Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Maandelijks archief: november 2019

Printfestival Hyperdruk#2 in Het Entrepot

 

(foto Rik Vannevel)

Begin dit jaar vormde Hyperdruk het grote openingsevent van het langverwachte grafiekatelier Het Printlab in Het Entrepot. Na die eerste geslaagde kennismaking pakt Het Lab op zaterdag 30 november uit met Hyperdruk#2, een uitgebreidere opvolger van het printfestival. Op het programma: workshops, live-illustraties en muziek, talks en een printmarkt.

Het Lab is een verzameling van artistieke werkplaatsen die, naast het Printlab, ook het Het Videolab en Makerslab omvat. ‘Het is een ontmoetingsplaats voor jonge creatievelingen waar ze vrij zijn om te experimenteren en elkaar kunnen inspireren ‘ zegt Lab-coördinator Willem Roose. ‘Met Hyperdruk#2 focussen we ons volledig op print in al zijn facetten. Tijdens de eerste editie stond het grafiekatelier zelf in de kijker aangezien het nog gloednieuw was. Vandaag hebben al talloze jonge artiesten ons atelier bezocht en hebben onze vaste leden, de printcrew, het printfestival mee op poten gezet en geven ze er ook workshops.’

uziek en illustratie

De workshops op Hyperdruk#2 waren in een mum van tijd volzet, al vormt dat volgens Willem zeker geen reden om het festival over te slaan. ‘Doorheen het jaar kunnen we de workshops in een andere setting zeker nog eens hervatten, maar op Hyperdruk#2 valt er nog heel wat interessants te beleven. Zo vormt het samenspel tussen livemuziek en live-illustratie het centrale punt van het festival.’ De muziek wordt gecureerd door het Gentse platenlabel Dauw waarbij grafiek en ambient muziek elkaar perfect aanvullen. De bezieler van Dauw, Pieter Dudal komt er zelf een liveshow geven en hij heeft drie artiesten geselecteerd om die line-up aan te vullen: Jogging House (DE), Wouter van Veldhoven (NL) en Stijn Hüwels (BE). De illustratoren zullen telkens per twee live met elkaar in conversatie gaan via hun tekenkunst. Op het programma staan Randall Casaer, Jan Van Der Veken, Lukas Verstraete, Martha Verschaffel, Thijs Desmet, Trui CHielens, Frieke Verlé en Maarten Derous. ‘Een onwaarschijnlijk mooie programmatie’, meent Willem, ‘dit zijn echt de illustratoren die vandaag relevant zijn in hun vak.’

Talks

Op Hyperdruk#2 worden ook panels en talks georganiseerd die focussen op het leven als illustrator. ‘Veel jongeren die naar Het Lab komen dromen ervan om te kunnen leven van hun passie, maar ze weten niet welke stappen ze daarvoor moeten ondernemen. Samen met TURBO, het Brugse ondernemingsplatform voor jongeren, houden we enkele inspirerende panelgesprekken met kunstenaars over de moeilijkheden en de pracht om een carrière op te bouwen als illustrator.’

Wie graag de jonge kunstenaars wil steunen of al op zoek is naar kerstcadeaus kan op Hyperdruk#2 terecht op de Printmarkt. Tientallen jonge artiesten komen er hun zelfgemaakte kunstwerken verkopen. Textiel, postkaarten of keramiek, alles wat met print te maken heeft vind je er terug. (LDD)

___Hyperdruk#2 is gratis en vindt plaats op zaterdag 30 november van 13 tot 22 uur in Het Entrepot. Alle info: www.het-lab.be en facebook

 

Brugge Foto toont werk op dertien locaties

 (foto Rebecca Fertinel)

Van 30 november tot 29 december loopt in Brugge de zesde editie van Brugge Foto, het stadsfestival fotografie met boeiende tentoonstellingen op dertien locaties én een extra programma. De expo’s vormen een mooi traject op wandelafstand van elkaar in het Brugse centrum.

 EXit: Hoe is het festival opgevat?

Luc Rabaey: ‘Het festival getuigt van de grote diversiteit in de wereld van het fotografisch beeld, met aandacht voor documentaire verhalen, fotografische essays, hedendaagse conceptuele fotografie en de zoektocht naar een connectie met andere media. Belgische en buitenlandse fotografen tonen hun fotoprojecten. Op het programma staan zowel aankomende talenten als toonaangevende fotografen, zo onder meer Gunnar Smoliansky (SE), Joost Vandebrug (NL), Sarah Westphal (DE/BE), Antonio Jimenez Saiz, (ES/BE), David Denil, Frieke Janssens, Rebecca Fertinel en Nele Van Canneyt.’

EXit: Wat mag de bezoeker zeker niet missen?

Rabaey: ‘In de voormalige showroom van het bedrijf Van Marcke wordt onder de titel ‘Changing Perception. Female Portraits 1920 – 2020’ een unieke collectie vrouwenportretten gepresenteerd van topfotografen die de geschiedenis van de fotografie hebben bepaald. We kunnen werk bekijken van onder andere Edward Steichen, Eugene Smith, Andre Kertesz, Irving Penn en Peter Lindbergh.’

‘Het Gezellemuseum pakt uit met de conceptexpo ‘De Poëzie van de Gewoonheid’ waarin het werk van Anne-Sophie Costenoble, Chrystel Mukeba en Alain Janssens ook hoorbaar is. De tentoonstelling van Joost Vandebrug over de straatkinderen van Boekarest in het Concertgebouw is gelinkt aan het seizoensthema ‘We zijn weer velen’. 44 Gallery presenteert onder de noemer ‘Backyard Explorers’ zorgvuldige selecties uit het oeuvre van de Zweedse topfotograaf Gunnar Smoliansky en de naar Australië uitgeweken Belgische fotograaf Wouter Van de Voorde.’

EXit: Er zijn ook tentoonstellingen waarin de fotografie in dialoog gaat met andere beeldende kunsten?

Rabaey: ‘Klopt, Sarah Westphal creëert in de Bogardenkapel een multimediale installatie waarin de fotografie nadrukkelijk aanwezig is. In de expo ‘M/V/X: HET LICHAAM, EEN FEEST?’ in de Brugotta Hal Biekorf baseren Sylvie Crutelle, Elke Desutter, Peter Jonckheere en Christoph Muylaert hun werk op fotografische afbeeldingen.’

 EXit: Tot slot, er zijn ook nevenactiviteiten?

Rabaey: ‘Ja, hoor. De Donkerste Kamer op 21 december in het Concertgebouw en op 19 december Breedbeeld in gesprek in het Brugse Stadhuis. In 44 Gallery is er een permanente bookshop.’ (LF)

 

http://www.bruggefoto.be en facebook.com/BRUGGEFOTO

Toneeltip december

De Schoonzusters, Kunst Adelt
30 november & 6, 7, 12, 13, 14, 20 en 21 december 2019, 20.00 uur
Toneelzaal Zeven Torentjes

Met De Schoonzusters kiest Kunst Adelt voor een geliefde klassieker binnen het amateurtheater. Tragiek en humor dansen in dit stuk een geslaagde tango. Germaine heeft een miljoen zegels gewonnen. Ze wil daarmee een nieuwe tv, frigo, douche, enkele tapijten, asbakken, zetels en behang… kopen. Ze nodigt haar zussen, vriendinnen, buurvrouwen en hun schoonmoeder, haar dochter met haar vriendinnen uit om te helpen die zegels in ‘de boekskes’ plakken. Ze komen af, maar zij hebben geen zegels gewonnen… Bart Cardoen regisseert:’,Een stuk in het West-Vlaams, te vergelijken met een taske straffe koffie met een cognacske: ’t doet verdomme enorm veel deugd, maar ’t pakt af en toe ook op uwen asem!’

www.kunstadelt.be

Wintergloed baadt in het licht

 

 Het stond aangekondigd in de Visienota van het nieuwe stadsbestuur: ‘De kerstmarkt wordt geheroriënteerd naar een vernieuwend concept’. Het resultaat daarvan kunt u nog tot 5 januari beleven tussen Station en Minnewaterpark, samen met een bezoekje aan de (eerste?) ecologische schaatspiste die nul komma nul voetafdruk achterlaat. Wintergloed wil een nieuw soort winterfestival worden.

Na de weinig sfeer- en smaakvolle kerstedities van de voorbije jaren was de Brugse kerstmarkt inderdaad aan een dringende restyling toe. Vorig jaar telde Toerisme Brugge nog 1,3 miljoen bezoekers tijdens de kerstperiode, maar het kerstaanbod kon weinig bezoekers bekoren. Er groeide de voorbije jaren bij Bruggeling én bezoeker steeds meer ergernis over de plat commerciële invulling van de kerstmarkt op de Markt. Het concept werd herleid tot kraampjes met wollen mutsen, straffe likeuren en kerstgeflikker rond een energieverslindende ijspiste. Bovendien moest steeds vaker in de late uren opgetreden worden tegen lallende en dronken toeristen.

Het stadsbestuur veranderde het wapen van schouder, schrapte het concept-Markt, inclusief de term kerst, en koos resoluut voor een nieuwe invulling. Zo werden twee ‘licht- en belevingswandelingen’ uitgewerkt tussen Station en Minnewater en tussen Station en ’t Zand. De traditionele ijspiste op de Markt wordt vervangen door een ‘ecologische kunstijsbaan’. ‘Ecologisch’ staat hier niet voor nep, maar voor synthetisch ijs dat een realistische kopie is van het natuurijs waarop professioneel ijsschaatsen en trainen mogelijk is. Deze piste is bovendien een staaltje van ‘ijsbrekende technologie’ die het energie- en waterverbruik tot nul herleidt.

Veel aandacht is ook gegaan naar de belichting. Brugge klopte aan bij het Genkse bureau ‘Painting with light’ dat de twee parcours heeft uitgelicht, die de site-Station verbinden met zowel het Minnewaterpark als het Koning Albertpark. Beide wandelingen worden gecombineerd met lichtkunstinstallaties en projecties.

De site-Minnewater voorziet ook in een winterbar (279 vierkante meter) die wordt uitgebaat door vier Brugse horeca-mensen, terwijl de commerciële invulling van de deze ontmoetingsplek is toevertrouwd aan Brugse handelaars. Wintergloed is de naam, een mooie woordvondst overigens. (LF)

 

EXit 300, haal hem nu binnen

EXit 300 verdient een terugblik. Een verhaal dat startte op 1 januari 1995 en intussen 25 jaargangen rond heeft gemaakt en geen weet heeft van ophouden. Vind nu uw exemplaar terug in de vertrouwde afhaalplekken.  Wij bereiden ons voor op nog eens 25 jaargangen.

Bass & Strings in de bres voor lokale muziekscene

(foto EDM)

Nieuw leven voor Bass & Strings! Het was een tijdje stil rond deze vzw die de focus legt op lokaal talent en podiumkansen aanbiedt in een professionele omkadering, maar nu staat er een vers evenement op de kalender. Op zaterdag 23 november krijgen de drie Brugse bands Steel Orchid, Three Eyed Jack en Shuriken II een podium onder de voeten geschoven in De Kelk (Langestraat 69).

Na een stop van enkele jaren vormen de concerten in De Kelk op zaterdag 23 november hopelijk de voorbode van een nieuwe reeks initiatieven van Bass & Strings. Achter deze vzw gaan de heren Thomas Meire, Dennis De Caluwé en Cedric Lasoen schuil. Hun ambitie is nobel: support local music. Ofte: zet je schouders onder de promotie en ondersteuning van je lokaal talent en doe dit op een degelijke structuur. ‘Onze vorige edities in Jeugdhuis Comma en Entrenous waren telkens een groot succes. We presenteerden verschillende muziekgenres aan ons publiek en dat werd gesmaakt. Nu hebben we nieuw leven geblazen in ons project en willen we dit concept op trimestriële basis proberen te organiseren’, zegt Thomas. ‘We stellen vast dat er in de laatste jaren in Brugge al heel wat mooie initiatieven op het getouw worden gezet. Denk maar aan WAcKo, Brugotta en Daverend/Unplugged waardoor heel wat lokale muziekgroepen aan de bak kunnen komen. In diezelfde drive willen we daar ook ons initiatief aan koppelen. Ons concept strekt zich uit over heel uiteenlopende genres. Bij ons geldt er geen beperking. De respons die we krijgen uit de Brugse muziekscene is groot. Lokale bands krijgen bij ons ook de kans om in professionele omstandigheden op te treden. We ondersteunen hen daarin volop.’

Nieuwe podiumplaatsen

Er kloppen veel bands aan bij de heren van Bass & Strings en dat toont misschien aan dat er nog nood is aan nieuwe podiumplaatsen in Brugge. ‘Sowieso zijn er al een aantal locaties waar jonge groepen aan bod kunnen komen, maar het mogen er gerust nog wat meer zijn. Cactus opereert meer in het professionele clubcircuit waardoor er niet zo veel ruimte is om lokale bands te programmeren. Jeugdhuis Comma organiseert enkele liveconcerten en Klinkende Kroegen is ook een mooi initiatief, maar de cafés programmeren soms te veel dezelfde bands. Er is dus behoefte aan een project dat alles kan samenbrengen. Lage drempel, goede kwaliteit van muziek en een toffe sfeer. Dat is iets waar we met Bass & Strings willen voor gaan’, zegt Meire.

Het evenement op 23 november vindt plaats in De Kelk. Wordt dat misschien de vaste uitvalsbasis voor Bass & Strings? ‘Momenteel is dat echt een hotspot in Brugge. Het is dan ook een zeer goede zaal die een positieve sfeer uitstraalt. Dat is ook andere programmators niet ontgaan, want zij tonen ook interesse in deze zaal. We staan open voor alle suggesties en nieuwe vrijwilligers die ons team willen versterken en zouden ook wel graag eens iets organiseren in zaal Daverlo in Assebroek. Ook deze zaal is technisch perfect uitgerust. Het ideale scenario voor ons is: twee edities in De Kelk en één editie op een grotere locatie. Moet kunnen, niet?’ (ADC)

http://www.facebook.com/bassandstrings

 

VUB-orkest strijkt neer in Brugge met ‘Amor Mundi’

Op uitnodiging van de vrijzinnige gemeenschap West-Vlaanderen speelt het Symfonisch Orkest van de Vrije Universiteit Brussel, onder leiding van dirigent Jurgen Wayenberg, op zondag 1 december om 15 uur een concert in het Concertgebouw.

Het VUBorkest is een volwaardig symfonisch orkest waarin naast studenten, oud-studenten en personeel van de universiteit ook familieleden, jongeren en sympathisanten welkom zijn. Het orkest telt 80 à 90 leden. Elk najaar stomen zij een gevarieerd programma klaar voor een concertreeks doorheen Vlaanderen.

Het orkest brengt op 1 december ‘Amor Mundi’, een boodschap van liefde voor de wereld. ‘Met muziek en woord zal het harten laten volstromen met empathie, met altruïsme, met een strevingsdrang naar welzijn en vrijheid voor anderen, met liefde en zorg voor de wereld. Beetje overmoedig? In het licht van 50 jaar VUB en van het 25-jarig jubileum van het orkest zal dat zeker lukken’, zegt Lieve De Cuyper van de vrijzinnige gemeenschap West-Vlaanderen. ‘We mikken op een groot aantal bezoekers en mensen zullen niet teleurgesteld worden: het concert loont immers telkens de moeite, het is kwalitatief en creatief gebracht. Ik mocht in de voorbije jaren al het concert bijwonen en het verveelde geen moment. Echt een leuke ervaring. De drempel ligt bovendien laag. Ook wie niet thuis is in klassieke muziek kan ervan genieten.’

______Prijs: VVK 12 euro / ADD 15 euro – Reductietarief: VVK 8 euro / ADD 10 euro geldig voor studenten, werkzoekenden en gepensioneerden. Tickets via http://www.vub.ac.be/vuborkest. Er zijn ook tickets – enkel standaardprijs, niet met reductie- te verkrijgen bij In&Uit Brugge via http://www.ticketsbrugge.be of aan de balie Concertgebouw, ‘t Zand 34. Met vragen kan men steeds terecht op concerten@vub.ac.be

Drie generaties leraars Wildemeersch te boek in ‘Onze 111 jaar’

 (foto EDM)

‘Onze 111 jaar’ is de ietwat vreemde titel van het nieuwste boek van de Brugse auteur Marc Wildemeersch. Het schetst leven en welzijn van drie generaties Brugse leraars – Alfons, Laurent en (auteur) Marc Wildemeersch -, een verhaal dat start in 1888 in Koolkerke en eindigt in 1999 met de dood van (vader) Alfons Wildemeersch. En net als in de vorige boeken van Wildemeersch is ook nu Wereldoorlog I (en II) nooit veraf.

Zijn vorige boek, het boeiende ‘De man die Belg wilde worden’, over Georges Kopp, de commandant van George Orwell tijdens de Spaanse burgeroorlog, kreeg een Engelse vertaling, maar bleef toch onderbelicht. De bekende Nederlandse auteur Geert Mak (‘In Europa’) noemde het boek nochtans ‘een vreugde en een verrassing’, niet in het minst omdat hij Kopp doodgewaand had in een Franco-cel.

Wildemeersch start zijn verhaal met een schets van het leven ‘In mijn straat in Zeebrugge’ waar zijn jeugdjaren worden opgeschrikt wanneer twee broers aan het moorden slaan (de tweede vermoordde een prostituee omdat hij bij zijn broer in gevangenis wilde zijn… ). Maar daarover gaat het verhaal niet, wel over drie generaties Wildemeerschen die blijkbaar alledrie met enthousiasme voor een onderwijsloopbaan kozen. De vreemde titel ‘Onze 111 jaar’ slaat op een klein rekensommetje: grootvader Alfons opent de rij met zijn geboorte in 1888, de vader van de auteur stierf in 1999 en het verschil is precies 111 jaar.

De verhalen over het onderwijs van toen lezen het aangenaamst weg. Grootvader Alfons studeerde dan wel aan het deftige ‘Sint-Jozefsgesticht te Thourout’, rijk was hij niet, want hij gebruikte er de maaltijden gezeten aan ‘de armentafel’. Na de opleiding gaat grootvader in 1910 aan de slag in de jongensschool van Zeebrugge. Moeilijke jaren met een zeehaven in aanbouw en aan alles een tekort. Bovendien kondigde Wereldoorlog I zich aan met massale Duitse troepenconcentraties die het dorp zwaar belastten. Na de oorlog wordt luidop getwijfeld of men Zeebrugge terug zou opbouwen, want de schade was bovenmatig.

Voorts neemt de auteur je mee in een schets van een eeuw leven en behalve het lesgeven, struinen door de duinen en door ‘Dit Vlaanderen heb ik heerlijk lief’. Na Wereldoorlog II is er ruimte voor de Schoolstrijd en de wilde jaren zestig tot aan de drempel van het internettijdperk. Het verhaal ontstaat door heel wat mondelinge getuigenissen, foto’s uit de oude doos en stukjes uit het archief van de auteur.

Wie geboeid wordt door de onderwijswereld in lang vervlogen tijden, in ‘oral history’ en de kleine feitjes uit de geschiedenis, komt hier aan zijn trekken.

Marc Wildemeersch, nooit verlegen om een origineel onderwerp, werkt momenteel aan een boek over de Amsterdamse ‘kabouter’ uit de post Mei-’68-jaren, Roel Van Duin. Of het daadwerkelijk tot een publicatie komt, is op dit moment nog niet duidelijk. (LF)

‘Onze 111 jaar, drie generaties Brugse leraars in de twintigste eeuw’ is te koop in de Brugse boekhandels of bij de auteur.

 

 

Toneeltip

22, 23, 29 en 30 november
6 en 7 december
Fuga hahaha (goed tegen gaslekken), KT Reynaert

KT Reynaert kiest, na de succesvolle jubileumvoorstelling Deurdedeurdeur, opnieuw voor een snelle komedie. Een overijverige dame van de gasmaatschappij, een depressieve ex-minister, een verrassend dure callgirl, een overbodige huurmoordenaar en een seniele schoonmoeder in een rolstoel … Deze verzameling kleurrijke figuren komen in een rollercoaster van onvoorziene omstandigheden terecht. Ze brengen zichzelf steeds maar weer in onmogelijke situaties tot alles dreigt te escaleren en de gevolgen niet te overzien zijn. Vijf acteurs staan op de scène. Gerrit Vonck regisseert.

Info www.toneelreynaert.be

Een nieuwe kijk op middeleeuws Brugge

 (foto EDM)

Jan Dumolyn: ‘Brugge was als grootstad een oord van prostitutie, misdaad en opstand’

 

Natuurlijk is de geschiedenis van Brugge al meerdere keren beschreven. De eerste was kanunnik Duclos die in 1910 zijn ‘Bruges, histoire et souvenirs’ publiceerde (vandaag felbegeerd bij bibliofielen). In 1982 verscheen het meesterwerk van professor Van Houtte: ‘De geschiedenis van Brugge’. Onder meer Bruggekenner Marc Ryckaert en toenmalig stadsarchivaris André Vandewalle legden er in 1999 ‘Brugge, de geschiedenis van een Europese stad’ bovenop. En recent zorgde het ‘Op het raakvlak van twee landschappen’ van Raakvlak voor verhelderende inzichten.

De evidente vraag is bijgevolg of er nog iets nieuws te vertellen valt? Het lijvige boek, ‘Brugge, een middeleeuwse metropool 850-1550’, van een team rond de Brugse historicus Jan Dumolyn overtuigt op alle fronten. Hij belooft een goudmijn aan nieuwe inzichten, een verhaal gevat in een magistrale uitgave.

EXit: Al vaak gehoord: dit boek is anders dan al de vorige Brugge-boeken.

Jan Dumolyn: ‘Zeker weten. Er was eerst de Engelse editie die samenvat wat de voorbije drie decennia is verschenen in allerlei geleerde ‘journals’ van specialisten wereldwijd. Een academisch boek dat eerst in het Engels moest verschijnen omwille van de buitenlandse onderzoekers. Uiteraard moest er een Nederlandstalige en meer toegankelijke editie komen en zo belandden we bij de jonge uitgeverij Sterck & De Vreese. Stad Brugge stak ook een handje toe bij de vertaling.’

EXit: Elke lezer gaat nu op zoek naar de beloofde nieuwe inzichten.

 Dumolyn: ‘Een van de belangrijkste nieuwe inzichten is dat we nu duidelijk maken dat de echte groei van de stad verliep tussen 950 en 1050 en niet in de negende eeuw en de tijd van de Vikingen. Dat was een foute insteek. Daarnaast besteden wij veel meer aandacht aan de 12de en de 13de eeuw, in tegenstelling tot de meeste Brugge-boeken die meestal over de late middeleeuwen gaan.’

EXit: U hebt een boontje voor ‘t Zand. Waarom?

Dumolyn: ‘Wij schetsen de rol van ‘t Zand als centrum van politieke vergadercultuur. Niemand heeft daar ooit over geschreven. De vroegere Brugse historici waren nogal conservatief qua insteek en hun visie baadde in een katholieke sfeer. Zo toonden ze amper aandacht voor de sociale geschiedenis. Al die opstanden werden koudweg genegeerd. Brugge als centrum van de christelijke cultuur, dat was het dominante beeld, terwijl Brugge als hoofdstad een oord was van prostitutie, misdaad en opstand. Mijn grote vreugde zou erin bestaan dat ‘t Zand in ere wordt hersteld als één van de plaatsen van middeleeuwse democratie.’

EXit: Hoeveel weten we nog niet van de 13de eeuw?

Dumolyn: ‘Veel. Wandel hier in de buurt Rozendal, Oude Zak, Sint-Gillis en je wandelt door 13de-eeuwse industrie- en sloppenwijken. Die zaken bestaan niet in de geschiedenis van Brugge, de Brugse gidsen vertellen dat verhaal niet. Dat is één grote blinde vlek. De sociale ongelijkheid was immens. De rijken woonden binnen de eerste stadsomwalling, de armen in de Meersen of in de buurt van de Ganzestraat. Daar leefde het proletariaat in lemen huisjes en werkte in de textielsector. Dat zijn zaken die we de laatste 20 jaar hebben blootgelegd.’

EXit: Over het precieze ontstaan van Brugge hangt nog steeds een mist.

Dumolyn : ‘Er wordt daar nog steeds over gediscussieerd, maar we weten zeker dat Brugge is ontstaan door de landbouw en de veeteelt en de regionale handel. Het recente boek ‘Op het raakvlak van twee landschappen’, een archeologische stand van zaken, heeft ons hierbij fel geholpen. Hun visie komt ruim aan bod in het eerste hoofdstuk van onze uitgave.’

EXit: Er zijn vandaag nog steeds weinig sporen uit de vroegste tijd. How come?

Dumolyn: ‘Klopt. In Brugge wordt veel te weinig toestemming gegeven om archeologische opgravingen te doen. Men laat gigantische kansen onbenut. Denk maar aan de site voor de Sint-Salvatorskerk, nu een plein, waar grote kans bestond op ontdekkingen. Maar dat is overal zo. Archeologie wordt steevast geboycot door politici. Is niet populair. Nochtans is er op archeologisch vlak nog gigantisch veel te doen. Mocht het aan mij liggen, ik spitte de hele binnenstad open (ernstig).’

 EXit: U maakt ook werk van een rehabilitatie van Pieter De Coninck, de held van 1302.

Dumolyn: ‘Recent onderzoek heeft aangetoond dat Jan Breydel helemaal niet interessant is. Sommigen noemen het fake news uit de middeleeuwen. Klopt. Pieter De Coninck daarentegen was een figuur van internationaal belang. Ik steun hierbij de suggestie om het nieuwe voetbalstadion het Pieter De Coninckstadion te noemen. Hij was één van de belangrijkste volksleiders van de middeleeuwen. Hij was de eerste rebellenleider die uit de lagere klasse afkomstig was, een kleine zelfstandige. Zijn belang kan niet genoeg onderstreept worden.’

EXit: Het boek telt 24 auteurs en één verhaal. Een recept om knetter te worden?

Dumolyn: ‘Het heeft mij twee jaar van mijn leven gekost en een bijna-hartinfarct (ernstig). Ik heb het verhaal gemaakt dat alles aan mekaar rijgt. Ik verzeker u, een immense opdracht. Coauteur Andrew Brown nam het Engels en het hoofdstuk religieuze cultuur op zich. Ik ga dit ook nooit meer doen, maar de lezer merkt daar niks van, er zitten geen stijlbreuken in. Weet je, wij hebben het verhaal, 439 bladzijden, zeven keer herlezen.’

EXit: Dit boek heeft een en ander te danken aan de Brugse historicus Marc Ryckaert.

Dumolyn: ‘Hij heeft inderdaad een enorme inbreng gehad, zonder hem was het boek er niet gekomen. Hij is de grootste kenner van het stedelijke landschap en de stad. Hij is ook de enige mens die meer afweet van de Brugse geschiedenis dan ik. Hij is mijn meerdere, maar zijn bescheidenheid is terzelfdertijd legendarisch.’

 EXit: Brugge en de Vikingen, altijd al een leuk verhaal geweest, maar het blijkt niet te kloppen.

Dumolyn: ‘Nee, de Vikingen hebben een fantastische rol gespeeld in de geschiedenis van Brugge. Er waren natuurlijk de plunderingen en verkrachtingen, maar ze hebben een geweldige bijdrage geleverd aan onze economie. Een van hun belangrijkste verdiensten was dat ze het gestolen goud en zilver van de abdijen in omloop hebben gebracht, waardoor er meer muntcirculatie was. Het klinkt misschien cru, maar hun betekenis was vooral positief.’

EXit: Mag ik vermoeden dat u een beetje jaloers bent op het succes van Bart Van Loo met zijn boek ‘De Bourgondiërs’?

Dumolyn: ‘Maar nee, ik ben helemaal niet jaloers. Alleen vind ik het boek een beetje ouderwets van opvatting. Dat verhaal van koningen en prinsen en hun hofcultuur hebben we nu toch al gehad. Ons boek is een aanvulling op zijn boek. Wij bekijken de geschiedenis vanuit het standpunt van de stedelijke cultuur, en niet vanuit de hofcultuur. Je moet deze twee boeken naast mekaar leggen en lezen. Bart was nogal snel geraakt door mijn kritiek terwijl 85 procent lovend en 15 procent kritisch was. In zijn boek ontbreekt de sociale geschiedenis bijna volledig. Maar hij heeft een goed verhaal gebracht en het zal de geschiedenis van de middeleeuwen een boost geven.’

EXit: Nog één opmerking: u kijkt nogal kritisch naar het Gruuthuse-handschrift. Waarom?

Dumolyn: ‘Omdat ik twijfel of het handschrift van Lodewijk van Gruuthuse is. Ik heb daarover al gepubliceerd in de catalogus van de tentoonstelling over het Gruuthuse-handschrift. Ik betwijfel of het van Gruuthuse is geweest. Er hangt een verdachte geur rond. Bovendien, waarom moet het altijd over Gruuthuse gaan? Brugge telt zoveel stadspaleizen. De Adornes-site is zoveel interessanter. Stop dus met Gruuthuse. Dat is een 19de-eeuws bouwsel van Delacenserie. En nu gaan ze nog protesteren omdat er een paviljoen voor staat. Allez, kom…’ (LUC FOSSAERT)

 ‘Brugge, een middeleeuwse metropool 850-1550’, Jan Dumolyn en Andrew Brown, uitg. Sterck & De Vreese, 49,99 euro

Op woensdag 27 november om 20 uur is Jan Dumolyn ook aanwezig in zaal De Snuffel, Ezelstraat 42, 8000 Brugge. Info via brugge@masereelfonds.be