
Marieke De Maré met ‘Bult’: debuut met sterren
‘Ik zocht een uitgever met zin voor iets nieuws’
Je bent jong (35) en droomt van het publiceren van een poëtische roman. Twee jaar later ligt het fijne resultaat ‘BULT’ in de boekhandel, goedgekeurd door Vlaanderens schrijverskruim. En toen kwam het coronavirus roet in het eten strooien. Zegt de kersverse auteur: ‘Ik had mij mijn debuut wel anders voorgesteld.’ Maar spijts deze kleine oorlog was er toch plaats voor gejuich met een tweede druk.
Marieke de Maré komt uit Koolskamp, wereldberoemd door zijn Kampioenschap van Vlaanderen voor wielrenners, maar woont sinds 12 jaar in Sint-Andries. Niet toevallig dat laatste, want echtgenoot Jeroen Vanacker is artistiek directeur van het Brugse Concertgebouw. Marieke behaalde een masterdiploma aan het Antwerpse Conservatorium, geeft les in de Kunstacademie van Torhout en is ook nog moeder van drie kinderen.
De uitgever
‘Een uitgever vinden liep van een leien dakje’, vertelt Marieke. ‘Vrijdag was de eerste uitgever die ik het manuscript bezorgde en het was raak. De samenwerking klikte meteen. Ik zocht een uitgever die wilde inzetten op risico, een uitgever met zin voor iets nieuws. ‘Bult’ neigt dan ook naar een poëtische roman en dat is vandaag niet evident voor een uitgever.’
‘Ik hoop natuurlijk op een groot publiek, maar ik was daar tijdens het schrijven niet mee bezig. Misschien is het boek vooral gericht naar een nichepubliek, het zij zo. Zelf vind ik het geen doordeweekse roman. Alleen al de titel laat aanvoelen dat dit geen roman is uit de stapel. Het vraagt van de uitgever een aparte behandeling. Ik was dan ook verrast dat hij zo snel reageerde na ontvangst van het manuscript. Ze vroegen meteen om een gesprek.’
Bezig baasje
‘Gedurende het schrijven liet ik iedereen in het ongewisse, zelfs mijn echtgenoot. Ik was beroepshalve druk bezig met artistieke projecten, bovenop het lesgeven, maar toch was er al die tijd de aandrang om dit boek te schrijven. Het voelde dubbel aan: aan de ene kant had je het ‘ik wil er volledig voor gaan’, de andere helft was onzekerheid. Je weet niet of wat je schrijft ook goed genoeg is. Het schrijven is een eenzame bezigheid, maar de testlezers (Peter Verhelst, Lara Taveirne, Bart Moeyaert, Chantal Pattyn en Maud Vanhauwaert) hebben mij gesterkt in mijn overtuiging.’
Drijfveer
‘Mijn drijfveer was drang. Het zit in mij van kleins af. Wat ik doe, heeft altijd te maken met verhalen. Verteltheater is mijn specialiteit. Ik heb ook lange tijd gewerkt voor Radio 1 en Klara, maar ik wilde uiteindelijk niet tekenen voor een journalistieke loopbaan. Daar is niets mis mee, maar ik verkies om creatief bezig te zijn. Zo doende heb ik vrijwel alles gedaan wat ik tijdens mijn opleiding in het Antwerpse Conservatorium heb geleerd.’
Het verhaal
‘Het gaat over drie mensen die samen op een heuvel wonen. Onderaan die heuvel staat een bordje: ‘Bult’. Die mensen wonen daar omdat ze elk een (symbolische) rugzak torsen. Ze stappen uit de huidige luide wereld, maar ook op hun nieuwe plek zijn er verwikkelingen. Uiteindelijk leren ze mekaar toch kennen.’
Een boodschap?
‘Ik heb inleidend een quote van Albert Camus (LF. La Peste) geciteerd die het voor mij allemaal een beetje samenvat. Die luidt: ‘Het absurde ontstaat uit de confrontatie van de mens die vraagt en de wereld die op een onredelijke wijze zwijgt.’ Wat ben ik, waar zijn we mee bezig en waar gaan we naartoe? Camus’ recept is ‘Er mee leren leven’. Daar gaat het om bij mijn personages uit het boek. Zij dragen de rugzak van het leven.’
Muziek
‘En natuurlijk speelt muziek een rol in mijn boek. Ik heb zelf altijd belangstelling gehad voor muziek. Ik heb onder meer een opleiding piano en fagot achter de rug. En thuis word ik overspoeld met prachtige klassieke muziek.’ (LUC FOSSAERT)
‘Bult’, uitg. Vrijdag
Taart met tranen
‘Donderdag 12 maart staat in mijn geheugen gegrift. Het was de dag van mijn officiële boekvoorstelling. In vzw Ijsberg in Damme hadden we ons die dag tot na de middag klaargemaakt om veel volk te ontvangen. Er zou té veel volk komen volgens de grootte van de zaal, er werden extra stoelen en bloemen geleverd. Mijn moeder en schoonmoeder hadden veel taarten gebakken voor de genodigden, ik liep rond met mijn nieuwe schoenen om zeker te zijn dat ze goed zaten.’
‘Die ochtend bracht ik mijn dochtertjes naar school met de boodschap: ‘Vanavond is het grote feest om mama’s boek voor te stellen en jullie mogen erbij zijn, het wordt een avond om niet snel te vergeten’. Dat ik ’s avonds met mijn gezin in de zetel zat te kijken naar het extra- journaal waarin iedereen werd verzocht om thuis te blijven, had ik tot een paar uur ervoor niet zien aankomen. Mijn voorstelling werd afgelast. Ik at die avond taart met tranen.’
‘Wat daarna volgde, kennen we allemaal. Alles werd afgelast, niet voor even, maar voor lang. Alle voorstellingen en lezingen die gepland stonden tot aan de zomer werden afgelast, de boekhandels gingen dicht… Ik had me de lancering van mijn debuut natuurlijk anders voorgesteld.’
‘En toch is het voor een groot stuk goed gegaan. Mijn boek werd ontzettend veel gelezen, Corona heeft voor een deel van de bevolking zeker extra ‘lees-tijd’ bezorgd, ‘Bult’ kreeg veel aandacht van pers en media. Ik klaag dus niet. Ik kan niet goed inschatten hoe het zou gegaan zijn als het coronavirus er niet was geweest, ik ben een debutant, het is sowieso allemaal nieuw. Alleen weet ik dat ik blij was/ben met de recensies en reacties en mijn boek ondertussen toe is aan een tweede druk. Laat ons zeggen dat ‘Bult’ corona overleefd heeft.’
‘Als alles goed gaat, staan er in augustus en in het najaar nieuwe ‘Bult’-voorstellingen gepland. Ik ga veel lezingen geven en heb er zoveel zin in om met lezers over mijn boek te praten. Jammer genoeg werd de boekenbeurs ook afgelast. Ik vind dat zo jammer, als debutant wil je daar toch graag eens voor het eerst de schrijver uithangen. Ach, ik ben een optimist: ik hoop dan dat ze in 2021 een speciale stand bouwen op de beurs, op een fluorescerend podium voor ‘de debutanten van voorjaar 2020’. Ik geef de moed niet op, en ja, er komt een tweede boek. Maar het komt pas uit als er al lang een vaccin is.’ (LF)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...