
(foto EDM)
Jan Dumolyn: ‘Brugge was als grootstad een oord van prostitutie, misdaad en opstand’
Natuurlijk is de geschiedenis van Brugge al meerdere keren beschreven. De eerste was kanunnik Duclos die in 1910 zijn ‘Bruges, histoire et souvenirs’ publiceerde (vandaag felbegeerd bij bibliofielen). In 1982 verscheen het meesterwerk van professor Van Houtte: ‘De geschiedenis van Brugge’. Onder meer Bruggekenner Marc Ryckaert en toenmalig stadsarchivaris André Vandewalle legden er in 1999 ‘Brugge, de geschiedenis van een Europese stad’ bovenop. En recent zorgde het ‘Op het raakvlak van twee landschappen’ van Raakvlak voor verhelderende inzichten.
De evidente vraag is bijgevolg of er nog iets nieuws te vertellen valt? Het lijvige boek, ‘Brugge, een middeleeuwse metropool 850-1550’, van een team rond de Brugse historicus Jan Dumolyn overtuigt op alle fronten. Hij belooft een goudmijn aan nieuwe inzichten, een verhaal gevat in een magistrale uitgave.
EXit: Al vaak gehoord: dit boek is anders dan al de vorige Brugge-boeken.
Jan Dumolyn: ‘Zeker weten. Er was eerst de Engelse editie die samenvat wat de voorbije drie decennia is verschenen in allerlei geleerde ‘journals’ van specialisten wereldwijd. Een academisch boek dat eerst in het Engels moest verschijnen omwille van de buitenlandse onderzoekers. Uiteraard moest er een Nederlandstalige en meer toegankelijke editie komen en zo belandden we bij de jonge uitgeverij Sterck & De Vreese. Stad Brugge stak ook een handje toe bij de vertaling.’
EXit: Elke lezer gaat nu op zoek naar de beloofde nieuwe inzichten.
Dumolyn: ‘Een van de belangrijkste nieuwe inzichten is dat we nu duidelijk maken dat de echte groei van de stad verliep tussen 950 en 1050 en niet in de negende eeuw en de tijd van de Vikingen. Dat was een foute insteek. Daarnaast besteden wij veel meer aandacht aan de 12de en de 13de eeuw, in tegenstelling tot de meeste Brugge-boeken die meestal over de late middeleeuwen gaan.’
EXit: U hebt een boontje voor ‘t Zand. Waarom?
Dumolyn: ‘Wij schetsen de rol van ‘t Zand als centrum van politieke vergadercultuur. Niemand heeft daar ooit over geschreven. De vroegere Brugse historici waren nogal conservatief qua insteek en hun visie baadde in een katholieke sfeer. Zo toonden ze amper aandacht voor de sociale geschiedenis. Al die opstanden werden koudweg genegeerd. Brugge als centrum van de christelijke cultuur, dat was het dominante beeld, terwijl Brugge als hoofdstad een oord was van prostitutie, misdaad en opstand. Mijn grote vreugde zou erin bestaan dat ‘t Zand in ere wordt hersteld als één van de plaatsen van middeleeuwse democratie.’
EXit: Hoeveel weten we nog niet van de 13de eeuw?
Dumolyn: ‘Veel. Wandel hier in de buurt Rozendal, Oude Zak, Sint-Gillis en je wandelt door 13de-eeuwse industrie- en sloppenwijken. Die zaken bestaan niet in de geschiedenis van Brugge, de Brugse gidsen vertellen dat verhaal niet. Dat is één grote blinde vlek. De sociale ongelijkheid was immens. De rijken woonden binnen de eerste stadsomwalling, de armen in de Meersen of in de buurt van de Ganzestraat. Daar leefde het proletariaat in lemen huisjes en werkte in de textielsector. Dat zijn zaken die we de laatste 20 jaar hebben blootgelegd.’
EXit: Over het precieze ontstaan van Brugge hangt nog steeds een mist.
Dumolyn : ‘Er wordt daar nog steeds over gediscussieerd, maar we weten zeker dat Brugge is ontstaan door de landbouw en de veeteelt en de regionale handel. Het recente boek ‘Op het raakvlak van twee landschappen’, een archeologische stand van zaken, heeft ons hierbij fel geholpen. Hun visie komt ruim aan bod in het eerste hoofdstuk van onze uitgave.’
EXit: Er zijn vandaag nog steeds weinig sporen uit de vroegste tijd. How come?
Dumolyn: ‘Klopt. In Brugge wordt veel te weinig toestemming gegeven om archeologische opgravingen te doen. Men laat gigantische kansen onbenut. Denk maar aan de site voor de Sint-Salvatorskerk, nu een plein, waar grote kans bestond op ontdekkingen. Maar dat is overal zo. Archeologie wordt steevast geboycot door politici. Is niet populair. Nochtans is er op archeologisch vlak nog gigantisch veel te doen. Mocht het aan mij liggen, ik spitte de hele binnenstad open (ernstig).’
EXit: U maakt ook werk van een rehabilitatie van Pieter De Coninck, de held van 1302.
Dumolyn: ‘Recent onderzoek heeft aangetoond dat Jan Breydel helemaal niet interessant is. Sommigen noemen het fake news uit de middeleeuwen. Klopt. Pieter De Coninck daarentegen was een figuur van internationaal belang. Ik steun hierbij de suggestie om het nieuwe voetbalstadion het Pieter De Coninckstadion te noemen. Hij was één van de belangrijkste volksleiders van de middeleeuwen. Hij was de eerste rebellenleider die uit de lagere klasse afkomstig was, een kleine zelfstandige. Zijn belang kan niet genoeg onderstreept worden.’
EXit: Het boek telt 24 auteurs en één verhaal. Een recept om knetter te worden?
Dumolyn: ‘Het heeft mij twee jaar van mijn leven gekost en een bijna-hartinfarct (ernstig). Ik heb het verhaal gemaakt dat alles aan mekaar rijgt. Ik verzeker u, een immense opdracht. Coauteur Andrew Brown nam het Engels en het hoofdstuk religieuze cultuur op zich. Ik ga dit ook nooit meer doen, maar de lezer merkt daar niks van, er zitten geen stijlbreuken in. Weet je, wij hebben het verhaal, 439 bladzijden, zeven keer herlezen.’
EXit: Dit boek heeft een en ander te danken aan de Brugse historicus Marc Ryckaert.
Dumolyn: ‘Hij heeft inderdaad een enorme inbreng gehad, zonder hem was het boek er niet gekomen. Hij is de grootste kenner van het stedelijke landschap en de stad. Hij is ook de enige mens die meer afweet van de Brugse geschiedenis dan ik. Hij is mijn meerdere, maar zijn bescheidenheid is terzelfdertijd legendarisch.’
EXit: Brugge en de Vikingen, altijd al een leuk verhaal geweest, maar het blijkt niet te kloppen.
Dumolyn: ‘Nee, de Vikingen hebben een fantastische rol gespeeld in de geschiedenis van Brugge. Er waren natuurlijk de plunderingen en verkrachtingen, maar ze hebben een geweldige bijdrage geleverd aan onze economie. Een van hun belangrijkste verdiensten was dat ze het gestolen goud en zilver van de abdijen in omloop hebben gebracht, waardoor er meer muntcirculatie was. Het klinkt misschien cru, maar hun betekenis was vooral positief.’
EXit: Mag ik vermoeden dat u een beetje jaloers bent op het succes van Bart Van Loo met zijn boek ‘De Bourgondiërs’?
Dumolyn: ‘Maar nee, ik ben helemaal niet jaloers. Alleen vind ik het boek een beetje ouderwets van opvatting. Dat verhaal van koningen en prinsen en hun hofcultuur hebben we nu toch al gehad. Ons boek is een aanvulling op zijn boek. Wij bekijken de geschiedenis vanuit het standpunt van de stedelijke cultuur, en niet vanuit de hofcultuur. Je moet deze twee boeken naast mekaar leggen en lezen. Bart was nogal snel geraakt door mijn kritiek terwijl 85 procent lovend en 15 procent kritisch was. In zijn boek ontbreekt de sociale geschiedenis bijna volledig. Maar hij heeft een goed verhaal gebracht en het zal de geschiedenis van de middeleeuwen een boost geven.’
EXit: Nog één opmerking: u kijkt nogal kritisch naar het Gruuthuse-handschrift. Waarom?
Dumolyn: ‘Omdat ik twijfel of het handschrift van Lodewijk van Gruuthuse is. Ik heb daarover al gepubliceerd in de catalogus van de tentoonstelling over het Gruuthuse-handschrift. Ik betwijfel of het van Gruuthuse is geweest. Er hangt een verdachte geur rond. Bovendien, waarom moet het altijd over Gruuthuse gaan? Brugge telt zoveel stadspaleizen. De Adornes-site is zoveel interessanter. Stop dus met Gruuthuse. Dat is een 19de-eeuws bouwsel van Delacenserie. En nu gaan ze nog protesteren omdat er een paviljoen voor staat. Allez, kom…’ (LUC FOSSAERT)
‘Brugge, een middeleeuwse metropool 850-1550’, Jan Dumolyn en Andrew Brown, uitg. Sterck & De Vreese, 49,99 euro
Op woensdag 27 november om 20 uur is Jan Dumolyn ook aanwezig in zaal De Snuffel, Ezelstraat 42, 8000 Brugge. Info via brugge@masereelfonds.be
Vind ik leuk:
Like Laden...