenland. Ook in Japan liepen ze warm voor de fragiele, intimistische stem van Elsje en de popsound van Elisa Waut. Uitverkochte zalen, radio- en televisieoptredens, signeersessies en druk bijgewoonde persconferenties: de Japanners drukten de wood nymph blonde aan de borst. Nu, in 2019, komt er grote belangstelling uit Amerika. Het archieflabel Numero Group uit Chicago, gespecialiseerd in onvindbare schatten of artiesten, heeft de democassette die Elsje en Hans in 1982 opnamen, op een vinylplaat gestanst. De tape is de allereerste demo met acht originele songs en is slechts op 250 exemplaren uitgebracht. ‘Zelf speelde ik toen nog niet bij de groep’, zegt Chery Derycke, ‘maar ik heb die cassette wel eigenhandig één per één gekopieerd. De hoesjes heb ik allemaal zelf met de hand geschreven. Zo ging dat toen.’

‘Alle mooie herinneringen van weleer komen nu weer naar boven’, zegt Elsje. ‘Mijn broer had de muziek gemaakt. Ik werkte toen in Brussel en elke dag zat ik op de trein teksten te schrijven. We hadden geen echte plannen met die muziek. Met onze spaarcenten hebben we toen een demo opgenomen. Chery heeft die nadien overal rondgestuurd, onder meer naar de muziekredactie van Humo die ons selecteerde voor Humo’s Rock Rally 1984 met het gekende resultaat als gevolg.’

‘Ik wist wel dat die prille demo een eigen leven leidde in de cultwereld. Zo is het nummer ‘Russia’ al eens verschenen op een Amerikaanse verzamelalbum. Over de vraag van Numero Group om onze demo opnieuw uit te brengen op vinyl hebben we niet te lang moeten nadenken. Vooral niet omdat het een gerespecteerd archieflabel is.’

Primitieve cassette

De originele banden van de opnames uit 1982 bestaan niet meer, maar blijkbaar had het Amerikaanse label genoeg aan een primitieve cassette. Gelukkig hadden de Helewauts nog een exemplaar in de kast liggen waarmee Numero Group digitaal aan de slag kon om de acht rudimentaire nummers met invloeden van Joy Division, Marlène Dietrich, Jacques Brel en Edith Piaff nu een tweede leven te laten leiden. Een 28 minuten durende ‘minimal wave masterpiece’ luidt het overzees, ‘Soviet paranoia, isolation, suicidal musings, and other miscellaneous bouts of young adult depression are covered in both French and English’. ‘Zeer fijn dat onze muziek op die manier voortleeft’, besluit Elsje. (ADC)

http://www.arkvanzarren.be

 

 

‘Musical boordevol intriges en spektakel’

 

 

Op 30 september zal het precies 150 jaar geleden zijn dat de Stadsschouwburg de deuren opende. De allereerste voorstelling was toen ‘Les mousquetaires de la reine’. 150 jaar later laten de twee Brugse musicalverenigingen KotéKoer en Team Jacques er zich door inspireren. Ze starten het feestjaar in stijl met de musical ‘Drie Musketiers’ die een ware hit was in Nederland. Brugge staat voor een unieke samenwerking tussen twee opvallende culturele spelers in de stad.  

 EXit: Hoe is dit bijzondere project ontstaan?
Wout Vandersteene: ‘
Een tweetal jaar terug kwam de directie van Cultuurcentrum Brugge met het voorstel om iets te doen naar aanleiding van 150 jaar Stadsschouwburg. We speelden al enkele jaren met veel succes begin september in hun grootste zaal. We waren meteen enthousiast en kwamen na wat brainstormen uit bij ‘Les mousquetaires de la reine’, het stuk dat precies 150 jaar geleden de Stadsschouwburg opende. Omdat die eeuwenoude operette niet meteen aansloot bij wat wij doen, zochten we naar een passende invalshoek. We kwamen vrij snel uit bij de ‘Drie Musketiers’, het wereldberoemde verhaal van Alexandre Dumas.’

 EXit: Fris ons geheugen even op?
Sven Vanrietvelde: 
‘De topproductie vertelt het romantische verhaal van de jonge d’Artagnan die zijn ouders verlaat om carrière te maken aan het hof van de Franse koning Louis XIII in Parijs. Hij droomt ervan om musketier te worden en trekt naar Parijs. Op dat moment is de macht daar in handen van Kardinaal Richelieu. Hij raakt er bevriend met drie echte musketiers en wordt er hopeloos verliefd op de lieftallige Constance.’

 EXit: Jullie kiezen voor een hedendaagse bewerking?
Wout: ‘
Het musicalgenre is ondertussen al enkele jaren erg populair in Nederland. ‘Drie Musketiers’ is zowat vijftien jaar oud en werd geschreven door het Nederlandse duo Bolland en Bolland, de mannen achter bekende rocknummers als ‘Rock Me Amadeus’ en ‘I’m In The Army Now’ van Status Quo. We hebben zo goed als niets aan het stuk veranderd. Dat is ook niet de gewoonte. Eens je de rechten hebt gekocht, verbind je je om de tekst en de muziek uit te voeren, zoals die op papier staan. ‘Drie musketiers’ is een historisch stuk, maar we kiezen voor een moderne twist in decor en kostuums.’

EXit: Wie speelt?
Sven: 
‘Aan de audities namen een negentigtal mensen deel. We kozen uiteindelijk een cast van vijfendertig acteurs/zangers. Er zijn tien hoofdrollen, onder wie D’Artagnan, de musketiers, Constance, de koning, koningin en Richelieu. Er zijn een aantal vertrouwde gezichten bij, maar we geven ook nieuw talent een plaats. Stefan Van Guyse regisseert. Hij heeft twintig jaar ervaring in de musicalwereld. We kozen heel bewust voor een externe regisseur, zodat de audities objectief konden verlopen. We hebben allebei al eerder met Stefan samengewerkt. Hij is ook gevechtscoach, wat mooi meegenomen is, want er komen nogal wat degengevechten in dit stuk.’

 EXit: ‘Drie musketiers’ belooft spectaculair te worden?
Wout: ‘
Zeker. Het stuk zit boordevol intriges, romances en politieke samenzweringen. Het ensemble speelt een zeer actieve rol in het stuk. Ze zijn van de eerste tot de laatste seconde op de scène. Nu eens zijn ze musketier, dan weer inwoners van Parijs… Degengevechten vragen om een bijzondere techniek, er wordt gezongen, geacteerd én er zijn een aantal indrukwekkende choreografieën. Ook voor onze acteurs wordt dit stuk een hele uitdaging.’

EXit: De muziek is live?
Sven: 
‘Dirigent Ruben Vandenbroucke begeleidt veertien mensen in het orkest. Hij werkt met professionele muzikanten. In eerste instantie repeteren we met de muziek ingespeeld op band. Pas op het einde komt het orkest erbij. Ik sta ook vaak zelf op de scène en het is altijd een magisch moment als het orkest er in de laatste repetitieweek bij komt. Het is machtig om te zien hoe alle puzzelstukken dan in elkaar vallen.’

EXit: Op zaterdag 28 september is zelfs het publiek een beetje acteur?
Wout: 
‘Het Cultuurcentrum plant dan een grote re-enactement. Liefhebbers zullen doorheen de Stadsschouwburg kunnen flaneren als negentiende-eeuwse Bruggelingen, in passende kledij. Liefhebbers konden vorig seizoen deelnemen aan een workshop kostuum ontwerpen. Een aantal mensen komt dus in een eigen creatie. Het wordt een memorabele avond waar we erg naar uitkijken.’ (SIGRID DEVISCH)

http://www.ccbrugge.be

 

Dromen met de vingers

(foto EDM)

Zijn naam klinkt misschien nog niet zo vertrouwd bij het grote publiek, maar toch is Tom Kristiaan (Demeyer) al een aantal jaren bezig met het componeren voor film, reclamespots en eigen voorstellingen. Hij volgde zijn eerste muzieklessen in het Brugse Conservatorium (piano, solfège, harmonie en kamermuziek) en vervolmaakte zich nadien nog met lessen accordeon, jazz piano en ensemble aan enkele andere conservatoriums tot een topmuzikant. Recent verscheen ‘In Deep Woods’, een cd met acht instrumentale pianocomposities, terug te vinden op 200 (!) digitale platformen.

 Tom Kristiaan: ‘Met het album ‘In Deep Woods’ wil ik nu in eerste instantie mijn muziek bekendmaken en nieuwe luisteraars aanspreken. Of dat nu op Spotify, of via cd-verkoop of optredens verloopt, maakt mij niet zoveel uit. Als ik maar muziek mag maken die beluisterd wordt. Tot op heden bleven de songs stof vergaren in de kast. Maar hoe je het nu draait of keert, een muzikant wil vooral gehoord worden.’

EXit: Op jouw muziek kunnen we onder meer de woorden ‘romantisch’, ‘melancholisch’ en ‘poëtisch’ kleven, maar hoe zou je zelf je werk omschrijven?

Tom: ‘Een collega-muzikant beschreef onlangs mijn werk als ‘intiem en intens’ en een vriend had het dan weer over ‘verstilling en verdieping’. Deze omschrijvingen vind ik allebei wel mooi. Zelf houd ik wel van de term ‘filmische muziek’ omwille van het dromerige karakter.’

EXit: Welke composities vinden we terug op jouw nieuwe cd ‘In Deep Woods’?

Tom: ‘Het album bevat acht composities, in totaal 45 minuten instrumentale muziek. Dat is goed voor vijf nummers op piano (solo) en drie nummers met accordeonbegeleiding. De accordeonpartijen werden ingespeeld door Elke De Meester (EveryGoodie, Les Invités, …). Naast pianist ben ik ook accordeonist. En die combinatie werkt heerlijk in sommige werken.’

EXit: Hoe ga je te werk bij het componeren? Heb je dan bepaalde beelden in gedachten? Is het ‘dichten op toetsen’?

Tom: ‘Meestal ga ik aan de piano zitten en begin ik te improviseren op basis van een bepaald gevoel. Een beetje dromen met de vingers. Meestal vind ik vrij snel een leuk of pakkend melodietje. Maar dan duurt het meestal weken tot maanden vooraleer dat melodietje in een volledige compositie is gegoten. Er worden tussenstukken en een goede opbouw gezocht, baspartijen aangepast, melodieën gefinetuned, dynamiek (luid/stil) ingebouwd, etc tot het geheel boeiend en interessant is. Zoals een dichter twintig lijnen schrijft om er vijf over te houden, zo wordt ook alles tien maal omgekeerd, uitgekleed, ondersteboven gedraaid. Het is hard werken, maar het bezorgt me veel voldoening. En heel soms rolt er ook wel eens een heuse song ineens uit mijn vingers, zoals het stuk ‘In Deep Woods’. Maar dit is eerder uitzondering dan regel.’

EXit: Ook kinderen zijn in de ban van jouw werk, heb ik gehoord. Kan jouw muziek een opstap betekenen voor kinderen om vertrouwd te geraken met klassieke muziek?

Tom: ‘Absoluut. Ik merk dat kinderen gaandeweg heel erg open staan voor muziek. En door de YouTube-cultuur komen ze in aanraking met veel meer genres dan vroeger. Dit juich ik van harte toe – ik luisterde vroeger ook naar punk en rock, en nu naar singersongwriters, blues en jazz -, maar dat maakt dat ze ook minder eenzijdig met klassieke muziek vertrouwd zijn. Ik probeer mijn composities steeds laagdrempelig en toegankelijk te houden, wat een leuke opstap kan betekenen voor kinderen. Een eenvoudig melodietje blijft sneller hangen dan een virtuoos concerto.’

EXit: Welke muzikale plannen smeed je voor de zeer nabije toekomst?

Tom: ‘Ik hoop met het album wat meer bekendheid te krijgen, leuke optredens te kunnen spelen en stiekem droom ik toch ook om ooit muziek te kunnen componeren voor een bekende film. Eventjes de Vlaamse Ludovico Einaudi worden, zeg maar.’ (ADC)

https://vi.be/tomkristiaan

Drumme Iggy Pop speelt op drum handmade in Brugge

Schitterende reclame voor de Exclusive Drums van bouwer Dirk Defauw: hij mocht voor Mat Hector, de man die momenteel de velgen beroert bij muziekicoon Iggy Pop, een snare drum op maat maken. ‘Het valt me op dat vooral professionele drummers mijn muziekinstrumenten sterk appreciëren. Ik krijg van hen steeds te horen dat het geluid zo mooi klinkt’, aldus Dirk die naast het runnen van een muziekwinkel zich ook toelegt op de verhuring van repetitieruimtes voor muziekgroepen (The Jamm in de Pathoekeweg).

Duurzaam, lokaal en ecologisch: drie woorden waar muziek in zit, dacht interieurbouwer, meubelmaker en muzikant Dirk Defauw toen hij enkele jaren geleden begon met het bouwen van drumstellen uit gerecycleerd hout. ‘Ik maak de instrumenten in mijn atelier. Mijn grondstof bestaat uit afbraakmateriaal. Vooral een houten trap of een deurkozijn zijn het meest geschikt om een tweede leven als drumstel aan te gaan’, zegt hij. Daar vloeien ook mooie verhalen uit voort. ‘De oma van mijn vrouw is op 102-jarige leeftijd gestorven. Uit het deurkozijn van haar oude voordeur heb ik een snare drum gemaakt. De linker- en rechterkant van een oud bed zijn nu twee snare drums geworden. Als er geen worm in het hout zit, dan kan ik het gebruiken.’

Elke houtsoort heeft zijn eigen klank

Elke houtsoort klinkt anders en zorgt dus voor een apart geluid. ‘De ene beukenboom is de andere niet. Het geluid wordt bepaald door de karakteristieken van het hout. Zo zal beuk warmer klinken en eik eerder agressiever.’

Dirk bouwt stave shell drums volgens het ‘duigen – of staaf-principe’. Hierbij worden blokjes hout naast elkaar gelijmd in een cirkel en vervolgens aan de binnen- en buitenkant rond gemaakt. Dit is vergelijkbaar met het principe van een regenton. Dit is een volledig andere techniek in vergelijking met de meer klassieke techniek waarbij dunne laagjes hout onder druk worden samengevouwen. De ketels van Exclusive Drums staan niet onder druk waardoor de toon lager en de klank veel rijker is. Elk van deze handgemaakte drums is dan ook een uniek instrument. En wat meer is: er zijn momenteel maar twee drumbouwers in ons land en Dirk is daar een van.

Iggy Pop

Defauw krijgt voor zijn Exclusive Drums applaus vanop alle banken, maar het valt hem vooral op dat professionele drummers zijn werk loven en de sound van zijn drums prijzen. Op de London Drum Show ontmoette hij Mat Hector, de man die tegenwoordig de vellen bij Iggy Pop beroert. ‘Een aangename kennismaking, want ik mocht voor hem een snare drum bouwen. Dat is een goede zaak voor mijn naambekendheid in het Verenigd Koninkrijk waar ik ook op zoek ben naar een verkooppunt. Sinds de opening van mijn repetitieruimtes in The Jamm een tweetal jaren geleden zit alles precies in een stroomversnelling. Zo mocht ik onlangs ook materiaal leveren aan de conservatoria van Brugge en Leuven. Blij dat ik die kans kreeg zodat ik kan bewijzen dat mijn drums echt wel uitstekende, unieke en duurzame muziekinstrumenten zijn.’ (ADC)

info@exclusive-drums.be en http://www.exclusive-drums.com

 

 

Veertig jaar Red Zebra? Dat verdient concerten, een vinylavond en… een plein

 

‘Liever een plein dan een doodlopende straat’, zegt Peter Slabbynck, de frontman van de eeuwige band Red Zebra, die vanaf zondag 15 september zijn naam voor een jaar aan het Biekorfplein mag schenken. Reden? De onverwoestbare Belpopklassieker ‘I Can’t Live In A Living Room’ bestaat straks veertig (!) jaar en dat is Cultuurcentrum Brugge niet ontgaan. In het cultuurjaar 2019/2020 vloeit dan ook heel wat aandacht naar een van de bekendste muziekgroepen van Breydeltown.

 EXit: Een plein dat de naam Peter Slabbynck draagt: dat moet tot eer strekken?

Peter Slabbynck: ‘Ik zou liegen als ik zei dat het mij niks doet. Maar op de vergadering met het Cultuurcentrum drong ik erop aan om de naam Red Zebra-plein of Living Room-plein te kiezen, maar dat kon blijkbaar niet. Het moet een eigennaam zijn. Trouwens, beter een plein dan een doodlopende straat.’

EXit: De aanleiding voor deze naamgeving is de 40ste verjaardag van het nummer Living Room dat in 1980 eigenlijk als B-kant verscheen. Herinner je je nog hoe die song tot stand kwam?

Peter: ‘Ik ben altijd een grote fan geweest van het nummer ‘Without you’ van Harry Nilsson en vooral van die zin ‘I can’t live if living is without you’. Maar op een dag zag ik op tv een interview met Michael Caine. Hij gaf aan dat je als acteur beter niet te veel nadenkt over je tekst, want er zijn zoveel vreemde woorden en hij gaf als voorbeeld ‘living room’. Kort daarop kwam gitarist Geert Maertens met een maffe riff. Zo is het gegaan, denk ik toch. Eigenlijk heb ik veel te danken aan Michael Caine. Het Michael Caine-plein had ook gekund, dus.’

EXit: In 1980 speelde Red Zebra de finale van Humo’s Rock Rally. Heeft dat toen veel deuren geopend?

Peter: ‘Zeker. Maar ook de komst van Dirk Depauw was belangrijk. Hij bood zich een paar maanden ervoor aan als manager en zorgde er bijvoorbeeld voor dat we het voorprogramma konden doen van The Cure in Gent. Maar we werden pas echt opgemerkt in de finale van Humo’s Rock Rally. We speelden toen ook een nieuw nummer, ‘I can’t live in a living room’. Wel vreemd dat we achteraf het potentieel van dit nummer niet doorhadden. Ik noem het altijd de C-kant van onze eerste single omdat er drie nummers op stonden.’

EXit: Waarom denk je dat dat nummer nu nog altijd wordt gedraaid op radio en op fuiven? Met andere woorden: waar schuilt de sterkte van ‘Living Room’?

Peter: ‘Er is de combinatie van die straffe riff en de catchy titel. Ook de tekst sprak blijkbaar aan. Nogal wat mensen herkenden het gevoel. De opname van het nummer had wel veel beter gekund. Maar we waren toen te onervaren, het was de eerste keer in de studio. Die oprechte klungeligheid maakt echter deel uit van de charme en dus de sterkte van het nummer. Af en toe speel ik deejay, maar dan draai ik het nummer niet. Ik vind dat wat vreemd om te doen. Eigenlijk vind ik het na al die jaren vreemd dat dit nummer nog steeds zo veel succes heeft. Maar de song is een eigen leven gaan leiden, los van mij. Het kind is groter geworden dan de verwekkers.’

EXit: Jullie spelen al eens in het buitenland. Hoe reageren ze daar op het nummer?

Peter: ‘Uiteraard is ‘Living Room’ ook daar gekend, maar er is wel een verschil. Als we bijvoorbeeld in Duitsland spelen, beginnen ze al te dansen vanaf het eerste nummer. Hier wacht men vaak op ‘Living Room’ en dan pas barst alles los. Daarom is het nooit het laatste nummer in de set.’

EXit: Van welke song/elpee/cd ben je het meest tevreden?

Peter: ‘Daar moet ik niet lang nadenken: het mini-album ‘Bastogne’. Die vijf nummers zijn gewoon het beste dat we ooit gemaakt hebben en zijn dan ook vaste waarden in de set. Met dank aan Chery Derycke die voor de zeer melodieuze baslijnen zorgde en producer Jean-Marie Aerts, toen nog gitarist bij TC Matic. Voor mij zit alles juist op deze plaat. Ik zou er vandaag geen noot aan veranderen.’

EXit: Jij bent het boegbeeld van Red Zebra en toch ben je er af en toe uitgestapt?

Peter: ‘Ach, shit happens, in elke band. Soms gebeurde het om muzikale redenen, soms om persoonlijke. Ik zoek graag eens nieuwe horizonten en nieuwe avonturen op. Die ervaringen kon ik dan weer meenemen naar Red Zebra. Het voornaamste is dat Red Zebra weer bestaat. We werken hard en het werpt ook vruchten af, want we staan er live en kunnen zeker niet klagen over het aantal concerten met af en toe een uitstap naar het buitenland.’

EXit: In het nieuwe cultuurjaar 2019/2020 zien we je vaak opduiken. Op zaterdag 19/10 draai je in de kelders van (de ook jarige) Koninklijke Stadsschouwburg je vijftien favoriete songs op vinyl. Mogen we die in het punkgenre situeren of zal je ons verrassen?

Peter: ‘Wie al een kaartje kocht en denkt dat hij of zij vijftien punksongs zal horen, is eraan voor de moeite. Ik duik vooral in mijn jeugd en vis daar een aantal nummers op die mij om een of andere manier zijn bijgebleven. Het was mijn idee om dat eens te doen, maar evident is het niet. Ik heb immers zo’n 25 nummers in mijn hoofd, helaas moeten er dus nog tien afvallen. Een moeilijke keuze. Ik zou graag nog wat meer doen met mijn muzikaal verleden en dat komende uit een niet-muzikale familie. Ik was een kind in de sixties, ontdekte ten volle muziek in de seventies en werd echt zanger in de eighties. Dat vind ik een interessante mengeling.’

EXit: De muzikale erfenis van (de vroegere) Red Zebra blijft overeind als ik muziek van de ijzersterke Whispering Sons hoor…

Peter: ‘New wave is echt weer in. Enerzijds door het W-festival waar we telkens op het podium staan en tal van andere organisatoren die new wave op hun affiche zetten, anderzijds door de overwinning van Whispering Sons in Humo’s Rock Rally in 2016. Dat heeft de scène meer zelfvertrouwen gegeven. We hebben met EX-RZ trouwens een versie opgenomen van ’17 Seconds’ van The Cure met zangeres Fenne Kuppens van Whispering Sons. Een bijzondere ervaring. Mochten we dat nu uitbrengen, dan draaien ze het wellicht op de radio, maar toen moest Whispering Sons nog aan zijn grote opmars beginnen.’

EXit: Werken jullie aan nieuw materiaal?

Peter: ‘Mijn eerste bekommernis bij de heroprichting van Red Zebra was keihard werken aan een goede set en de keuze hebben uit een 25-tal nummers. Dat is goed gelukt. Dus kunnen we nu naar fase twee: nieuwe nummers maken. Maar dat hebben we nog nooit gedaan in deze bezetting, dus dat is even zoeken hoe het moet. Ik heb alvast titels in overvloed. Als alles goed gaat, zit er mogelijk wel iets aan te komen. Hoe en wat? Dat mag ik nog niet zeggen. Voorts ben ik nog bezig met een aantal projecten die op een of andere manier toch met Red Zebra te maken hebben. Ik ben 57, maar soms lijkt het of het nu pas allemaal begint. Maf, toch?’

EXit: Is het podium ondertussen een natuurlijke habitat geworden voor jou? Voel je nog zenuwen of stress vóór je op het podium stapt?

Peter: ‘Ik ben volledig ontzenuwd, met dank aan mijn tandarts. Nee, zenuwen voel ik niet, al kan er nog steeds van alles mislopen bij een optreden, vooral technisch. Af en toe probeer ik mijzelf toch wat zenuwachtig te maken, een beetje spanning op het podium mag wel. Zo openden we vorig jaar onze set op W-festival met een cover die we daarvoor nog maar één keer gespeeld hadden. Dan zie je aan ieders gezicht toch wat zenuwachtigheid. En als het dan lukt, dan valt al die spanning weg en speel je de rest van de set helemaal bevrijd. Zo moet dat.’

EXit: Op 18 april 2020 spelen jullie een clubconcert met de al even legendarische De Brassers. Dat wordt speciaal?

Peter: ‘Zeker. Ik vroeg gitarist Willy Dirkx van De Brassers wanneer ze het laatst gespeeld hadden in Brugge. Het antwoord was… 1981 samen met Red Zebra tijdens de Trauma Tour. Dus daar moest ik iets aan doen. En vergeet ook de twee dames van Alk.A.Line niet. Zij openen de avond met hun elektro die ergens het midden houdt tussen Human League en Front 242. Ik mocht onlangs een nummer inzingen op hun nieuwe plaat. En wie weet doen ze weer mee met ons op het podium zoals op Parkpop en W-festival. We willen er in de Magdalenazaal alvast een onvergetelijke avond van maken!’ (ADC)

http://www.ccbrugge.be

 

 

Guido Dobbelaere schildert ‘soul landscapes’ met Brugse zwanenveren

 

 

Aan de vooravond van zijn 90ste (!) verjaardag maakt de Brugse kunstenaar Guido Dobbelaere zich op voor zijn expo ‘Leestekens van de overtocht’ dat van 20 september tot 6 oktober loopt in de Bogardenkapel (Katelijnestraat 86, Brugge). ‘Ik heb net een nieuwe hartklep gekregen en kan dus weer een tijdje verder’, zegt de man die abstracte landschappen schildert

met Brugse zwanenveren en met trefzekere zinnen het leven in poëzie vat.

Hoogbejaard is een woord dat niet van toepassing is op de 89-jarige Guido Dobbelaere. Niet met schuifelende pantoffels, maar met een stevige tred leidt hij mij naar zijn atelier in Assebroek waar hij bijna elke morgen enkele uren aan de slag gaat met verf en veer. Ik zie zijn blinkende ogen niet alleen ‘lust for life’ uitstralen, maar vooral ook ‘lust for painting’.

‘Hoe begin je aan een schilderij?’ vraag ik hem. ‘Ik weet vaak helemaal niet wat ik ga schilderen. Soms heb ik een idee in mijn hoofd,

maar meestal breng ik bijna achteloos verf aan op het doek en zie waar het naartoe gaat. Dan komt er een moment waarop het geheel van kleur, licht en donker emoties oproept. Vaak is er een landschappelijke herkenning. In die richting werk ik dan verder, tot landschap en ziel één worden.’

Dit zijn zijn ‘soul landscapes’ zoals hij ze zelf graag noemt. Of het fysiek niet te zwaar is op zijn leeftijd? ‘Schilderen is de minst belastende van alle werkzaamheden die ik overdag uitvoer. Maar schilderen is geen ontspanning en ook geen bezigheidstherapie. Het is voor mij een intens en tegelijk rustgevend proces. Het raakt, samen met poëzie schrijven, de kern van mijn wezen. In mijn atelier – met Bart Stouten van Klara op de achtergrond – ga ik op in mijn eigen wereld.’

Wat opvalt, is het werkmateriaal van Dobbelaere. Hij schildert hoofdzakelijk met veren van Brugse zwanen. De zwaarste pennen van de mannelijke zwanen die net hebben geruid zijn de beste. ‘Zwanenveren zijn zeer soepel en stevig, je kunt er alles mee schilderen, je kunt er subtiel en teder mee aaien, maar je kunt er ook heftig mee te keer gaan op het doek.’ Het heeft voor de kunstenaar met de jaren een bijna magische en rituele dimensie gekregen. Handmade in Brugge…

Vóór hij begon te schilderen was hij ook fotograaf. ‘Kunst- en reportagefotografie lagen aan de basis van mijn artistieke bewustwording. In de zeventiger jaren heb ik in opdracht van de toenmalige vliegtuigmaatschappij Sabena bijna tien jaar lang fotoreportages en diamontages gemaakt over hun overzeese bestemmingen. En met de Brugse fotokring Kalliarte gaven we in 1988 een prestigieus fotokunstboek over Brugge uit.’

In die tijd bouwde Guido een loopbaan uit in het onderwijs, als docent Duits en Nederlands aan het Hoger Technisch Instituut Brugge (waar nu het gebouw van de KU Leuven staat).

Innerlijke landschappen

Bij de opening van Dobbelaere’s tentoonstelling in september verschijnt ook het boek ‘Leestekens van de Overtocht’ met nieuwe poëzie van zijn hand en foto’s van zijn recente schilderijen. Hoe staan poëzie en schilderwerk tegenover elkaar? ‘Ik zie ze niet apart. Ze zijn uit een zelfde emotie ontstaan en staan vaak in interactie tegenover elkaar. Het gaat over saudade, melancholie, schoonheid, verlangen naar elders. Er is natuurlijk een groot verschil in medium. In het schilderen ben ik misschien vrijer en abstracter, in poëzie hangt de emotie vast aan woorden, die een veel concretere lading hebben dan kleur en verf.’

Yves Beaumont, zelf schilder en docent Schilderkunst aan de Brugse Academie, schrijft in de inleiding van dit boek: ‘De schilderijen roepen een sfeer op van melancholie en intensiteit, en voelen aan als verweerde maar vlot en vloeiend geabstraheerde innerlijke landschappen. Landschappen van de ziel. Het coloriet is bedachtzaam, hier en daar fluweelzacht, maar op een ander doek valt dan weer de robuustheid op. Diverse zachte blauwen wisselen elkaar af, felroden tot vage okers eisen elk hun recht op, en hier daar komen grijstinten aan de oppervlakte turen. De kleuren dansen en dwarrelen heen en weer op het doek en zorgen voor een geheel dat spanning en emotie toont’.

Voor alle duidelijkheid: dit is geen overzichtstentoonstelling, beklemtoont Dobbelaere. ‘Aan de wanden van de kapel hang ik in hoofdzaak werken van de laatste vijf jaar, afgewisseld met recente gedichten. Ik ben nog volop bezig met de creatie van een paar nieuwe schilderijen voor de tentoonstelling. In mijn atelier staan meestal drie ezels met werk erop. Soms werk ik aan alle drie tegelijk. Altijd op zoek naar nieuwe impulsen, naar meer intensiteit of subtiliteit in de vormgeving. Het blijft een boeiende en uitdagende bezigheid. Zolang ik schilder, zal ik leven, en omgekeerd misschien ook wel. En zolang er Brugse zwanen zijn…’ (ADC)

De tentoonstelling ‘Leestekens van de overtocht’ is te zien van 20 september tot 6 oktober in de Bogardenkapel (Katelijnestraat 86, Brugge). In Galerie Indigo (Kerkstraat 15, Damme) hangt er ook werk van Guido Dobbelaere, nog tot 15 september.

 

http://www.ccbrugge.be en http://www.indigoartgallery.be