Reacties uitgeschakeld voor
Geplaatst door lfossaert op 24/08/2021
Is Brugge een literaire stad?
Dit is een terechte vraag die van tijd tot tijd opspeelt en sporadisch de gemeenteraad bereikt bij monde van raadslid Martine Bruggeman. De voorbije maanden werden voorstellen geopperd om van het Gezellemuseum ‘Het museum van de Brugse literatuur’ te maken, om Brugge als locatie te kiezen voor de Louis Paul Boonprijs, om Pieter Aspe een blijvend aandenken te geven en om dichteres Delphine Lecompte voor één jaar te benoemen tot museumdichter. Het lijkt er minstens op dat literatuur leeft in de fiere stad, de oogst is bijwijlen groot. Zo verschenen de voorbije (corona)maanden vier geslaagde debuten van Brugse auteurs die onderdak vonden bij gevestigde uitgeverijen.
Femke Vindevogel (43)beet de spits af met ‘Confituurwijk’, een poëtische vertelling over een botsing van culturen in een Vlaamse achterstandswijk. Een debuut bij Uitgeverij Van Oorschot dat meer aandacht verdient dan het nu geniet.
Marieke De Maré (36) verraste dan weer met ‘Bult’, een sfeervol en bijwijlen weemoedig verhaal over drie eenzaten op een berg.
In de lijn van de verwachtingen is het literaire debuut van de Brugse kunstschilder Robert Devriendt (66) ‘Maximes Obsessie’. Het is te verleidelijk om in de kunstschilder uit deze roman een doordruk te zien van Devriendt zelf. Er lopen nogal wat parallellen.
Dé verrassing van de voorbije maanden is het debuut van de Brugse schrijfster Lies Gallez (30) die met ‘Het Water Vangen’ een intrigerend verhaal afleverde. Het boek met de vreemde titel bevat een aantal kortverhalen die baden in een aparte, soms licht absurde sfeer, met uitzondering van een schrijnend verhaal over een Malinese asielzoeker en zijn ervaringen in 127bis. De Nederlandse uitgever Querido investeert in Lies Gallez die zij een contract aanboden zonder dat er dat moment al een manuscript voorhanden was. En om het debutantenbal af te ronden verwijzen we graag naar Delphine Lecompte (43) die in volle coronatijden debuteerde als prozaïste met ‘Beschermvrouwe van de verschoppelingen’.Tot slot bouwtPascal Cornet inmiddels voort aan wat een oeuvre moet worden, opgehangen aan het autobiografische De Elfde Teen.
Opvallend in dit overzicht is dat de stad Brugge amper of geen rol speelt in deze verhalen. Ooit was het anders. Beroemde en minder bekende auteurs als Rodenbach, Rilke, Yourcenar, J.K. Huysmans, Henri Miller, Alan Hollinghurst, Hugo Claus tot en met echtgenote Schopenhauer voerden Brugge op in hun kolommen. Deze generatie(s) heeft/hebben andere prioriteiten.
Bovenstaande toont hoe literatuur hier leeft. Brugge telt een handvol uitstekende boekhandels, een florerend bibliotheeknetwerk, een groepje boekenfans met ‘Brugge Leest’ en een boeiend boekenprogramma ‘Lees Meer!’, geleid door VRT-journaliste Ann De Bie. Hoe zat dat ook alweer met die ontlezing?(LUC FOSSAERT)
Reacties uitgeschakeld voor
Geplaatst door lfossaert op 19/08/2021
Bomboclat Festival focust op Belgisch dj-talent
Er bruist wat in Zeebrugge, de badstad met het meest uitgestrekte strand van de Belgische kust. Naast WeCanDance, GRID.live (met optredens van artiesten van eigen bodem), ‘Film op het strand’ mag ook Bomboclat Festival zijn duivels ontbinden op en naast het evenementenplatform. Op vrijdag 21 en zaterdag 22 augustus ontvangt het team van organisator Wannes Loosveldt 2.500 bezoekers per dag die zich kunnen uitleven op zwoele beats en vibes van de Caraïben en Afrika.
EXit: Hoe moeilijk is het om – met de steeds weer op en neer dansende coronacijfers op ons bord – een festival te organiseren?
Wannes Loosveldt: ‘Op het moment dat je beslist om ervoor te gaan, moet je die cijfers loslaten. Het spreekt voor zich dat ik ze volg – je kunt er nu eenmaal niet om heen -, maar ik neem dat niet mee in het organiseren: we gaan voor een maximum. Daarbij houden we rekening met de moeilijkst mogelijke maatregelen en stellen we een limiet in. Die limiet is: social distancing. Bomboclat Festival kan niet bestaan als er een verplichte distancing opgelegd wordt. Dat kunnen wij niet waarmaken en dat risico wil ik niet lopen.’ ‘We spreken goed af met de ordediensten en we hebben een goed contact met de collega’s van WeCanDance. We stemmen de verhalen op elkaar af en maken er het beste van. Het festival zal iets kleiner zijn. Er zal nog meer aandacht zijn voor hygiëne en we houden de mogelijkheid open om sneltests af te nemen aan de ingang van het festival. Daarnaast zijn tickets enkel in voorverkoop beschikbaar. Zo zullen we dus geen wachtrijen aan de ingang hebben.’
EXit: Wie zijn de blikvangers op vrijdag 20 augustus en zaterdag 21 augustus, want dan vond ik niet meteen terug op jullie website?
Wannes: ‘Als er één iets is waar corona het me moeilijk maakt is het … artiesten boeken! Veel internationale artiesten blijven nog een zomer thuis. Ze vermijden liever quarantaines, nemen liever geen risico’s als er een nieuwe lockdown zou komen, werken aan albums … Daarom kiezen we ervoor om minder live-acts te programmeren. We focussen ons grotendeels op Belgisch deejay talent. Desalniettemin heb ik voor vrijdag en zaterdag één grote internationale artiest gestrikt,. We kunnen onze community niet volledig op hun honger laten zitten. Wie dat is op vrijdag houd ik nog eventjes geheim … Op zaterdag hebben we Stylo G als internationale topper. Hij stond al gepland in 2020 en is bereid dit jaar te komen spelen. Stylo G is de wervelwind die nu door Dancehall-land raast. Elke song die hij maakt, slaat aan. Hij heeft een unieke stijl en flow, daar kan niemand aan tippen. Daarnaast verwelkomen we op zaterdag BLCK MAMBA (bekend van Studio Brussel) die haar eigen podium zal hosten. BLCK MAMBA voegt alternatieve stromingen toe aan ons programma.’
EXit: Hebben jullie ‘vernieuwingen’ aan het Bomboclat-concept aangebracht?
Wannes: ‘We hebben een podium toegevoegd. Op vrijdag brengt Chase Music er hiphop van Belgische bodem. Op zaterdag brengt BLCK MAMBA haar eigen unieke stijl. Deze twee partners programmeren onafhankelijk hun podium. Ik moei me daar niet in, het draait om hun identiteit. Daarnaast is er nog het Bombastic podium dat zich meer richt op clubgerichte varianten van ons genre. Tot slot blijven we inzetten op de lekkere wereldkeuken, het culturele kader van onze muziekgenres en natuurlijk … kinderen. De kidscorner biedt de kleinsten de mogelijkheid om te spelen terwijl de ouders ondertussen genieten van een concertje of dj-set.’ (ADC)
Reacties uitgeschakeld voor
Geplaatst door lfossaert op 14/08/2021
Gezelle in context: een actuele visie op zijn taalgenie
‘Op sociaal vlak was hij geen hemelbestormer’
Guido Gezelle schreef zo’n 2.000 gedichten en evenveel artikels in diverse bladen. Maar hij had ook een drukke baan als ‘onderpastoor’. ‘Waarom heb je zoveel gewerkt in je leven? vroeg neef Caesar Gezelle aan zijn oom. ‘Om mijn herte meester te kunnen’, was het antwoord. Of hij daarin slaagde? Daarover is een nieuw Gezelle-boek verschenen.
Gezelle in context
De auteur Julien Vermeulen bekijkt en beschrijft Gezelle vanuit taal, macht en identiteit, zoals de ondertitel van het boek ‘Gezelle in context’ aangeeft. Het is een hedendaagse visie geworden op dit taalgenie, want ook bij deze iconische figuur vormen vele factoren de basis: de tijdsgeest, de economie, de technologie, en bij Gezelle natuurlijk de Kerk, en het hele machtsapparaat daarachter.
Maar eerst was er de miskenning, de achteloosheid. Bij leven was Gezelle enkel ‘beroemd’ in eigen kring. Zelfs van het bundeltje ‘Kleengedichten’ uit 1881 waren er bij Gezelles dood nog 500 van de 1.000 exemplaren onverkocht. Nog in zijn laatste levensjaar schrijft hij naar Albert Verwey, de Nederlandse dichter en essayist: ‘Ach hoe blij ben ik, dat sommige mijner rijm-reken, daar niemand mijns wetens acht op genomen had, u bevallen hebben.’
Maar zie, op zijn begrafenis werd hij al bijna heilig verklaard. Gezelle werd een iconische figuur, die voor vele karretjes gespannen werd. Zo werd hij – ten onrechte – een boegbeeld van de ‘Vlaamsche strijd’. Vele scheeftrekkingen die in de voorbije decennia groeiden rond Gezelle worden door de auteur in context geplaatst. Veel facetten komen aan bod: de mannenwereld waarin Gezelle zijn hele leven verkeerde, het heersende paternalisme, de hiërarchie, zijn journalistieke en polemische strijd.
De priester
Guido Gezelle identificeerde zich voor het volle pond met het machtsdiscours van de negentiende-eeuwse Kerk. Het priesterschap was voor hem hét pad dat je moest volgen om gelukkig te worden in deze wereld. Zijn proselitisme naar zijn leerlingen blijkt uit vele brieven en gedichten. Als priester was hij doordrongen van een elitebesef. De tijden waren groots: de paus werd onfeilbaar verklaard, de onbevlekte ontvangenis van Maria werd een geloofspunt, de pauselijke staten moesten verdedigd worden, door onder andere de zoeaven. Twijfels hierin kende Gezelle niet: twijfel was geen eigenschap die werd aangemoedigd. Het was zekerheid, die te vinden was in de leer van de Kerk, waarnaar gestreefd moest worden. En is dat voor ons zoveel anders? Lijden we niet met z’n allen op een of andere manier aan een vorm van tunnelvisie ?
De taal
Wat zijn taal betrof, daar was Gezelle wars van opgelegde regels en hiërarchie. Auteur Julien Vermeulen illustreert dit door de vele uitgewerkte voorbeelden bij gedichten van Gezelle. Het toont aan dat de dichter al vlug zijn afkeur duidelijk maakte voor de ‘artificiele bloemen bijeen geflikt door eenthoeveel mannen’.
Het Vlaams verheerlijkte hij als ‘een tale die van mond tot mond, zonder onderbreken, zonder mengelen, van allereerste en allerzuiverste bronnen tot ons is komen gevloeid.’
Die taal exploreerde hij in al zijn werk, ook in zijn polemische geschriften. Hierover publiceerde Dirk Van Tieghem eerder het onvolprezen boek ‘Gezelles gazette’.
Paternalisme
Ook hier was Gezelle een kind van zijn tijd. Zijn wereld was een mannenwereld waar vrouwen tweederangs waren. Bij een vlaggenwijding in de kerk van Sint-Denijs schrijft de plaatselijke krant:
‘’s Achternoens was de kerk te klein, maar de vrouwspersonen hadden de overgrote beleefdheid van plaats te maken en buiten te gaan’. In zijn vele gelegenheidsgedichten sluit de dichter zich naadloos aan bij de sociale klasse waarvoor hij schrijft. Op sociaal vlak was hij geen hemelbestormer.
Einde
In november 1899 schrijft Gezelle nog een gedicht voor een kloosterzuster. De aanvangsregels luiden: ‘o Zuster, ’t jaar is wederom voorbij en afgeweven’. Op het einde van die maand sterft hij. Nu begon de faam van Gezelle als rolmodel, zijn oeuvre kreeg een wervende kracht. Zijn Vlaamse aura werd hem nu aangemeten vanuit een postume identiteitsbepaling.
Dit alles en veel meer – bijvoorbeeld over amitiés particulières – valt te lezen in dit diepgravend boek. De meer dan 500 eindnoten bewijzen dat de auteur niet over één nacht ijs is gegaan. (RF)
Reacties uitgeschakeld voor
Geplaatst door lfossaert op 13/08/2021
Heidi Deneweth over de geschiedenis van drie Brugse buurten
Al bijna 30 jaar inspireert de Brugse hoofdarchivaris Jan D’hondt de vrijwilligers van de VZW Levend Archief, de ‘vrienden van het Stadsarchief’ om de originele archiefbronnen voor de kennis van de Brugse huizen te ontsluiten. Tegelijkertijd publiceerde de VZW Levend Archief al verscheidene detailstudies over de geschiedenis van een groot aantal huizen verspreid over de Brugse binnenstad. In 2002 was de tijd dan ook rijp voor een academisch onderzoek waarin de historische ontwikkeling voor drie verschillende buurten wordt uitgespit.
Dit onderzoek werd verricht door de Brugse historica Heidi Deneweth (1961), die al heel vroeg meewerkte aan de werkgroepen van VZW Levend Archief. Ze promoveerde in 2008 aan de VUB tot doctor met een proefschrift van meer dan 1.000 pagina’s ‘Huizen en mensen. Wonen, verbouwen, investeren en lenen in drie Brugse wijken van de late middeleeuwen tot de negentiende eeuw’. In 2020 voltooide zij de bewerking van dit proefschrift tot een leesbaar boek van 225 pagina’s: ‘Goede muren maken goede buren. Verbouwingen en buurtleven in Brugge, 1500-1800’, een uitgave van het Brugse Genootschap voor Geschiedenis, vzw Levend Archief en uitgeverij Marc Van de Wiele.
De geschiedenis van het Brugse vastgoed
Brugge was in de vroegmoderne periode nog steeds een belangrijke centrumstad in de Zuidelijke Nederlanden. Ondernemers en ambachtslieden speelden veerkrachtig in op de nieuwe economische situatie na de vervalperiode op het eind van de middeleeuwen. Tot circa 1680 was de stad een belangrijke groeipool met weer ongeveer 35.000 inwoners in 1680. Daarna ging het bergaf: rond 1740 telde de stad nog amper 28.000 inwoners. De vastgoedmarkt, de woningbouw en de hele ruimtelijke ordening van de stad ondervonden daar uiteraard de gevolgen van. Niet alleen de evolutie van de huizenmarkt voor bewoners, eigenaars en huurders komt in Deneweths boek aan bod, maar ook de manier waarop buren en huiseigenaars met elkaar omgingen om het samenleven te organiseren, burenconflicten op te lossen en gemeenschappelijke voorzieningen uit te bouwen en te onderhouden, wordt duidelijk belicht. En uiteraard besteedt de auteur ook aandacht aan de rol van de stedelijke autoriteiten in het buurtleven. Daarnaast wordt duidelijk dat het Brugse vastgoed in die drie eeuwen voortdurend evolueerde door afbraak, nieuwbouw, verbouwingen, opsplitsingen en samenvoeging van percelen. Vooral drie buurten komen aan bod in het boek, elk met een eigen geschiedenis: de deftige buurt rond de Riddersstraat, de middenklasse-wijk rond de Eekhoutstraat, en de volkse Sint-Clarastraat, elk met hun eigen geschiedenis tegen de achtergrond van de algemene stadsgeschiedenis.
Sociale geschiedenis van Brugge
Heidi Deneweth heeft de sociale geschiedenis van het vroegmoderne Brugge een onderdak gegeven. Door ook aandacht te besteden aan ogenschijnlijk triviale samenlevingsproblemen in de Brugse buurten, zoals privacy, afwatering, gebruik van beerputten, kon ze ook kleur en geur geven aan de sociale geschiedenis van Brugge. De lezer krijgt op die manier letterlijk een inkijk in de buurten en de huizen van de Bruggelingen tot aan het begin van de Franse tijd. (NOEL GEIRNAERT)
Reacties uitgeschakeld voor
Geplaatst door lfossaert op 10/08/2021
Culinaire happening op site Het Entrepot
Logisk, velsmagende, lokal (logisch, lekker, lokaal). Het zou de slagzin van Noma uit Denemarken kunnen zijn. Dit gastronomisch restaurant behoort al jaren tot de wereldtop en werkt heel bewust uitsluitend met lokale producten. Deze combinatie van gastronomie, duurzame voeding en sociaal engagement vormt dan ook de basis voor de driedaagse culinaire happening A TASTE OF FOOD op de site van Het Entrepot van 14 tot 16 augustus. Op het programma: film, talks, walks en workshops.
De culinaire happening A TASTE OF FOOD is een samenwerking van Brugs Food Lab, De Republiek, Het Entrepot, Brugge Plus, Kookeet, MOOOV en Food Wave. Deze partners brengen van zaterdag 14 tot en met maandag 16 augustus op de site van Het Entrepot een culinaire ontdekkingsreis met een focus op duurzame voeding, gastronomie en sociaal engagement. Centrale gast is Claus Meyer, de bezieler van het Deense toprestaurant Noma, die op zaterdag 14 augustus de documentaire ‘A Taste of Sky’ komt voorstellen. Daarin heeft hij het over veerkracht, mentorschap en de bindende kracht van voeding. Na de film licht Claus Meyer zijn verhaal persoonlijk toe tijdens een gesprek met de andere gasten.
Ogen, oren én smaakpapillen de kost geven kan op zondag 15 augustus tijdens de ontbijtfilm ‘The Great Green Wall’ in het bijzijn van de klimaatdichters. Tijdens de film ontdek je hoe die grote groene muur, een strook van 8.000 km bomen, tot stand kwam en hoe die de verwoestijning moet tegengaan. Als afsluiter laten klimaatdichters Sara Eelen, Maarten Inghels en Johanna Pas hun poëtische woorden weerklinken.
Op zondagnamiddag 15 augustus doet de Brugse binnenstad dan weer dienst als pluktuin. Samen met een gids kan men op pad gaan en ontdekken dat het wilde groen tussen de Brugse kasseien soms ook nuttig en lekker kan zijn. Na de wandeling serveren Ran Van Ongevalle en Janah Van Cleven (Bar Ran) een drankje en een hapje van Bruno Timperman (Bistro BRUUT) op basis van wilde kruiden.
Op maandagavond 16 augustus staat een Pecha Kucha op het programma met zeven korte, inspirerende verhalen over concrete projecten rond duurzame voeding. Volgende sprekers hebben alvast bevestigd: Bart Dewulf (Hops Meets Friends), Kelly Van Houtte (La Nomagére) en Rien Vandermeersch (Veldernis).
Naar aanleiding van A TASTE OF FOOD werd ook een fietstocht ‘eetbare stad’ uitgestippeld. Een 25 km lange tocht waarbij je op je route enkele verrassende initiatieven die inzetten op duurzame voeding ontdekt.
A TASTE OF FOOD heeft ook een programma achter de schermen. Zo neemt een Brugse chef een groep jongeren mee op sleeptouw voor een kookworkshop. (LF)
Reacties uitgeschakeld voor
Geplaatst door lfossaert op 08/08/2021
SEADS bouwt monumentale kunstinstallatie in het Sint-Janshospitaal
Kunst, natuur en wetenschap staan centraal in ‘Biomodd [BRG13]’
Op de zolder van het Sint-Janshospitaal is de hele zomer een bijzondere installatie te zien.‘Biomodd [BRG13]’ is een creatie van het internationale collectief SEADS. Deze monumentale sculptuur en de vele gekoppelde activiteiten zijn een van de meest uitdagende projecten van de Brugse kunstzomer.
EXit: Wie of wat is SEADS? Michel Dewilde: ‘SEADS staat voor ‘Space Ecologies Art & Design’. Dit dynamische, trans-disciplinaire collectief verzamelt kunstenaars, wetenschappers, ingenieurs, ontwerpers, programmeurs en activisten uit alle hoeken van de wereld die toekomstgericht kritisch denken en experimenteren. Ze ontwikkelen projecten rond maatschappelijk relevante thema’s als ecologie en technologie, én doen dat op participatieve wijze.’
EXit: Een van hun projecten is ‘Biomodd’? Michel: ‘’Biomodd’ is een sociaal geëngageerd kunstwerk waarbij ecologie en technologie centraal staan. Het staat voor de samentrekking van biologie en ‘modding’. Het is een concept dat het collectief ondertussen op verschillende locaties heeft uitgewerkt. In Brugge werd op de zolder van het Sint-Janshospitaal ‘Biomodd [BRG13]’ontwikkeld. Deze monumentale installatie verbindt op unieke wijze levend biologisch materiaal, computers en mensen. De leden van SEADS bouwden ze ter plekke op de site van het Sint-Janshospitaal op, samen met iedereen die zich engageerde om mee te werken.’
EXit: In de installatie zit een computergame verwerkt? Lieven De Visch: ‘Het eindproduct is inderdaad zeer interactief opgevat. ‘Biomodd [BRG13]’ nodigt de bezoeker uit om in dialoog te gaan met die systemen. Heel concreet gebeurt dat via een computergame die is ingebouwd in het kunstwerk. In deze game interageren bezoekers, planten en andere organismen op eindeloos variërende manieren. Op die manier slaat de installatie een brug tussen het rijke historische verleden van de stad en de artistieke visies over de toekomst van onze wereld.’
EXit: Het gebruikte materiaal is op zijn minst opmerkelijk? Michel: ‘SEADS recycleert heel uiteenlopende zaken. Dit doen ze vanuit een voortdurend evoluerende visie en samenwerking. De manier waarop ze werken, is vergelijkbaar met het demonteren, terug assembleren en pimpen van auto’s, maar dan met computers. ‘Biomodd’ bestaat uit restanten van oude technologische toestellen (zogenaamd e-waste) en constructiemateriaal van Musea Brugge, gerecycleerd uit de vele kunsttentoonstellingen van de voorbije 20 jaar. Er werd onder meer afgedankt ICT materiaal van de Stad gebruikt. De gerecycleerde computers zijn verbonden in een netwerk waarop de op maat gemaakt computergame draait.Een tweede component binnen ‘Biomodd’ zijn de lokale ecologische systemen. Ze gaan in dialoog met de technologische ontwerpen. Concreet werden planten en stekjes verwerkt van de dienst Openbaar Domein van de Stad, maar ook enkele Bruggelingen zorgden voor het nodige materiaal.’
EXit: SEADS draagt participatie hoog in het vaandel? Michel: ,Het collectief ontwikkelt hun installaties inderdaad altijd ter plaatse met de lokale gemeenschappen. Ze hebben als doel een kritische dialoog op gang te brengen met de inwoners. Begin mei werd een oproep gelanceerd om mensen uit te nodigen om mee te werken. Jong en oud waren welkom. Uiteindelijk konden we rekenen op een 160-tal mensen die een viertal weken aan de slag gingen op de site van het Sint-Janshospitaal. Het ging om Bruggelingen, leden van SEADS van over de hele wereld en medewerkers van Cultuurcentrum en Musea Brugge.’
EXit: Ook gezinnen met kinderen zijn welkom? Lieven: ‘De hele zomer is voor kinderen op de kleine zolder een ‘Tinkerlab’ geïnstalleerd. ‘Tinkeren’ is een begrip uit het Engels. Je kunt dit het beste vergelijken met bricoleren. Al doende kunnen kinderen op ontdekking gaan en experimenteren op de manier waarop het collectief SEADS aan de slag ging. Op woensdag is begeleiding voorzien, op zondag zijn er workshops.’ (RD)
____
SEADS en ‘Biomodd [BRG13]’ , tot 29 augustus, Sint-Janshospitaal, www.museabrugge.be
Reacties uitgeschakeld voor
Geplaatst door lfossaert op 07/08/2021
Lies Gallez, een rijzende ster in de literatuur
‘Het Water Vangen’ is intrigerend debuut
De Brugse auteur Lies Gallez (30) verraste in volle coronatijden de literaire wereld met haar debuutroman ‘Het Water Vangen’. Die kon vooral de Nederlandse recensenten verleiden die deze bundel kortverhalen met vier sterren bekroonden. Het is weinig debutanten gegund: een debuut onderbrengen bij een gereputeerde uitgever (Querido).
Lies Gallez: ‘Ik kwam supertoevallig bij Queridoterecht. Ik had nog geen enkele tekst opgestuurd en al zeker geen manuscript, want er was nog niks. Mijn enige ervaring bestond uit een aantal bescheiden literaire teksten en een van mijn kortverhalen werd via de omweg van de sociale media door de uitgever opgemerkt. Ik werd uitgenodigd in Amsterdam en ze vroegen mij naar een manuscipt dat ik nog niet had. Heel grappig. Toch gaven ze mij alle vertrouwen, want ik wist toen nog niet welke literaire richting ik zou uitgaan: poëzie of roman of kortverhaal. Daarom wil ik ook niet in eigen beheeruitgeven, want ik wil echte steun. Ik wou het gevoel hebben dat het niet alleen mijn werk was, maar gedragen werd door een redactie.’
EXit: Meteen rijst de vraag: van waar komt dit talent?
Lies: ‘Aha, de vraag naar de microbe. Als kind al schreef ik, bij gebrek aan zangtalent, liedjesteksten en beginnerspoëzie. Zo won ik in 1999 een poëziewedstrijd in het kader van een Gezelle-wedstrijd. Ik kreeg een aantal poëziebundels cadeau en mijn reactie was ‘dat wil ik ook kunnen’. Een aantal van die gedichten gebruik ik vandaag nog steeds in het kader van mijn lessen Nederlands aan anderstalige leerlingen.’
EXit: En toen was er geen houden meer aan?
Lies: ‘Ik begon te schrijven voor het eigen plezier en dat is nooit meer gestopt. Aanvullend heb ik toen een opleiding scenario’s schrijven gevolgd aan het RITS. Die techniek wilde ik in de vingers hebben. Dat is mij later heel dienstig geweest in het schrijven van verhalen. Scenario-schrijven is een supergoede achtergrond voor roman en poëzie.’
EXit: Geheel in de stijl van jouw verhalen is ook de titel nogal cryptisch…
Lies: ‘Een correcte titel vinden was niet evident. ‘Het water vangen’ verwijst naar elke poging tot verbinding met zichzelf en de andere. En soms zijn dat onmogelijke pogingen. De cover toont ook het blauw van het water dat ons gidst door het leven.’
EXit: De meeste van je verhalen baden in een geheel aparte, soms zelfs lichtjes absurde sfeer. Maar het grootste verhaal uit de bundel over een asielzoeker uit Mali, is heel down to earth.
Lies: ‘Dat klopt, maar dat is nu eenmaal het bereik van de auteur. Mijn materiaal varieert van fictie over non-fictie, over poëzie en concrete verhalen. In een verhalenbundel kan dat. Dit boek is geen roman waar je een gekozen vorm moet aanhouden. De lezer komt daardoor plots in een andere wereld terecht.’
EXit: Het boek, 326 pagina’s, is bijzonder kwistig met het gebruik van twee haakjes of terzijdes.
Lies: ‘Mmm… dat is een leuke vraag, maar kijk, als scenarist mag je veel en allerlei instructies geven. Da’s plezant. Waarom zou je dat niet mogen toepassen in proza? Voor mij is dat meer dan een spel. Ik probeer op die manier spanning te creëren, zonder te betuttelen. Maar het klopt dat de reacties over dat gebruik heel verdeeld zijn.’ (LUC FOSSAERT)
_____
‘Het Water Vangen’, uitgeverij Querido
Lies Gallez en Diane Broeckhoven komen op zondag 29 augustus om 15 uur naar Hoeve Hangerijn (Assebroek).
Lies Gallez groeide op in Brugge, volgde les in Olva en verkaste later naar Antwerpen, maar de (familie)band met Brugge houdt ze strak. ‘In Brugge kan ikstilvallen’ zegt ze. Zelf komt ze niet uit een literair nest met een moeder wetenschapper en een vader gepensioneerde militair met ervaring op de hotspots van deze planeet. Gallez lezen vraagt aandachtige lectuur, want haar verhalen wisselen van lichtvoetig naar diepgravend en een prettige dosis absurdisme zoals De Volkskrant opmerkte. Grappig detail: de dag van dit interview ontmoet Lies bij toeval burgemeester De fauw. Ze biedt hem meteen een exemplaar aan. De burgervader belooft aandachtige lectuur. (LF)
Reacties uitgeschakeld voor
Geplaatst door lfossaert op 04/08/2021
MAfestival (6-14 augustus) wijkt uit naar Concertgebouw
Artistiek directeur MAfestival Tomas Bisschop verzekert ons: ‘Ik slaap nog zeer rustig, o ja’. Nadat hij de editie van vorig jaar grotendeels moest schrappen wegens u weet wel, staat hij nu met zijn team klaar om van de augustusmaand een boeiende festivaleditie te maken. Alles is voorzien om er een veilige editie van te maken, zo onder meer door het uitwijken naar het Concertgebouw.
EXit: We kunnen er niet onderuit: hoe erg was de coronacrisis voor jullie?
Tomas Bisschop: ‘Het is een redelijk intens seizoen geweest, ondanks het feit dat er amper iets mocht worden georganiseerd. Het wachten heeft ons wel de tijd gegeven om een en ander te reorganiseren. Anderzijds moesten we ons ook voorbereiden op ook maar de kleinste wijziging. Dat heeft veel geëist van ons. Het was een periode van voortdurend anticiperen, vooruitkijken en verschillende scenario’s bestuderen voor het festival.’
EXit: Een sterkhouder en uithangbord van MAfestival is het muziekconcours.
Tomas: ‘Dit jaar gaat het zeker door, maar organisatorisch wordt het aangepast door te anticiperen op de reisproblemen en de onzekerheid bij veel mensen. De eerste ronde is grotendeels digitaal verlopen, nu komen er veertien mensen opdagen voor de halve finale. Hopelijk is het voor alle deelnemers mogelijk om de oversteek te maken. Ik ga er in elk geval van uit dat het concours zal plaatsvinden. De UK is de alarmerende factor, maar tot op vandaag (23 juli) zijn er geen verontrustende geruchten. Wij verwachten bovendien nog versoepelingen tegen begin augustus.’
EXit: Het voorbije jaar tekende wellicht voor een grote verliespost?
Tomas: ‘Dat is nu nog moeilijk te zeggen. De overheid is ons, net zoals de Stad, blijven steunen. Maar er is veel onzekerheid over de toekomst, de periode 2021-2022, omdat we nu nog niet kunnen inschatten wat de kosten zullen zijn van de veel duurdere reizen.’
‘Twee: de ticketverkoop is uiteraard veel lager ingeschat wegens de iets kleinere zaalcapaciteit. Er is ook veel onzekerheid over de reactie van het publiek: hoe gaan ze reageren op een groot of een binnen-evenement? Het publiek komt terug, traag maar zeker, maar wij zijn klaar voor de start. Daarbovenop komt er nog een zwaar seizoen aan, want veel organisaties zijn bezig met het herboeken van hun programma’s. Voor ons is het natuurlijk een hele geruststelling dat alles in de beste omstandigheden zal verlopen wegens het comfort en de zekerheid dat we over de infrastructuur van het Concertgebouw beschikken. Dat is een keuze die wij bij hoge uitzondering hebben gemaakt. De samenwerking loopt prima, maar het wordt sowieso een ander festival.’
EXit: Wat is de rode draad doorheen de programmering?
Tomas: ‘Het thema is ‘mind and body’, een keuze die al sinds vorig jaar vastlag. We hebben dat quasi integraal kunnen verplaatsen naar dit jaar. Het gaat over de relatie tussen lichaam en geest, een gegeven dat we in coronatijd des te meer hebben ervaren, al of niet gewild. Voor velen heeft dat ook positieve effecten gehad met het bereiken van een betere balans tussen lichaam en geest. In die zin is het een heel dankbaar thema.