Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Maandelijks archief: oktober 2014

Mark Turner ‘Return From The stars’

2357_Turner_PF1

De naam Mark Turner zal de jazzliefhebber die vertrouwd is met De Werf ongetwijfeld niet onbekend in de oren klinken. Niet alleen was de Amerikaan al eerder live aan het werk te zien op dat podium, hij is ook te horen op enkele cd’s van Kris Defoort die door het “huislabel” werden uitgebracht.

Deze saxofonist blijkt volgens getuigenissen van muzikanten met wie hij eerder samenspeelde absoluut géén last te hebben van een ego. Larry Grenadier, zijn bassist in de formatie FLY, bijvoorbeeld, verklaart over de ingesteldheid van Turner t.o.v. zijn andere groepsleden: “when he plays a solo, he’s trying to make everybody else sound good”.

Turner noemt zichzelf “a slow learner” en dat heeft dan niet te maken met de snelheid waarmede hij zaken oppikt, als wel met zijn werkproces en zijn geduld. ‘Lathe of Heaven’ is zijn recente – letterlijk langverwachte – cd en het is in de muziek van dat werkstuk dat hij op maandag 3 november graag het publiek wil laten delen. Aan zijn zijde: de snel rijzende ster Avishai Cohen (trompet), Joe Martin (contrabas) en Marcus Gilmore (drums). (PJG)

Maandag 3 november

Het Stedelijk Conservatorium Brugge één jaar na de machtswissel

Foto EDM

 

 

In oktober 2013 stelden we Gunter Carlier, toen de nieuwbakken directeur van het Brugse Conservatorium, aan u voor. We peilden naar ’s mans plannen en ambitie, waarbij bleek dat vooral muziekinitiatie voor de allerkleinsten en de uitbouw van een volwaardige richting “Oude Muziek” hoog op de agenda stonden. Vandaag, één jaar later, zochten we Carlier opnieuw op met de vraag of hij zijn plannen heeft kunnen waarmaken en hoe het Conservatorium er in het algemeen voor staat.

Gunter Carlier: ‘Wat betreft die muziekinitiatie voor kinderen van 4 tot 7 jaar, dus voor kinderen jonger dan de officiële instapleeftijd, ben ik bijzonder verheugd te kunnen melden dat we erin geslaagd zijn dit voor het huidige schooljaar op poten te zetten. Toch niet evident in de wetenschap dat voor zoiets tijd en middelen vrijgemaakt moeten worden. Concreet organiseren we twee klasjes van een tiental leerlingen die we met muziek, woord, dans en beeld willen laten kennismaken. Het is weliswaar een vrij kleinschalig proefproject, maar de inschrijvingen liepen meteen binnen, dus eigenlijk kan dit project nu toch al een klein succes worden genoemd.’

EXit: En hoe staat het met de opleiding “Oude Muziek”?

Carlier: ‘Daar liggen de zaken helaas moeilijker. Het is zo dat sinds 2011 scholen uit het Deeltijds Kunstonderwijs – als besparingsmaatregel – eigenlijk niets meer aan hun studieaanbod mogen veranderen. Uitzonderingen kunnen wel worden toegelaten, maar daarvoor moet je een goed onderbouwd dossier indienen en dat steeds vóór maart. Toen ik hier in september vorig jaar begon, wilde ik de school uiteraard eerst grondig leren kennen vooraleer die al meteen te willen veranderen. Maar we zijn wel van plan om de aanvraag dit schooljaar te doen. We hebben het jaartje respijt ook ingebouwd omdat we meteen voor de volle pot gaan: de ambitie is om niet één of twee instrumenten toe te voegen aan het aanbod, maar meteen elk mogelijk denkbaar Barokinstrument, zoals teorbe, viola da gamba, baroktrompet enzovoort.’

Een derde ambitie lijkt Carlier echter wel nu reeds te kunnen waarmaken. De directeur sloot het interview vorig jaar af met de wens om het Conservatorium en lokale verenigingen, zoals koren, orkesten, toneelgezelschappen en harmonieën, dichter tot elkaar te brengen. Intussen werden de lokale partners reeds uitgenodigd en werden concrete stappen ondernomen om dit te bereiken.

Carlier: ‘Het wordt mogelijk voor studenten om een “alternatief leertraject” te volgen. Concreet betekent dit dat leerlingen voor bepaalde vakken een vrijstelling kunnen krijgen, omdat ze buiten de schoolmuren een activiteit uitoefenen die een volwaardig alternatief vormt voor de cursus in kwestie. Zo hoeft een student bijvoorbeeld het vak “samenspel” niet meer te volgen als hij of zij in een fanfare- of harmonieorkest speelt – mits de kwaliteit gegarandeerd is natuurlijk.’

‘Daarnaast plannen we ook een nauwere samenwerking met het Concertgebouw en met Anima Eterna Brugge. Dat kan enerzijds bijvoorbeeld in de vorm van verminderde toegangsprijzen voor studenten, maar anderzijds hebben een aantal klassen afgelopen schooljaar ook open repetities van Anima Eterna Brugge, voorzien van duiding en context, kunnen meemaken. Toch een absolute meerwaarde voor elke muziekstudent, die we absoluut willen behouden.’

Quid bibliotheek?

Eén van de meest heikele dossiers van het SCB betreft haar bibliotheek. De school herbergt een schat in de vorm van duizenden partituren en handschriften, sommige meer dan 300 jaar oud. Omwille van een aantal unieke pareltjes is de collectie zelfs van nationaal belang. Dit staat in schril contrast met de manier waarop ze wordt bewaard: weggestoken in een zaaltje op de bovenste verdieping van het gebouw zijn de kostbare stukken blootgesteld aan vocht en stof van de afbladerende bepleistering. Het plaatsgebrek is dermate acuut, zodat volgestouwde dozen de gangen versperren. Hierdoor wordt zelfs een basisdienstverlening schier onmogelijk.

Carlier: ‘De toestand van de bibliotheek is echt erbarmelijk. Het is duidelijk dat hier iets aan moet veranderen; niet alleen omwille van het patrimonium zelf, maar ook omdat een bibliotheek uiteraard pas echt nut heeft als ze ook optimaal wordt gebruikt. Ik denk dat er twee serieuze opties zijn. De eerste bestaat erin om een samenwerking met de stadsbib en andere instanties inzake onder andere erfgoed uit te bouwen. Die piste werd een paar jaar terug reeds onderzocht maar dat project is toen een stille dood gestorven. Daarnaast zijn er al in 2000 plannen gemaakt om een stuk van het schoolgebouw te verbouwen, met integratie van de bibliotheek. Maar welke we stappen we ook willen ondernemen, het zal sowieso veel geld kosten en daar knelt opnieuw het schoentje. In elk geval heb ik het dossier weer leven ingeblazen door het op de agenda te plaatsen.’

EXit: Wat zijn de meer directe aandachtspunten voor het Conservatorium?

Carlier: ‘Wel, als we er een paar statistieken bijhalen, dan zien we in de eerste plaats dat het globale aantal inschrijvingen elk jaar stelselmatig toeneemt (zie ook “Het SCB in cijfers”, nvda). Dat is uiteraard zeer positief. Vooral de afdeling dans is explosief gegroeid in de laatste paar jaren. Daartegenover staat echter dat de afdeling woord het kwantitatief iets minder doet. Zeker in vergelijking met de rest van Vlaanderen, waar de richting woord gemiddeld goed is voor 18% van de studenten. Ik denk dat we dus in de eerste plaats die afdeling moeten blijven ondersteunen want de inspanningen tot vandaag wijzen op een stijgende populariteit.’

‘Daarnaast blijkt uit studentenbevragingen dat er nog werk aan de winkel is op vlak van de infrastructuur, en dan in het bijzonder die van de bij-afdelingen. Het lijkt misschien paradoxaal, bijvoorbeeld in het licht van bereikbaarheid, maar we stellen vast dat er systematisch meer studenten komen naar de hoofdafdeling in de Sint-Jacobsstraat, terwijl er studenten uit de bij-afdelingen weggaan. De soms gebrekkige infrastructuur is daar waarschijnlijk de hoofdreden voor.’ (ALEXANDER JOCQUE)

 

Het SCB in cijfers

– 2061 leerlingen

– 13% groei in aantal leerlingen sinds 2004

– 81 leerkrachten

– 13 administratieve medewerkers

– 74,6% van de leerlingen volgt muziek

– 14,4% van de leerlingen volgt dans

– 11% van de leerlingen volgt woord

– SCB scoort globaal 79/100 bij een studentenbevraging

Vrijstaat O. haalt Jason Moran exclusief naar België

Jason Moran

Met Jason Moran haalt Vrijstaat O. op 31 oktober een van de meest boeiende pianisten van de nieuwe jazzgeneratie naar zijn podium. Zijn cd ‘Artist in Residence’ (2006) wordt vaak beschouwd als het grootste jazzmeesterwerk van dat decennium en met opvolger ‘Ten’ (2010) won hij de Downbeat Critics Poll in meerdere categorieën: jazzartiest, pianist, album. Ook dit jaar trouwens scoort hij in die (inmiddels al 62ste) poll hoog, want behaalt de tweede plaats in de categorie piano.

Moran waagt zich steevast buiten het jazzterritorium sensu stricto: uiteraard schatplichtig aan de jazztraditie (met veel ragtime- en bluesinvloeden), zoekt hij ook linken met vrije improvisatie, hiphop, bop en andere genres. Een mooi voorbeeld hoe dat klinkt is zijn nieuwe album ‘All Rise’ (Blue Note Records, release dit najaar), waarop hij de legendarische Fats Waller eert maar diens songs meteen een nieuwe jas aanmeet. Krijgt hij op die plaat hulp van zangeres Meshell Ndegeocello en ondersteuning van een blazerssectie, in Oostende – overigens zijn enige optreden in België! – zal hij een aantal van deze nieuwe composities in triovorm brengen. Voor dat concert met zicht op zee brengt hij zijn Bandwagon Trio-kompanen Tarus Mateen (elektrische bas) en drummer Nasheet Waits (al eerder te gast in Vrijstaat O). mee.

Tip voor wie méér wil weten over Moran: Downbeat wijdt in het oktobernummer meerdere pagina’s aan de projecten waar deze Amerikaanse pianist momenteel mee bezig is. (PJG)

Vrijdag 31 oktober om 20.00 uur – www.vrijstaat-o.be

 

De afscheidsbrief van Sonia Debal na 23 jaar Cultuurcentrum

afscheid Sonia Debal_Stadsschouwburg Brugge_2014 09 24_foto (c) Jan Verhaeghe, Brugge (91)

Sonia Debal en Peter Roose

Van harte welkom in deze schitterende foyer.Vandaag is het feest en ik ben blij dat jullie erbij zijn.Al moet ik eerlijk bekennen dat dit afscheid mij toch wel enigszins zwaar valt.Afscheid nemen doet pijn (partir c’est mourir un peu) en duurt niet even maar wel je hele leven. Nu is de tijd gekomen om afscheid te nemen van 23 jaar intens cultuurleven.Overspoeld door nostalgie bij het schrijven van deze afscheidstoespraak , moest ik terugdenken aan een voorstelling die mij heel erg geraakt heeft; de live film/theater/dansproductie ‘Kiss&Cry’van filmmaker Jaco Van Dormael en choreografe Michèle Anne De Mey.Een beklijvende, ontroerende ode aan het verleden, aanraken en loslaten..De voorstelling opent met het beeld van een oud vrouwtje op een bank op een perron kijkend naar de voorbijrazende treinen . Terwijl de off-voice zegt :’Waar gaan de mensen heen als ze uit ons leven,onze herinnering zijn verdwenen?Waar zijn ze nu?’..En dan gaat het schuifje van haar herinnering letterlijk open.

Laat mij toe om het laadje van mijn herinneringen voor jullie open te trekken.A la recherche du temps perdu?

Na 23 jaar rennen ,springen,vliegen,duiken, vallen,opstaan..en weer doorgaan …is de tijd gekomen om even stil te staan en terug te bladeren in het grote schouwburgboek van toen en nu..

2 november 1991

Waar blijft de tijd? De dagen gleden door mijn hand…

Ik schrijf de eerste zinnen van mijn petite histoire ‘van lerares tot schouwburgdirecteur’. Een klein, nietig verhaal vergeleken bij de grote opera van het wereldtheater. Maar voor mijzelf een heel groot verhaal dat mijn levenskoers drastisch zou veranderen..

Vanuit de indrukwekkende eiken bureau in Dienst Cultuur op de Burg, stortte ik mij met jeugdige overmoed vol vuur en enthousiasme in het nieuwe avontuur. Tijdens deze pioniersjaren zochten wij samen met een handvol medewerkers naar een eigen plek in het Brugse én Vlaamse cultuurlandschap, gepassioneerd door de liefde voor de kunst en de kunstenaar.

Het waren trouwens gezegende jaren om schouwburgdirecteur te zijn . Vlaanderen bruiste van het opkomend dans-en theatertalent. In onze podiumzalen : de schouwburg, de Dijk en de Biekorf , die eind 1991 geopend werd,speelden wij gretig in op deze krachtige Vlaamse Golf. Wij brachten-vaak met veel lef en durf-werk van kunstenaars die later wereldtop werden.Om er maar enkele te noemen: Anne Teresa de Keersmaeker, Wim Vandekeybus, Jan Fabre, Meg Stuart, Alain Platel, Ivo van Hove, Johan Simons, Luc Perceval. De monumentale schouwburg waar sinds 1869 de ziel van zoveel generaties theatermakers nog levendig is, werd van meet af aan een warme ontmoetingsplaats, een open huis voor de kunstenaar én het publiek dat met volle teugengenoot van al dat moois en verrassend nieuw. Ook anno 2014 strijken kunstenaars uit alle windstreken en van heel diverse pluimage hier neer en keren ze graag en vaak terug om in dit warme Brugse nest hun artistiek ei te leggen.

In het begin van de negentiger jaren van de vorige eeuw plantten wij samen met andere gedreven collega’s van oa de Werf ,Cactus, Bruges Festival ..een zaadje in de blijkbaar erg vruchtbare Brugse culturele bodem.Het kiempje van toen is nu uitgegroeid tot een stevige boom met heel wat vertakkingen en rijpe vruchten.

1 januari 1995

We krijgen vleugels want vanwege de Vlaamse Gemeenschap verwerven wij op 1januari 1995 de erkenning als Cultuurcentrum in de hoogste categorie.De daarbij horende subsidie opende nieuwe perspectieven naar personeelsuitbreiding en programmering.De krant van West-Vlaanderen kopte :’Brugge heeft eindelijk zijn Kultuurcentrum!’De erkenning was meteen ook een mooie verwelkomingsroos voor de kersverse schepen voor Cultuur Yves Roose.De podiumzalen schouwburg, Biekorf, de Dijk (en vanaf 2002 ook de Magdalenazaal) en de tentoonstellingsruimten Jan Garemynzaal en vanaf 1997 ook de Bogardenkapel en de Bond werden officieel erkend als de infrastructuur van het Cultuurcentrum. Wij werden een nieuwe stadsdienst met een eigen personeelskader,eigen werking, eigen huisstijl en identiteit zoals het decreet voorschreef maar we bleven een gemeentelijke instelling.

In januari 1996 nam het Cultuurcentrum zijn intrek in de nieuwe kantoren in de Sint-Jacobsstraat, die ondertussen dit voorjaar grondig gerenoveerd werden en een eigentijdse look kregen.Terwijl mijn medewerkers de verhuisdozen in-en uitpakten zat ik ijverig examenvragen te beantwoorden. Na met succes de proeven te hebben afgelegd, kreeg ik na een interimperiode van 5 jaar tijdelijke contracten een vaste aanstelling.

In 1996 zag ook het succesvolle filmeducatief project Lessen in het donker ism Cinema Lumière het levenslicht. Ondertussen is dit project structureel gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de belangrijkste Vlaamse spreider van de betere film voor kinderen en jongeren. Samen met de schoolvoorstellingen, de familievoorstellingen een belangrijk onderdeel van ons kunsteducatief aanbod waarmee we jaarlijks aan meer dan 30.000 kinderen kansen geven om in contact te komen met het rijke culturele aanbod .

Dank zij onze erkenning als cultuurcentrum konden wij het podiumaanbod waarbij dans en theater heel pertinent aanwezig waren, verruimen met een werking beeldende kunsten en een complementair kunsteducatief aanbod. Met spraakmakende multidisciplinaire kunstprojecten zoals Vrouwentongen met oa ‘Girls? Bad Girls’ ,waarbij niemand minder dan performancequeen Marina Abramovic de expositie opende;zetten wij meteen de toon voor een eigenzinnig parcours hedendaagse kunst.

20 april 1996

De schouwburg moet voor 18 maanden de deuren sluiten wegens noodzakelijke brandbeveilingswerken. Een tegenslag voor het prille cultuurcentrum!Maar wij blijven niet bij de pakken zitten en bezetten de stad.Zo belanden wij ook in de Sint-Gilliskerk waar Marianne Faithfull op een spectaculaire manier van het altaar valt,recht in de armen van één van haar aanbidders, de toenmalige burgemeester Patrick Moenaert.

De broodnodige uitbreiding van het personeelskader liet vrij lang op zich wachten maar toen de twee Sonia’s (Sonja Debrouwer voor de schoolvoorstellingen en klassieke muziek, en ikzelf voor de avondprogrammering) in 1997 versterking kregen van twee frisse jongens Peter Roose en Michel Dewilde kwam het Cultuurcentrum op kruissnelheid.Het aantal voorstellingen verdriedubbelde, de publiekscijfers piekten boven de 100.000 en dit met een scherpe kwaliteitsbewaking.Met artiesten als Dr.John, P.Glass, M.Nyman, R.Thompson, Willy Deville, Joe Jackson, Randy Newman, Joan Baez, Bregovic, Jane Birkin… en beeldende kunstenaars als Jan Fabre, Wim Delvoye, Jacques Charlier speelden wij al vlug in internationale topdivisie.

Thematische,multidisciplinaire projecten werden ons handelsmerk en we verwierven naam en faam in binnen-en buitenland met baanbrekende festivals zoals Vrouwentongen (1996), Kharta Blancha (1998), Angels (1998) ,Egypt in 7 Days (1997), Spice & Spirit (2006), The Messenger, Horizon..

Ook in het Gezellejaar 1999 bewees het Cultuurcentrum met het project ‘Sterk zij de tale der woorden’ dat het een voortrekkersrol durfde te spelen inzake vernieuwende kunstvormen en benadering.

2002

Het Cultuurcentrum zette het magische jaar 2002 in met een ferme knal: de plafond van deze foyer kwam grotendeels naar beneden.Groot alarm .Een grondige restauratie en renovatie kon niet langer uitblijven . Na een nomadenbestaan van 9 maanden als een www cultuurcentrum( een weg wegens werken cultuurcentrum),luidden op de vooravond van de opening van Brugge Culturele hoofdstad de eerste feestklokken .Na een grondige facelift schitterende onze bonbonnière opnieuw in al haar glorie en grandeur. En onze huisartiest Herman van Veen diende zich graag aan als ceremoniemeester bij dit feestelijk gebeuren.

Het Cultuurcentrum was een heel dynamische en creatieve partner in het 2002 project en dit niet enkel met dans en theater van topniveau maar ook met grensverleggende projecten zoals Format 2002 en Station to Station.Het mag gezegd,het was niet altijd zo vanzelfsprekend om onze wagonnetjes veilig en wel op de rails te houden als een TGV 2002 voorbij raast maar ondertussen waren we milleniumproof en een meester geworden in de kunst van het evenwichtsbeoefenen en dansen op een slappe koord.

2002 was ook nog in andere opzichten een belangrijk scharnierjaar.Met de Magdalenazaal verwierven wij een uniek platform voor hedendaagse, eerder experimentele podiumkunsten .Samen met de Cactus bouwden wij deze zaal uit tot een succesvolle pleisterplaats voor het jonge geweld. En de toenmalige cultuurminister Bert Anciaux beloonde onze hoogstaande werking en ijverig dossierwerk met een flinke extra variabele subsidie van 340.000 euro bovenop de280.000 euro reguliere subsidie. Meteen werden wij één van de hoogst gesubsidieerde cultuurcentra van Vlaanderen.Het nieuwe decreet lokaal cultuurbeleid gaf ons dus heel wat extra kansen en stimulansen.

De kersverse centen werden onmiddellijk goed besteed aan een project waarvan we reeds geruime tijd droomden . In mei 2004 werd deze droom werkelijkheid en Brugge werd de hoofdstad van Accordistan. Het accordeonfestival Airbag was meteen een schot in de roos en dit tweejaarlijks evenement is niet meer weg te denken uit het Brugse culturele gebeuren.

Toen wij in 1996 voor 18 maanden zonder een grote schouwburgzaal zaten,stelden wij voor aan de toenmalige schepen voor Cultuur Hugo Stevens om onze programmatie een tijdelijk onderdak te geven in een grote tent op ’t Zand. Een voorstel dat werd afgevoerd als ‘ondenkbaar’. Sinds 2002 staat echter op diezelfde plaats een grote cultuurtempel, het Concertgebouw, een nieuwe parel aan de Brugse kroon.De beginjaren van het Concertgebouw, betekenden voor het Cultuurcentrum een niet vanzelfsprekende zoektocht naar een nieuw evenwicht Het stadsbestuur besliste dat ons succesvol aanbod lyrisch tonel (opera-operette-musical) , klassieke muziek, muziektheater en grote dansvoorstellingen beter thuis hoorden in het Concertgebouw .Dit zorgde voor een behoorlijke publieksterugval .Maar wij slaagden erin om op een creatieve manier een nieuwe koers te varen door ons aanbod te verruimen met nieuwe,eerder drempelverlagende initiatieven zoals Airbag, Radio Columbus, Nostalgia, Flamencofestival, familievoorstellingen..En op die manier een nieuw publiek aan te trekken

2005/2010 de stadsfestivals

Zowel in 2005 met Corpus als in 2010 met Brugge Centraal breidde de stad een vervolg aan 2002.Daarbij aansluitend pakte het Cultuurcentrum in 2005 uit met het dans-en performancefestival ‘Body Stroke’ en het beeldende kunstenproject ‘Pursued-Boost in the Shell’ waarbij de focus lag op jong, gedurfd en experimenteel werk.En in 2010 durfden wij het aan om de schouwburgscène om te toveren tot een heuse catwalk. Meer dan honderd Brugse jongeren namen deel aan het hedendaagse mode-event Party Saty.

Een leven vol dans

Het is een feit dat Brugge de dans niet is ontsprongen.Wat in 1991 begonnen is met vier kleine dansproducties is nu uitgegroeid tot een dansplatform om u tegen te zeggen. Koppig en standvastig timmerden wij aan de weg om een publiek te winnen voor een toch niet zo vanzelfsprekende kunstvorm. Wij kozen resoluut voor continuïteit,kwaliteit, diversiteit en een goede omkadering door gratis inleidingen en programmatieblaadjes.Brugge is nu de place to be voor hedendaagse dans.Dit succesverhaal resulteerde in 2007 in de eerste editie van het jaarlijkse,internationale dansfestival December Dance. Voor deze eerste editie wisten het Cultuurcentrum en het Concertgebouw niemand minder dan de ondertussen wereldvermaarde choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui aan te trekken als curator. Later volgend nog belangrijke grootmeesters zoals A.T.De Keersmaeker, Akram Khan en Wim Vandekeybus.

Vandaag staat voor jullie een gelukkige,trotse afscheidnemend directeur.

Jaarlijks meer dan 150.000 bezoekers voor een aanbod dat niet altijd evident is. Wij plukken nu de rijke oogst van wat wij samen -vaak met veel zwoegen-gezaaid hebben. Wat geen verleden heeft, heeft ook geen toekomst. Wat geen wortels heeft, heeft ook geen kruin.Beste medewerkers:koester het verleden maar blijf nieuwsgierig , neem risico’s, blijf niet stilstaan,kijk vooruit . Wie te lang over elke stap nadenkt,staat zijn hele levenlang op één been..

Als kersverse directeur had ik een droom , veel van die droom heb ik kunnen waarmaken (ook al stonden wel eens wetten in de weg en praktische bezwaren). Men zegt dat dromen bedrog zijn maar ik ben ervan overtuigd dat dromen kunnen werkelijkheid worden voor hen die sterk genoeg zijn om erin te geloven.

Mijn grote dank en erkentelijkheid gaat dan ook uit naar de zo velen die mij door dik en dun gesteund hebben om die droom waar te maken: de Vlaamse Overheid, het Stadsbestuur, de raad van beheer, het prospectieteam, de collega’s, vrienden en familie, mijn echtgenoot en zonen.

Dank aan de vele bevlogen kunstenaars voor de ontelbare uren van indringende schoonheid ,bewondering en verwondering. Dank aan ons trouw en fantastisch publiek. Maar bovenal dank aan mijn schitterend team, zonder jullie was het nooit gelukt.. En het beeld van Jan Fabre indachtig dat we in ’99 in de Gezelletuin plantten, ben ik ervan overtuigd dat jullie samen sterk genoeg zijn om het vuur brandende te houden..

Sonia Debal

Brugge oktober 2014

 

Oostende lonkt naar ‘De Zee’

Oostende lonkt naar ‘De Zee’

La Vague (oil on canvas)

Gustave Courbet La Vague

 

Nog tot 19 april trekt het grote publiek ongetwijfeld naar de monumentale tentoonstelling in het Mu.ZEE die onder de noemer ‘De Zee’ een staalkaart biedt van de kunstgeschiedenis van William Turner (1820) tot het schelpenkabinet van Guillaume Bijl (2004). Over de tentoonstelling hangt de even monumentale schaduw van de dit jaar overleden Jan Hoet die een ruim aandeel heeft gehad in deze tentoonstelling.

 

Oostende heeft nu ook ontdekt dat toerisme en cultuur een perfect huwelijk kunnen vormen en dat heeft hier geleid tot een boeiend geheel dat naast kunst in het Mu.Zee (de hoofdmoot) kunst op een uitgestippeld parcours toont, voer overigens voor een stevige strand- en stadswandeling.

De tentoonstelling in het voormalige grootwarenhuis in de Romestraat, een fantastische museale ruimte die blijft verbazen, oogt zeer divers. Er is niet echt een rode draad aanwezig, tenzij het thema ‘zee’, maar vrijwel elk werk staat garant voor menige anekdote of verhaal over Jan Hoet.

Een tentoonstelling werkt vooral met toppers en die zijn er: Turner (het pronkstuk, pas na lang aarzelen uitgeleend), Borremans , Broodthaers, Brusselmans, Cézanne, Courbet, Tuymans, Delvoye, Matisse (met een reusachtige zeefdruk op linnen), Spilliaert en uiteraard ook James Ensor Hoewel niet meteen aanwezig met de topwerken, bieden ze toch een rijk gestoffeerd geheel, waarmee Jan Hoet zelf zeer tevreden zou geweest zijn, want voor pakweg 70 % zijn keuze geweest. Naast de toppers is het soms verbaasd uitkijken naar werk van William Blake, Jacques Charlier of de 456 (!) ingekaderde vellen papier van Hanne Darboven die een hele museumwand beslaan. Samengevat: gaat dat zelf zien.

‘De Zee’ verlaat ook het museum met een wandeling over 12 locaties, van het Lam Gods-altaar op het strand, over het Thermae Palace naar Station, Jachthaven en de Nieuwe Strekdam waar The Oostendse band The Van Jets ‘the sound of the sea’ laten horen.

Bij de tentoonstelling horen publicaties: er is de praktische wandelgids ‘De Zee’ (7 euro) en de catalogus (45 euro). (LF)

 

Mu.ZEE is gesloten op maandag, de andere dagen open van 10 tot 18 u.

 

 

 

 

Bolwerk Brugge, Bezette Stad in 14-18

Bolwerk Brugge, Bezette Stad in 14-18

EDM_7418-3

Sophie De Schaepdrijver (Foto EDM)


Meer nog dan tijdens Wereldoorlog II hakte de bezetting hard in op de Brugse bevolking, dat blijkt na lectuur van het uitstekende boek ‘Bolwerk Brugge, Bezette Stad in 14-18’ van historica Sophie De Scbaepdrijver. Het boek schetst tientallen, meestal weinig gekende, verhalen en getuigenissen over de genadeloze werking van het Duitse Marinekorps Flandern, dat de havens van Brugge en Zeebrugge als speerpunt gebruikte in een heuse en onbeperkte zee-oorlog.

Het boek opent met een portret van het vooroorlogse Brugge (54.000 inwoners intra muros, vandaag 19.000!)) waarvan de faam mee werd gemaakt door auteurs als Georges Rodenbach en Maurits Sabbe, wiens werk niet door iedereen werd gesmaakt. De Schaepdrijver schrijft: ‘Hoezeer Rodenbachs boek ook had bijgedragen tot het ‘merk’ Brugge, velen eisten een rebranding, vlijtig, deugdzaam, door en door gezond, en vonden dat een auteur die in het Frans schreef en in Parijs woonde niet het recht had een beeld van hun stad op te hangen’.

Het boek overloopt chronologisch de oorlogsgeschiedenis vanaf de inname van Brugge (‘Binst de hoogmis, tijdens de consecratie, horen wij een kanonschot, het zijn de Duitsers’ schreef kanunnik Duclos. De Duitsers gingen meteen over naar een ‘bezettingsmodus’ en die bracht ‘enorme eisen’ met zich mee, waaronder ‘een bijzonder hard bezettingsregime’. In de periode ’14-’14 worden de havens van Brugge en Zeebrugge uitgebouwd tot zeer sterk verdedigde basissen. Zo werd de Vlaamse kust een van de zwaarst verdedigde kustlijnen ter wereld.

Het leven mocht dan ongemeen hard zijn, een klein aantal mensen dook het verzet en de spionage in, wat van Duitse kant leidde tot executies en brute repressie. Het verhaal van de ‘Brugse’ Anna De Beir, ternauwernood ontsnapt aan een executie, krijgt hier prominent veel aandacht.

Het zwaartepunt van het boek vertelt uitgebreid over ‘de onbeperkte onderzeese oorlog’, de geallieerde bombardementen op Brugse volkswijken (precisiebombardementen bestonden nog niet) en het uitspelen van ‘de laatste kans’. Bijzonder interessant is het hoofdstuk ‘Ondertussen: de Vlaamse politiek’ en de rol van de activisten daarin, materie die reeds uitgebreid aan bod kwam in De Schaepdrijvers ‘De Groote Oorlog’ uit 1997, recent nog herdrukt. Bolwerk Brugge besluit met de bijeenkomst van de Belgische elite en koning Albert in het kasteel van Loppem, die later het startsein blijkt te zijn geweest van een nieuwe maatschappelijke orde.

Bij het boek hoort een verplicht (…) bezoek aan de tentoonstelling ‘Brugge in oorlog’ in de Stadshallen, samengesteld door De Schaepdrijver. Bruggelingen betalen slechts 4 euro. (LF)

Bolwerk Brugge (1)

Bolwerk Brugge, Bezette stad in 14-18. Sophie De Schaepdrijver, uitg. Hannibal, 24,50 euro

De klankpaletten van Marc Cary Focus Trio

RMFT4625

Vóór pianist Marc Cary onder zijn eigen naam werk begon uit te brengen, had hij zich al jarenlang speelervaring verworven als begeleider. Vooral zijn werk voor zangeres en jazzicoon Abbey Lincoln vestigde zijn reputatie en maakte van hem een gegeerde muzikant, die ook andere groten graag aan hun zijde wisten: Betty Carter, Arthur Taylor, Dizzy Gillespie, Max Roach, Shirley Horn… Het leverde hem meerdere nominaties voor een Grammy op.

In 1995 bracht hij voor het eerst als leader een eigen cd uit, maar pas in 2006 richtte hij zijn Focus Trio op, tot heden zijn langstlopende band. Waar hij zich aanvankelijk volledig in de traditionele hardbop en mainstream jazz inpaste, is in de loop der tijden zijn interesse ook steeds meer gegaan naar experimenten met andere genres: soul, hip hop, go-go, elektronica en traditionele Indische en Malinese muziek.

Op de eind 2013 uitgebrachte tweede cd ‘Four Directions’ combineert Focus Trio al die invloeden, met als doel – in de woorden van Marc Cary zelf – “to bring indigenous rhythms together with American jazz to create new palettes of sound”. Die cd komt hij deze week in De Werf live voorstellen, met aan zijde drummer Sameer Gupta en bassist Rashaan Carter. (PJG)

Vrijdag 24 oktober om 20.30 uur in De Werf – www.dewerf.be

 

 

Eerste burgerforum van HART BOVEN HARD in Brugge en in Oostende

 Hard

 

HART BOVEN HARD, een brede maatschappelijke beweging van mensen en organisaties uit verschillende sectoren, is ontstaan al vrij kort na het bekend worden van cijfers over de aankomende besparingen van de Vlaamse regering. Dat “iedereen een steentje moet bijdragen” leest men als Newspeak voor “zware besparingen in de eerste plaats op de kap van de modale Vlaming”. Nochtans is er een positief alternatief, is de stellige overtuiging van dit burgerinitiatief, met name “een warme samenleving die hart boven hard verkiest en een beleid dat investeert in solidariteit, rechtvaardigheid en zuurstof voor mensen en zich verzet tegen een louter cijfermatige kijk op onze samenleving”.

Op 22 september – dag waarop minister-president Geert Bourgeois zijn Septemberverklaring in het Vlaams Parlement zou voorlezen – publiceerde de beweging een alternatieve Septemberverklaring die hem ook persoonlijk werd overhandigd. Intussen hebben 1000 organisaties en meer dan 12.000 mensen het idee van de alternatieve Septemberverklaring mee onderschreven en ging HART BOVEN HARD effectief van start in Gent, Antwerpen en Brussel.

Op 20 oktober blaast men ook in Brugge en in Oostende de beweging leven in.

In Brugge gebeurt dit in De Werf. Na voorlezing van de alternatieve Septemberverklaring door Liesa Naert, zullen Pierre Muylle (directeur MADmusée Luik), Pascale Cockhuyt (coördinator vzw Wieder – jongeren in armoede), Tom Callebaut (tcct – interieurarchitectuur), Jorijn Neyrinck (coördinator tapis plein vzw) en Geert Belpaeme (theatermaker) vanuit hun eigen ervaring kort een reflectie of statement op de actuele ontwikkelingen brengen. (Lijst wordt nog aangevuld: zie Facebookpagina en www.dewerf.be). Vervolgens is er ruimte voor discussie en gedachtewisseling met het publiek, waarna beschouwers Luc Vanmarcke (socioloog, Vives-hogeschool Kortrijk) en Luk Van Langenhove (directeur UNU-CRIS Brugge) hun visie brengen op de beleidsontwikkeling en de beweging HART BOVEN HARD. Moderator is journalist Mieke Dumont.

 

Locatie in Oostende is Vrijstaat O. Daar leest Marijke Pinoy de alternatieve Septemberverklaring voor, met daarna 8 “getuigenissen uit de dagdagelijksheid”: Guido Decombel (Beweging van Mensen met een Laag Inkomen en Kinderen), Ivy Goutsmit (FMDO-integratie), Hamid Hisari (CAW, welzijn), Tineke Decroos (Samenlevingsopbouw), Dirk Elst (kunstenaar), Hendrik Tratsaert (artistiek leider Vrijstaat O.), Filip Van Becelaere (coördinator JAC, jeugd ), Coby Jansen en Ellen Distave (Oostendse ondernemers). Volgt een debat met experten en panelgesprek in interactie met het publiek: Peter Vermeersch (stichtend lid G1000, hoofddocent Sociale Wetenschappen KULeuven), Peter Wollaert (expert duurzaam ondernemen bij Unitar en Vlerick Business School) en An De Bisschop (directeur Démos, kenniscentrum participatie en kansengroepen. Moderator is journalist Stefaan Kerger. (PJG)

Maandag 20 oktober om 20.30 uur in De Werf – www.dewerf.be

Maandag 20 oktober om 20.00 uur in Vrijstaat O. www.vrijstaat-o.be

Wereldoorlog I woedt in Stadshallen

EaglesClaws_kaft

Brugse verzetsvrouw viel in Duitse handen

 

‘Misschien is de Eerste Wereldoorlog wel ‘doodherdacht’? Herdenken is een hobby geworden, de gruwel werd kitsch’ (David Van Reybrouck)

Twee tentoonstellingen, een historische en een fotografische,  en een apart luik over zelfmoord bij West-Vlaamse jongeren, daarmee herdenkt Brugge op een waardige en originele manier de eerste wereldbrand uit de 20ste eeuw. Samenstellers zijn historica Sophie De Schaepdrijver, auteur (en ex-Bruggeling) David Van Reybrouck en Magnum-fotograaf Carl De Keyzer. Op het gelijkvloers evoceert De Schaepdrijver, auteur van het (in Vlaamse kringen) vaak misbegrepen boek ‘De Groote Oorlog’ uit 1997, het bezette Brugge dat door zijn haven een uitvalsbasis was voor de duikbotenoorlog, zoals uitvoerig beschreven door Tomas Termote in zijn boeiende ‘Oorlog onder water’.   In het gelijknamige boek, Bolwerk Brugge, Bezette Stad in 14-18, schetst ze het Brugge in oorlogstijd in de context van de gehele oorlog: de ervaringen van de Bruggelingen naast de plannen van de Duitse zeemacht, het ‘Marinegebiet’ naast dat van heel bezet België, de verwachtingen van de bevolking. De historica vindt dat ze hiermee slechts een aanzet heeft gegeven die moet uitnodigen tot verder onderzoek.

De fotografie-tentoonstellingen in de bovenzalen tonen WOI zoals nog niet eerder vertoond. De Keyzer zelf selecteerde een honderdtal foto’s uit ruim tachtigduizend beelden (‘heel de wereld afgeschuimd’) en maakte er grote, ronduit indrukwekkende, afdrukken van die stuk voor stuk beklijven. Het beeld van nachtelijk Ieper onder een laagje sneeuw staat symbolisch voor de gehele aanpak. Dit lijkt mij het sterkste onderdeel van de fotografie-tentoonstelling.

Het andere luik toont werkvan 9 internationale Magnum-fotografen die elk wonen in een land waar WOI een grote rol speelde. Let op, dit zijn geen beelden van WOI, maar eigentijdse invullingen die de actualiteit van oorlog tonen. De link tussen verleden en heden is hier niet altijd of meteen duidelijk, maar de foto’s boeien.

Een apart luik, vreemde eend in de bijt, zijn de getuigenissen van jongeren die moedwillig uit het leven gestapt zijn, maar een laatste woord achterlieten. David Van Reybrouck dompelde zich daarvoor maandenlang onder in de Westhoek en zocht de parallel tussen de slachting van toen en de (West-Vlaamse) hallucinante zelfmoordcijfers van nu. Een verre van evidente toevoeging aan de tentoonstelling die de bezoeker willens nillens doet nadenken.

Bij de tentoonstelling horen niet minder dan drie boeken: ‘Bolwerk Brugge,bezette stad in 14-18 van Sophie De Schaepdrijver (24,50 euro) ; Album 14-18 met tekst van Van Reybrouck bij foto’s van De Keyzer en ‘The First World War Now’ met werk van De Keyzer en de andere (negen) Magnumfotografen. Beeldend uitgegeven door uitgeverij Hannibal (telkens 39,95 euro) ,

Een bezoek uitermate warm aanbevolen.

Elke dag van 9 tot 17 uur in Stadshallen (Markt), Bruggelingen betalen slechts 4 euro, andere 12 euro

Stemmengeflonker in het donker

XiNiX is een project van Blindenzorg Licht en Liefde dat zich tot doel stelt “zoveel mogelijk mensen op een aangename en creatieve manier ‘inzicht’ geven in een leven zonder zicht”. Daartoe organiseert men o.a. voor verenigingen, scholen,

Deze week wordt ieder met interesse voor een unieke ervaring uitgenodigd naar 2 optredens die, geheel in de filosofie van het project, eveneens èn letterlijk in duisternis zullen zijn gehuld. Op 15 oktober komt Joe Baele – ondersteund met muziek door Mathias Van de Wiele – in het donker verhalen vertellen over wat ‘spelingen van het lot’ met een sterveling ten goede of ten kwade kunnen aanrichten. Een dag later staan The Cappaert Sisters “onzichtbaar” op de planken voor de try-out van hun nieuwe tournee.
Na hun deelname aan X-Factor, alweer bijna 8 jaar geleden, is het een tijd stil geweest rond de zingende zussen. Nochtans zijn ze al die tijd muziekgewijs bedrijvig gebleven: backing vocals zingen (o.a. voor De Dolfijntjes en Guido Belcanto), studiowerk verzorgen en bovenal slijpen aan eigen liedjes en teksten (in het Engels én in het Nederlands). Songs die ze jaren rustig in de lade lieten rijpen, maar waarvan ze wisten dat ze die ooit samen live voor een publiek zouden brengen, wanneer zich daarvoor de juiste muzikanten zouden aandienen.
Toen vanuit XiNiX de vraag kwam voor een optreden in – voor zowel publiek als performers – absolute duisternis, zagen Annelies en Sarah hierin hun kans om hun doel eindelijk te concretiseren. “Want, als mensen niks kunnen zien, dan zijn we ongelimiteerd in onze gevoelsuiting.” Voor de try-out van ‘The Cappaert Sisters: Unlocked en Unplugged’, waarvan het repertoire hoofdzakelijk uit eigen werk bestaat, laten ze zich omringen door enkele muzikanten en backing vocals. Onder hen pianist Bas Bulteel die met zijn eigen jazztrio recent ‘Coming Home’ (W.E.R.F. 121) uitbracht, cd die op Klara 14 dagen geleden zeer terecht “cd van de week” was.(PJG)
‘Spelingen van het lot’ – woensdag 15 oktober om 20.00 uur
‘The Cappaert Sisters: Unlocked en Unplugged’ – donderdag 16 oktober om 20.00 uur
Locatie: XiNiX (Blindenzorg Licht en Liefde), Oudenburgweg 40, 8490 Varsenare
Tickets: 8 euro per avond of 14 euro voor beide.
Reservatie: 0473 95 13 88, xinix@lichtenliefde.be