
Foto Willy Schuyten
Op 16 en 17 juni verzamelden op het podium van De Werf in Brugge 16 muzikanten van diverse pluimage om in gezelschap van een select publiek opnames te maken voor een cd die straks verschijnt op het – zeg maar – huislabel. Vooraf gaf Rik Bevernage de toehoorders een aantal strikt op te volgen instructies mee: GSM helemaal uit – nooit een gemakkelijke opdracht voor aan het mobieltje verslaafden naar wie eigenlijk onze deernis moet uitgaan – en geen applaus na een solo, hoe fantastisch die ook zou worden ervaren.
Het stramien van beide concert-/opname-avonden was identiek: dezelfde volgorde qua programma; allemaal lange stukken, aangeleverd door meerdere groepsleden, in telkens 2 sets van ca. 45 minuten.
Aan tenorsaxofonist Jeroen Van Herzeele viel de eer te beurt om solo de allereerste noten te mogen blazen: hij voorzag ‘Litanie’, een compositie van Fabian Fiorini, van een scheurende intro. De pianist zelf wrong zich bij aanvang van dat stuk even in de rol van dirigent om de uitvoering nauwkeurig te laten inzetten en nam vervolgens zijn vertrouwde plaats aan de klavieren in. Klarinettist Yann Lecollaire leverde met het in kakofonie startende en dus de titel perfect reïncarnerende ‘Tilt’ de tweede bijdrage. Volgden daarna ‘Etoile de Brume Suspendue’ van Guillaume Orti, ‘Estuarium’, gecomponeerd door Niels Van Heertum en ‘Troupeau’ van Pierre Bernard. Aan het slot van die compositie, het laatste stuk van de eerste set, verlieten de muzikanten hun vaste stek op het podium: kriskras tussen elkaar in en gespreid over de ruimte vooraan wandelend, stapten zij – ondertussen verder spelend – de zaal uit, richting foyer en artiestenloge, pianist Fiorini en drummer João Lobo eenzaam achterlatend.
De tweede set werd ingezet met ‘Nine’ van Laurent Blondiau, een compositie die ook te vinden is op de laatste cd van Mâäk en nu door het nieuwe arrangement en de grotere bezetting een stuk “voller” klinkt. Voor ‘Cubist March’, zijn tweede schrijfbijdrage aan dit project, stond Fabian Fiorini opnieuw een korte wijle vooraan te dirigeren. Daarna volgde de enige compositie die niet van de hand van een bandlid van MikMâäk is: ‘Back and Force’ werd speciaal voor de groep geschreven door “ami” Andy Emler (die zelf recent nog schitterde met zijn MegaOctet tijdens de HamSessions). Als groep een cadeau van dergelijke kwaliteit in ontvangst mogen nemen: het is een godsgeschenk! ‘Souffle de Lune’ van Michel Massot werd de meest melancholische en emotierijke passage van de tweede set. Die werd afgerond met een suite in 3 delen, waarvoor Claude Tchamitchian tekende en waarin de bassist zichzelf een zeer prominente rol had toegemeten die hij met verve invulde.
Beide avonden applaudisseerden de met reden overweldigde toehoorders MikMâäk terug naar het podium voor een bisnummer: op 16 juni werd dat de herneming van een reeds gespeeld stuk dat naar de zin van Blondiau in de eerder gebrachte versie niet goed was geweest; op het concert van 17 juni – waar de groep een duidelijk méér ontspannen indruk gaf – klonk als afsluiter een nieuw (geïmproviseerd?) stuk.
Slotsom: complexe composities, soms zeer divers van stijl, kwamen indrukwekkend tot leven door de toewijding van 16 individuen die ieder echt wel een eigen stempel drukken op de uitvoering ervan. Dankzij het vakmanschap van elk der muzikanten – en met behulp van massa’s handsignalen – kende dit project een geslaagde, zelfs vlekkeloze landing.
Wie het geluk mocht smaken op een van de, of zelfs beide, avonden het wordingsproces van deze creatie te kunnen meemaken, kijkt ongetwijfeld uit naar de cd. Die zal behoorlijk snel verschijnen, want begin september is MikMâäk op de Belgian jazz Meeting editie 2015 een van de uitverkoren groepen die een showcase mag verzorgen voor een publiek van binnenlandse en internationale journalisten en programmatoren. (PJG)
Vind ik leuk:
Like Laden...