Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Maandelijks archief: augustus 2020

(foto EDM)

Happen naar lucht

Grapjes bij de vleet, begin maart: geen handen meer schudden,
geen kus op de wang, hoesten in de plooi van je elleboog, een
praatje op anderhalve meter. Vandaag is dat lachen een beetje
wrang geworden, want vooral de culturele sector kreeg de
voorbije maanden een dwangbevel geserveerd: de (meeste)
deuren dicht, de lichten uit en… happen maar naar lucht. De
roep naar een veilig 2021 klinkt steeds luider. Wij polsten bij
een aantal gezaghebbende stemmen uit de lokale cultuursector
over hun toekomst. (LF)

Pieter De Wulf (Comedyshows): ’Het grootste
probleem is de valse hoop’

‘U vroeg om een hoopgevende boodschap? Een moeilijke opdracht, want
de hoop die we vaak koesterden om te kunnen starten werd ons al
meermaals ontnomen. Op zich heb ik daar geen probleem mee, er van
uitgaande dat gezondheid op de eerste plaats komt. Het grootste
probleem is echter de valse hoop… We mogen immers voor enkele
honderden mensen, met social distancing en nog een lijstje andere
voorzorgen, eigenlijk wél organiseren. De rekening blijkt echter nooit te
kunnen kloppen. Zo heb je onder meer een veel grotere zaal nodig om
hetzelfde aantal mensen te kunnen plaatsen, maar de huurprijs blijft
dezelfde. Een limiet van 200 personen is al helemaal dodelijk, want
niemand is bereid vier keer zoveel te betalen voor zijn ticket. Deze
maatregelen brachten een broos evenwicht in de sector in gevaar. Met
subsidies is zo’n optreden misschien wel haalbaar, of hobbyisten met een
pak minder kosten geraken er misschien ook. Commerciële spelers met
vaste kosten werden buitenspel gezet, faalden of moesten zich tevreden
stellen met een aalmoes.
Hierdoor krijg je een onrechtvaardigheidsgevoel wat resulteert in een
hoop vragen: waarom mogen vliegtuigen wel vol zitten zonder social
distancing, waarom sloot men de zalen maar niet onze sector zodat in
tegenstelling tot andere sectoren we geen sluitingspremie krijgen,
waarom is er zo’n onderscheid in steun tussen de gesubsidieerde en de
private sector,… Het woord ‘subsidieslurpers’ werd uitgevonden, wie RSZ
en belastingen betaalde, krijgt het minste steun, er was onbegrip van
freelance techniekers die werden vergeten en sommigen vonden het een
slecht signaal dat er toch werd georganiseerd en dat de publieke
opinie (en de overheid) er zo vanuit kon gaan dat alles binnen de nieuwe
regels terug (rendabel) was opgestart.

De hele coronaperiode begon nochtans met een warme en hoopgevende
collegialiteit uit je directe netwerk. Al snel kwam het besef via de (social)
media hoe versplinterd de evenementensector eigenlijk is, bestaande uit
tientallen subsectoren met elk een eigen agenda en belangen. Zelf voelde
ik me niet of nauwelijks vertegenwoordigd in de media en had het zelfs
moeilijk als iemand zich uitgaf voor de hele sector, maar waar ik eigenlijk
weinig raakvlakken mee had. Bovendien was er geen overleg tussen alle
spelers die de media omschrijft als één evenementensector, laat staan
een gemeenschappelijke eis of plan.
In de kantlijn was het voor mij persoonlijk slikken om een campagne te
zien vanuit de Brugse cultuurhuizen met de boodschap dat cultuur beter
zou zijn op anderhalve meter, terwijl net deze regel er bij ons voor zorgde
dat we niks meer rendabel konden organiseren. Ik weet dat deze
campagne geen kwade bedoelingen had, maar ik voelde toch een gevoel
van onbegrip voor wat wij doormaken. Maar net hieruit wil ik hoop
halen… de hoop dat deze crisis ons als sector laat inzien dat we elkaar
nodig hebben voor een breed cultureel aanbod (commercieel of
gesubsidieerd, directeur of technieker, afficheplakker of programmator
en vooral al diegene die telkens worden vergeten). Ik hoop dat de
overheid al deze tandwielen in de machine aangepaste hulp biedt zodat
de cultuurmachine ook na corona op volle toeren kan draaien!’

Een wetenschapper op een sokkel

Zeker een bezoek waard (en nog tot 29 november) is de tentoonstelling in het Brugse Stadsarchief op de Burg. Die is geheel gewijd aan de fascinerende figuur van Simon Stevin, een groot wetenschapper die in eigen stad niet altijd correct werd bejegend. Hij is met voorsprong de grootste ‘ontdekker’ die Brugge ooit heeft voortgebracht.

 De tentoonstelling toont een boeiend portret van een man wiens wiskundige inzichten (‘het decimale getal’) en praktische toepassingen (‘de zeilwagen’) de wetenschap hebben getekend. In Brugge kreeg hij pas laat een standbeeld (1839), maar door Stevins ‘collaboratie’ met het Calvinistische noorden stuitte dat op politiek protest. Zijn standbeeld was het eerste beeld van een historische figuur in Brugge.

EXit: Wie was deze boeiende figuur?

Dieter Viaene (Stadsarchief Brugge): ‘De in Brugge geboren wetenschapper Simon Stevin (1548-1620) verhuisde omstreeks 1577 naar het huidige Nederland en schopte het er tot raadsman van Prins Maurits. Met een frisse kijk verrijkte hij steeds nieuwe terreinen, zoals waterbouwkunde, navigatie, boekhouding, fysica, krijgswetenschap, architectuur, stedenbouw, politieke wetenschappen en wiskunde. Ideeën die hij altijd in het Nederlands formuleerde, als antwoord op concrete vraagstukken van legeraanvoerders, ingenieurs en bestuurders.’

EXit: Wat krijgen we te zien op deze expo?

Viane: ‘De tentoonstelling in het Stadsarchief brengt voor het eerst alle werken en manuscripten van Simon Stevin samen, waaronder tien werken uit de erfgoedcollectie van de Openbare Bibliotheek Brugge. De expo presenteert ook zijn levensloop en over hem gepubliceerde werken. Je komt meer te weten over zijn standbeeld op het naar hem vernoemde plein en over hoe zijn inzichten en ontdekkingen vandaag nog steeds aanwezig zijn in het leven van alledag. Tijdens de duur van de tentoonstelling leer je de wetenschapper beter kennen in een leeshoekje in Hoofdbibliotheek Biekorf. Twee films, over het leven van Simon Stevin en over de invloed van zijn ontdekkingen op ons dagelijks leven, zullen te bezichtigen zijn.’ (LF)

Inhoudelijk is deze expo uitgewerkt door gastcurator professor Guido Vanden Berghe, samen met Dieter Viaene en Ludo Vandamme. Er is ook een begeleidende publicatie (uitgeverij Sterck & De Vreese en te koop aan 22,50 euro). Gratis toegang, maar reservering via Musea Brugge is verplicht op www.museabrugge.be

Marieke De Maré met ‘Bult’: debuut met sterren

‘Ik zocht een uitgever met zin voor iets nieuws’

 

Je bent jong (35) en droomt van het publiceren van een poëtische roman. Twee jaar later ligt het fijne resultaat ‘BULT’ in de boekhandel, goedgekeurd door Vlaanderens schrijverskruim. En toen kwam het coronavirus roet in het eten strooien. Zegt de kersverse auteur: ‘Ik had mij mijn debuut wel anders voorgesteld.’ Maar spijts deze kleine oorlog was er toch plaats voor gejuich met een tweede druk.

 Marieke de Maré komt uit Koolskamp, wereldberoemd door zijn Kampioenschap van Vlaanderen voor wielrenners, maar woont sinds 12 jaar in Sint-Andries. Niet toevallig dat laatste, want echtgenoot Jeroen Vanacker is artistiek directeur van het Brugse Concertgebouw. Marieke behaalde een masterdiploma aan het Antwerpse Conservatorium, geeft les in de Kunstacademie van Torhout en is ook nog moeder van drie kinderen.

De uitgever

‘Een uitgever vinden liep van een leien dakje’, vertelt Marieke. ‘Vrijdag was de eerste uitgever die ik het manuscript bezorgde en het was raak. De samenwerking klikte meteen. Ik zocht een uitgever die wilde inzetten op risico, een uitgever met zin voor iets nieuws. ‘Bult’ neigt dan ook naar een poëtische roman en dat is vandaag niet evident voor een uitgever.’

‘Ik hoop natuurlijk op een groot publiek, maar ik was daar tijdens het schrijven niet mee bezig. Misschien is het boek vooral gericht naar een nichepubliek, het zij zo. Zelf vind ik het geen doordeweekse roman. Alleen al de titel laat aanvoelen dat dit geen roman is uit de stapel. Het vraagt van de uitgever een aparte behandeling. Ik was dan ook verrast dat hij zo snel reageerde na ontvangst van het manuscript. Ze vroegen meteen om een gesprek.’

Bezig baasje

‘Gedurende het schrijven liet ik iedereen in het ongewisse, zelfs mijn echtgenoot. Ik was beroepshalve druk bezig met artistieke projecten, bovenop het lesgeven, maar toch was er al die tijd de aandrang om dit boek te schrijven. Het voelde dubbel aan: aan de ene kant had je het ‘ik wil er volledig voor gaan’, de andere helft was onzekerheid. Je weet niet of wat je schrijft ook goed genoeg is. Het schrijven is een eenzame bezigheid, maar de testlezers (Peter Verhelst, Lara Taveirne, Bart Moeyaert, Chantal Pattyn en Maud Vanhauwaert) hebben mij gesterkt in mijn overtuiging.’

Drijfveer

‘Mijn drijfveer was drang. Het zit in mij van kleins af. Wat ik doe, heeft altijd te maken met verhalen. Verteltheater is mijn specialiteit. Ik heb ook lange tijd gewerkt voor Radio 1 en Klara, maar ik wilde uiteindelijk niet tekenen voor een journalistieke loopbaan. Daar is niets mis mee, maar ik verkies om creatief bezig te zijn. Zo doende heb ik vrijwel alles gedaan wat ik tijdens mijn opleiding in het Antwerpse Conservatorium heb geleerd.’

Het verhaal

‘Het gaat over drie mensen die samen op een heuvel wonen. Onderaan die heuvel staat een bordje: Bult’. Die mensen wonen daar omdat ze elk een (symbolische) rugzak torsen. Ze stappen uit de huidige luide wereld, maar ook op hun nieuwe plek zijn er verwikkelingen. Uiteindelijk leren ze mekaar toch kennen.’

Een boodschap?

‘Ik heb inleidend een quote van Albert Camus (LF. La Peste) geciteerd die het voor mij allemaal een beetje samenvat. Die luidt: ‘Het absurde ontstaat uit de confrontatie van de mens die vraagt en de wereld die op een onredelijke wijze zwijgt.’ Wat ben ik, waar zijn we mee bezig en waar gaan we naartoe? Camus’ recept is ‘Er mee leren leven’. Daar gaat het om bij mijn personages uit het boek. Zij dragen de rugzak van het leven.’

Muziek

‘En natuurlijk speelt muziek een rol in mijn boek. Ik heb zelf altijd belangstelling gehad voor muziek. Ik heb onder meer een opleiding piano en fagot achter de rug. En thuis word ik overspoeld met prachtige klassieke muziek.’ (LUC FOSSAERT)

‘Bult’, uitg. Vrijdag

 

TAART MET TRANEN

‘Donderdag 12 maart staat in mijn geheugen gegrift. Het was de dag van mijn officiële boekvoorstelling. In vzw Ijsberg in Damme hadden we ons die dag tot na de middag klaargemaakt om veel volk te ontvangen. Er zou té veel volk komen volgens de grootte van de zaal, er werden extra stoelen en bloemen geleverd. Mijn moeder en schoonmoeder hadden veel taarten gebakken voor de genodigden, ik liep rond met mijn nieuwe schoenen om zeker te zijn dat ze goed zaten.’

‘Die ochtend bracht ik mijn dochtertjes naar school met de boodschap: ‘Vanavond is het grote feest om mama’s boek voor te stellen en jullie mogen erbij zijn, het wordt een avond om niet snel te vergeten’. Dat ik ’s avonds met mijn gezin in de zetel zat te kijken naar het extra- journaal waarin iedereen werd verzocht om thuis te blijven, had ik tot een paar uur ervoor niet zien aankomen. Mijn voorstelling werd afgelast. Ik at die avond taart met tranen.’

‘Wat daarna volgde, kennen we allemaal. Alles werd afgelast, niet voor even, maar voor lang. Alle voorstellingen en lezingen die gepland stonden tot aan de zomer werden afgelast, de boekhandels gingen dicht… Ik had me de lancering van mijn debuut natuurlijk anders voorgesteld.’

‘En toch is het voor een groot stuk goed gegaan. Mijn boek werd ontzettend veel gelezen, Corona heeft voor een deel van de bevolking zeker extra ‘lees-tijd’ bezorgd, ‘Bult’ kreeg veel aandacht van pers en media. Ik klaag dus niet. Ik kan niet goed inschatten hoe het zou gegaan zijn als het coronavirus er niet was geweest, ik ben een debutant, het is sowieso allemaal nieuw.  Alleen weet ik dat ik blij was/ben met de recensies en reacties en mijn boek ondertussen toe is aan een tweede druk. Laat ons zeggen dat ‘Bult’ corona overleefd heeft.’

‘Als alles goed gaat, staan er in augustus en in het najaar nieuwe ‘Bult’-voorstellingen gepland. Ik ga veel lezingen geven en heb er zoveel zin in om met lezers over mijn boek te praten. Jammer genoeg werd de boekenbeurs ook afgelast. Ik vind dat zo jammer, als debutant wil je daar toch graag eens voor het eerst de schrijver uithangen.  Ach, ik ben een optimist: ik hoop dan dat ze in 2021 een speciale stand bouwen op de beurs, op een fluorescerend podium voor ‘de debutanten van voorjaar 2020’. Ik geef de moed niet op, en ja, er komt een tweede boek. Maar het komt pas uit als er al lang een vaccin is.’ (LF)

 

 

Marieke De Maré met ‘Bult’: debuut met sterren

‘Ik zocht een uitgever met zin voor iets nieuws’

Je bent jong (35) en droomt van het publiceren van een poëtische roman. Twee jaar later ligt het fijne resultaat ‘BULT’ in de boekhandel, goedgekeurd door Vlaanderens schrijverskruim. En toen kwam het coronavirus roet in het eten strooien. Zegt de kersverse auteur: ‘Ik had mij mijn debuut wel anders voorgesteld.’ Maar spijts deze kleine oorlog was er toch plaats voor gejuich met een tweede druk.

Marieke de Maré komt uit Koolskamp, wereldberoemd door zijn Kampioenschap van Vlaanderen voor wielrenners, maar woont sinds 12 jaar in Sint-Andries. Niet toevallig dat laatste, want echtgenoot Jeroen Vanacker is artistiek directeur van het Brugse Concertgebouw. Marieke behaalde een masterdiploma aan het Antwerpse Conservatorium, geeft les in de Kunstacademie van Torhout en is ook nog moeder van drie kinderen.

De uitgever

‘Een uitgever vinden liep van een leien dakje’, vertelt Marieke. ‘Vrijdag was de eerste uitgever die ik het manuscript bezorgde en het was raak. De samenwerking klikte meteen. Ik zocht een uitgever die wilde inzetten op risico, een uitgever met zin voor iets nieuws. ‘Bult’ neigt dan ook naar een poëtische roman en dat is vandaag niet evident voor een uitgever.’

‘Ik hoop natuurlijk op een groot publiek, maar ik was daar tijdens het schrijven niet mee bezig. Misschien is het boek vooral gericht naar een nichepubliek, het zij zo. Zelf vind ik het geen doordeweekse roman. Alleen al de titel laat aanvoelen dat dit geen roman is uit de stapel. Het vraagt van de uitgever een aparte behandeling. Ik was dan ook verrast dat hij zo snel reageerde na ontvangst van het manuscript. Ze vroegen meteen om een gesprek.’

Bezig baasje

‘Gedurende het schrijven liet ik iedereen in het ongewisse, zelfs mijn echtgenoot. Ik was beroepshalve druk bezig met artistieke projecten, bovenop het lesgeven, maar toch was er al die tijd de aandrang om dit boek te schrijven. Het voelde dubbel aan: aan de ene kant had je het ‘ik wil er volledig voor gaan’, de andere helft was onzekerheid. Je weet niet of wat je schrijft ook goed genoeg is. Het schrijven is een eenzame bezigheid, maar de testlezers (Peter Verhelst, Lara Taveirne, Bart Moeyaert, Chantal Pattyn en Maud Vanhauwaert) hebben mij gesterkt in mijn overtuiging.’

Drijfveer

‘Mijn drijfveer was drang. Het zit in mij van kleins af. Wat ik doe, heeft altijd te maken met verhalen. Verteltheater is mijn specialiteit. Ik heb ook lange tijd gewerkt voor Radio 1 en Klara, maar ik wilde uiteindelijk niet tekenen voor een journalistieke loopbaan. Daar is niets mis mee, maar ik verkies om creatief bezig te zijn. Zo doende heb ik vrijwel alles gedaan wat ik tijdens mijn opleiding in het Antwerpse Conservatorium heb geleerd.’

Het verhaal

‘Het gaat over drie mensen die samen op een heuvel wonen. Onderaan die heuvel staat een bordje: Bult’. Die mensen wonen daar omdat ze elk een (symbolische) rugzak torsen. Ze stappen uit de huidige luide wereld, maar ook op hun nieuwe plek zijn er verwikkelingen. Uiteindelijk leren ze mekaar toch kennen.’

Een boodschap?

‘Ik heb inleidend een quote van Albert Camus (LF. La Peste) geciteerd die het voor mij allemaal een beetje samenvat. Die luidt: ‘Het absurde ontstaat uit de confrontatie van de mens die vraagt en de wereld die op een onredelijke wijze zwijgt.’ Wat ben ik, waar zijn we mee bezig en waar gaan we naartoe? Camus’ recept is ‘Er mee leren leven’. Daar gaat het om bij mijn personages uit het boek. Zij dragen de rugzak van het leven.’

Muziek

‘En natuurlijk speelt muziek een rol in mijn boek. Ik heb zelf altijd belangstelling gehad voor muziek. Ik heb onder meer een opleiding piano en fagot achter de rug. En thuis word ik overspoeld met prachtige klassieke muziek.’ (LUC FOSSAERT)

‘Bult’, uitg. Vrijdag

Taart met tranen

‘Donderdag 12 maart staat in mijn geheugen gegrift. Het was de dag van mijn officiële boekvoorstelling. In vzw Ijsberg in Damme hadden we ons die dag tot na de middag klaargemaakt om veel volk te ontvangen. Er zou té veel volk komen volgens de grootte van de zaal, er werden extra stoelen en bloemen geleverd. Mijn moeder en schoonmoeder hadden veel taarten gebakken voor de genodigden, ik liep rond met mijn nieuwe schoenen om zeker te zijn dat ze goed zaten.’

‘Die ochtend bracht ik mijn dochtertjes naar school met de boodschap: ‘Vanavond is het grote feest om mama’s boek voor te stellen en jullie mogen erbij zijn, het wordt een avond om niet snel te vergeten’. Dat ik ’s avonds met mijn gezin in de zetel zat te kijken naar het extra- journaal waarin iedereen werd verzocht om thuis te blijven, had ik tot een paar uur ervoor niet zien aankomen. Mijn voorstelling werd afgelast. Ik at die avond taart met tranen.’ 

‘Wat daarna volgde, kennen we allemaal. Alles werd afgelast, niet voor even, maar voor lang. Alle voorstellingen en lezingen die gepland stonden tot aan de zomer werden afgelast, de boekhandels gingen dicht… Ik had me de lancering van mijn debuut natuurlijk anders voorgesteld.’

‘En toch is het voor een groot stuk goed gegaan. Mijn boek werd ontzettend veel gelezen, Corona heeft voor een deel van de bevolking zeker extra ‘lees-tijd’ bezorgd, ‘Bult’ kreeg veel aandacht van pers en media. Ik klaag dus niet. Ik kan niet goed inschatten hoe het zou gegaan zijn als het coronavirus er niet was geweest, ik ben een debutant, het is sowieso allemaal nieuw.  Alleen weet ik dat ik blij was/ben met de recensies en reacties en mijn boek ondertussen toe is aan een tweede druk. Laat ons zeggen dat ‘Bult’ corona overleefd heeft.’ 

‘Als alles goed gaat, staan er in augustus en in het najaar nieuwe ‘Bult’-voorstellingen gepland. Ik ga veel lezingen geven en heb er zoveel zin in om met lezers over mijn boek te praten. Jammer genoeg werd de boekenbeurs ook afgelast. Ik vind dat zo jammer, als debutant wil je daar toch graag eens voor het eerst de schrijver uithangen.  Ach, ik ben een optimist: ik hoop dan dat ze in 2021 een speciale stand bouwen op de beurs, op een fluorescerend podium voor ‘de debutanten van voorjaar 2020’. Ik geef de moed niet op, en ja, er komt een tweede boek. Maar het komt pas uit als er al lang een vaccin is.’ (LF)

EXit herboren

Alvast de nieuwe cover willen we u niet onthouden….

D-day, EXit herstart

Vijf maanden, zo lang heeft EXits coronadutje geduurd en dat was flink meer dan aanvankelijk gepland. Maar goed, alles van waarde keert terug, zo ook uw cultuurmagazine dat dit weekend op de vertrouwde afhaalplekken te vinden is (In & Uit, Stadsarchief, boekhandels..). Onder het motto ‘En toen kwam Corona’ leest u een bevraging van de lokale culturele sector. Goede ideeën en voorstellen zat. Nu nog doen… Voorts, heel wat boekennieuws, lockdown zet aan tot schrijven lijkt het. Tenslotte maakt u nog ruim kans om een gratis exemplaar van het succesboek ‘Brupop backstage’ aan uw collectie toe te voegen. We zijn gestart….ja toch?

 

 

 

 

%d bloggers liken dit: