Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Maandelijks archief: april 2013

Gratis muziekfestival in het Astridpark op woensdag 1 mei

 Northern Sadness op Red Rock Rally

Feest! Op woensdag 1 mei vindt de jaarlijkse Red Rock Rally plaats in het Astridpark. Naast de bands voor de rockrally, Arbeid Adelt!, Wallace Vanborn, Het Zesde Metaal en Uberdope staat ook de Brugse groep Northern Sadness op de affiche.

 

EXit: Het is een eer om Philip ‘Flintology’ Ricquier in de rangen van Northern Sadness te sluiten?

Koen De Brabander: ‘We hebben er twee jaar over nagedacht om Flintology erbij te vragen, maar niemand van ons durfde die stap te zetten. Tot op een dag… We zijn nog altijd opgelucht dat hij heeft toegezegd.’

Philippe Lefief: ‘Ik beschouw Flintology als een pionier op het vlak van homerecording. Twintig jaar geleden was hij daar al mee bezig toen dat bij wijze van spreken nog in de kinderschoenen stond. Vandaag is homerecording haast gemeengoed geworden omdat het nu betaalbaar is.’

Philip Ricquier: ‘Ik vind het fantastisch dat er in Brugge weer iets aan het bewegen is, los van de klassieke manier van muziek maken. Wat ik met Philippe en Koen kan bereiken, is fantastisch: een combinatie van techno en hardere rock, met een zo breed mogelijke samensmelting. Bij Northern Sadness kan ik nu twee troeven op tafel leggen. Ik mag mijn gitaar weer bovenhalen en ik krijg carte blanche voor het productiewerk.’

EXit: Mogen we een kijkje nemen in de interne keuken van Northern Sadness?

Lefief: ‘We werken in de studio aan een structuur van een nummer. Dan vertrekt het naar Der Bünker, de studio van Flintology, en komt het al of niet helemaal geremoduleerd terug naar ons. Hij bezorgt ons ook input waarover we van gedachten wisselen. Soms nemen we gas terug of steken we juist nog een tandje bij. Een prima wisselwerking.’

De Brabander: ‘We zitten in een luxesituatie, want we kunnen uit veel materiaal kiezen. Philippe laat mij stukken van nummers horen en waar ik iets bij voel, daar plaats ik zanglijnen op. Het is een arbeidsintensief proces, maar we boeken resultaat.’

EXit: Hoe vertalen jullie dit studiowerk naar een podium?

Lefief: ‘Onze band vullen we aan met Emmanuel Schaeverbeke, Joost Lefevere, Jochen Demeulenaere. We kijken hoe we de partituren verdelen en wat we zullen automatiseren. Onze nummers moeten we dan wel opnieuw gaan bewerken.’

EXit: Hoeveel procent improvisatie is er nog mogelijk op het podium?

Ricquier: ‘Vrijwel geen. Net zoals bij andere groepen ligt ook bij ons de structuur van de nummers vast. Als je als groep je songs overtuigend kan brengen op een podium, dan ben je al geslaagd in je opzet. Het jammen an sich is voor weinig bands weggelegd om dit tot een goed einde te brengen.’ (ANTOINE DE CLERCK)

Info: www.redrockrally.be

Programma Red Rock Rally

Red Rock Rally met Band of Willies (12.30 uur, Oudenaarde), Quistgard (13.30 uur, Bekegem), Monk(14.30 uur, Herent), Modern Art (15.30 uur, Deerlijk), Sunday’s Ghosttown (16.30 uur, Hever), bekendmaking (17.15 uur), Northern Sadness (17.30 uur), Uberdope (18.30 uur), Het Zesde Metaal (19.45 uur), Wallace Vanborn (21.15 uur), Arbeid Adelt! (22.45 uur).

NS - Bandpicture 2012

Brugse ‘filmfotograaf’ Peter De Bruyne in 44 Gallery

 

‘Een scherp oog dat onscherpe foto’s maakt’ (Kristien Bonneure)

Een imposante en vooral intrigerende fotoreeks met ‘iconische filmlocaties’ in Amerika: dat is het onderwerp van de tentoonstelling ‘On Location’ in 44 Gallery (Genthof). De maker ervan is de Brugse fotograaf Peter De Bruyne die ons met 15 grootprint-foto’s meeneemt naar plekken waar filmparels ontstonden. Een scherp oog, een wazig beeld, vergis u niet.

In zijn studententijd raakte De Bruyne onder de indruk van Amerika en New York in het bijzonder. Het bekijken van de film Stranger than Paradise van Jim Jarmusch zette zijn American Dream in gang. Later kwamen er nog andere Independant American Movies op zijn verlanglijstje te staan. Van oude westerns en Hitchcock tot cultregisseurs als Lynch en Hartley. Maar ook de jongere generatie cineasten als Anderson en Van Sant lieten De Bruyne niet los. Allemaal filmparels die hem omwille van diverse redenen zijn gaan fascineren en die de trek over de oceaan hebben versneld. Magie, vergankelijkheid, filmisch, the American Dream. Het zijn woorden die al snel vallen als je naar zijn bewondering voor het continent peilt. Toevallig ook dezelfde woorden die vielen bij zijn vorige reeks Nuit Américaine en nu weer opduiken bij On Location.

Cherry Pie

Die nieuwsgierigheid voor Amerikaanse filmlocaties is dan ook een logisch gevolg van zijn passie voor The American Dream. In 2004, tijdens een van zijn reizen door de States, kwam hij als bij toeval in het dorpje terecht waar ooit de opnames van de tv-serie Twin Peaks werden gedraaid. Het zette veel in gang. Dat de plaatselijke serveuse van de bekende diner wat meewarig keek bij de vraag naar dé Twin Peaks Cherry Pie, nam de fotograaf voor lief. Hij voelt zich nu eenmaal geen setjetter die vist naar waargebeurde verhalen die aan de pellicule zijn blijven kleven. Voor De Bruyne  gaat het om een referentie: de straat waar James Stewart als John Ferguson in Vertigo wandelt, de 30th Street Railway Station in Philadelphia waar het verhaal van de film Witness op gang komt.

Een andere keer is het aanknopingspunt zoek. En dat doet de fotograaf bewust. Van de school uit Gus Van Sants film Elephant blijft alleen een gammel hekken over. Maar het is net dat ene symbool dat voldoende is om de magie van de plek, de tijd en het gebeuren vast te houden.

Af en toe legt De Bruyne de vergankelijkheid in zijn brute en onversneden vorm vast. De diner uit Pulp Fiction maakte plaats voor een tankstation. Dat uitgesproken ‘niets’ van een plek, het wissen van een tijd roept nu eenmaal ook een herinnering op.

Net als in de film

Maar alleen herinneringen oprakelen vindt De Bruyne onvoldoende. ,,De plek moet vooral voor zichzelf spreken, het plaatje moet kloppen, net zoals in de film’’, zegt de fotograaf.  Want hoe ingrijpend fictie in een film werkt, dat weet hij als geen ander. ,,Hoe in een film een plek door middel van beelden tot leven wordt gewekt, dat soort filmregels geldt net zo goed binnen de fotografie.’’ De fotograaf die als filmregisseur én cinematograaf alles in scène weet te zetten. Voor De Bruyne is dit de uitdaging: belichting en positie nauwkeurig voorbereiden, de juiste sfeer voor de scène creëren, nagaan hoe het spel van licht, schaduw en kleur het beeld zal bepalen. Dat De Bruyne in het benaderen van deze restplekken weerom kiest voor vage contouren, een kleur, een sfeer, het zet de illusie en de magie alleen nog maar scherper in de verf, het brengt de essentie van de herinnering nog meer op het voorplan.  (LF)

De tentoonstelling loopt tot 2 junion_location 3_peterdebruyneonlocation8. Alle info op http://www.44gallery.be

Da Cantar viert 20ste verjaardag met muziek van de Medici

foto Da Cantar

Da Cantar (foto PW)

Dit jaar viert het vocaal ensemble Da Cantar zijn twintigste verjaardag. Het Brugse koor laat deze heuglijke gebeurtenis niet onopgemerkt passeren. Op 5 mei zet het zijn jubileum luister bij met een concert. Het programma bestaat uit een kiese selectie liederen uit de 15e en 16e eeuw, trouw aan de identiteit en de roots van het koor. Dirigent Dimos de Beun geeft uitleg.

Dimos de Beun: ‘Zoals veel amateurgezelschappen is Da Cantar ontstaan uit een groepje vrienden dat besloot om samen muziek te maken. Aan de wieg van het koor stond de luitist en specialist van de Oude Muziek Wim Maeseele. Mede daardoor legde het koor zich al van in het begin uitsluitend toe op de polyfone, dus meerstemmige muziek. Dit betekent dat ons repertoire bestaat uit muziek van de 15e tot de 17e eeuw, wat meteen impliceert, zoals de muziek van die tijd het voorschrijft, dat we een eerder klein ensemble zijn met vier man per stem. In totaal zijn we dus slechts met zestien.’

EXit: Brugge telt veel koren en heeft bovendien een rijke Oude Muziek-traditie. Is het niet moeilijk voor Da Cantar om zich tussen al die koren te profileren?

de Beun: ‘Dat valt zeer goed mee. Het is waar dat Brugge een bloeiende koorcultuur kent, maar de meeste koren zijn een stuk groter en zingen bovendien een breder, meestal recenter, repertoire. Door onze kleine bezetting en strikte muziekkeuze, zijn we dus best wel uniek. Daarnaast vergt het zingen van Oude Muziek een zekere kennis en techniek die niet courant zijn. Na twintig jaar heeft Da Cantar op dit vlak heel wat ervaring verworven. Dergelijke expertise vind je niet zo snel elders.’

EXit: Is de consequente keuze voor renaissancemuziek ook geen nadeel? De muziekliteratuur uit die periode is beperkt en is, zeker na twintig jaar, al volledig gezongen.

de Beun: ‘Het is misschien verrassend, maar eigenlijk niet. Er is werkelijk een enorme hoeveelheid muziek voorhanden, die bovendien zeer divers is. Zo is bijvoorbeeld laatmiddeleeuwse polyfonie quasi onbekend terwijl ze zeer rijk en complex is, en dan nog eens compleet verschillend van muziek uit de hoog- of late renaissance.’

EXit: Welke muziek heeft u gekozen voor het jubileumconcert?

de Beun: ‘Zoals voor elk project hebben we ook hier gezocht naar een rode draad. In het huidige geval wordt die samengevat door de titel van het programma: Amici dei Medici – “vrienden van de Medici”. Dit leek ons wel zo toepasselijk, omdat we enerzijds motetten zingen uit de befaamde Medici Codex; een muziekboek uit het begin van de 16e eeuw, dat paus Leo X schonk aan zijn neef Lorenzo de Medici als huwelijksgeschenk. Anderzijds vullen we dit aan met wereldlijk werk van Alexander Agricola en Constanzo Festa, componisten werkzaam bij respectievelijk de paus en diens neef.’   ( ALEXANDER JOCQUE)

Info

Da Cantar brengt Amici dei Medici op 5 mei, 16 u.

Psychiatrisch Ziekenhuis Onze Lieve Vrouw, Koning Albert I-laan 8, Brugge

http://www.dacantar.be

Het Gruuthusehandschrift te zien én te horen

ClubMed@KoenBroos1

Thomas Baeté (foto Koen Broos)

 

In het vorige nummer van EXit brachten we de nieuwe tentoonstelling rond het vermaarde Gruuthusehandschrift onder de aandacht. Naar aanleiding van de terugkeer van het manuscript in zijn geboortestad staan echter nog heel wat andere activiteiten op stapel. Van 26 tot en met 28 april vindt een concertreeks plaats in het Concertgebouw, waarin onder andere de muziek uit het handschrift zelf wordt uitgevoerd. ClubMediéval, onder leiding van haar artistiek leider Thomas Baeté, neemt het openingsconcert voor haar rekening.

 EXit: Wat moeten we ons bij zo’n lied uit het Gruuthusehandschrift voorstellen?

Thomas Baeté: ‘Wat betreft de vorm, zou je kunnen zeggen dat liederen zoals in het Gruuthusehandschrift de muzikale tegenhanger vormen van de miniatuurkunst. De liederen zijn meestal immers zeer compact en beknopt, maar wel erg verfijnd en gedetailleerd. Dit vormt ook meteen het verschil met de latere renaissancemuziek, die meer uitgesponnen en “horizontaal” is. Voorts zijn de liederen uiteraard geschreven in het Middelnederlands, en zo brengen we ze ook. We hebben ons goed geïnformeerd over de dictie van die oervorm van het Nederlands en uiteindelijk blijkt het vooral veel weg te hebben van het West-Vlaams. Dus qua locatie voor het concert konden we het niet beter treffen (lacht). Inhoudelijk gaat het om een heel bonte verzameling liederen, allen wel wereldlijk van inslag. Zo zitten er ook een paar heel schunnige tussen.’

EXit: Waar moeten we het Gruuthusehandschrift plaatsen tussen andere muziekbundels uit die tijd?

Baeté: ‘Eigenlijk vormt de muziek in het manuscript een grote uitzondering op de andere muziek die we kennen uit de late middeleeuwen. In eerste instantie uit zich dat in de notatiewijze. Zonder al te technisch te worden, werd rond 1400 doorgaans de mensurale notatie gebruikt. Dit is de voorloper van ons huidige muzieksysteem, dat al toeliet om zowel melodisch als ritmisch precies aan te geven hoe de muziek uitgevoerd diende te worden. De liederen in het Gruuthusehandschrift daarentegen zijn nog neergeschreven aan de hand van de “streepjesnotatie”: enkel de toonhoogte is aangegeven doormiddel van een streepje op een notenbalk. Meer informatie, althans in de vorm van een specifieke muzieknotatie, is niet voorhanden.’

EXit: Waarom werd voor die notie geopteerd?

Baeté: ‘Dat is niet helemaal duidelijk. De meest gangbare uitleg is dat de liederen bestemd waren voor een kleine groep mensen, die niet noodzakelijk mensurale notatie konden lezen. De neergeschreven melodie diende dan enkel als geheugensteuntje. Dergelijke summiere notatie was mogelijk omdat het in het Gruuthusehandschrift geen polyfonie betreft, maar wel monodie. Er is dus maar één melodielijn.’

EXit: Betekent dat dan dat er ook maar één zanger of instrumentalist nodig is?

Baeté: ‘Zeker niet. De melodie kon gezongen worden door één of meerdere stemmen, die men bovendien instrumentaal ondersteunde. Die begeleiding is dus echter niet genoteerd. De precieze bezetting trouwens ook niet. Maar in de teksten van de liederen zelf wordt er hier en daar van instrumenten zoals de vedel of het hakkebord gerept, wat het logisch maakt om die ook te gebruiken bij het begeleiden. Op dat vlak hebben we bijgevolg wel enige zekerheid. Wat betreft de harmonisatie moeten we daarentegen enigszins creatief zijn, maar intussen is er genoeg gekend van de muziekpraktijk uit die tijd, zodat we een goede basis hebben om de muziek te interpreteren. Uiteraard proberen we de liederen zo authentiek mogelijk uit te voeren en al bij al ben ik ervan overtuigd dat we behoorlijk dicht bij het origineel zitten.’ (ALEXANDER JOCQUE)

Info: www.concertgebouw.be en http://www.liefdeendevotie.be

Veerle Mans nieuwe directeur van De Werf

_DSC4347-Edit

Veerle Mans (foto PW)

‘De Werf biedt een antwoord op de vraag naar artistieke creaties’

Kunstencentrum De Werf heeft de voorbije jaren een en ander op z’n bord gekregen. Er waren de onheuse beoordelingen van de bevoegde (?) commissies en begin dit jaar verhuisde (hun) directeur Jan Denolf naar de Provincie. Vandaag herstart De Werf met een bekend gezicht: Veerle Mans, in Brugge bekend van functies bij Brugge Plus en…De Werf.

EXit: Veerle Mans aan het roer van De Werf. Mogen we dat een verrassing noemen?

Veerle Mans: ‘Ja, maar bij De Werf was de verrassing beduidend minder, want ik werd vooraf al enigszins gepolst. Ik heb er in het verleden drie jaar gewerkt als organisator van Jazz Brugge en de  Flemish Jazz Meeting. Het was een aangename job, maar na enig verloop bleef de uitdaging achterwege. Ik wilde iets meer verantwoordelijkheid dragen, vooral na mijn passage bij Brugge Plus waar ik de eindverantwoordelijkheid droeg.’

EXit: U komt bij De Werf op een moeilijk moment.

Mans: ‘Absoluut. Twee negatieve adviezen op rij, dat is geen goed nieuws. Daarom is het nu dé moment om van binnenuit de werking te overdenken en zo nodig te heroriënteren. Ook ons bestuur heeft dat goed begrepen en zet zich in om tegen de volgende de ronde een positief advies voor De Werf te verkrijgen.’

‘Het wordt een uitdagende oefening. De volgende beoordelingsronde vraagt een nieuw beleidsplan in 2015, de nieuwe periode start in 2017. We zijn daar nu al hard mee bezig. Het meest heikele punt is wellicht ons profiel en de beeldvorming. De Werf steunt op twee peilers: theater en jazz, die allebei zeer goed werken, maar we worden door de sector te weinig als een kunstencentrum gezien, als een geheel. Dat is jammer voor ons, maar ik begrijp dit standpunt, en daar zullen wij een antwoord op  formuleren. We nemen nu een jaar de tijd om de beste piste te zoeken. We betrekken er ook heel wat expertise van buiten het huis bij. Maar welke richting we precies uitgaan is dus nog niet vast gelegd.’ (LF)

Het volledige interview met Veerle Mans leest u in EXit-mei

 

Nieuwe chef-dirigent voor het Symfonieorkest Vlaanderen

Jan Latham-Koenig 4 - Paul Persky

Dirigent Jan Latham-Koening (foto Paul Persky)

Bij ons is hij dan misschien wel een nobele onbekende, met Jan Latham-Koenig heeft het Symfonieorkest Vlaanderen een absolute topper binnengehaald. Het palmares van de Britse dirigent liegt er niet om: de maestro heeft al voor prestigieuze orkesten als de London Philarmonic, het symfonieorkest van de Wiener Staatsoper en de Royal Philarmonic gestaan. Momenteel bekleedt Latham-Koenig de positie van artistiek directeur van het OFUNAM, één van Mexico’s belangrijkste orkesten. Verder is hij chef-dirigent bij de Novaya Opera in Moskou, en vanaf mei 2013 dus ook bij het Symfonieorkest Vlaanderen.

Dat de muzikale globetrotter nu in België neerstrijkt, is het gevolg van een succesvol gastoptreden bij het Symfonieorkest Vlaanderen vorig jaar. ‘De chemie tussen het orkest en mij was dermate goed, dat er een wederzijdse wens was om de samenwerking voort te zetten. In het bijzonder was het ook de manier van werken van het orkest, die me enorm beviel. Hier werkt men immers projectmatig en niet van “9 to 5”. Hierdoor is er geen gevaar dat er routine, en daarmee een soort gelatenheid, zou sluipen in het functioneren van het orkest.’

Het orkest en Latham-Koenig vonden elkaar ook artistiek, op vlak van de muzikale keuzes. Zonder te breken met het opgebouwde – vooral romantische – repertoire, wil het Symfonieorkest Vlaanderen immers steeds meer de kaart trekken van de hedendaagse muziek, iets waar de kersverse chef zich volledig in kan vinden: ‘In België zijn er eigenlijk weinig andere symfonische orkesten die systematisch 20e en 21e muziek in hun repertoire opnemen. Omdat het essentieel is voor een orkest om zich te profileren en te onderscheiden van de rest, zagen we hier een unieke kans. Zelf een enorme liefhebber van hedendaagse klassieke muziek, wil ik deze doelstelling bijzonder graag mee helpen verwezenlijken.’

Het eerste concert onder leiding van Latham-Koenig zet deze ambitie alvast kracht bij. Op het programma staat werk van Shostakovich, Prokofiev en Britten. (A.J.) 

Het Symfonieorkest Vlaanderen brengt “Romeo & Juliet” op 28 mei in het Concertgebouw

www.concertgebouw.be/

http://www.symfonieorkest.be/

 

 

 

EXit-mei dit weekend in de rekken

Vanaf morgen is de mei-editie van EXit volop verkrijgbaar. Daarin onder meer aandacht voor:

 

*Annick Lambrecht ijvert voor een evenwicht tussen een levendig en een leefbaar Brugge

*Veerle Mans: De Werf biedt een antwoord op de vraag naar artistieke creaties in deze stad’

*Brugse ‘filmfotograaf’ Peter De Bruyne in 44 Gallery

*Nieuwe chef-dirigent voor Symfonieorkest Vlaanderen

*Het Gruuthusehandschrift nu ook ‘te horen’

*Da Cantar zingt voor 20ste verjaardag

323054_cover_redactioneel_221

Primeur in JH Comma: nieuw werk van MOTEK

motekOp woensdag 8 mei staat MOTEK op de planken van Jeugdhuis Comma. Deze post-rock band uit Aalst verkiest Brugge om hun nieuwe plaat voor het eerst voor een publiek te brengen. Het is meteen de eerste en enige try-out in West-Vlaanderen. De officiële cd-release vindt later plaats. Ook het voorprogramma is niet mis: Northern Sadness, de band van Philippe Lefief en Koen De Brabander, beklimt die avond het podium met een uitgebreide bezetting om materiaal uit hun nieuwe cd te spelen.

Beide concerten zijn een initiatief van RGMC (Rock, gothic and metal club) en dat is een werkgroep van JH Comma, in 2012 in het leven geroepen door Piet Focroul, Jan Van Deun, Manuel Cools, Thijs Decorte en Jochen Theetaert. RGMC merkte op dat er in Brugge weinig rock, gothic en metal optredens plaatsvinden. De laatste jaren leeft er voornamelijk dubstep of R&B bij de jongeren. RGMC wil ook de muziek waar de leden zelf mee opgroeiden opnieuw bekend maken bij de jeugd.

MOTEK op woensdag 8 mei 2013 in JH Comma, Binnenweg 4 

Voorprogramma: Birds en Northern Sadness
Tickets = 8 euro
Met een Brugge Leeft-pas betaal je slechts 5 euro

www.jhcomma.be

Erfgoeddag stopt de tijd

Lijst 20 WVBeton

De Sint-Pieterskaai in autoluwe tijden

 

‘Stop de tijd’ is het thema van Erfgoeddag 2013 in het weekend van 20 en 21 april. Voor deze dertiende editie gingen meer dan veertig Brugse erfgoedorganisaties op zoek naar wat tijd voor hen betekent. Voor sommigen is dat terugkeren in de tijd, anderen benadrukken evoluties en nog anderen trachten de tijd stil te zetten.

Getijdenboeken, begraafplaatsen, klokken(torens), gedenkplaten en archiefdocumenten tonen ‘de tijd’ in Brugs erfgoed. Daarbij komen de vertrouwde plaatsen en verhalen aan bod, maar ook minder bekende aspecten van tijd in Brugge.

Op Erfgoeddag wordt ook vooruitgekeken naar de toekomst. Zonder degelijke erfgoedzorg is er immers geen toekomst voor ons unieke erfgoed. Een goed voorbeeld daarvan zijn de activiteiten rond de restauratie van schilderijen en boeken. Of ontdek hoe erfgoedcollecties gedigitaliseerd worden om ze beter te bewaren en te ontsluiten voor de volgende generaties. Er zijn 55 gratis activiteiten, van wandelingen, rondleidingen, lezingen, workshops, demonstraties tot natuurlijk tentoonstellingen.

Aanbevolen

De Openbare Bibliotheek toont je heel uitzonderlijk enkele schitterende Middeleeuwse luxehandschriften. Een filmpje geeft je duiding over deze unieke getijdenboeken.

Het Volkskundemuseum wordt op Erfgoeddag omgetoverd in een nostalgische meifoor met foto’s van Nick Hannes over het kermisleven en enkele oude kermisspelen.

De Garemijnzaal in de Hallen is het kloppend hart van de Erfgoeddag. Naast het centrale infopunt presenteren zes erfgoedpartners hun STOP-DE-TIJD-activiteiten. Je maakt er kennis met munten, affiches, erfgoedwebsites, stamboomonderzoek, Brugse ambachten en opgezette dieren.

Ook de deelgemeenten doen mee. Zo biedt het Stedelijk Buurtwerk Sint-Pieters een programma met een tiental activiteiten aan op Sint-Pieters. In Sint-Michiels is er de cultuurbibliotheek aan het Sint-Lodewijkscollege. Hier kom je voor een kennismaking met de wereld anno 1300 aan de hand van een zogenaamde mappa mundi, een middeleeuwse wereldkaart. Zij bezitten een Herefordkaart uit 1300 die zowat de bekendste mappa mundi is. (LF)

Praktisch. Alle info is te vinden op de website www.erfgoedcelbrugge.be/erfgoeddag2013. Voor enkele activiteiten waar slechts een beperkt aantal plaatsen zijn, moet je reserveren. Dit kan tussen 15 en 18 april bij voorkeur online op www.erfgoedcelbrugge.be/erfgoeddag2013. Lukt het niet om online in te schrijven? Dan kun je tussen 9.00 en 12.00 uur telefonisch reserveren op 050 44 50 48. Er worden geen inschrijvingen per e-mail aanvaard.

Bruggeling Roland Willemyns publiceert biografie van het Nederlands bij Oxford University Press

 Willemeyns

Roland Willemyns is Emeritus hoogleraar Nederlandse Taalkunde aan de Vrije Universiteit van Brussel. Hij verdiende zijn sporen en reputatie met colleges en seminaries over historische taalkunde, sociolinguïstiek, Middelnederlands en de Geschiedenis van het Nederlands. Willemyns heeft 250 publicaties in binnen- en buitenland op zijn naam staan.

Daar is zopas de 251ste publicatie bij gekomen. En wat voor één: Oxford University Press bracht Dutch. Biography of a Language net wereldwijd op de markt. Het gaat hier om het eerste en enige in het Engels geschreven boek over de geschiedenis en de huidige ontwikkeling van het Nederlands. Dit boek is uiteraard geen Tiny op de Boerderij, maar toch schrijft Willemyns voor een breed, geïnteresseerd publiek.

Het eerste deel van het boek belicht de historische ontwikkeling van het Nederlands. In het tweede deel komen geografische spreiding en sociale variatie aan bod. Boeiend (en ongetwijfeld voor veel lezers ongekend) is de uitvoerige uiteenzetting over Colonial Dutch. Uiteraard hoort daar het Afrikaans bij, maar ook de stukken over de invloed en het gebruik van het Nederlands in Suriname, De Antillen, Indonesië, de USA en andere landen zijn bijzonder verrassend. Voorts gaat Willemyns uitgebreid in op taalcontact en taalconflict. In het afsluitende hoofdstuk gaat de professor emeritus dieper in op de toekomst van het Nederlands en de eventuele impact van ‘nieuwe’ variëteiten als Poldernederlands en Verkavelingsvlaams.

R. Willemyns, Dutch. Biography of a Language, Oxford University Press, 2013, 312 pp. Te verkrijgen via www.amazon.com en later dit jaar ook in de betere boekhandel. Het boek wordt officieel voorgesteld op 22 mei om 20.00 uur in de Koninklijke Academie, Koningstraat 18, 9000 Gent. Voor inschrijving: secretariat@kantl.be

(TS)

%d bloggers liken dit: