Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Maandelijks archief: november 2020

20 jaar Brugge Werelderfgoedstad

 ‘Beeld van de Stad’ toont verrassende kant van Brugge

Wie Brugge voor ogen haalt, ziet wellicht het postkaartbeeld van een dromerige middeleeuwse stad voor zich, een plek waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan… Maar Brugge is meer. Naast haar rijk verleden, wordt er in Brugge ook gewoond, gewerkt en gedroomd. ‘Beeld van de Stad’, een nieuwe publicatie in het kader van ‘20 jaar Brugge Werelderfgoedstad’, legt een hedendaagse laag bloot en toont aan de hand van 70 kunst- en architectuurprojecten een verrassende kant van Brugge en haar deelgemeenten. Els Wuyts en Shendy Gardin (Triënnale Brugge) lichten toe.

‘Beeld van de Stad’ is in zekere zin een viering van ‘Brugge, 20 jaar werelderfgoed’. Hoe passen hedendaagse kunst en architectuur in dit historische plaatje?

Shendy Gardin: “In Brugge gaan historisch en hedendaags samen. Er is een gekoesterd verleden, maar tegelijkertijd ook een dynamiek. Een stad is een levend en bewegend organisme dat mee evolueert met de maatschappij, zo ook in Brugge, waar de figuurlijke stolp al lang is opgeheven. Hedendaagse kunst- of architectuuringrepen vormen hiervan een stille getuige. In het historische centrum bestaat de uitdaging erin de hedendaagse laag op een duurzame manier te verzoenen met de zorg voor het verleden. Een delicaat evenwicht dat sinds 1971 wordt bewaard door de Dienst Monumentenzorg en Stadsvernieuwing en op 2 december 2000 bestendigd werd toen de stad officieel tot werelderfgoed werd benoemd. De Unesco-erkenning maakt duidelijk dat we in Brugge niet enkel de ‘usual suspects’ onder de monumenten moeten beschermen, maar dat we ook de ondersteunende, zogenaamde ‘minor architecture’ moeten blijven respecteren om het coherent stadsbeeld te bewaren. Zeker vandaag, nu de druk op woon- en werkplekken, toerisme en marketing toeneemt, moet er omzichtig worden omgesprongen met waar en hoe nieuwe ingrepen worden toegelaten.”

Els Wuyts: “Voor hedendaagse kunstinterventies bestaat er voorlopig nog geen formeel uitwisselingsplatform. Het proces dat gehanteerd wordt voor nieuwe architectuurprojecten (voorstellen worden geadviseerd en beoordeeld door diverse expertencommissies), zou ook binnen de kunsten moeten georganiseerd worden, een overlegstructuur waarin bestaande en nieuwe integraties worden besproken en adviezen kunnen worden geformuleerd. Misschien kan deze publicatie een aanleiding zijn om daar professioneel werk van te maken.”

Jullie hebben voor dit boek nauw samengewerkt met de Cluster Omgeving van de Stad. Hoe hebben jullie elkaar gevonden?

Wuyts: “Triënnale Brugge is gekend om het driejaarlijks hedendaags kunst- en architectuurparcours in de Brugse binnenstad, een tijdelijk gegeven. Tussentijds richten we ons ook op permanente ingrepen, waaronder het in kaart brengen van hedendaagse sculpturen en gebouwen in de publieke ruimte. Eind 2018 zijn we gestart met de opmaak van een inventaris die – net zoals de stad – nog dagelijks in beweging is. Voor het architectuurluik zijn we terechtgekomen bij collega’s Joris Nauwelaerts en Jeroen Vansteenkiste van de Cluster Omgeving. Via hen werden we ingewijd in bestaande platformen en commissies en kregen we zicht op de werking van hun dienst die ook zelf actief inzet op publieke ontsluiting, bijvoorbeeld via Open Monumentendag.”

Gardin: “Midden 2019 brachten we samen het stadsplan ‘25/25 hedendaagse kunst en architectuur in Brugge’ uit, een aanzet om te illustreren dat Brugge meer te bieden heeft dan haar verleden. De kaart zoekt onverwachte plekken op en toont een veelheid aan hedendaagse publieke interventies, groot of klein, door bekende of minder bekende namen, die de moeite waard zijn om te (her)ontdekken. ‘Beeld van de Stad’ is het vervolg, een uitgebreide versie in de vorm van een handzaam boek met een aantal verdiepende essays.”

‘Beeld van de Stad’ toont ook een aantal minder bekende interventies op Brugs grondgebied. Enkele voorbeelden?

Gardin: “Twee recente (en bij het publiek wellicht minder bekende) projecten zijn onder meer het clubhuis van de ‘Royal Sailing Club Alberta’ door Wim Goes Architectuur, gelegen op een landtong in de Brugse Zeehaven. Het project dat in 2013 een Belgium Building Award in de wacht sleepte, ligt op een boogscheut van de ABC-toren (Salens Architecten) waar ook een indrukwekkend panorama van de Amerikaanse kunstenares Ellen Harvey te zien is. Een ander, meer verborgen sculptuur vind je in de tuin van het WZC Ter Potterie, ‘Noli me tangere II’ van Luk Van Soom. Ook in die omgeving valt er heel wat te ontdekken.”

De publicatie is een momentopname van 20 jaar Brugse kunst- en architectuurgeschiedenis, maar ook een vooruitblik naar meer?

Wuyts: “‘Beeld van de Stad’ is in eerste instantie een overzicht, maar ook een manier om het gesprek over hedendaagse kunst en architectuur in Brugge te stimuleren. Een aantal essays achteraan het boek geven verdieping, maar roepen ook op om in de toekomst Brugge met (hernieuwde) aandacht onder de loep te nemen. Met voeling en zin voor kwaliteit. Het geheugen van de stad wortelt immers niet alleen in het beton van gebouwen, maar ook in haar beelden en gebaren. Vast staat dat Brugge niet moet onderdoen voor andere kunststeden. Bezoek de Vlaamse Primitieven, maar wandel ook naast de platgetreden paden en laat je inspireren door de vele hedendaagse interventies die de stad rijk is. Je zal versteld staan.”

‘Beeld van de Stad’ is een uitgave van Borgerhoff & Lamberigts en is vanaf december verkrijgbaar in de boekhandel en online via http://www.borgerhoff-lamberigts.be.

Cultuurcentrum Brugge heropent vanaf vandaag virtueel de deuren van tentoonstelling Synergia

Op 20 september startte de indrukwekkende tentoonstelling ‘Synergia’ van kunstenaars Joke Raes en Jonas Vansteenkiste in de Poortersloge. De tentoonstelling kon rekenen op heel wat bezoekers en werd ook in culturele middens ‘the talk of the town’. Na de meest recente maatregelen tegen de verspreiding van COVID-19 sloot Synergia de deuren. Vandaag heropent Cultuurcentrum Brugge virtueel de deuren van de inspirerende tentoonstelling.

“Deze tentoonstelling is niets minder dan een boeiende en verrijkende inspiratiebron. Dankzij het prachtig werk van de medewerkers van Cultuurcentrum Brugge kunnen we nu, weliswaar virtueel, toch de deuren heropenen en kunnen we blijven verdwalen in het oeuvre van twee fantastische kunstenaars”, zegt schepen van Cultuur Nico Blontrock.

Joke Raes & Jonas Vansteenkiste – Synergia

Synergia (Grieks synergie, samenwerking) is de meeropbrengst die ontstaat bij het samengaan van delen ten opzichte van de som van die delen. Zo benaderen beide kunstenaars hun vriendschap en de visuele dialoog die ze hier ontwikkelen. Beiden ontwikkelden ze reeds een gelaagd en inhoudelijk beeldend oeuvre en exposeren zowel in Vlaanderen als in het buitenland.

Joke Raes staat bekend voor haar oog voor detail en gebruikt natuur als inspiratie, Jonas Vansteenkiste is dan eerder gekend voor zijn monumentale installaties en psychologische reflecties over het huis en architectuur. In de expo tonen ze een selectie en een voorsmaak uit hun ruimer oeuvre.

De tentoonstelling is vanaf vandaag (24/24 uur en 7/7 dagen) te bezoeken viawww.ccbrugge.be/synergia.

Tom Zwaenepoel bloemleest de paus

Dezer dagen verschijnt bij uitgeverij Lannoo ‘De nacht is het donkerst even voor de dag begint’. In 312 korte citaten spreekt paus Bergoglio over crisis, moed, verbondenheid, geloof en kansen. Het zijn soms stevige uitspraken over en voor de bedreigde wereld. Dit boek is het elfde exemplaar dat de Brugse leraar Tom Zwaenepoel bij Uitgeverij Lannoo publiceert. In het verleden schreef hij al een aantal boeken over spirituele, religieuze onderwerpen. Zijn specialiteit is het pausdom en het Vaticaan. 

EXit: De paus in crisistijd, is dat de samenvatting?

Tom Zwaenepoel: ‘Het was de uitdrukkelijke wens van paus Franciscus om tijdens de coronapandemie ‘zichtbaar’ te zijn voor de beproefde wereld. De live uitgezonden ochtendmissen in de kapel van Casa Santa Marta behaalden tijdens de verplichte quarantaine hoge kijkcijfers, ook over de Italiaanse grenzen heen. In zijn geïmproviseerde ochtendmeditaties richtte de Argentijnse kerkleider zich tot allen die een onrustig en vermoeid hart hebben, dat vragen blijft stellen zonder zekere antwoorden te vinden. Met zijn eenvoudige woorden en handelingen raakte hij velen – ook niet- of andersgelovigen.’

EXit: Wat is u bijgebleven uit deze teksten?

Zwaenepoel: ‘Volgens Franciscus bestaat de kerntaak van een paus er vooral in om de zwakheden van onze samenleving aan te klagen: honger, armoede, onrechtvaardigheid, onverschilligheid, oorlog. De kerkleider vertolkt als het ware het ‘geweten van de wereld’ en geeft een stem aan stemlozen. Bejaarden, zieken, armen, daklozen en migranten zijn opvallend vaak de protagonisten in zijn teksten.’

EXit: Ik lees nogal wat kritiek op de wereldleiders….

Zwaenepoel: ‘Hij schuwt geen kritiek op wereldleiders of leden van zijn eigen Kerk en dit is ongewoon. Zo verwerpt hij de logica die weigert om economisch welzijn op te offeren ten bate van kwetsbare mensen, of hekelt hij de hypocrisie van hypocriete christenen die niet willen inzien dat het geloof verankerd is in het leven. Het volstaat niet om te zeggen dat je christen bent; de buitenwereld moet het ook zien en ondervinden. Dit boekje geeft troost en moedigt aan, en stelt wantoestanden aan de kaak en roept op tot een andere levenswijze. Vandaag is hieraan veel nood, vind ik.’ (LF)

_____

De nacht is het donkerst even voor de dag, Tom Zwaenepoel, uitg. Lannoo

‘Een stad als stilleven’

‘Soms ging ik de ruimte bekijken als een architect’

Brugge is, met enige overdrijving, de meest gefotografeerde stad van ’t land. Dat leidt van tijd tot tijd tot de onvermijdelijke fotoboeken ten behoeve van Bruggeling en toerist. De Brugse fotograaf Jan Darthet put uit een ander vaatje. Tijdens de eerst lockdown trok hij zijn beste wandelschoenen aan en struinde kriskras door de stad die hem, zonder de toeristische balast, verraste met schitterende lichtinvallen, schaduwen en rustige schoonheid. Negentig streng gekozen kleurenfoto’s zijn nu gevat in een keurig fotoboek dat deze stad ‘als een stilleven’ ziet. Aanbevolen in cadeautjestijd.

EXit: Brugge in lockdown, u hoefde geen twee keer na te denken over de keuze en het onderwerp?

Darthet: ‘De reeks is na stevige selectie ontstaan door de sfeer die ik tijdens de wandelingen ervoer. De meer dan 90 beelden zijn voor mij echt een stad als stilleven, en dat is ook de insteek waarmee ik aan de slag ging. De eerste wandelingen focusten zich meer op de gesloten stad. Deze beelden heb ik niet weerhouden voor het boek. Ik probeerde nadien meer het accent te leggen op de schoonheid, de rust, het schaduwspel. 

EXit: ‘ Negentig foto’s zonder zwakke punten: hoe hebt u telkens het cliché kunnen of moeten vermijden?

Darthet: ‘Het is vooral aan de kijker om de foto’s te ervaren als kadrage, snit van iets wat gekend is. En hopelijk vaak op een niet- conventionele manier, en soms ook op zo’n symmetrische wijze dat de essentie duidelijk is en de compositie rustig. Voor mij is de stad, iedere stad eigenlijk, geen cliché, afhankelijk van hoe je het bekijkt, de lichtinval, de schaduwen, de snit in acht genomen natuurlijk. Zuurstof krijgen als kijker om een eigen kijk te hebben is een  belangrijk item geweest voor mijn project.’ 

EXit:  Welke stadszichten hebben u het meest verrast?

Darthet: ‘Het Jan van Eyck plein heeft zo’n sterk perspectief, alsook het gedeelte van het Zand rond het Concertgebouw. De vormelijke finesse en de abstractie van sommige pleinen of straten zijn a-typisch Brugs, en net daarom zo interessant om te fotograferen. Contrasten zijn altijd mooi in een stad. Soms ging ik de ruimte bekijken als een architect.’ 

EXit: Hoe is Peter Verhelst in dit verhaal betrokken?

Darthet: ‘We kennen mekaar van eerdere samenwerking. Ik mailde hem en hij antwoordde dat hij er zou aan beginnen. Ik liet hem uiteraard de artistieke vrijheid en toen het gedicht in m’n mailbox zat was ik er even van m’n melk van. Zoveel lagen, zoveel gevoelens, soms begrijpelijk, soms moeilijk en lastig. Niettegenstaande we mekaar tussenin niet gebrieft hebben viel voor mij de puzzel echt wel. Het pure gevoelsmatige zat ook in mijn foto’s, althans dat vond ik. Maar nogmaals, ik heb de kijker en lezer wellicht ook de vrijheid gelaten van interpretatie. Daarom gaat het voor mij veeleer over stilte dan over de lock-down. Ik hoorde ook veel mensen luidop genieten van de situatie als wandelaar, kijker . Al is de lock down een ramp voor de stad en zijn handel.’

EXit: Hoe maken professionele fotografen vandaag nog het verschil?

Darthet: ‘Door de andere insteek en visie. Technisch zijn vele mensen fotograaf. Qua beleving en sfeer en zeker om in opdracht te werken heb je toch een grote dosis empathie nodig. Ik ben nog altij grote fan van het beroep en voel me er iedere dag beter bij. Door les te geven in volwassenenonderwijs heb ik zelf heel veel inzicht gekregen en bijgeleerd, het bijleren stopt nooit, gelukkig en niet zozeer in de technische kennis. Fotografie is eindelijk volwassen aan het worden en vele creatieve mensen gebruiken nu het medium als expressievorm. Dat is fijn om te zien en te beleven. Maar dat heeft niks te maken met een haarscherpe foto te maken, eerder met beleving en creativiteit.’

EXit: De keuze voor kleur versus zwart-wit. Kleur wint?

Darthet: ‘Zwart- wit was een overweging, kleur heeft het gehaald. Ik wandelde rond en zag alles in kleur. Het is net te fotografisch voor mij om dan alles in zwart -wit te brengen, temeer omdat de lente zich niks aantrok van de lock-down. Ik vond het licht, de tinten en kleurschakeringen een meerwaarde. Het was en is ook een grotere uitdaging om een reeks te bouwen, bestaande uit verschillende momenten en dagen en deze selectie in kleur te brengen. Maar mijn volgende project zal in zwart-wit zijn.’ (LF)

Het boek ‘Stilleven’ van Jan Darthet is verkrijgbaar in de Brugse boekhandel Raaklijn of online op http://www.brugge2020.be

Tania serveert

De voorbije twee jaar was Tania Verhelst Stadsdichter van Brugge. Vandaag geeft ze de fakkel door aan haar opvolger. Verhelst, die debuteerde in 2004 in het literaire tijdschrift Plebs, mocht haar eerste bundel ‘Twee Helften’ laten voorstellen door de Brugse dichter Herman Leenders. Zowel de gedichten als de aquarellen van haar hand maken van de bundel een must have voor poëzieliefhebbers.

EXit: Hoe kijk jij terug op het project ‘Stadsdichterschap’?

Tania Verhelst: ‘Ik vond het altijd een uitdaging om een opdracht ‘naar mijn hand’ te zetten. Ik heb moeten ondervinden dat sommige mensen een heel specifiek idee hebben van een stadsdichter. Soms wil men dat een stadsdichter iemand of iets ‘in de bloemetjes’ zet. Maar daar heb je natuurlijk bloemenwinkels voor. Gelukkig liet men mij meestal de vrijheid. En ik heb het liefst gewerkt voor geëngageerde projecten (het rouwgedicht voor ‘Vierkant tegen eenzaamheid’, ‘Homeless Jezus’ voor YOT). Ook de ontmoetingen met jonge vluchtelingen in het kader van een sociaal-cultureel project van MOOV, vond ik pakkend. En dan is er nog het interactief coronaproject in opdracht van de Stadsrepubliek, waarbij mensen werden aangespoord om zelf verzen te schrijven, zodat ik die kon illustreren (www.alsdetijddaaris.info). Het resultaat hiervan is tot 6 december te zien in het Gezellehuis(Rolweg).  Alle werken zijn te koop en de opbrengst ervan gaat naar welzijnsschakel integraal, een initiatief dat kansen biedt aan kansarme kinderen, jongeren en volwassenen in Brugge.’

EXit: Vlaanderen telt amper nog poëzie-uitgeverijen, (aankomende) dichters publiceren meestal in eigen beheer. Moeilijke zoektocht geweest?

Tania: ‘De zoektocht naar een uitgeverij is sowieso moeilijk: er wordt veel geschreven en steeds minder gelezen. Misschien zal men op termijn actief moeten zoeken naar lezers in de plaats van  uitgevers.Vooral in Vlaanderen zijn er weinig uitgevers voor poëzie. Je kunt dan wel in Nederland aankloppen, maar van sommige uitgeverijen hoefde ik mijn manuscript zelfs niet op te sturen ‘omdat ik Belg ben’. Ik ben dus wel blij dat Roel Richerlieu van Londersele zich concentreert op debutanten en meteen en enthousiast reageerde op mijn manuscript.’

EXit: De bundel heet ‘Twee Helften’. Waar staat dat beeld voor?

Tania: ‘Verscheurdheid. En gezien papier mijn geliefde medium is, heb ik dat in papier uitgedrukt. Je kunt het op tal van manieren interpreteren. Ik wil niet alles invullen voor de lezer, maar één lezing zou kunnen zijn dat het woord ‘in-dividu’, dat suggereert dat we één-en ondeelbaar zijn, misschien wel één van de grootste en meeste verspreide misverstanden is die er bestaan. Ik ervaar mezelf alleszins als een veelheid van stemmingen, meningen. Als ik een goede dag heb, klinkt dat als een harmonieus orkest, en als ik een slechte dag heb, als een Belgische democratie.’

Twee helften’ zit natuurlijk ook verankerd in onze biologie. We hebben twee hersenhelften, twee armen, twee benen. We zijn wanhopig op zoek naar een ‘wederhelft’.

EXit: Het Guido Gezellehuis staat meer en meer in het teken van de poëzie, maar niemand weet precies wat ermee aan te vangen. Hebt u ideeën ter zake? 

Tania: ‘Ik heb wel ideeën, maar het is niet aan mij om die aan te brengen. Ik heb er het volste vertrouwen in dat de stad van het Guido Gezellehuis een dynamische en inspirerende plek kan maken. Een writer’s residence, een ontmoetingsplek, een plek waar men lezingen en workshops organiseert… . Of zoals nu: een expo. Het komt er, als de tijd daar is.’ (LF)

______(foto Ellen De Meulemeester)

Twee Helftense, Tania Verhelst, uitgeverij De Zeef

Tweelink: kunstenaars ontmoeten makers

Voor Tweelink laten Handmade in Brugge en Het Entrepot vijf Brugse makers in dialoog gaan met vijf kunstenaars. Na een intensief traject onder begeleiding van curator Pierre Muylle creëerde elk duo nieuw werk dat geëxposeerd wordt in de salons van stadspaleis Hof Bladelin, die voor het eerst opengesteld worden voor het publiek. EXit bracht met meubelstoffeerder Valerie Cockhuyt en kunstenares Els Lesage een van de duo’s samen.

EXit: Jullie kenden elkaar niet op voorhand. Hoe verliep het artistieke proces?

Valerie Cockhuyt: ‘Ik droomde er al langer van om aan een kunstenaar gekoppeld te worden. Toen ik het werk van Els leerde kennen en zag dat ze met stof werkt, was ik meteen geprikkeld. Wat ze doet, sluit aan bij mijn leefwereld, maar staat er tegelijk ook ver vandaan door de vorm.’

Els Lesage: ‘In mijn werk combineer ik schilderkunst en grafiek. Vergankelijkheid en verlies zijn daarbij thema’s die vaak terugkeren. Ik ben gefascineerd door schijnbaar onbenullige objecten die ons omringen en die ons letterlijk overleven. Deze gevonden voorwerpen krijgen dan weer een bepaalde lading door de herinnering.’

Valerie: ‘Al snel bleek dat we diezelfde fascinatie delen. Bij het ontmantelen van meubels vind ik heel wat kleine schatten terug: muntjes, pillen, kranten, zelfs ooit eens een vals gebit. Telkens ben ik benieuwd naar het verhaal erachter. Zijn ze er toevallig in beland of bewust in gestopt? Ik polste bij meubelstoffeerders over de hele wereld en meteen deelden zij ook foto’s van allerlei objecten.’

Els: ‘Vanuit deze verwondering werkten we dan verder. Valerie bezorgde me die objecten en de foto’s. Ik begon ze te manipuleren, maakte er risoprints en zeefdrukken van. Tijdens de lockdown dropten we pakketjes bij elkaar aan de voordeur, zodat we toch verder konden werken.’

EXit: Curator van Tweelink is Pierre Muylle. Wat was zijn rol?

Els: ‘Pierre voelde meteen iets voor de thematiek die we kozen. Hij volgde ons van dichtbij op, maar liet ons ook doen. We moesten niet naar een welbepaald tastbaar eindresultaat streven en konden zo op een heel vrije manier werken.’

Valerie: ‘Ik ben zelf ook benieuwd naar het eindresultaat. Pierre wilde niet zomaar de creaties tentoonstellen, hij wilde vooral dieper ingaan op de thema’s. Je kunt de expo daarom alleen maar bezoeken onder zijn begeleiding. Het wordt een unieke belevenis: hij neemt telkens een tiental mensen op sleeptouw om een heel persoonlijk verhaal te vertellen bij elk traject en bij de creaties.’

Exit: Tweelink gaat ook over de symbiose tussen makers en kunstenaars. Wat is volgens jullie het grote verschil tussen beide?

Valerie: ‘Zelf vond ik het verrijkend om niet alleen puur praktisch bezig te zijn. Als meubelstoffeerder ben ik eerder functioneel ingesteld, maar in vergelijking met sommige andere collega’s heb ik ook oog voor het esthetische aspect. Toch zou ik geen goede kunstenaar zijn, want bij mij moet het eindresultaat helemaal af zijn. Ik kan me dus geen foutjes permitteren.’

Els: ‘Volgens mij zit daar precies het verschil tussen een kunstenaar en een maker. Als ik start met een kunstwerk weet ik niet wat het resultaat zal zijn, Valerie wel. Ik wil het toeval toelaten in mijn werk, Valerie kan dat niet. Valerie mag niet prutsen, ik voel me juist wel een prutser.’ (PK)

_____

Tweelink
Hof Bladelin

20 – 22 november en 27 – 29 november

Meer informatie en reservaties: www.tweelink.be

Geert Vandenbon grossiert in koersweetjes en -cijfers

De koers is van ons, maar eigenlijk nog een beetje meer van Geert Vandenbon. Deze Bruggeling is in Brugge bekend als muziekfreak (gitarist Q-Bic, auteur boek Stageco, manager van onder meer Jan De Wilde en Stoomboot), maar is bovenal een koerskenner, een zware Ronde-van-Vlaanderen-fanaat en wielerverhalenverteller. Met het oog op de eindejaarsfeesten maakte hij samen met Lannoo Uitgeverij een scheurkalender 2021 met allerlei wielerdata, van ernstig tot gek. Goed voor 365 dagen scheur- en leesplezier over koers, koers en koers.

Als muziek zijn leven is, dan is de wielrennerij wel de grootste passie van Geert Vandenbon. Hij werkte meer dan twintig jaar voor de Ronde van Vlaanderen en organiseerde tussen 1998 en 2009 het startgebeuren van de Ronde op de Brugse Markt. Daarnaast is hij medestichter van het Centrum RVV in Oudenaarde en schreef en publiceerde diverse wielerboeken, vaak met Vlaanderens Mooiste als rode draad. Als muzikant tref je Vandenbon al eens op een podium aan met eigen (wieler-)liedjes, alleen of samen met wielercommentator Michel Wuyts. Of om honderduit te vertellen over de Ronde, samen met Paris-Roubaix de mooiste wedstrijd van het jaar.

Nu stelde hij een heuse koerskalender samen, een soort maxi-Druivelaar met een trits wielerweetjes, wist-je-datjes en koersdata. ‘Dat gaat van de meest ernstige gebeurtenissen uit de wielergeschiedenis tot de meest absurde, zinloze, grappige, verrassende en vreemde verhalen en verhaaltjes. Maar ook cijfers, data, records, quotes, verjaardagen, sterfdagen …. van renners, wedstrijden en gebeurtenissen uit verleden, heden en toekomst ontbreken niet op deze Koerskalender 2021’, zegt Geert. ‘Op de ene kant van de bladzijde staan dus de datum, de themadag, het verhaal van de dag, eventueel een quote, een verjaardag en een sterfdag. Op de andere kant lees je het cijfer van de dag (van 1 tot 365), een extra weetje of quote en de koers van morgen.’ Een aanrader voor wie zijn dag leer- en sportgierig wil starten. (ADC)

______Foto Ellen De Meulemeester

De Koerskalender 2021 kost 14,95 euro, www.lannoo.be

Pascal Cornet: ‘Een banaal bestaan met interessante thema’s’

‘Er wordt veel geschreven, maar er wordt steeds minder gelezen’ zegt de Brugse dichteres Tania Verhelst elders in dit blad. Dat is dan geen goed nieuws voor Bruggeling Pascal Cornet, in intellectuele kringen bekend van zijn lezenswaardige blogspot http://pascaldigital.com/. Hij publiceerde onlangs het eerste deel van wat gaandeweg een lijvige autobiografie moet worden. ‘De Elfde Teen’ is het eerste deel, er volgen er nog een onbekend aantal.

EXit: U legt de lat meteen hoog. U spreekt over ‘volgende delen’.

Pascal Cornet: ‘De Elfde Teen’ is het eerste deel van mijn autobiografie. Het gaat daarin over mijn voorzaten, grootouders en ouders. In de volgende delen zal het dan meer over mezelf gaan. Hoeveel delen er komen, weet ik nog niet. Een stuk of vier, vijf allicht. Misschien zes of zeven.’

EXit: De mensen zullen zich wellicht afvragen…..

Cornet: ‘… wie is die Pascal Cornet dat hij zichzelf belangrijk genoeg vindt om (1) een autobiografie te schrijven en (2) dan nog te denken ook dat wij die autobiografie gaan lezen? Ik ben inderdaad niet ‘belangrijk’. Ik heb geen grootse prestaties geleverd, ik doe geen extreme dingen, ik ben geen ontdekkingsreiziger of wereldverbeteraar. Citaatje uit het boek: ‘Ik spring niet uit vliegtuigen, duik niet van kliffen, schamp mij niet aan koraalriffen.’ Ik ben opgegroeid in een beschermd milieu, in een tamelijk geschiedenisloze tijd. Ik heb geen historische schokken meegemaakt. De enige explosie die ik ooit heb meegemaakt, is de babyboom. Ik leid bijgevolg een vrij banaal bestaan.’

EXit: Hoe moeten we dat ‘banaal bestaan’ begrijpen?

Cornet: ‘ Ik ben ervan overtuigd dat elk leven, ook een banaal leven, het vertellen waard is, als het maar goed verteld wordt. Iedereen maakt een verhaal van zijn leven, voor zichzelf en ook voor anderen. Een verhaal met een begin, een midden en een slot. Een van de motto’s van het boek is van Rosa Montero: ‘Om te kunnen leven, moeten wij een verhaal over onszelf vertellen, wij zijn een product van onze verbeelding.’

EXit: Een auteur wordt doorgaans net veel fantasie toegedicht.

Cornet: ‘Iedereen moet proberen te doen waar hij/zij goed in is en graag doet. Bij mij is dat: schrijven. En gezien ik geen fantasie heb, of toch niet overdreven veel, heb ik behalve mijn eigen herinneringen en ervaringen en verwachtingen niet meteen iets om over te schrijven. Maar ik wil toch schrijven. Ik vind niet dat ik per se iets over een wereldoorlog moet vertellen die ik niet heb meegemaakt. Ik vind al evenmin dat ik mijzelf moet presenteren als notoire zuipschuit of vrouwenjager om interessant genoeg te lijken.’

EXit: Wat zijn die ‘interessante thema’s’ die u bezighouden?

Cornet: ‘Al schrijvende over mijn banale bestaan komen er vaak interessante thema’s bovendrijven. Zoals over waarheid en fictie in de herinnering, de rode draden in de femiliegeschiedenis, het probleem van privacy: wat kun je vertellen over anderen en wat vormt je identiteit. Bij dat laatste kan het – en dat zal EXit zeker interesseren – gaan over Brugge en de taal (het Brugse dialect). Maar ik zal het toch vooral over het vaderschap moeten hebben, denk ik, en over wat het betekent te schrijven.’

‘En ja, ondertussen is de wereld tóch volop beginnen te veranderen en ook daar wil ik van getuigen. Ik schrijf niet alleen over mezelf maar ook over de wereld waarin ik leef.’

EXit: Waar te koop?

Cornet: ‘Een aantal exemplaren van ‘De Elfde Teen’ is te koop in enkele Brugse boekhandels. De volgende delen zullen de volgende jaren verschijnen. De volledige autobiografie heet ‘Het leven als voorlopige oplossing’ – niet toevallig zoals de blog die nu al 16 jaar bestaat en waarop ik ondertussen bijna 18.000 posts heb geplaatst: foto’s en teksten. Nog altijd krijgt de blog ‘Het leven als voorlopige oplossing’ dagelijks enkele tientallen bezoekers over de vloer.’ (LF)

_____

Een exemplaar van ‘De Elfde Teen’ kost 15 euro en is – zolang de voorraad strekt – te bestellen via pascal.cornet@pandora.be . Concrete gegevens zijn hier te vinden: https://pascaldigital.blogspot.com/2020/08/brief-aan-mijn-vrienden-enof.html .

Een bakje troost in bange tijden

Het Brugse bedrijf Groep 24 is voornamelijk gekend van Comedyshows.be maar moet door de geldende maatregelen herbronnen. Zaakvoerder Pieter De Wulf: “We zagen ons genoodzaakt om honderden theatershows te verplaatsen of zelfs te annuleren, maar blijven niet bij de pakken zitten. Zo zetten we nu volop in op een andere tak binnen de firma, namelijk het ontwikkelen en distribueren van stadsproducten.”

In het najaar van 2017 ging Groep 24 voor het eerst van start met een stadsproduct, namelijk Monopoly Brugge waarvan maar liefst 5000 exemplaren verkocht werden. Nadien volgden nog andere stadsedities van het bordspel, maar de drang om Brugse producten te maken bleef groot. Via onder andere De Nacht van de Magie (in de Stadsschouwburg) en De Slimste Mens van Brugge (in het Belfort) werden de eerste contacten gelegd met Marjolein Vermeersch en Frederik Danneels. Zij zijn de zaakvoerders van de artisanale koffiebranderij Koffie Kàn die gekend staat om zijn ambacht met respect voor de natuur en de koffieboer.

De samenwerking tussen Groep 24 en Koffie Kàn resulteert in een Brugs product van hoogstaande kwaliteit, namelijk Brugge Koffie. De 3 smaken (Brugse Beer, Serena en Lanchals) worden elk onlosmakelijk verbonden aan een Brugse legende die wordt uiteengezet op de luxueuze geschenkverpakking. In deze verpakking vindt men, naast 3 zakjes met gemalen Brugge Koffie, ook een unieke koffietas. Hiervan zijn 2 uitvoeringen beschikbaar. Het eerste design werd ontworpen door grafisch ontwerper Pieterjan Decoster uit Sint-Andries. Hij zette volop in op de stoere Brugse Beer. Daarnaast heeft ook Helen B een handgemaakte mok ontworpen met daarop zowel Serena als Lanchals afgebeeld.

Met de aankondiging van Brugge Koffie (www.bruggekoffie.com) zetten Groep 24 en Koffie Kàn allebei in op het “koop lokaal” verhaal. Zo is niet enkel de initiatiefnemer een bedrijf uit Ten Briele in Sint-Michiels, maar wordt het product ook verkocht door de lokale winkeliers die een onvoorspelbare eindejaarsperiode tegemoet gaan.

Brugge Koffie is niet enkel een kwalitatieve, lekkere koffie, maar is ook een steun aan lokale handelaars en producenten en een duwtje in de rug voor een bedrijf actief in de evenementensector.

‘Woman’ in Adornes (tot 23.1)

De nadrukkelijke aanwezigheid van de vrouw in het werk van Koen Broucke en de vraagstelling rond de blik van de man vormen het uitgangspunt van de tentoonstelling. Een selectie van werken over een periode van dertig jaar gaat in dialoog met werken van kunstenaars van de Renaissance tot nu: van een anonieme Bruggeling tot Constant Montald, van Picasso tot de Chinese tijdgenoot Huang Gang.


In een tijdperk waarin de positie van de vrouw en het evenwicht in de man-vrouwverhoudingen centraal staan in een universeel debat, onderzoekt de tentoonstelling Woman de manier waarop een man vrouwen observeert, bewondert, opneemt en weergeeft. Hoe doet hij dat zonder gecontesteerde paden te bewandelen? Wanneer wordt de blik van een man gevierd en wanneer wordt die problematisch? Historische figuur, academisch model, jonge communicante, kunstenares, koningin of mondaine dame de vrouw wordt door de kunstenaar in een grote verscheidenheid gepresenteerd.

Koen Broucke is zowel historicus als kunstenaar. Zijn twee benaderingen – wetenschappelijk en artistiek – verrijken elkaar om een serene bijdrage te leveren aan een debat dat niet altijd sereen is. 

%d bloggers liken dit: