Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Maandelijks archief: mei 2017

Basisschool Het Palet rockt met gratis festival

 

Foto EDM

 

School is cool. Met de organisatie van de eerste editie van het gratis (!) muziekfestival ‘Palet Rock’ op vrijdag 2 juni onderstreept Het Palet (Nieuwstraat) die korte boude stelling. Op de affiche: Twolfnolf (de meest hongerige schoolband van Brugge), BEUK (West-Vlaamse oerrock) en Phil Graveyard & The Undertakers (levende Brugse muzieklegende).

 

Naast een traditioneel schoolfeest pakt basisschool Het Palet uit met een uniek muzikaal evenement op de speelplaats: een gratis festival met groepen die op de een of andere manier met de school zijn gelieerd. ‘Elk jaar organiseren we een muzische dag voor onze leerlingen die op die manier kunnen kennismaken met muziek, dans, beeld en drama’, zegt leerkracht Steven Decaesstecker. ‘Muziek is zo belangrijk voor kinderen en volwassenen. Het is geen hoop achtergrondgeluid, maar een universele taal waarmee we met iedereen kunnen communiceren. We vonden het jammer dat de muzische dag telkens eindigde als de schoolbel rinkelde. Met het schoolcomité brengen we met Palet Rock daar nu verandering in.’

Om Twolfnolf de BEUK erin met Phil Graveyard

Voor de eerste editie op vrijdag 2 juni oogt het programma ambitieus. Vanaf 15.30 uur  brengen leerlingen een mix van leuke liedjes. Een uur later staat ‘Twolvenolf’ op het podium. Die schoolband van het Sint-Franciscus Xaveriusinstituut sleepte onlangs nog een Brugotta-Award in de wacht als ‘meest hongerige schoolband van Brugge’. De naam van de band verwijst met een Brugse knipoog naar het tijdstip (12.30 uur) waarop de leerlingen van het 3de, 4de en 5demiddelbaar elke middag samenkomen om te repeteren. Andere koek – maar nog steeds van eigen deeg – krijgen we om 17.45 uur voorgeschoteld van Phil Graveyard die in het echte leven gewoon Philip Van De Kerckhove heet, maar onder zijn artiestennaam in de jaren 80 furore maakte in het Brugse muziekmilieu. Samen met Raymond van het Groenewoud schreef hij een stukje rockgeschiedenis: Raymond producete zijn twee singles ‘Chinese Restaurant’ en ‘Lost In Africa’ en Phil leverde de composities ‘Toujours L’Amour’ en ‘In Mijn Huis’ aan van het Groenewoud af. Na een tv-avontuur in de Baccarabeker in Middelkerke (1988) – een muziekconcours vergelijkbaar met Idool – en een resem optredens met zijn reggaegroep Graveyard Band hield hij het lang geleden al voor bekeken. Muzikaal bloed kruipt echter waar het niet kan gaan en zie, nu heeft Phil zich op de banjo en Bluegrass gestort,  samen met zijn nieuwe begeleidingsgroep The Undertakers. De première is dus weggelegd voor Palet Rock. De top of the bill om 19.00 uur is bestemd voor BEUK, de groep die in binnen- én buitenland hardrock & rollt in het Nederlands. Op de teller hebben ze al meer dan 100 shows staan met onder meer Dog Eat Dog, The Godfathers, Phil Campbell (Motörhead) en Gers Pardoel. ‘BEUK rockt vol gas vooruit, met een knipoog naar Motörhead, Peter Pan Speedrock, Volbeat, Noordkaap en De Kreuners. Niet zomaar metal riffs, maar echte songs met Vlaamse teksten die ergens over gáán’, zeggen de groepsleden Matthias Demey, Roel Jacobus en Laurent De Moor. (ADC)

Info: http://www.paletbrugge.be en http://www.facebook.com/paletbrugge

 

Frans Masereel in Muzee: een herontdekking

 

Nog tot 3 september loopt in Muzee-Oostende een tentoonstelling over het oeuvre van Frans Masereel (1889-1972), de bekendste Vlaamse graficus en houtsnijder van de twintigste eeuw. Zijn levensloop en artistieke prestaties worden weergegeven met een muurbrede levenslijn en een strenge selectie van zijn zeer uitgebreid oeuvre. Masereels sterk politiek gekleurd oeuvre wordt voorts gepresenteerd in dialoog, lees confrontatie, met werk van een aantal hedendaagse kunstenaars wereldwijd.

Masereels werk is vrij uniek te noemen omdat hij, in tijden van uitbuiting en onderdrukking (begin twintigste eeuw!), steevast de mens op de voorgrond heeft geplaatst. Hij is dan ook kunstenaar geweest in een zeer woelige eeuw, te beginnen met de Eerste Wereldoorlog. In 1914 vluchtte hij naar het Zwitserse Genève en maakte er kennis met beroemde auteurs en kunstenaars als Romain Rolland en Stefan Zweig. Tot 1920 werkte hij voor een pacifistisch tijdschrift waarvoor hij meer dan 1.000 tekeningen maakte, stuk voor stuk gewijd aan de verschrikkingen van de oorlog. Tijdgenoten vergeleken hem met Francisco Goya en zijn ‘De gruwelen van de oorlog’.

De tentoonstelling in Muzee opent met een metersbrede compositie met als titel ‘La famille en lecture, een virtuoos werk dat hij maakte voor de Wereldtentoonstelling van Parijs in 1937. Naast dit grote olieverfschilderij maakte Masereel in dat jaar nog een werk van grote afmeting, de wandtekening L’enterrement de la geurre. De politieke boodschap is duidelijk: de oorlog ten grave, de grafdragers zijn enkele notoire communisten en vrienden van Masereel. Hij sympathiseerde met het communisme.

Ilse Roossens, die de tentoonstelling heeft samengesteld, koos voor een strenge selectie van ‘s mans werk, want zijn artistieke productie was van een ongekende omvang. Verzet in beelden toont 150 werken met de houtsneden voor een keer in de minderheid. Opvallend zijn de meterslange rolboeken met getekende verhalen in Oost-Indische inkt.

Bruin inpakpapier

Een ander nevenaspect is de confrontatie met werk van hedendaagse kunstenaars. Ook hier trekken grote werken de aandacht: de voormalige vluchtelinge Mary Evans uit Nigeria maakte een reusachtig tableau vivant met silhouetten uit bruin inpakpapier, waaronder de zeer herkenbare Trump.

Deze tentoonstelling sluit nauw aan bij de vorige Muzee-tentoonstellingen die figuren als Ensor, Spilliaert, Servranckx en Joostens tot leven bracht. Overigens werd Frans Masereel geboren in Blankenberge, maar de familie verhuisde naar Gent alwaar hij zich ontpopte tot grafisch kunstenaar van grote klasse. (LF)

Frans Masereel in Mu.Zee, Romestraat 11, Oostende. Gesloten op maandag. Info op http://www.muzee.be

 

Een stukje Brugse geschiedenis

‘De Frères’ onder de hamer bij veilinghuis Carlo Bonte

In het najaar van 2016 verlieten de laatste broeders Xaverianen het klooster in de Mariastraat, in het hartje van Brugge. Op die manier kwam er een einde aan een geschiedenis van ruim anderhalve eeuw “frères” in Brugge. De oprichting van het klooster gaat immers terug tot 1838, wanneer op vraag van de toenmalige bisschop Boussen een broederklooster werd opgericht door de Nederlandse schoenmaker Theodoor Rijken. Kort nadien richtte diezelfde Rijken ook het Xaverianeninstituut op. De broeders drukten ontegensprekelijk hun stempel op de Brugse stad. Generaties jongeren liepen er bijvoorbeeld school en de voetbalpartijtjes van de oud-leerlingen lagen aan de basis van Cercle Sportif Brugeois.

Een deel van de inboedel van het klooster van de broeders Xaverianen wordt nu verkocht tijdens de veiling van 13 en 14 juni 2017 bij veilinghuis Carlo Bonte, waardoor de geschiedenis van de frères niet helemaal zal verdwijnen. Naast de verwachte religieuze schilderijen, waaronder enkele zeventiende-eeuwse werken, en religieuze sculpturen, worden onder meer tal van snuisterijen, memorabilia en missiegeschenken te koop aangeboden. Blikvangers zijn onder meer een prachtige Franse negentiende-eeuwse sterrenkijker, een armillarium uit diezelfde periode en een verrassend werk van de Congolese kunstenaar Kibwanga Mwenze (1925-1999). De geveilde collectie biedt dus voor elk wat wils.

De stukken die onder de hamer gaan vallen te bezichtigen van dinsdag 6 tot en met vrijdag 9 juni van 9u tot 17u en in het weekend van 10 en 11 juni van 10u tot 17u. Voor meer informatie, raadpleeg de website www.carlobonte.be.

 

 

Prelude op een lange hete zomer? De nieuwe EXit.

EXit-juni, met onder meer

*Marecs ‘Déjeuner sur l’herbe’

*Elviera Velghe leidt het FOMU

*Paletrockers organiseren gratis muziekfestival

*Zwerm: literatuur voor de Brugse jeugd

*Het nieuwe seizoen van het Concertgebouw

*en zoveel meer….

Barabas in Stadsschouwburg

Voor een streepje folk uit eigen stede kan men op vrijdag 26 mei terecht in de Stadsschouwburg voor een concert van Barabas. Deze Brugse band speelt het voorprogramma van Old Salt, een hechte groep van zes muzikanten die tekenen voor verfrissende bluegrass en cajun.

Barabas – al tien jaar actief – trekt de avond op gang met opzwepende ritmes en frisse melodieën. Achter Barabas gaan Els Desomer  (zang, viool, altviool), Stijn Vanmaekelbergh (zang, gitaar, mandoline), Tim Van Peteghem (zang, gitaar, banjo, slagwerk), Geert Gielen (zang, contrabas, accordeon) en Joris Bonheure (drums, percussie) schuil. ‘Onze inspiratie komt vooral uit muziek die in de ‘biertent’ op het Dranouter Festival werd gespeeld. Meezingers, Ierse drankliederen, popcovers met viool en accordeon…’, zegt Geert. ‘We zijn eigenlijk gestart als een folkcoverband en dat zijn we in feite nog steeds. Denk aan diverse nummers van Flogging Molly, ‘Just Can’t Get Enough’ van Depeche Mode, ‘Centerfold’  van J. Geils Band, ‘The Devil Went Down To Georgia’ van Charlie Daniels, ‘Country Roads’ van John Denver…
Maar met de jaren zijn er toch al heel wat eigen nummers komen bovendrijven. Normaal spelen we een tweetal uur met een evenwichtige mix van eigen nummers en covers, maar in de Stadsschouwburg zullen we een iets kortere set spelen. Onze groep bestaat uit Bruggelingen, dus voor ons is het een eer om in die prachtige foyer te mogen spelen.’

 Ierse pubs

‘Ons doel is altijd geweest om onszelf te amuseren en
daarbij ook anderen een plezierige avond te bezorgen. Dat lukt nog
steeds en dat stemt ons gelukkig. Als we nog even mogen dromen,
dan zouden we graag toch eens op het Dranouter Festival willen spelen
en een rondreis door Ierland maken om daar in de plaatselijke pubs op te treden. En als het lukt, dan nemen we in de nabije toekomst ook graag nog een nieuw plaatje op. Aan ambitie geen gebrek, dus…’, aldus Geert Gielen. (ADC)

Info: www.ccbrugge.be

Frank Vanden Broucke brengt debuutroman uit

 

Kunstenaar Frank Vanden Broucke stelt op vrijdag 19 mei zijn nieuwe expositie Black & White voor in De Sleutelbrug. De tentoonstelling omvat een persoonlijke selectie houtskool- en pasteltekeningen alsook De Wonderkamers II, humoristische illustraties met een vleugje surrealisme. Tijdens de expositie zal Vanden Broucke er ook zijn debuutroman Système D presenteren, een semi-biografisch verhaal over het opgroeien in Brugge in de jaren 60 en 70.

 

Het creatieve curriculum van Frank Vanden Broucke (55) toont aan dat de kunstenaar graag zijn grenzen verlegt. Aanvankelijk spitste Vanden Broucke zich voornamelijk toe op illustraties en striptekeningen, maar gaandeweg trad het schilderwerk steeds meer op de voorgrond. Het illustratieve karakter van zijn werken blijven echter de rode draad doorheen zijn carrière en onthult daarbij ook de kunstenaar als verhalenverteller.

‘In 1997 heb ik samen met scenarist Guy Brunet de vijfdelige stripreeks De Lotgenoten uitgebracht. Die eerste kennismaking met het schrijven heeft mij doen dromen om zelf een eigen stripverhaal uit te brengen. Helaas is het publiceren van stripverhalen in het huidige uitgeverslandschap een technisch kluwen geworden en financieel behoorlijk uitputtend. Die obstakels hebben mij echter een andere piste opgestuurd, namelijk het schrijven van een roman’, zegt hij.

Système D is uiteindelijk een fictieve autobiografie geworden. ‘Ik heb mijn inspiratie gehaald uit de vele verhalen en anekdotes van mijn bejaarde moeder’, licht Vanden Broucke toe. ‘Het boek speelt zich af in het Brugge van 1962 tot en met 1984 en is doordrenkt van de tijdsgeest.’ De kunstenaar/schrijver neemt regelmatig een loopje met de werkelijkheid, maar gaat controversie niet uit de weg. Zo ligt het alcoholprobleem van zijn vader vaak aan de basis van heel wat anekdotes en schrijft hij ook rechtuit over de intieme relaties van zijn getrouwde moeder. ‘Die rauwheid zal mij misschien wat kritiek opleveren, maar ik wou dat niet maskeren. Het maakt Système D tot wat het is: een komisch, droevig en ontroerend verhaal gebaseerd op fictie en waarheid.’

 

Black & White

Vanden Broucke zal zijn debuutroman voorstellen in de Speelmanskapel van het Vrijzinnig Centrum De Sleutelbrug. Van 19 tot en 28 mei exposeert de kunstenaar er immers met zijn tentoonstelling Black & White. De gepresenteerde werken zullen bestaan uit een selectie pastel- en houtskooltekeningen alsook De Wonderkamers II, het vervolg op een succesvolle tentoonstelling die dateert uit 2015. De Wonderkamers zijn komische, surrealistische illustraties die op de binnenkaften van oude boeken verwerkt worden, tevens een symbolische knipoog naar zijn schrijversdebuut. (LDD)

 

____

 

http://www.frankvandenbroucke.eu

Black & White opent op 19 mei en loopt daarna van 20 mei tot en met 28 mei, elke dag van 14 tot 18 uur. Locatie: Speelmanskapel VC De Sleutelbrug, Beenhouwersstraat 1, 8000 Brugge.

Système D, uitgeverij Scribarouck, 19,50 euro. Te verkrijgen tijdens Black & White of via mail (frankvdbroufr@gmail.com)

 

 

Impressionant pianotrio nu pas voor het eerst live in Brugge!

Foto Viktor Van Wynendale

 

Eigenlijk hadden we al op 30 maart in De Werf live moeten kunnen kennismaken met de muziek van Steiger, maar ‘door onvoorziene omstandigheden’ bleven we helaas van dat optreden verstoken. Niet getreurd evenwel: op 19 mei staan de muzikanten op het podium van Jazz & Blues Café 27Bflat dat dus de primeur krijgt van het eerste concert in Brugge van dat jonge Gentse trio.

 Gilles Vandecaveye: ‘Onze komst naar Brugge kadert binnen een kleine tournee die is bedoeld om in elke provincie onze eerste full-cd ‘And Above All’ (El Negocito Records) aan het publiek voor te stellen. Waar onze vorige release – een EP, in 2016 – volledig akoestisch was, zal je op de cd een mix horen van elektronische en akoestische muziek. We hebben heel bewust gezocht en gestreefd naar een evenwicht tussen die twee. Voorts zijn er ook invloeden van verschillende stijlen en genres (jazz, pop, rock…), maar we zijn steeds vertrokken vanuit een basis als pianotrio.’

EXit: Steiger is niet echt het typische ‘pianotrio’ zoals we dat in de jazz kennen?

Vandecaveye: ‘Wij hebben onszelf nooit grenzen opgelegd of gesteld, evenmin blijven we binnen een vastgelegd kader. Onze composities zijn ofwel heel vrij, ofwel keurig uitgeschreven. We bekijken wat we kunnen doen met onze achtergrond, met onze invloeden, en dat mondt uit in ‘ons eigen ding doen’. We hebben dus doelbewust dat stramien van het klassieke ‘jazzpianotrio’ opengetrokken, zonder evenwel dat concept te willen afbreken.’

EXit: Kun je de achtergrond van de muzikanten kort schetsen?

Vandecaveye: ‘Kobe Boon (contrabas), Simon Raman (drums) en ik hebben allen jazzopleiding gevolgd aan het Conservatorium Gent en zijn aansluitend elk een tijdje onze eigen weg gegaan: Simon (les gevolgd bij onder andere Teun Verbruggen) heeft in Antwerpen verder gestudeerd, Kobe is naar Zweden (Anders Jormin) getrokken en heeft later in Antwerpen zijn Master afgewerkt en ik ben in Kopenhagen (Rytmisk Musik Konservatorium) beland. Daarna heb ik ook mijn Master in Gent afgewerkt bij Erik Vermeulen en Christian Mendoza. In onze muziek zijn dan ook onder andere Scandinavische invloeden geslopen. Ook hebben we geproefd van en/of zijn we actief in andere kunstrichtingen. Concreet in mijn geval: mijn moeder is actrice Marijke Pinoy en ik heb daardoor nog in theatervoorstellingen gestaan. Verder speel ik ook in verschillende pop- en rockgroepen. Kobe en Simon spelen bij gelegenheid en componeren muziek voor theater.’

EXit: In jullie bio lees ik dat Steiger al op heel wat podia heeft gestaan, zelfs grote zoals Gent Jazz.

Vandecaveye: ‘Ons trio speelt nu een zestal jaren samen: we hebben dat parcours heel rustig afgelegd en steeds meer kansen gekregen om op te treden. De mogelijkheden breiden zich voortdurend verder uit, waardoor wij steeds meer ervaring kunnen opdoen. Nu hadden we wel het gevoel dat we dus klaar waren om onze eerste full album uit te brengen.’

EXit: En jullie hebben nóg hele mooie vooruitzichten?

Vandecaveye: ‘We zijn geselecteerd voor de Belgium Jazz Meeting die dit jaar Flagey als locatie heeft. We waren zelf – uiteraard aangenaam – verrast. Die selectie hebben we te danken aan programmatoren en muzikanten uit de jazzwereld die allemaal sterk in ons geloven. Steiger kan zich daardoor straks voorstellen aan een internationaal publiek van mensen die beroepsmatig met jazz bezig zijn – concertorganisatoren en –programmatoren, journalisten … – een unieke kans dus. En in het najaar gaan we, met dank aan JazzLab Series, op tournee voor een twaalftal concerten in heel Vlaanderen en Brussel.’(PJG)

 

Raymond van het Groenewoud solo in de Stadsschouwburg op 13 mei

‘Ik omschrijf mijn speelstijl graag als Spaanse punkblues’

Foto Jeannot Kerfs

 

Sinds 1967 staat Raymond van het Groenewoud (°1950), de grootste Nederlandstalige singer-songwriter, al op de planken en een halve eeuw later is van ophouden nog bijlange geen sprake. Op zaterdag 13 mei tref je deze Straffe Man immers aan in de rode pluche van de Stadsschouwburg voor een intiem soloconcert.

EXit: ‘Kreten en Gefluister’: dat vraagt een woordje uitleg?

Raymond van het Groenewoud: ‘Voor de zekerheid zal ik nog eens zeggen dat ik de enige ben op het podium, ten behoeve van mensen die denken dat ik ‘Meisjes’ zal spelen. In mijn ogen gaat dat niet goed alleen. Van dat misverstand ben ik dan al af, bij deze. Het is ikzelf aan de piano of op de akoestische gitaar of 30 seconden onnozel doen. Het zijn per definitie liedjes, want het kan zich niet verschuilen achter een groove of een riff. Het gaat richting wat ze vroeger een chanson noemden.’

EXit: Wat omvat de set?

Raymond: ‘Ik zal putten uit het oeuvre. En ja, er zitten ook enkele nieuwe dingen in. In elk geval: zaken die niet op plaat staan.’

EXit: Het lied tot de essentie herleid?

Raymond: ‘Het ouderwetse begrip ‘een lied’ is de essentie.’

EXit: Is dat geen eenzame bezigheid, zo zonder groep?

Raymond: ‘In de latere jaren, het zijn er toch al een pak, ben ik toch altijd bezig geweest met mezelf te isoleren om redelijk gefocust aan het optreden te beginnen. Dat begrip ‘groep’ is betrekkelijk in die zin dat ik dan toch in de camionette zat of zit. De voorbereiding is hetzelfde. Op het podium zie je natuurlijk wel het verschil, maar de positieve reactie van mensen die het op mij gemunt hebben als figuur, is dat ze me nu meer dan ooit kunnen verstaan. En dat ze meer dan ooit het liedje begrijpen en tot in de nuances van het lied kunnen doordringen.’

EXit: Heeft Raymond een trouw publiek?

Raymond: ‘Ik heb een trouw publiek in die zin dat ik nu merk dat ik veertig jaar na het uitbrengen van de single ‘Meisjes’ nog altijd publiek heb. Evolueert mijn publiek? Daar heb ik geen idee van. Ik maak geen sociologische studie van hoe mijn publiek eruitziet, daar heb ik geen tijd voor.’

EXit: We lezen dat het concert ‘nog meer genieten van de muzikale vrijheid’ is…

Raymond: ‘Er is natuurlijk ook een vrijheid omdat ik kan remmen en versnellen wanneer ik zelf wil. En stoppen ook. En herbeginnen. Je bepaalt de balans zelf. Muziek is geluid, geluid is balans. En als je het op je eentje mag regelen, dan is dat meestal snel geregeld.’

EXit: Pas je die balans aan je publiek aan?

Raymond: ‘Onbewust wellicht wel. Ik heb wel een routine, hoor, met dat solo optreden. Ik stap op de trein en ik kom eraf wanneer ze me zeggen dat het gedaan is.’

EXit: Hoe houd je je stem in conditie?

Raymond: ‘Door er niet over na te denken. Voorlopig heb ik het getroffen. Als ik één keer per week optreed, dan heb ik gemerkt dat er geen problemen zijn. Als het langer duurt, moet ik thuis tegen heug en meug een half optreden simuleren, zanggewijs, om zeker te zijn dat ik geen probleem krijg als ik dan echt optreed.’

EXit: Is dat niet een van de levensgrote angsten voor een artiest?

Raymond: ‘Neen, daar begin ik niet aan. Ja, als operazangeres misschien wel. Die moet een specifiek register halen. Die noten staan daar, die moet ze zingen. Ik kan het liedje anders zingen als ik merk dat ik met mijn stem niet naar boven geraak. Die angst begrijp ik wel, maar hoef ik gelukkig niet te delen.’

EXit: Je wordt nog altijd een jong veulen genoemd in de programmabrochure…

Raymond: ‘Ik keek gisteren naar een documentaire van Algerijnse muzikanten op leeftijd en daar kwam ook weer de stelling voor dat een artiest nooit oud wordt. Ik zeg niet per definitie dat het niet waar is. Ze zullen wel iets bedoelen van enthousiasme. Het enthousiasme van de jongeling behouden ze omdat ze het zo graag doen.’

EXit: In vergelijking met vroeger, welk aandeel neemt muziek in jouw dagelijks bestaan nu nog in?

Raymond: ‘Meer en meer, omdat ik het een aantal jaren geleden in mijn kop heb gehaald om nu zelf op gitaar te willen uitdrukken wat ik bedoel. Aangezien ik altijd heb geweten dat ik technisch op een voor mij nauwelijks aanvaardbaar peil werk, ben ik ijverig gitaar beginnen te studeren. Ik kom er nu op uit dat het een verplichting is voor elke dag en dat neemt stilletjesaan twee uur in beslag. Dat heb ik vroeger nooit gehad. Ik deed maar wat. Ik maakte liedjes en dat was wanneer ik wou. Nu begin ik bijna het leven van een muzikant te leiden die ok wil zijn met zichzelf.’

EXit: Komt de inspiratie nog dagelijks?

Raymond: ‘Ik vind dat niet moeilijk, inspiratie. Ofwel ben je lui genoeg om het te laten wegwaaien ofwel ben je gemotiveerd om er iets mee te doen. Mijn gitaarstudie is er om puur met die vingers bezig te zijn. Ik ben fan van Eric Clapton omdat hij de enige was die met zijn gitaar iets bekomen heeft bij mij. Hij was 21, ik was 16 en hij speelde bij John Mayall. Wat Clapton toen speelde, daar was ik ondersteboven van. De blues, uiteraard. Ik heb trouwens ontdekt dat mijn stijl uitkomt bij Spaanse punkblues. Ik maak wendingen die ik zelf associeer met Spaanse muziek. Blues zit er altijd in, want dat is de manier van het sleuren aan de snaren en de pijn te willen uitdrukken door aan de snaren te trekken. Ik doe het noodgedwongen als een beginner omdat ik die studie niet begonnen ben toen ik klein was, maar nu pas. Dat is het punkelement. Ik geneer me ook niet voor een fout, daar kun je gewoon niets aan doen.’

EXit: Nog nieuw werk in het vooruitzicht?

Raymond: ‘Zeker, half mei verschijnt de nieuwe lp/cd ‘Allermooist op Aard’. Op 13 mei sluit ik in Brugge de tournee ‘Kreten en Gefluister’ af, op 18 mei start dan al de clubtoer ’40 jaar Meisjes’. Ik moet altijd maar werken, meneer, het is schandalig! Je kent de clichés van pensioen, hé. Ofwel val je in een zwart gat ofwel blijkt het dat je nog meer moet werken dan vroeger. Ik zit in het tweede geval.’

EXit: Kortom, het einde is nog lang niet in zicht.

Raymond: ‘Op korte termijn niet. Ziekte en dood kunnen een belemmering zijn, maar dat geldt voor alle leeftijden.’ (ADC & LF)

Info: www.ccbrugge.be en http://www.raymondvanhetgroenewoud.be

 

Tricolore muziek in een Zwankendamse huiskamer

foto EDM

 

In een vorig leven liet Chris Brion als uitbater van het legendarische Kavijakscafé in Zwankendamme al een deel van het kruim van de Belgische muziekscène in zijn afspanning optreden, nu zet hij zijn liefde voor muziek terug in de verf met huiskamerconcerten. Op vrijdag 12 mei mag hij Jan Hautekiet en Bart Buls in zijn living verwelkomen.

 

Je zou het niet vermoeden, maar achter de gevel van een eenvoudig rijtjeshuis in de Lisseweegse Steenweg in Zwankendamme gaat een heuse muziektempel schuil. De muren van de living van Chris Brion hangen vol muziekgerelateerde  kunst en kunstreproducties, de planken van zijn kasten staan barstensvol cd’s, platen en boeken. Zijn zetel, tafel en stoelen vliegen er op regelmatige basis buiten om plaats te maken voor publiek, artiest-met-instrument en technische installatie tijdens een huiskamerconcert van vaderlandse makelij. ‘Ik draag de Belgische muziek in mijn hart’, zegt Brion. ‘Ik heb veel respect voor wat die artiesten al hebben gemaakt. In het Kavijakscafé  liet ik bijvoorbeeld Roland, Guido Belcanto, Raymond van het Groenewoud, Hans de Booij, Marie-Laure Béraud, Paul Couter… optreden. Ik had soms maar te bellen, ze kwamen graag af. Buiten het café heb ik nog Skitsoy en Cowboys & Aliens in Het Entrepot gezet en Willem Vermandere in de kerk van Zwankendamme laten spelen. Dat was vroeger. Nu doet het opnieuw deugd dat ik door die huiskamerconcerten weer wat leven in de brouwerij kan brengen. Ik denk dat ik mijn beroep heb gemist. Nadat mijn vrouw is gestorven, sloot ik me op. Je luistert naar muziek en je leest boeken, maar that’s it. Toen ik weer buitenkwam, trokken de mensen aan mijn mouw. ‘Kom, Chris, we gaan nog iets doen.’ Al is de oppervlakte in mijn living eerder beperkt, toch kunnen een zestigtal mensen telkens staand genieten van de intieme optredens. Zo kwamen Derek, Bruno Deneckere, Steven Debruyne, Tiny Legs Tim en Paul Couter al langs. Ik kijk nu vooral uit naar het concert van Jan Hautekiet en Bart Buls op vrijdag12 mei. Iedereen is welkom. Dichter kun je niet bij de muziek komen, want je zit er met je neus op.’

 

Driehonderd keer Arno

Muziek is zijn leven. Hij ademt ook muziek. ‘Ik ben daarmee grootgebracht’, zegt Chris. ‘Mijn ouders luisterden altijd naar Franse muziek van Charles Aznavour, Joe Dassin, Adamo, Mireille Mathieu en Dalida, maar als kind luisterde ik liever naar Brel, Gainsbourg, Brassens en Ferré. Mijn pa hoorde dat niet graag en ik verstond dat niet. Gelukkig heeft mijn nonkel me laten kennismaken met The Beatles, The Stones en The Kinks. Ik heb altijd de kriebel gevoeld om zelf muziek te spelen, maar ik heb het nooit gedaan. Waarom? Heb ik geen verklaring voor. Nu leer ik wel mondharmonica spelen, misschien doe ik daar wel iets mee in combinatie met poëzie.’

Brion heeft een boontje voor de Belgische muziekscene in het algemeen en voor Arno Hintjes in het bijzonder. Hij kent hem al meer dan 34 jaar, speelde mee in zijn videoclip ‘Black Dog Day’ en zag ondertussen al een dikke driehonderd concerten van de Oostendse Brusseleir. ‘Natuurlijk ben ik hem nog niet beu gezien. Elk optreden is uniek, want de nummers klinken telkens anders. Arno in mijn living? Gôh, dat is te hoog gegrepen, maar als ik toch zou mogen kiezen, dan zou ik hem graag samen met Paul Couter zien spelen. Ook Stef Kamil Carlens staat op mijn verlanglijstje.’ (ADC)

 

____

 

Interesse om een concert bij te wonen of er zelf op te treden? Contact via Chris.brion@telenet.be

 

BRU∙TAAL ONTVANGT BIJNA 2400 BEZOEKERS TIJDENS OPENINGSWEEKEND

Bru∙Taal, het nieuwe internationale literatuurfestival in Brugge, heeft een mooi openingsweekend achter de rug. Brugge mocht maar liefst 2384 literatuurliefhebbers ontvangen op 50 activiteiten, verspreid op 12 locaties in de Brugse binnenstad.

“Bru∙Taal heeft z’n start duidelijk niet gemist”, lichten curatoren Hendrik Tratsaert en Sigrid Bousset toe. “Op de openingsavond, vrijdag in Concertgebouw Brugge, waren bijna 600 mensen, en daar zijn we erg tevreden over. Deze bezoekerscijfers overtreffen toch onze verwachtingen.” De openingsavond stond in het teken van “Verhalen uit de Grote Stad”. Ondermeer Sandro Veronesi, Adriaan van Dis, Cees Nooteboom en Ilja Leonard Pfeijffer lazen voor uit eigen werk. De Palestijns-Syrische dichter Gayath Almadhoun was voor veel aanwezigen dé ontdekking van de avond.

APARTE PROGRAMMA’S EEN SCHOT IN DE ROOS

Op zaterdag en zondag presenteerde Bru∙Taal ontmoetingen met deze en vele andere auteurs, op biezondere plekken in de historische binnenstad van Brugge. Heel wat activiteiten waren uitverkocht: Adriaan van Dis en Philippe Claudel die dertig lezers voorlazen op een bootje op de Brugse reien, en ook het creatieparcours Brutalavista in de Poortersloge was een groot succes. De auteursontbijten met Boualem Sansal en Lara Taveirne, en de auteursgesprekken met Cees Nooteboom, Sandro Veronesi, Herman Leenders & Ilja Leonard Pfeijffer en Claudio Magris lokten volle zalen.

“De combinatie van luisteren, beleven en ontmoeten slaat aan,” aldus de curatoren van Bru∙Taal. “Dat blijkt ook duidelijk uit de lange rijen die er telkens staan voor de signeersessies. Ook de boekenverkoop op het festival overtreft alle verwachtingen.”

Het eerste festivalweekend is zondagavond afgesloten met de Woordparade. Auteurs, theatermakers en performers trokken in stoet door de Brugse binnenstad en stelden een nieuw gedicht voor Brugge voor. Dat is gebaseerd op de inzendingen van meer dan 300 lezers, die reageerden op de oproep “Wat is de mooiste zin die je ooit hoorde of las over een stad?”. Het gedicht kreeg de titel “De Tango van de Teckle met de stad.

Bru∙Taal loopt nog de hele week

Bru∙Taal loopt nog tot en met zaterdag 13 mei. Brugge mag van de week ondermeer Dimitri Verhulst, Arnon Grunberg, Gary Younge, Stefan Hertmans & Jef Neve, Connie Palmen, Herman Koch, David van Reybrouck en Tim Parks ontvangen.
Bru∙Taal presenteert vrijdagavond 12 mei een programma De Zonde Van… waarin 7 auteurs een nieuwe tekst presenteren over hun favoriete hoofdzonde.
Zaterdag 13 mei is er opnieuw een volledig dagprogramma, en dan sluit het festival ’s avonds af met BruTaalFeest!

http://www.brutaalBrugge.be