Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Maandelijks archief: maart 2023

Vers muzikaal smeedwerk van rocktrio BEUK

Het Brugse rocktrio BEUK bracht de EP ‘Niemand Zonder Jou’ uit. Die bevat vier nieuwe songs ingeblikt door producer Ace Zec (Rhea, Ramkot, Cobra The Empaler, Spoil Engine, King Hiss).

BEUK trok voor Parsifal Record Label de studio in met producer Ace Zec, bekend van King Hiss, Spoil Engine, Cobra The Impaler, Customs… Het resultaat is een plaatje met vier euh… beukende rocksongs: ‘Woord voor Woord’, ‘Alles Gaat Voorbij’, ‘Allerlaatste Keer’ en de titelsong ‘Niemand Zonder Jou. ‘Tekstueel graven we deze keer in de vergankelijkheid van het leven en menselijke relaties. Met bovenal één boodschap: volg je hart en leef elke dag alsof het je laatste is’, zegt zanger/bassist Roel Jacobus die samen met Meyke Demey (gitaar) en Laurent De Moor (drums) het DNA van BEUK vormt.

Een echte liveband

Het drietal speelde sinds 2014 al meer dan 220 concerten en meer dan twintig concerten vonden plaats in clubs in Engeland. De band kreeg er airplay en werd er in 2017 genomineerd voor de MIA ‘Best International Band’ van Hard Rock Hell Radio Network. Het vorige album ‘Beuker’ (Parsifal Record Label, 2021) werd in Cardiff opgenomen en gemixt door de Britse topproducer Romesh Dodangoda (Motörhead, Bring Me The Horizon).

Ook de komende maanden staan er alweer heel wat concerten op de planning voor BEUK. (ADC)

____

www.beukband.com

Een nieuw seizoen, een nieuwe EXit

Vzw KetaKeti organiseert Nepalavond voor goed doel

Op donderdag 30 maart vanaf 19 uur brengt de Damse vzw KetaKeti een speciale Nepalavond in de Cultuurfabriek in Sijsele. Peter Schmieding, een orthodontist uit Montana, komt er zijn film ‘Helambu’ voorstellen. Deze film heeft als thema ‘Wat betekent het om meisjes uit kansarme regio’s in Nepal een goede scholing te bieden?’ en werd door een jonge, professionele equipe gemaakt. De Nepalavond wordt georganiseerd om geld in te zamelen voor een bijzonder schoolproject in het Nepalese Melamchi Ghyang.


‘Na een trektocht in het noorden van de hoofdstad Kathmandu in 1999 werd ik me sterk bewust van de vele noden in de streek. In de bergdorpen zag ik veel kinderen en oudere mensen. Vrijwel driekwart van de middengeneratie verbleef in het buitenland om te werken: in Quatar, India, Israël, Zuid-Korea … waardoor het contact met de achtergebleven, veelal ongeletterde volwassenen en hun (klein)kinderen voor jaren verbroken werd. Het werd me duidelijk dat onderwijs de sleutel was voor het doorbreken van deze situatie. Zo ontstond de vzw Ketaketi, met als doel de werking van een school in de bergen te ondersteunen, door de lonen van een aantal leraren te financieren, alsook een deel van de infrastructuur van de school. Daarmee helpen we de kwaliteit van het onderwijs naar een hoog niveau te brengen’. Aan het woord is voorzitster Hilde Kuypers, die samen met Hendrik Demol, Philippe Bailyu, Rosana Naessens en Jorn Libeert deel uitmaakt van het dagelijks bestuur van de vzw. Deze vzw werd in 2001 opgericht door Hilde en enkele vrienden, die ervan overtuigd waren dat ontwikkeling enkel mogelijk kon zijn door degelijk onderwijs én gezondheidszorg aan te bieden. Het Nepalese woord ‘Keta’ staat trouwens voor ‘jongen’ en ‘Keti’ voor ‘meisje’.

Nauw contact

‘Na de aardbeving in 2015 waarbij het epicentrum op 30 km van het dorp lag, was het verlenen van onmiddellijke noodhulp primair: slaapzakken voor de koude winter, waarbij iedereen in tenten sliep, verse voeding, warmwaterboilers op zonne-energie … We verlenen tot nu ook ruimere steun en helpen met de wederopbouw van de school en het dorp Melamchi Ghyang door onder meer een hangbrug te financieren ter vervanging van de ingestorte brug na de hevige overstromingen van vorig jaar. Steeds in de lijn van de oorspronkelijke visie steunen wij ook een naburige school door er eveneens de wedde van een leraar te betalen. Wij staan in nauw contact met de mensen ter plaatse: wekelijks is er een telefonische uitwisseling, regelmatig gaan kernleden (op eigen kosten) ter plaatse om alles op te volgen, de evolutie te evalueren en de prioriteiten te bespreken’, aldus Hilde Kuypers. ‘Wij doen aan sensibilisering via nieuwsbrieven en voordrachten en zamelen de nodige fondsen in.’

Degelijk onderwijs

Op donderdag 30 maart vanaf 19 uur biedt de vzw een speciale Nepalavond aan in de Cultuurfabriek in Sijsele. In samenwerking met de steunorganisatie ‘Tsering Fund’ uit Montana (USA) die ook werkzaam is in het dorp en de school Melamchi Ghyang, wordt een unieke film vertoond. Een weesmeisje uit het afgelegen bergdorp moet dagelijks twee uur stappen om de school te bereiken. Zij neemt ons mee in de film ‘Helambu’ en vertelt wat het voor haar en vele andere kinderen betekent om naar een school met degelijk onderwijs te kunnen gaan.

Peter Schmieding, de opdrachtgever van deze film, komt speciaal hiervoor vanuit Montana naar Damme om ‘zijn’ film voor te stellen. Hij is de bezieler van de Tsering Fund-organisatie, die een 400-tal meisjes uit de Helambu-regio helpt via meter- en peterschap om degelijk onderwijs te volgen. Meer dan 100 meisjes kunnen dankzij zijn organisatie in de school waar KetaKeti actief is, les volgen. Om de hele schoolwerking in goede banen te leiden, heeft KetaKeti jaarlijks een budget van +/- 40 000 euro nodig. (ADC)

 _____ 

Toegangskaarten voor deze film en de hele Nepalavond zijn in voorverkoop te verkrijgen: online www.ketaketi.be en bij Galerie Indigo in Damme. Info: vzw KetaKeti, Kerkstraat 15, 8340 Damme, tel. 050 37 03 31, e-mail info@ketaketi.be

Auteur Kristien Dieltiens levert honderdste boek af

‘Zo’n boek is een enorme berg die je moet beklimmen’

Het ruikt wellicht een beetje naar hoera, maar Kristien Dieltiens is met ‘Carlota, de vrouw die rozen at’ aan haar honderdste boek toe. Overwegend kinder- en jeugdliteratuur, maar ook drie romans voor volwassenen. Het Mexicaanse ‘Carlota’ staat voor Charlotte, de aanvankelijk uitbundige dochter van Leopold I die een tijdje samen met haar man Maximiliaan Keizer en Keizerin van Mexico waren, een koningsverhaal met een tragische afloop. Hij geëxecuteerd, zij een beetje gek verklaard. Het boek vertelt het allemaal.

In 1997 bezocht ik Kristien voor de eerste keer naar aanleiding van haar debuut, het sprookje ‘De Gouden Bal’.Ze gaf toen nog les in de Brugse Steinerschool en woonde (nu nog steeds) in een opgeknapt boerderijtje te midden van de Beernemse weiden. Haar schrijfdrift kende al die tijd geen grenzen. Haar thema’s zijn heel uiteenlopend, maar als er een rode draad doorgeen haar werk te bespeuren valt, is het die van het engagement en de liefde voor de underdog.

Met haar honderdste titel beleeft Dieltiens het hoogtepunt uit haar literaire carrière. Ze ging daarvoor aankloppen bij uitgeverij Borgerhoff en Lamberigts en die leverde een bijzonder verzorgd en beeldig werk af. Wat uitgevers met hun nieuwe boeken meestal niet doen, gebeurde hier wel: een felle promotie, van kranten allerlei tot KLARA. Een verdiende promotie, want Dieltiens heeft, naar eigen zeggen, zes jaar historische research gedaan. In dat kader mocht ze met een schrijversbeurs een maand in Rome aan de slag. Ze bezocht er alle plekken die in het boek aan bod komen, maar dat maakte de opdracht niet eenvoudiger.

Kristien Dieltiens: ‘Een boek als dit schrijven is als het beklimmen van een berg. De top van die berg is wanneer het boek af is en overgeleverd aan de lezer. En dat is een zalig gevoel.’

Psychoses

Charlotte, dochter van Leopold I, leverde ook een gigantisch aantal brieven af, exemplaren die Dieltiens mocht inlezen in het Rijksarchief, brieven gericht aan haar vader en talloos veel anderen. Ze leed letterlijk ook aan schrijfzucht. Interessante literatuur, vooral voor wie tussen de regels leest.

Dieltiens: ‘Ze was ook zeer intelligent gedurende heel haar leven, met uitzondering van de korte periodes toen ze worstelde met psychoses. Psychoses? Jazeker, hoewel men toen nog die termen niet gebruikte. Ik houd het eerder op een bipolaire aanleg. Haar moeder worstelde daar ook mee. Voor het boek heb ik heel haar leven moeten uitvlooien, alsook dat van haar vader Leopold I.’

Eenzaam leven

Dieltiens: ‘Charlotte heeft een heel eenzaam leven geleid, maar gedurende haar verblijf in Mexico heeft ze veel gerealiseerd. Ze botste daar heel vaak op de stugge houding van de kerk, maar ze wou niet wijken voor de paus. De literatuur over haar leven blijft helaas al te zeer beperkt tot haar sporadische labiele mentale toestand en haar leven als Keizerin. Ik word daar nog heel boos over, want Charlotte betekende veel meer.’

‘Op aandringen van haar broer Leopold II keerde ze vrij snel terug: eerst naar Italië, daarna naar haar Kasteel van Bouchout. Daar zat ze 48 jaar vrijwel opgesloten. Geplaagd door steeds korter wordende psychoses beperkte ze haar bestaan tot de dagelijkse rit met de koets op haar domein.’

EXit: Hoe onderscheiden we fictie en non-fictie in dit verhaal?

Dieltiens: ‘Vooreerst: mijn verhaal is historisch helemaal correct. Ik heb alle informatie nauwgezet bijgehouden. Anderzijds, non-fictie? Ik heb mijn stem gegeven aan haar. Ik heb ten hoogste twee personages verzonnen, aangeefpersonages. Als dit fictie is, dan zachte fictie. Non-fictie interesseert mij niet. Ik heb deze beide stijlen altijd al vermengd.’

EXit: U hebt een aardig stukje Mexico afgereisd?

Dieltiens : ‘Met dank aan mijn Mexicaanse schoondochter Natalja. Zij herinnerde zich de geschiedenislessen waarin sprake was van de Belgische Keizerin Carlota. Een van de redenen waarom ik deze keer koos voor een roman voor volwassenen.’ (LUC FOSSAERT)

____

‘Carlota, de vrouw die rozen at’ verscheen bij Borgerhoff & Lamberigts.

Keizerin van Mexico

Charlotte, de dochter van Leopold I, was een vat vol turbulentie. Ze wordt wellicht het meest herinnerd als (eventjes) de Keizerin van Mexico, een verhaal dat overigens dramatisch eindigt.

Ze lag goed in de dynastieke markt en op haar zestiende is ze een van de meest begerenswaardige prinsessen van Europa. Leopold noemde haar ‘la fleur de mon coeur’. Kristien Dieltiens schreef er een roman over.

Ze trouwde met de Oostenrijkse aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk, een huwelijk dat zeer belovend begon, maar slechts kort standhoudt wegens allerlei. Intimi aan het Hof zegden dat ze ‘te nauw was voor de bijslaap’. Bovendien kwam Maximilaanop een dag ten paleize met een venerische ziekte en het was uit met de pret.

Toch kan het keizerspaar aan de slag, zij het als Keizer en Keizerin van Mexico, een verhaal dat tot mislukken gedoemd is. Maximiliaan wordt in 1867 gedood door opstandelingen, Charlotte vertoont intussen sporen van een sluimerende gekte en keert terug naar België. En daar gaat het van kwaad naar erger. Ze leeft een eenzaam en verward bestaan in het Kasteel van Boechout en sterft er in 1927 op 67-jarige leeftijd. (LF)

Een ongehoorde profeet

Marc Wildemeersch fileert het turbulente leven van kabouter-agitator Roel van Duijn

Toe opa, vertel nog eens over Mei ‘68 en de Nederlandse ‘Kabouter-beweging’. Het waren dan ook turbulente tijden met Amsterdam als epicentrum voor politieke agitatie. Op de Dam werd geslapen, in het Vondelpark geblowd, maar overal doken nieuwe actievormen op die vandaag bon ton zijn. Inspraak was het toverwoord, weg met kernenergie, biologisch tuinieren een must, ban-de-bom-optochten en sit-ins waren favoriete kost.

De onbetwiste roerganger van deze zachte revolutie was woelwater Roel van Duijn, een man met grote verdiensten, maar blijkbaar zonder lijvige bibliografie en die is er nu wel. Pleger van dienst is Marc Wildemeersch uit Koolkerke. Voor zijn verhaal had hij niet minder dan 450 pagina’s nodig. Aanbevolen voor wie een en ander heeft meegemaakt.

EXit: Dit is toch een onwaarschijnlijk verhaal. Een Vlaming die de mosterd in Nederland haalt.

Marc Wildemeersch: ‘Het idee voor dit inderdaad lijvige boek kwam er tijdens een partijtje joggen op de Vesten tijdens een Klara-programma waarin Mei ’68 uitvoerig werd besproken en herdacht. Ik was toen nog heel onbekend met deze historie waarin begrippen als Provo, Kabouters, wethouders, bio-boer en opiniemaker de revue passeerden. Ik wilde toen meer te weten komen over een van de hoofdfiguren, maar er bleek weinig voorhanden, alsook een deugdelijke biografie. Meteen rijpte het idee om het zelf te proberen.’

‘Al lezend stelde ik vast dat Van Duijn, net als een figuur als George Orwell, een ‘ziener’ was. Hij was (en is) iemand die zijn tijd lang voorop was. Dat trekt mij aan: mensen die heel ver in hun engagement gaan, hoewel ze daardoor vaak verguisd worden. Van Duijn was alleen populair bij Provo(Nederlandseanarchistische protestbeweging) en bij jongeren. De burgerij lustte hem rauw, de Staatsveiligheid hield hem nauw in het oog.’

EXit: Hoe hebt u Van Duijn uit zijn kot gelokt?

Wildemeersch: ‘Met een mailtje en hij reageerde onmiddellijk met ‘kom eens naar Amsterdam’. Het klikte niet meteen, maar mijn echtgenote Ellen wist hem uiteindelijk over de streep te trekken. Nadien hebben we honderden e-mails uitgewisseld.’

‘Wat mij fascineert aan deze man? Vooreerst is het een figuur die zichzelf voortdurend heruitvindt. De ondertitel van het boek luidt niet zomaar ‘Provo, Kabouter, schaker, politicus, bio-boer, liefdesconsulent, historicus en opiniemaker’. Hij was het allemaal. Een van zijn grootste verdiensten is dat hij de talloze kleine snipperpartijtjes heeft samengebracht in GroenLinks.’

EXit: Hoe bent u te werk gegaan?

Wildemeersch: ‘Ik koos ervoor om het verhaal chronologisch op te bouwen. Ordenen naar thematiek is niet mijn ding. Daarbij werd ik een tijdje gecoacht door Evert Fennema, een vakman. Hij gaf mij de goede raad ‘Volg het pad van de vrouwen’. Heb ik gedaan. Het waren er vier in totaal en elk hebben ze een grote invloed op zijn leven gehad. Met drie ervan heb ik nauw contact gehad.’

‘Waarom het boek niet door een Nederlander is geschreven weet ik ook niet. Geen sant in eigen land, zeker? Bovendien heeft hij zijn werk aan een archief geschonken. Zo ijdel is hij wel.’

EXit: Tot slot: u noemt hem een ziener. Is dat niet een beetje hoog gegrepen?

Wildemeersch: ‘Tja, ik had die vraag verwacht en wellicht hebt u gelijk. Ik zou dat woord nu niet meer gebruiken. In Nederland is het bijzonder slecht aangekomen. Het roept daar vervelende connotaties op. Vandaag zou ik het woord ‘visionair’ gebruiken.’

_____

‘Roel van Duijn, een ziener in Nederland’, Marc Wildemeersch, uitg. Aspekt, 447 blz.

Van Duijn over Wildemeersch

‘Natuurlijk was ik getroffen door de presentatie van de biografie over mijn leven van Marc Wildemeersch. Hij deed dit bescheiden en nauwkeurig. Zoals hij is, ‘neutraal positief’ noemt hij het zelf. Hij heeft zich heel grondig in mijn leven verdiept, maar heeft tegelijk ook afstand gehouden, heeft zich niet overdreven geïdentificeerd met zijn hoofpersoon, maar is zichzelf gebleven met zijn eigen kijk op mijn streken.’ (LF)

Marec: ‘Tekenen tot mijn laatste dag? Daarvoor wil ik meteen… euh tekenen!’

Dat het afgelopen jaar een sombere tijd was voor cartoonist Marc De Cloedt alias Marec (67). Niet alleen het wereldtoneel (oorlog Oekraïne, energiecrisis politieke spanningen,…) zag eruit als een boksmatch, ook op persoonlijk vlak kreeg hij enkele zware uppercuts te verwerken. Hij verloor zijn broer Hubert aan corona en zijn beste vriend Ludo Van Hecke aan een agressieve kanker. ‘Als ik aan het tekenen ben, kan ik eventjes mijn hoofd leegmaken en mijn verdriet parkeren’, zegt hij. Die tekeningen belandden in zijn recente boek ‘De invallen van Marec’. Binnen afzienbare tijd verschijnt ook een boek (tekeningen én teksten) over zijn geliefkoosde Provence.

EXit: Je boek ‘De invallen van Marec’ biedt een round up van het jaar 2022 en dat levert niet bepaald een jolig plaatje op.

Marec: ‘Dit is mijn eerste boek na de coronacrisis. Ik heb massaal veel tekeningen gemaakt over deze wereldwijde crisis, maar ik was toch blij dat ik afscheid kon nemen van het virus. Jammer genoeg heb ik ook afscheid moeten nemen van mijn oudste broer Hubert die net gestorven is door dat virus … (Stilte)’ 

‘Dat was een heftige periode, want vorig jaar heb ik ook mijn beste vriend Ludo verloren. Vijftig jaar lang hadden we op vrijdagavond onze vaste ‘date’ waar we op café het nieuws van de voorbije week bespraken met een goed glas. En dan kreeg hij plotseling slecht nieuws te horen. Ik stond heel dichtbij bij alle twee…  Als ik uit het ziekenhuis kwam, kon ik mijn verdriet wat achter mij laten en me concentreren op mijn werk. Het klinkt haast therapeutisch, maar op het moment dat ik aan het tekenen was, dan dacht ik er eventjes niet aan. Het neemt niet weg dat er toch somberheid in mijn werk binnensluipt.’

EXit: Het compenseert met de zwierigheid van je tekeningen.

Marec: ‘Ja, dat vind ik – in tegenstelling tot het beroep van een stand-upcomedian – persoonlijk het voordeel om cartoonist te zijn. Ik krijg de mogelijkheid om eens over onderwerpen te tekenen die niet zo leuk zijn. Een tekening moet daardoor niet per se humor bevatten, maar mag ook al eens een beeld zijn om over na te denken. Voor mij is het ook een manier om alle ellende van me af te schudden.’

‘Al weet ik niet of dat een goede evolutie is voor mezelf. De hele dag door hoor en kijk ik naar ‘het nieuws’ en daar word ik niet meteen vrolijk van. Als je dan ’s avonds zapt naar andere zenders, dan zie je overal mensen in spel- en andere programma’s schaterlachen. Het zijn verwarrende tijden voor een cartoonist. Gelukkig krijg ik vaak reacties van mensen die zeggen dat mijn tekeningen in de krant hun dag opfleuren. Het wordt ook wel van mij verwacht, al ben ik geen machine waar de tekeningen zomaar uit vliegen.’

EXit: Verdriet is universeel, mensen vinden ook troost in je tekeningen die over je persoonlijk leven handelen.

Marec: ‘Zeker, want iedereen wordt al eens geconfronteerd met het verlies van een dierbare. Op dat moment kan mijn tekening dan troost bieden voor wat zij hebben meegemaakt. Ik ben blij dat ik die vorm voor mezelf heb toegelaten. Vroeger dacht ik dat ik me volledig moest afschermen van alle persoonlijke indrukken en me alleen maar moest bezighouden met de nationale politiek of het internationale wereldtoneel. Niet dus.’

EXit: Gaan je cartoons internationaal? Je raakt toch universele thema’s aan?

Marec: ‘Daar heb ik niet echt zicht op. En ik beken dat ik daar ook wel wat schrik voor heb, zie wat er gebeurd is met Charlie Hebdo. Een cartoonist die voor dat blad tekent, weet voor wie zijn tekening bestemd is, want kent zijn publiek. Je kunt die tekening niet zomaar ‘isoleren’ en op sociale media publiceren. Voor je het weet belandt die cartoon op iemands tafel in Iran die de context niet begrijpt. En dan is het hek van de dam. Enige tijd terug heb ik een voorval gehad met Romelu Lukaku. Ik had een sporttekening gemaakt over Anderlecht en plots kreeg ik vanuit Engeland een hele stormloop over me heen. Ze begrepen de context niet en eisten dat ik mijn excuses zou aanbieden. Waarom zou ik me moeten excuseren als iemand de tekening niet snapt? Dat was niet fijn, maar ik heb het me niet aangetrokken, want anders kan je maar beter de boel sluiten.’

EXit: Ik wil je complimenteren met je ‘begeleidende’ teksten in het boek. Je zou een hele goede columnist zijn.

Marec: ‘Daar krijg ik inderdaad wel goede reacties op. Toen ik jong was, wilde ik cartoonist worden… maar ook journalist. Ik schreef graag en doe dat nog altijd met plezier. Het is een moment om eens bij jezelf stil te staan en het laat me toe om de dingen die ik niet teken in woorden om te zetten. Soms zeggen duizend woorden meer dan één tekening …’

‘Voor mijn boek over de Provence heb ik al negentig bladzijden tekst geschreven. Het is niet volledig klaar, ik neem er mijn tijd voor om dat af te werken.’

EXit: Is perscartoonist een uitstervend beroep?

Marec: ‘Zeker voor de papieren krant. Ik zal sterven met de papieren krant. Sterker nog: ik zal erin geëmballeerd worden! De nieuwe generatie ‘cartoonisten’ werkt ook anders, ze mikken veel meer op illustratief werk. Mij zegt het niet zo veel omdat vaak het persoonlijke aspect erin ontbreekt. In mijn werk streef ik naar eenvoud. Je hoeft niet de hele krant te lezen om mijn tekening te begrijpen.’

‘Daarnaast zijn de plaatsen in de traditionele media voor nieuwe cartoonisten ook wel dun bedeeld. Zelf zou ik graag nog heel lang willen werken. Het is mijn levenswerk. Hoe ouder je wordt, hoe interessanter je stem klinkt, vind ik. Je kunt al eens terugblikken op de veranderende wereld. Of ik tot mijn laatste dag wil tekenen? Zeker, daar wil ik meteen… euh voor tekenen!’ (ADC)

_____

Tekeningen van Marec zijn dagelijks terug te vinden in Het Nieuwsblad en aan de muren van ‘De Loge van Marec’ in de Sint-Jakobsstraat.

Brugse bands nemen het rijke oeuvre van Prince onder handen

Op 21 april zal het zeven jaar geleden dat The Artist Formerly Known As Prince (TAFKAP) op 57-jarige leeftijd het tijdelijke voor het eeuwige heeft geruild. De muziek van Zijne Purperen Hoogheid leeft wel nog steeds verder in ons hoofd en hart. Een resem Brugse bands brengt op zaterdag 18 maart een ode aan hem op een nieuwe Brugotta Tribute in de Stadsschouwburg.


Dat Prince een omvangrijk oeuvre bij elkaar heeft gecomponeerd, staat buiten kijf: onder zijn eigen naam verschenen alleen al ongeveer 50 muziekalbums. Het is voor de Brugse bands dan ook geen sinecure om er dat ene nummer uit te pikken dat dit muzikale genie typeert. ‘Ik heb misschien wel voor zijn bekendste nummer gekozen’, zegt Jente Neels. ‘’Purple Rain’ is voor mij het beste nummer ooit geschreven. Alles aan dit nummer bezorgt mij kippenvel. Er hangt voor mij ook veel emotionele waarde aan dit nummer en het heeft mij door veel moeilijke én mooie momenten in mijn leven gesleurd.’

‘We hebben een grote affiniteit met funk en soul, dus dan komt Prince vroeg of laat automatisch wel op je radar’, zegt Stijn Van Kerkhove van House of Lio. ‘We zijn geen die-hard fans, maar weten absoluut de genialiteit van zijn muziek te appreciëren. We kozen het nummer ‘The Most Beautiful Girl In The World’. Als 90’s kid heeft het nummer voor mij wel wat nostalgische waarde en toen ik het voorstelde aan de rest van de band, was iedereen wel te vinden om er iets leuks van te maken.’

Locus Control, het ‘instrumetal’ collectief met een sound die meandert tussen heerlijk hard en melancholisch melodieus, kiest dan weer voor ‘Batdance’ van de soundtrack die Prince schreef voor de Batman-film met onder meer Michael Keaton, Jack Nicholson en Kim Basinger. ‘Dit leek een goede keuze aangezien we een instrumentale band zijn en er in dat nummer nauwelijks zang zit. Het is een zeer eclectisch nummer met veel breaks, veranderende ritmes, veel electronica. Het was kwestie van de juiste elementen door onze filter te duwen. Na vele uren sleutelen heeft het zijn vruchten afgeworpen, want we zijn zelf heel erg tevreden over het eindresultaat’, zegt Stefaan Bonte.

In het Brugs

Enkele opvallende bewerkingen van de nummers van Prince komen op rekening van onder meer Kip Flowlier (zelf een tributeband, maar dan van Flip Kowlier), Maanbar en Oltid Olsan: zij gingen respectievelijk met ‘I Would Die 4 U’, ‘Eila’ en ‘Nothing Compares 2U’ resoluut voor een schitterende vertaling naar het Brugs. ‘Het heeft geen zin om een nummer van Prince te proberen naspelen. Dat is als een gigantische puzzel die enkel Prince zelf kon maken. Maar je kan met enkele stukjes wel je eigen puzzeltje maken’, aldus Ward Snauwaert van Oltid Olsan.

Verwacht ook een aparte versie van ‘Let’s Go Crazy’ in een dance-versie van We Are Ooh People en ‘I Would Die 4 U’ van The Bare Necessities, een gemengd koor met een veertigtal leden van alle leeftijden, onder leiding van Yentl Vanderiviere, de jongste van de groep. Conclusie? Prince leeft! En dit dankzij de Brugse muziekscene. (ADC)

_____

www.ccbrugge.be

Biografie én verjaardagsconcert voor succesproducer Patrick Hamilton

Op zaterdag 18 maart mag producer, componist en songschrijver Patrick Hamilton van The Globe zijn 60ste verjaardag vieren met een uniek concert in het Concertgebouw. Onder de noemer ‘An evening with Patrick Hamilton & Friends’ komen een resem gastartiesten langs om hem muzikaal te fêteren. Voor wie Patrick beter wilt leren kennen, is er nu zijn biografie ‘Van mijn zolderkamer tot Abbey Road’ waarin hij zijn carrière uitvoerig beschrijft. We lichten er drie opvallende passages uit.

De grootste muziekbeurs ter wereld

‘Als zestienjarige trok ik voor het eerst in mijn leven naar de Frankfurter Musikmesse, de grootste muziekbeurs ter wereld. Alle (top)merken, zoals Hammond, Roland en Yamaha, hadden er hun eigen stand. Ik voelde me als in een speelgoedwinkel. Voor mij was Hammond het summum. Op die beurs werd mijn droom aangewakkerd om ooit voor hen te gaan werken. Wat ook zou gebeuren. Roger Danneels schuimde beurzen af voor Hammond en ik vergezelde hem, om te spelen. Daar hebben bonzen van dit elektromechanische orgel mij ontdekt. Na de dood van Roger in 1982 belden ze me op met de vraag of ik voor hen wou werken. Dit hoefden ze me uiteraard geen tweemaal te vragen. Als muzikaal uithangbord moest ik in opdracht van Hammond concerten geven om hun merkbekendheid te promoten. Ik diende alles uit dat orgel te halen. Muziekwinkels uit een bepaalde streek stuurden potentiële klanten naar die promo-concerten en het was aan mij om hen over de streep te trekken om zelf ook zo’n instrument aan te schaffen.’

Jaarlijks 200 producties

‘Het succes van ‘Laat de zon in je hart’ van Willy Sommers gaf mijn carrière een nieuwe dimensie. Achteraf bekeken was dit nummer het startschot van zes hectische jaren. Van 2007 tot 2013 kwamen er in The Globe Recording Studios elk jaar een kleine tweehonderd producties tot stand. Ik had mijn studio nog maar eens opgewaardeerd, zodat het complex vier opnameruimtes telde. Daarnaast had ik ook een vast team in dienst dat mij elke dag assisteerde en aan nieuwe songs werkte. Verschillende Vlaamse artiesten die toen sier maakten in de Ultratop liepen bij wijze van spreken mijn deur plat; Tijdens de absolute wonderjaren van The Globe Recordings Studios heb ik in Loppem een album opgenomen met Laura Lynn. Een echt plezier om met een artiest samen te werken die zo goed voorbereid naar de studio komt. ‘Goud (van hier)’ – een ware tongbreker voor West-Vlamingen – is een album vol Nederlandstalige covers, dat twee weken lang de Ultra Album top 200 aanvoerde en platina haalde. Ook de single ‘Dans je de hele nacht met mij’, een bewerking van een compositie van Burt Bacharach en Hal David, piekte in de Ultratop op de eerste plaats. Het was een album waar ik mij ook als arrangeur echt kon laten gaan. We namen op met strijkers, blazers, backings, kortom alles met live muzikanten. Iets wat in het Schlager genre zelden gebeurde wegens de kostprijs. Misschien zat daar de reden van het succes voor dat album? Of ook niet, want ik heb ook geleerd in de loop der jaren dat kwaliteit niet altijd gepaard gaat met succes.’

Nummer één in Japan

‘Met de jonge meidengroep Girls’ Generation scoorde ik een nummer 1-hit met ‘Not alone’. Dat lied had ik tien jaar eerder gecomponeerd. Oorspronkelijk had ik deze song voor de Nederlandse zangeres Do geschreven. Dit kwam er niet van, omdat in die periode haar vriend en keyboardspeler het leven liet in een auto-ongeval. Voor die nummer 1-hit, die ik bij de herwerking op Japanse leest had geschoeid, had ik ook de tekst geschreven, maar daar bleef in de uitvoering van Girls’ Generation niet veel van over. Enkel de titel.‘Not alone’ kregen ze immers niet uitgesproken in drie lettergrepen. Na de release begon de kassa meteen te rinkelen, want in de eerste week alleen al

werden er 450.000 cd-singles verkocht, fysieke exemplaren trouwens. Het werd zo’n kolossale hit dat ‘Not alone’ één week lang de vierde bestverkochte single ter wereld was. Op mijn eerste Japanse royaltycheque stond dan ook een mooi bedrag. Tijdens twee tournees sloot Girls’ Generation hun concerten af met dit nummer. Alleen al in de Tokyo Dome, een groot stadion trouwens, zongen 55.000

mensen ‘Not alone’ mee. Kippenvel. Bijkomend zijn veel mensen dit nummer op hun piano of keyboard beginnen spelen en plaatsten ze dat op Youtube. Ik vind dit super en het geeft me ook een trots gevoel om die vele instrumentale versies te zien en te horen.’ (ADC)

 _____

Tickets via www.concertevents.be

Van neo-klassiek tot coole queerpunk: Cactus Muziekcentrum verwent alle oren

De nieuwe zaal van Cactus Muziekcentrum aan de Bargeweg heeft zijn start in het najaar 2022  niet gemist. Al ettelijke maanden kunnen de liefhebbers van vele muziekjes terecht in deze nieuwe zaal met een uitmuntende akoestiek. Programmator Felix Van De Loock laat zijn licht schijnen op al het fraais dat in de komende weken en maanden het podium zal betreden. 

EXit: Hoe verliepen de eerste concerten in de nieuwe thuisbasis van Cactus Muziekcentrum? Voelen de bezoekers er zich al ‘thuis’?

Felix Van De Loock: ‘We kijken met veel tevredenheid terug naar het najaar 2022. Mensen vinden vlot de weg naar onze nieuwe club en we horen ook dat in het muzieklandschap de zaal over de tongen gaat. Dit lijkt zich ook te gaan vertalen in het aanbod dat we krijgen van artiesten die naar Brugge willen komen. Ik ben alvast heel enthousiast over wat we al hebben kunnen aankondigen en wat er nog in de pipeline zit.’

EXit: Belpop boven met het optreden van School is Cool op vrijdag 10 maart. Wat heeft deze energieke band én oud-winnaars van Humo’s Rock Rally (2010) in petto voor het Brugse publiek? 

Felix: ‘Ondertussen heeft de band een hele resem hits onder de arm die ze meenemen naar Brugge. School is Cool is een Belpopband die altijd z’n eigen ding is blijven doen, wat we heel straf vinden. Hun liveshows zijn ook altijd stevige indierockfeestjes.’

EXit: Is het concert van de Kortrijkse band Mooneye op woensdag 15 maart de eerste in jullie nieuw café? 

Felix: ‘We hadden al Duke Garwood in januari en Ghost Woman komt er ook nog voor in maart. Normaal ging het concert van High Vis ook in het café plaatsvinden, maar door de enorme vraag naar tickets moesten we die verplaatsen naar de zaal. Mooneye speelt bewust een aantal ‘underplays’ om zich voor te bereiden op hun Europese tour. Dit concert was dan ook in een mum van tijd uitverkocht.’

EXit: Een soulvol nummer als ‘Told You So’ van Adja komt wel binnen. Wie is deze veelbelovende artieste die op donderdag 23 maart naar het Cactus Café komt? 

Felix: ‘Adja is een soul- en jazz-zangeres met een enorm krachtige stem die net haar neus aan het venster komt steken. Ze wordt ondersteund vanuit het kansenparcours Sound Track, waar onder andere Meskerem Mees, Bluai en Meltheads uit voort kwamen. Haar debuut-EP komt uit op jazzlabel Sdban. Ze wordt vergeleken met Erykah Badu, Lianne La Havas en Solange.’

EXit: Brugs talent op de bühne: op vrijdag 24 maart treedt The Christian Club op. Wie is deze ‘club’?

Felix: ‘The Christian Club is de groep rond singer-songwriter Luca. Ook zij zitten in deze lichting van Sound Track. Ze maken atmosferische folk die wat doet denken aan King Krule. Veel talent!’

EXit: Ze verzorgen het voorprogramma van de post/metalband Brutus waarvan hun single ‘Victoria’ me nu al maanden bekoort. Ik kan me voorstellen dat ook jij blij was toen drumster/zangeres Stefanie Mannaerts onlangs een MIA in ontvangst mocht nemen? 

Felix: ‘Zeker verdiend! Voorlopig staat het record van snelst uitverkochte Cactus Club-concert trouwens op naam van Brutus. Benieuwd wie deze gaat verbreken!’

EXit: Jullie vieren Piano Day op woensdag 29 maart met een concert van Noah Vanden Abeele? 

Felix: ‘Klopt. Naoh is een heel getalenteerde pianist. Live brengt hij steeds een strijkensemble mee. Een opkomend talent voor fans van het betere neo-klassiek.’

EXit: De prijs voor de band met de fijnste groepsnaam gaat ongetwijfeld naar Winston Surfshirt! Wat kun je ons vertellen over deze Australische band die op donderdag 20 april langskomt? 

Felix: ‘Het zijn vijf Australiërs die hele catchy indiepop maken met soul en hiphopinvloeden. Ze werkten al met heel veel mensen samen, van Dope Lemon tot blackwave. Net zoals de naam blijft een Winston Surfshirt-song meteen in je hoofd zitten.’

EXit: David Eugene Edwards kennen we van 16horsepower en Wovenhand. Wat brengt zijn soloconcert op woensdag 26 april? 

Felix: ‘Edwards gaat solo door de volledige catalogus van 16horsepower en Wovenhand. Een must see voor fans van americana met een gothic touch.’

EXit: Cactus is van vele muzikale markten thuis en daarin mag een flinke scheut postpunk niet ontbreken. Daar zorgt DITZ voor op woensdag 3 mei: moeten we onze helm aandoen? 

Felix: ‘Yes! Af en toe mag er eens stevig gas gegeven worden. DITZ is een coole queerpunk band die rauwe punkenergie combineert met noiserock. Voor fans van Fugazi, Girl Band en Black Flag.’

EXit: Mogen we ons op maandag 8 mei aan iets bijzonders verwachten met Uncle Acid & The Deadbeats, Blood Ceremony en Gaupa? 

Felix: ‘Uncle Acid is een van de grootste hedendaagse bands in het doom- en stonergenre. Hun muziek wordt vaak vergeleken met Black Sabbath: logge en diepe riffs en psychedelische groove. Ze gaan onder meer mee op tour met Ghost en headlinen festivals als Dessertfest. Rockfans die hen nog niet kennen, moeten ze zeker eens checken.’

EXit: Waar mogen we de muziek van Annelies Van Dinter alias Echo Beatty situeren als ze op woensdag 10 mei in het Cactus Café speelt?

Felix: ‘Echo Beatty maakt sferische gitaarmuziek die doet denken aan Sharon Van Etten en PJ Harvey. Haar plaat komt binnenkort uit op Unday. Een beetje een goed bewaard geheim in België.’

EXit: Erlend Øye is een Noorse singer-songwriter die geprogrammeerd staat op vrijdag 19 mei. Zijn naam en afkomst alleen al doen zoete popsongs vermoeden?

Felix: ‘Oye is natuurlijk bekend als de man achter Kings of Convenience en The Whitest Boy Alive. Sinds hij verhuisde naar Sicilië bracht hij daar een band bij elkaar, La Comitiva. Samen met hen steekt hij zijn typische akoestische liedjes in een zuiders jasje.’

EXit: Is de muziek van de Australische groep Surprise Chef op dinsdag 23 mei iets voor fijnproevers?

Felix: ‘Zeker! We krijgen heel veel respons op dit concert vanuit heel België. Surprise Chef speelt instrumentale jazz, funk en soul met invloeden van 70’s soundtracks en hiphopgrooves. Voor fans van Khruangbin en El Michels Affair. Worldwide-baas Gilles Peterson is fan!’ (ADC)

_____

www.cactusmusic.be