Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Maandelijks archief: december 2013

Capriola di Gioia ontdekt 17de eeuwse kerstmuziek

AE-10073_Cover_HalfRes

In 2007 richtten de Brugse sopraan Amaryllis Dieltiens en (echtgenoot) klavierspeler/dirigent Bart Naessens het ensemble Capriola di Gioia dat in Brugge resideert. Beiden genieten bekendheid als gepassioneerde musici en kennen wereldwijd als muziekinterpreten een grote sympathie en waardering bij publiek, organisatoren en collega’s. 

 Gedurende zijn eerste bestaansjaren heeft het ensemble een duidelijke richting en visie ontwikkeld.  Naast weloverwogen en op intensief onderzoek gebaseerde keuzes uit het bekende en vooral minder bekende barokke en classisistische repertoire, herontdekt Capriola di Gioia de puurheid van de compositie. Ze streeft naar een eerlijke en pure interpretatie van de tekst, zowel vocaal als instrumentaal.  Het orkest laat zich waar nodig ook omringen door topmusici van over de hele wereld die hun visie op hun eigenzinnige interpretatie ondersteunen om zo het ‘grotere’ repertoire te vertolken.

Begin dit jaar dook Capriola di Gioia de O.L.V.-kapel van de Psychiatrische Kliniek in Sint- Michiels in om daar gedurende vijf dagen hun derde cd op te nemen.  Na ‘Ohimè!’ (een keuze van de theatrale Italiaanse 17deeeuwse muziek) en het ‘Stabat Mater’ van Boccherini, ging Capriola di Gioia een nieuwe uitdaging aan: ‘nieuwe’ 17deeeuwse Italiaanse kerstmuziek ‘Fare la nina na’.  Hiervoor gingen ze opnieuw in zee met het beroemde label Aeolus onder de deskundige leiding van Ulrich Lorscheider.

Na de recente opname van het classicistische ‘Stabat Mater’ van Boccherini keert Capriola di Gioia dus terug naar het hoogbarokke 17deeeuwse Italië.  Uit dat onuitputtelijke rijke barokke repertoire selecteerden ze een mooie reeks composities die als rode draad de kerstthematiek in zich dragen en waar dit kerstgebeuren op allerlei uiteenlopende manieren verklankt wordt.  Daardoor zijn er niet enkel lieflijke kerstgeluiden te horen.

Voor deze cd deed Capriola di Gioia terug beroep op een exquise groep muzikanten.  Men hoort daarom naast Amaryllis (zang) en Bart (orgel/klavecimbel) ook twee tokkelinstrumenten (Sofie Vanden Eynde op theorbe en Jurgen De bruyn op gitaar en aartsluit), een strijkbas (gambist Liam Fenelly) en twee blokfluiten (Koen Dieltiens en Dimos de Beun).  Daardoor krijgt men op de cd een origineel kleurenpalet te horen van zeer intieme stukken (zang + gitaar) tot een bijna orkestrale klank, gemaakt door de twee blokfluiten en de grote continuogroep. (LF)

Info: de cd is naast de reguliere kanalen ook te verkrijgen via het ensemble zelf (0477 644161) of caprioladigioia@telenet.be (www.caprioladigioia.be)

Handmade in Brugge definitief uit de startblokken

‘Brugge, stad van baanbrekend vakmanschap’

tapisplain

Foto Stijn Vos

In februari 2013 werden twee nieuwe toekomstvisies voor Brugge gelanceerd: Handmade in Brugge en Brugge Letterstad. De avond was een initiatief van tapis plein vzw in samenwerking met het Brugs Erfgoednetwerk (BEN). Er daagden meer dan 300 aanwezigen op uit diverse hoeken: stadsdiensten, ambachtslui, ondernemers en nieuwsgierigen. Stad en Stedenbeleid trekken 1.350.000 euro uit voor de komende zes jaar om dit project gestalte te geven.

Er is vandaag veel aandacht voor vakmanschap en interesse voor kwaliteit, eerlijke producten en authenticiteit, en dat als antwoord op de globalisering en goedkope massaproductie. Hierdoor groeit ook de vraag naar exclusieve handgemaakte ontwerpen met een verhaal en duidelijke herkomst. Brugge kan hier een belangrijke (voortrekkers)rol in spelen, vertrekkende vanuit haar bijzondere traditie in verfijnd handwerk.

Waarom Brugge?

Vandaag staat Brugge op de internationale kaart met verfijnde gastronomie, talentvolle kalligrafen en letterbeeldhouwers, maar Brugge is al een bloeiend ambachtelijk productiecentrum sinds de middeleeuwen. De stad heeft niet alleen een bijzonder rijke traditie in verfijnd handwerk, maar is vandaag ook de thuisbasis voor vele eigentijdse vakmensen, ontwerpers en ambachtelijke ondernemingen.

Wie is geïnteresseerd?

Er is vanuit verschillende beleidshoeken opvallend veel aandacht voor vakmanschap. Toerisme bijvoorbeeld, die in haar strategische plannen vakmanschap heel duidelijk een plek geeft. Economie ook, die duidelijk meer aandacht wil schenken aan innovatie en creatieve ondernemers. Onderwijs zeker ook, waar men het imagoprobleem van technische- en beroepsopleidingen wil bijsturen. Tenslotte is er de erfgoedsector, waarin immaterieel cultureel erfgoed en dus ook ambachtelijke technieken steeds meer erkend worden als volwaardig deel van ons erfgoed. In dit laatste domein heeft de Brugse vzw tapis plein de afgelopen jaren heel wat expertise opgebouwd, wat er toe bijgedragen heeft om samen met Stedenbeleid een meerjarenprogramma Handmade in Brugge op te zetten.

De avond in februari was de gangmaker voor een hele reeks vervolggesprekken met verschillende stadsdiensten, ambachtslui en ondernemers om met Handmade in Brugge tot een concreet actieplan te komen. Het stadsbestuur voorziet nu (vanuit het Stedenbeleid Brugge) een budget (1,35 mio euro) om de komende zes jaar in te zetten op baanbrekend vakmanschap in Brugge. In mei ’14 wordt het actieplan toegelicht. (LF)

HET VOLLEDIGE ARTIKEL LEEST U OP http://www.exit.be

De nieuwjaar-EXit in de rekken

cover EXit 229

Adolphe Sax heeft een huis in Brugge

Adolphe Sax

Foto EDM

Sinds kort heeft Brugge het enige Adolphe Sax-huis in België, een realisatie van de Oostendse Bruggeling Karel Goetghebeur (°1978). Op de gelijkvloerse verdieping van een prachtig en (in Brugge) zeldzaam art deco-pand richtte hij een ruimte in waar de saxofonist terecht kan voor advies, herstelling en aankoop.

Vorig jaar haalde Karel Goetghebeur het Een-nieuws met een primeur: ‘Bruggeling brengt nieuw saxofoonmerk op de markt’. De bezieler van dit nieuwe bedrijf realiseerde vijf jaar geleden een jongensdroom toen hij saxofoon leerde spelen. De liefde bleek dermate groot dat hij besloot om zelf saxofoons te gaan maken. De grootste deel van de wereldproductie saxofoons wordt vandaag gemaakt in Taiwan, maar spijts de hoge prijzen is de kwaliteit niet altijd navenant. Andere bedrijven pakken dan weer steeds meer uit met technische snufjes allerhande, maar die komen, volgens Goetghebeur niet altijd de kwaliteit ten goede. Er bleef maar één oplossing over: ‘Zelf saxofoons maken, degelijk, rechttoe, rechtaan’. Hij trok daarvoor eerst naar Taiwan waar hij de nodige expertise verwierf om nadien zelf aan de slag te gaan.

Terug in Brugge ontwierp hij de saxofoonlijn ‘Adolphe Sax & Cie’ , zijnde de originele naam waarmee Adolphe Sax in de negentiende eeuw zijn uitvinding op de markt bracht. Dit Waalse familiebedrijf maakte toentertijd furore, maar zakelijk ging het minder goed voor de wind, zodat het Sax-bedrijf in 1929 in Franse handen overging. Daarom wordt vaak aangenomen dat de saxofoon een Franse uitvinding is, maar niets is minder waar. Een voldoende  reden vond Goetghebeur om het instrument terug in Belgische handen onder te brengen.

Hoe nieuw is de Belgische saxofoon? Goetghebeur: ‘Het is een variant op het originele concept. De vingerzetting bij de oude saxofoons is doorgaans  krampachtig. Daarom heb ik het plan opgevat om de profielen van de oude saxofoons te gaan gebruiken en die uit te rusten met een moderne applicatie die wel goed in de hand ligt.’

Detail: er is ook een Adolphe Sax-bier op komst, made in Ruddervoorde. (LF)

Info: Het ‘Adolphe Sax & Cie’-huis, Gistelse Steenweg 97, Sint-Andries (Brugge)

Brupop! vertelt 50 jaar pop en rock in Brugge

ADC Cover

Auteur met jonge fans

‘Het boek mag zonder twijfel bestempeld worden als een uniek naslagwerk’

Knettergek van Brugse pop en rock, het bestaat. De EXit-pijler Antoine De Clerck, wereldvermaard voor zijn maandelijkse pagina’s 4 en 5 in dit blad, bewijst het sinds jaar en dag. Het voorbije jaar ruilde hij achtereenvolgens zijn sociaal leven en zijn slaap in voor een uitzonderlijk project: een naslagwerk met verhalen en anekdoten over meer dan 1.000 (groeps)namen die sinds een halve eeuw Brugge enig rock-‘n-rollgehalte bezorg(d)en, van Ricky Morvan (1960) tot Moonlight Matters (2013). 

EXit: Wie of wat bracht jou op het idee om 50 jaar Brugse pop in kaart te brengen?

Antoine De Clerck (ADC): ‘Ik schrijf al meer dan twintig jaar over Brugse pop en rock – onder meer voor EXit – en liep al lang met het idee rond om die verhalen, die muzikanten en bands eens te vereeuwigen in boekvorm. In 2005 was ik van plan om een halve eeuw muzikale portretten te schrijven, van oud naar jong: starten met pionier Ricky Morvan om te eindigen met een piepjonge muzikant/dj. Dat project is niet doorgegaan, maar het heeft me nooit losgelaten. De prikkel was er om de ‘Brugse rocker’ eens op een voetstuk te plaatsen. Met respect, dus.’

EXit: De Brugse rocker verdient een boek?

ADC: ‘Vorig jaar vroeg uitgever Guido De Ville me of ik weet had van interessante ideeën voor een Brugge-boek. Ik zag mijn kans schoon om iets te doen rond een halve eeuw pop en rock in Brugge. Enkel: hoe krijg je die vijftig jaar gestructureerd in een boek zonder dat het een encyclopedie wordt? Na diep gepeins heb ik het boek opgedeeld in twee delen: het eerste luik biedt per decennium een beschrijvend overzicht van bands terwijl in het tweede luik per letter van het alfabet een muzikant, een groep of een ‘muzikaal iets’ centraal staat. Dat heeft 288 bladzijden boeiende verhalen opgeleverd.’

EXit: Is Brupop! volledig? Wie niet vermeld is, moet zich zorgen maken.

ADC: ‘Volledig? Ik maak me geen illusie. Volledigheid kun je wel nastreven, maar toch kun je er nooit in slagen om elke noot die hier geproduceerd is te beschrijven. Ik heb me dubbel en dik geplooid om zoveel mogelijk muzikanten en groepen aan bod te laten komen. Op het einde van de rit heeft dat een index van meer dan 1.000 (groeps)namen opgeleverd… Belpopkenner Jan Delvaux, die het voorwoord voor mijn boek schreef, had me vooraf gezegd: ‘Antoine, als je boek uit is, dan pas zullen de mensen op je af stappen met verhalen en anekdotes.’ Dat neemt niet weg dat er in Brupop! nu al heel veel anekdotiek verzameld is en het boek zonder twijfel mag bestempeld worden als een uniek naslagwerk.’

HET VOLLEDIGE INTERVIEW LEEST U OP PAGINA’S 4 EN 5 VAN DE NIEUWE EXIT

Info: ‘Brupop! Een halve eeuw pop en rock in Brugge’, Antoine De Clerck, zorro uitgeverij, http://www.zorrobooks.be. Naar aanleiding van dit boek stelt rock- en coverfotograaf Christophe Brysse zijn mooiste muziekfoto’s tentoon in het café van de Fnac (Markt).

 

Greta Buysse showt haar fotocarrière in de Stadshallen

Greta Buysse (2)Greta (4)

De Brugse éminence grise van de fotografie, Greta Buysse (71), een klinkende naam in de wereld van (vooral) de naaktfotografie, geniet dezer dagen een prestigieuze overzichtstentoonstelling in de Stadshallen. Met meer dan 80 foto-installaties, samen goed voor meer dan 400 foto’s, geeft de tentoonstelling een volledig beeld van een fotografiecarrière die meer dan 30 jaar heeft gewerkt. De expo toont een rijker beeld dan de vertrouwde naakten in tijdloze decors.

De tentoonstelling heeft ‘Venetië, stad van liefde en dood’ (haar favoriete reisbestemming) als rode draad, onderverdeeld in vier thema’s die gedurende haar lange carrière vaak aan bod kwamen: het interieur, eros & thanatos, eternity en het requiem. Opvallend zijn de grote werken (1,50 m bij 1,20 m) die samen met het kleinere werk een lange muur van 200 meter lengte invullen, of een foto-oppervlakte van ruim 1.500 vierkante meter.

Het is niet de eerste keer dat Greta Buysse in haar thuisstad tentoongesteld wordt.  In 1989 en 2000 stond ze twee keer in de Bogardenkapel, in 2005 in het Memlingmuseum in het kader van het kunstenfestival Corpus’05, tussendoor herhaaldelijk in enkele Brugse kunstgalerijen. In die periode verschenen twee publicaties: het prestigieuze Eros Thanatos (2000) en Eternity (2005).

Haar thematiek bleef al die tijd consequent: onderwerpen verbeeld vanuit haar emoties, veel vrouwelijk naakt want het vrouwelijk lichaam als ‘een palais des rideaux’, een schat ook aan achtergronddecors. Buysse verkent daarvoor het arsenaal  van erfgoedbeelden uit onze cultuur zoals mythologische figuren, religieuze taferelen, literaire citaten of details uit de wereld van de Vlaamse Primitieven. Dat alles in de getrouwe zwart wit-beelden, analoog vastgelegd. De grotere werken krijgen een vensterindeling, sommige foto’s verdeeld over drie tot zes kaders.

Haar volledige fotocollectie, duizenden foto’s op film én afgedrukt, bewaakt ze angstvallig. De negatieven worden mettertijd ‘vernietigd’, want de kunstenaar in haar wil niet dat anderen, na haar dood, aan de slag gaan met deze negatieven. Wie Greta Buysses oeuvre in haar totaliteit wil zien, laat deze overzichtstentoonstelling niet links liggen. (LF)

Info: Greta Buysse, nog tot 13 januari 2014, open van maandag tot zondag. Hallen Belfort ,Markt 7. Inkom gratis.

 

Het alternatief van Artis Dulcedo

AD concertgebouw 24nov13

Voor wie de muzikale omlijsting in de aanloop naar de kerstdagen van een ander niveau mag zijn dan de klankenbrij die uit de luidsprekers op straat en/of tal van radiozenders over ons heen wordt gestort, volgt hier een tip: Artis Dulcedo houdt ook in 2013 vast aan de traditie van najaarsconcerten. Na de passage op 24.11 in het Concertgebouw (zie foto), is dit keer de Stadsschouwburg de plaats van het gebeuren. Op 21.12 brengt het “Brugs symfonisch orkest bedoeld voor enthousiaste amateurs” o.l.v. Steven Decraene een programma met werk van Mussorgski, Susan Clynes en Dvorak.

Geopend wordt met een fragment uit “Khovantchina”, de (onvoltooid gebleven) opera van de Russische componist Modest Mussorgsky, meer bepaald Act IV: ntr’acte (arrangement: Leopold Stokowski). Daarna volgt de uitvoering van “Viriditas”, een originele compositie van en met Susan Clynes voor symfonisch orkest, Brugse beiaard, piano & zang. Clynes, die les volgde bij o.a. Erik Vermeulen (jazzpiano), Kris Defoort (jazzcompositie) en Frank Nuyts (compositie), liet zich voor haar stuk inspireren door “O Sancto Viriditas” van Hildegard von Bingen. Afgesloten wordt met het Concert voor cello en orkest opus 104 van Antonin Dvorak. Solist is Pablo de Naverán, over wie wordt geschreven dat hij zonder twijfel de kwaliteiten heeft om zich in te kunnen voegen in de grote traditie van de “Spaanse cellisten” Pablo Casals en Gaspar Cassadó. Voor de kenners: de Naverán bespeelt een cello Carlo Antonio Testore uit 1723.
> Interesse om zelf in het Brugse symfonisch orkest mee te spelen, het gezelschap voor uw organisatie te laten optreden of het financieel te steunen: zie www.artisdulcedo.be (PJG)

> Praktisch: zaterdag 21 december om 20.00 uur in de Stadsschouwburg
> Tickets via 050/44 30 60 (ticketlijn Stadsschouwburg) of via de leden van Artis Dulcedo.

Kunst Adelt laat jong theatertalent experimenteren

 

EDM_3738

Foto EDM

Het amateurtheater mag dan een wat oubollig imago hebben, bij Kunst Adelt in Assebroek is daar weinig van te merken. Met een ploeg van om en bij de dertig acteurs, drie voorstellingen per jaar, bijna 2000 toeschouwers per seizoen en een prille jongerenwerking, is het theater er springlevend. Peter De Sauter is voorzitter van de kring en regisseert in december ook Peepshow in de Alpen, hun eerste productie.

EXit: Peepshow in de Alpen is het theatrale antwoord op reality tv? 

De Sauter: ,Dat kan je zo stellen. Het stuk zoemt in op een boerenfamilie in de Alpen, op de weg richting bekende skioorden. De vele toeristen die dagelijks voorbijrijden, blijken erg geïnteresseerd in hun doen en laten. Daarop komt de zoon op het lumineuze idee om hen te laten betalen om binnen te gluren in hun chalet. Om het interessant te houden, gaan ze steeds meer een rolletje spelen. Hoe meer geld ze verdienen, hoe meer ze hun authenticiteit verliezen.’

EXit: Het NTGent koos indertijd voor een controversiële affiche?

De Sauter: ,Die weg gaan wij niet op, maar ik wilde het woord ‘peepshow’ wel in de titel behouden, zonder de daarbij horende negatieve connotatie. Ik koos het stuk vooral omwille van de absurde humor, typisch voor auteur Markus Kobeli. Op een moment gaat de familie helemaal los in lederhosen, een hilarisch moment. Door de keuze van het decor krijgt het publiek zelf een voyeuristische rol.’

EXit: De tweede productie Koken met Elvis in maart is een stuk zwartgalliger?

De Sauter: ,Het stuk gaat over een Elvis imitator in een rolstoel. Zijn handicap is bepalend voor het leven van het gezin. Hij kan niet anders dan toezien hoe zijn vrouw en dochter ontsporen wanneer een man in het gezin komt indringen. Het stuk is van de Amerikaanse schrijver en regisseur Lee Hall, bekend van onder meer de film Billy Elliot. De vertaling is van Hugo Matthysen. Een zwaarder stuk, maar een mooie uitdaging voor onze acteurs.’

 EXit: Op welke basis kiezen jullie de stukken?

De Sauter: ,Hoewel we elk jaar een wat luchtigere voorstelling willen ensceneren, brengt Kunst Adelt geen gratuite billenkletsers. Ons leescomité gaat op zoek naar stukken met inhoud en dat kunnen zowel drama’s als komedies zijn. Vaak zijn het ook onze regisseurs die stukken aanbrengen. We zijn een aantal jaren terug afgestapt van het principe van een ‘huisregisseur.’ Hoe goed een regisseur ook is, er moet variatie zijn. Dat zorgt ervoor dat zowel onze acteurs als het publiek alert blijven.’

 EXit: In april staat ook een jongerenproductie op stapel?

De Sauter: ,We hebben het, net als veel andere (Brugse) kringen, moeilijk om jonge mensen warm te maken voor het amateurtheater. We bieden jongeren onder de noemer ‘Enter’ een heel eigen platform aan. Ze maken vanuit het niets een voorstelling, gaan op zoek naar een thema en werken via improvisatie een stuk uit. Een intensief en tijdrovend proces, maar het spreekt hen veel meer aan dan de klassieke manier van werken. Frederik De Schepper, semiprofessioneel theatercoach, begeleidt hen.’

 EXit: Levert dat wat op?

De Sauter: ,Onze jongerenwerking loopt nu een drietal jaar loopt en telt al veertien jongeren. We streven naar een afgewerkt product in april, maar voor hen is het proces van het maken minstens even belangrijk. Ze werken ook zelf de technische kant van de zaak uit. Het jongerenplatform is de belangrijkste investering in de toekomst van onze kring.’

EXit: De toekomst. Zien jullie die in de Zeven Torentjes of in de nieuwe zaal Daverlo?

De Sauter: ,Daverlo heeft heel wat technische voordelen, maar we houden aan de Zeven Torentjes. Onze zaal is klein, maar net dat zorgt voor een heel intieme sfeer. Het publiek zit als het ware op de lip van de acteurs en dat heeft een bijzondere charme. Als we naar een grotere zaal gaan, kunnen we maar één weekend spelen. Kunst Adelt repeteert elke avond, dus is het ook goed dat we geen rekening hoeven te houden met andere gebruikers. Laat ons dus nog maar even blijven waar we al veertig jaar zijn!’

 Info http://www.kunstadelt.be

Plaistow: genredefinities overstijgende muziek

 

HoePlaistowwel zowel op concertpodia als in opnamestudio’s al sinds 2007 actief, is Plaistow in onze regionen nog niet bijzonder bekend. Johann Bourcquenez (piano), Vincent Ruiz (contrabas) en Cyril Bondi (drums) haalden hun naam uit een compositie (“Plaistow Flex Out”) van drum and bass pionier Squarepusher, een van hun talrijke bronnen van inspiratie. Het illustreert meteen hoe het Zwitserse trio met klassieke jazz line up de blik richt over de muren heen van slechts één muziekgenre: hun familie van klankhelden telt net zo makkelijk pianisten die men met jazz associeert (Craig Taborn, Matthew Ship) als meesters van het minimalisme (Steve Reich, Philip Glass), buitenbeentjes uit de dubscene (Mad Professor), uit de elektronische dance music (Plastikman), enz.

Hun vorige album “Lacrimosa” (2012) mocht zich in de internationale (muziek)pers op behoorlijk euforische recensies verheugen. In Vrijstaat O. straks ligt de klemtoon wellicht meer op composities uit hun meest recente (reeds achtste) cd “Citadelle”.

Post-jazz, minimalisme, dub… de muziek van Plaistow laat zich niet in één geijkte muziekdefiniëring omschrijven. (PJG)

 

Zondag 15.12 om 17.00 uur in Vrijstaat O. – info en tickets: www.vrijstaat-o.be

Wagner een nazi?

Richard WagnerNietzsche

Woensdag 11.12 staat in het Concertgebouw, in het kader van December Dance, Tragedy of a Friendship van Jan Fabre op de affiche. De friendship slaat op de relatie tussen Richard Wagner (1813-1883) en Friedrich Nietzsche (1844-1900).

In de jongste EXit schreven wij daarover dat ..’Wagner, samen met zijn familie nauw aanleunde bij het Nazi-regime’. Lezer Piet Lamberts stuurde ons daarover een boze mail: ‘Op pagina drie  lezen we onder de rubriek over “Jan Fabre meets Wagner” over Wagner het volgende: “de omstreden Duitse opera-componist Wagner die, samen met zijn familie, nauw aanleunde bij het Nazi-regime”. Voor zover wij weten stierf Wagner in het jaar 1883. Het Nazi regime dateert uit de jaren 30 van de vorige eeuw (1930 – …) Het is mij totaal niet duidelijk hoe Wagner dan kon aanleunen bij het Nazi regime.’.

Klopt natuurlijk, de uitdrukking ‘avant-la-lettre’ was hier op zijn plaats geweest. Anderzijds is de relatie tussen de Wagnerclan en het nazisme sinds de jaren twintig van de vorige eeuw zeer hecht geweest. Het antisemitisme loopt als een rode draad door de familiegeschiedenis, het duikt op in elke generatie . Lang voor Hitler aan de macht kwam  koesterden Richard Wagner en echtgenote Cosima reeds een diepe haat voor de Joden. De vriendschap tussen Wagner en Nietzsche was trouwens van beperkte duur. De filosoof voelde zich na enige tijd  ‘gebruikt, verraden en vernederd’ en zette een aanval in op Wagner die tot op de dag van vandaag stilistisch zijn weerga niet kent.  De vraag die rest is die van de befaamde Wagnerkenner Jonathan Carr in zijn boek ‘De Wagnerclan’: spreken we van ‘Wagners Hitler’ of van ‘Hitlers Wagner’? (LF)

 

%d bloggers liken dit: