Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Maandelijks archief: mei 2019

Feestweekend Gruuthusemuseum voltreffer

Het openingsweekend van het gerenoveerde Gruuthusemuseum in Brugge was een groot succes. Er kwamen van vrijdagavond tot zondagavond maar liefst 4306 bezoekers langs.
Vrijdagavond stelde de jongerencrew van ‘Paleisje Pimpen’ het resultaat van hun participatieproject voor. Daarna volgden twee dj-sets en kon je dansen op het binnenplein en genieten van de gerenoveerde gevels vanop het gezellige terras. De cijfers van de feestvierders op het binnenplein zijn niet meegeteld met de museumbezoekers en worden geschat op ruim 1000.
Ook zaterdag en zondag was het museum gratis toegankelijk voor het publiek.
“We hadden een uitgebreid extra-aanbod aan activiteiten voorzien met workshops, demonstraties, ludieke rondleidingen enz. en dit allemaal bovenop het feit dat de bezoekers na de sluiting van vijf jaar het gerestaureerde en gerenoveerde museum konden bewonderen. Het werd duidelijk een schot in de roos.” zegt directeur Till-Holger Borchert.
Ook schepen Nico Blontrock is opgetogen over deze succesvolle start “Het is mooi om te zien hoe de Bruggelingen de restauratie van hun Gruuthusepaleis op de voet gevolgd hebben en er van bij het begin wilden bij zijn om de vernieuwing te komen bekijken.” (Musea Brugge)

                                                                          nieuw-nieuw-nieuw-nieuw………..de nieuwe EXit wacht op u, met verdiende aandacht voor het nieuwe Gruuthusemuseum, het Concertgebouw heeft een nieuw seizoen klaar,  kunstenaar Stan Slabbynck laat Brugse zotten dansen op gevel, actrice Rita Lommée (80) gaat terug op tournee, enzovoort, enzoveel….

Toneeltip

European Citizen Popsong, Marieke Dermul
28 mei, 20 uur (MaZ)

Eind mei herneemt de Brugse actrice Marieke Dermul haar European Citizen Popsong. In het stuk gaat ze op zoek naar wat het gegeven Europa vandaag nog kan betekenen, ook en vooral voor haar eigen jonge generatie. Muziek is het uitgangspunt. Ze trok heel Europa rond om verschillende visies te verzamelen en komt terug met een poplied waarin ze in de eerste plaats de man in de straat een stem wil geven, niet de politiek activisten. Het publiek krijgt een inkijk in haar avontuurlijke creatieproces. Muzikanten uit alle hoeken van de wereld schreven met haar de muziek en staan mee op het podium. Een avontuurlijke voorstelling met een hoopvolle visie voor de toekomst en voor  Europa.

http://www.west-vlaanderen.be/Europe-Direct

Een droom van een museumsite

 

De kogel is door de kerk. De nieuwe kunst- en museumsite komt op de gronden van Sint-Andreas, niét aan het KTA. Een pluim voor het nieuwe stadsbestuur: verstandig extern advies gevraagd, goed onderhandeld en kordaat beslist. Zeker op termijn bekeken: een historische beslissing voor Brugge.

We zijn er bijna, maar nog niet helemaal: om de droom van een echt museumkwartier voor Brugge waar te maken, zouden we nu ook nog de vroegere tuin van Sint-Andreas, nu service-residentie Ten Eeckhoutte, in het nieuwe geheel moeten kunnen integreren. Prachtige tuin, in 1834 in opdracht van de bankier Dujardin aangelegd door de Leuvense tuinarchitect Egidius Rosseels, de man die later in Brugge ook de vroegere tuin van het Minderbroederklooster zou omtoveren tot wat we nu als de Botanieken Hof of het Astridpark kennen. Toen de eerbiedwaardige Dames de Saint-André de Tournai in 1877 zeven van de acht loten van de gefailleerde bankier Dujardin aan de Garenmarkt overkochten, bouwden ze er op honderd jaar tijd drie scholen, maar hielden ze angstvallig – of eerbiedig – de vroegere tuin van Dujardin intact: wat ooit de boomgaard van de in 1798 afgebroken Eeckhoutadbij was, kwam zo bijna integraal als een groene oase in de stad naar ons over.

Met wat verbeelding en diplomatie

Deze eenheid zou nu hersteld kunnen worden. Dat hoeft zelfs niet noodzakelijk in eigendom: de tuin van Ten Eeckhoutte is nu mede-eigendom van alle eigenaars van serviceflats aldaar, een échte eigendomsoverdracht wordt allicht dus een juridisch kluwen. Maar er bestaan soepele tussenformules. Tussen Stad en Ten Eeckhoutte zou men bijvoorbeeld een gebruiksovereenkomst kunnen afsluiten: de tuin wordt tijdens de dag een openbaar park, een beetje zoals de Hof Sebrechts die ’s nachts ook afgesloten wordt. In ruil neemt de Stad het onderhoud van deze groene oase over, win-win voor de bewoners van Ten Eeckhoutte. Kortom, mits wat verbeelding en diplomatie beleven we hier binnen enkele jaren misschien een droom van een museumsite: een mooie verbinding tussen natuur, kunst en architectuur.

Veel meer dan een nieuwe tentoonstellingsruimte

De lopende architectuurwedstrijd gaat immers gewoon voort, met interessante bureaus als Kaan Architecten, Robbrecht & Daem, Coussée & Goris, Mc Cullough Mulvin Architects en Office Kersten Geers David Van Severen. In diverse combinaties met hun Brugse collega’s van Groep III, Salens Architecten, Gino Debruyne of Dertien 12 krijgen zij straks hopelijk de nodige tijd om tot boeiende ontwerpen te komen. Want de opdracht is er niet eenvoudiger op geworden: het vroegere bestek (voor het KTA) blijft gehandhaafd en gaat al over veel meer dan over ‘een nieuwe tentoonstellingsruimte’, zoals het in het Brugs beleidsprogramma 2019-2024 nogal beknopt vermeld staat. Het in de gemeenteraad goedgekeurde bestek spreekt over twee tentoonstellingsruimtes (van minimum 1.500 en 800 m2), over een nieuwe inkom- en onthaalhal, met multifunctionele zaal (275 m2), museumshop en groepenonthaal, maar ook een traiteurkeuken en een museumrestaurant, een polyvalente educatieve ruimte, met kinderatelier en als toetje nog een depot prent- en tekenkunst, een depot schilderkunst en nog wat werkruimtes en -ateliers. U hoort het: wil men straks nog iets van het groene kader overhouden, dan zal dit van de betrokken architectenbureaus al heel wat verbeelding en compactheid vragen.

Een beter circulatieplan?

Zeker nu de nieuwe tentoonstellingsruimte straks naast het bestaande Groeningemuseum komt, moet een en ander natuurlijk met mekaar in verband worden gebracht: de nieuwe museumshop en het nieuwe museumrestaurant bijvoorbeeld zullen uiteraard niet enkel door de bezoekers aan de nieuwe tentoonstellingshal gebruikt worden, maar ook door de meer dan 100.000 mensen die elk jaar ook de vaste collectie van het Groeningemuseum komen bezoeken. Dat moet dus (ook letterlijk) ruimer bekeken worden. En wie weet vindt men nu ook voor het geheel van de site een veel beter circulatieplan om zo bijvoorbeeld ook de toegang naar het Groeningemuseum zélf te herdenken, want het huidige rommeltje via de Sint-Franciskuskapel is écht wel géén zicht. Kanunnik Van der Paele draait zich om in zijn graf: als je een stadspaleis hebt, kom je toch ook niet langs de koterij binnen?

Op termijn moet ook het Groeningemuseum zélf aangepakt worden, want dat interessante gebouw is duidelijk aan renovatie toe, want ondertussen bijna honderd jaar oud. Het Groeningemuseum werd in 1929 bedacht door de Brugse architect Jos Viérin, de man die in 1910 het ‘middeleeuwse’ Bonifaciusbrugje tekende en van 1921 tot 1938 – bijna het volledige interbellum dus – als schepen van openbare werken en hoofd van de Commissie Stedenschoon angstvallig over het Brugsche stadsbeeld waakte. Voor het Groeningemuseum echter brak hij uit dat carcan en zocht hij onder meer inspiratie bij de Nederlandse Nieuwe Stijl-architect Berlage en diens plannen voor een nieuw Gemeentemuseum in Den Haag, waar met name het heel eigen, indirect belichtingsproces zijn volle aandacht weerhield.

Geen lokaal dossier meer

We zijn nu bijna honderd jaar verder. Als alles naar wens verloopt – de timing lijkt wel erg/te krap – krijgen we tegen het eind van deze legislatuur (uitzicht op) een nieuwe tentoonstellingsruimte, met alles erop en eraan. Maar als we tegen 2030 honderd jaar Groeningemuseum op passende wijze willen vieren, dan zal men ook dat onderdeel van het totaalproject nog deze legislatuur moeten voorbereiden, om het dan in een volgende legislatuur te kunnen realiseren. Ja, dit wordt een ‘groot cultureel infrastructuurproject’, ook mede te subsidiëren door de Vlaamse overheid. Want als het over Jan van Eyck en de Vlaamse Primitieven gaat, in een stad die jaarlijks door meer dan 8 miljoen mensen bezocht wordt, dan is dat geen louter lokaal Brugs dossier meer. Wat betekent dat het na de verkiezingen van 26 mei ook onvermijdelijk op de onderhandelingstafel van de nieuwe Vlaamse Regering moet en zal belanden. Ook hier dus: bluvn goan…(ERIC VAN HOVE)

‘Confituurwijk’ of debuteren bij Van Oorschot

Foto Paul Willaert

(foto Paul Willaert)

Vijf jaar lang werk je aan een roman. Eenmaal klaar, netjes uitprinten en op de Post doen, of doen wat iedereen je afraadt. Drie weken later een verlossend briefje van een bekende literair agent uit Nederland. De prestigieuze Amsterdamse uitgever Van Oorschot hapt toe en publiceert ‘Confituurwijk’, het debuut van Femke Vindevogel die woont op de grens van Brugge en Jabbeke. Wat volgt, is een droom die waarheid wordt. Critici halen de loftrompet boven: ’Eén van de literaire ontdekkingen van het jaar’ schrijft John Vervoort.

EXit: U wilde per se in Nederland uitgeven. Waarom?

Femke Vindevogel: ‘Ik vond dat ik daar de meeste kansen had. Zo kom je immers in twee werelden terecht. Ik werkte met een literair agent (Sebes & Bisseling Literary Agency) en zo mocht ik langsgaan op gesprek bij vier uitgeverijen (Ambo/Amthos, de Geus, Nijgh & van Ditmar en Van Oorschot). Ik koos zelf voor de literaire uitgeverij Van Oorschot, waar ik momenteel de enige Vlaamse schrijfster ben. Zij hebben ook een prachtig poëziefonds, wat deels mijn keuze beïnvloedde, want ik schrijf ook poëzie en ik hoop daar in de toekomst een poëziebundel te publiceren. Ik dacht dat ze zouden struikelen over enkele Vlaamse uitdrukkingen en woorden, maar ze hebben die bijna allemaal behouden.’

EXit: De Confituurwijk die u beschrijft is bepaald geen Eldorado.

Femke: ‘Kent u dat begrip niet? Een Confituurwijk is een wijk waar de bewoners de grootste moeite hebben om hun te dure woning af te betalen en daardoor alleen nog confituur op de boterham beleggen.

De wijk in het boek is eerder een achterstandswijk. Mijn moeder was alleenstaand en wij hebben een tijdje in zo’n wijk gewoond. Ik heb er heel wat inspiratie uit gehaald. Komt het verhaal een beetje ruw over? Nochtans is de realiteit soms veel erger. De figuren uit het verhaal zijn niet naar bestaande bewoners gemodelleerd, hoewel sommigen zich wel een beetje geviseerd voelen. Mensen vergeten vaak het onderscheid tussen fictie en realiteit.’

‘Een aantal situaties heb ik wel uit de realiteit gehaald. Ik volgde toen een opleiding piano, maar thuis oefenen was er amper bij. Er werd meteen op de muren gebonkt. Zij hielden meer van (foute) schlagers en blaffende honden. Maar Confituurwijk gaat niet zozeer over deze wijk die eerder decor is. Het boek gaat over gemis.’

EXit: Hoe hoog liggen de ambities als schrijfster?

 Femke: ‘Ik wil graag een tweede boek publiceren en er meer tijd aan kunnen besteden dan het geval was met dit boek. Een schrijversbeurs zou welkom zijn. Ik heb nu vijf jaar lang gewerkt aan dit verhaal omdat ik worstelde met de structuur en de chronologie. Een roman opbouwen als debutant is niet gemakkelijk, maar ik kreeg veel hulp van de uitgeverij. Zij vinden dat er flink wat humor in zit. Blijkbaar heb ik een droge humor.’

‘Het boek was na tien dagen al toe aan een tweede druk. Wat een succes is. De uitgever zei mij vooraf: van een debuut moet je hoogstens een verkoop van 500 boeken verwachten.’ (LF)

Confituurwijk, Femke Vindevogel, uitg.Van Oorschot.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

‘Stapman is een ode aan de verbeelding’

 

In mei trekt de kleurrijke Uitwijken Karavaan van Brugge Plus opnieuw richting Brugse deelgemeentes. Onder het motto ‘cultuur in je buurt’ staat dit keer onder meer de voorstelling Stapman op het programma. Voor West-Vlaming Simon D’huyvetter is dit, na Wilt Hart en Richarken, zijn derde coproductie voor Uitwijken in opdracht van Brugge Plus. Stapman is een voorstelling voor de hele familie.

EXit: Stapman is gebaseerd op een boek?
Simon D’Huyvetter: 
‘Ik had voor Stapman twee belangrijke inspiratiebronnen. Enerzijds ‘Het verhaal van meneer Sommer’ van Patrick Süskind, de auteur van ‘Het Parfum’. Een heel dun autobiografisch boekje waarin fictie en non-fictie voortdurend door elkaar lopen. Süskind beschrijft er zijn jeugd in. Bijna elke dag stapt een man door zijn buurt, zijn huis voorbij, naar het bos, naar de auto van zijn vader… Hij kent hem niet, maar het lijkt alsof hij er altijd is, bij elke grote gebeurtenis in zijn leven. Stapman draait om het intrigerende idee van iemand die altijd onderweg is, zonder dat die weet waarom. In het stuk maakt een jongetje ruzie met zijn broertje. Hij klimt in een boom en ontmoet hem daar: Stapman.’

 EXit: Wat was dan je tweede bron van inspiratie?
D’huyvetter: 
‘Het werk van de Nederlandse poppenspeler Jozef Van den Berg. Hij was enorm populair in de jaren tachtig. Zijn spel was onnavolgbaar, maar wat hem vooral berucht heeft gemaakt is de manier waarop hij afscheid nam van het theater. Op een hoogtepunt in zijn carrière, in een overvolle Singel in Antwerpen, kondigde hij aan dat hij ermee ophield. Hij werd geroepen door God. Van den Berg ging als een kluizenaar leven en stond nooit meer op de planken. Overal waar ik nu kom met de voorstelling hebben de programmatoren wel een bijzondere anekdote over hem.’

EXit: Hoe integreer je die figuur in de voorstelling?
D’Huyvetter: 
‘Het is vooral zijn manier van spelen met het publiek, in hoofdzaak kinderen, die mij inspireert. Ik ben helaas te jong om hem live aan het werk te hebben gezien, maar beelden uit die tijd zeggen genoeg.  Zijn voorstellingen, vaak met poppen, zijn tijdloos. Ze zijn een echte totaalbeleving. Als hij op de scène kwam, gebeurde er een wonder. Het publiek hing aan zijn lippen en werd heel nauw bij het spel betrokken. Van den Berg improviseerde met de kinderen in de zaal.’

EXit: Stapman werd drie jaar geleden speciaal voor Uitwijken gecreëerd?
D’Huyvetter:
‘Enkele jaren terug vroeg Marec Zeghers mij voor de reeks in de Brugse deelgemeentes, naar aanleiding van mijn afstudeervoorstelling met Eva Binon. Stapman is nu al mijn derde voorstelling voor Uitwijken. Ondertussen hebben we Stapman ook bewerkt voor de zaal. Daarin word ik geflankeerd door Renée Sys die live muziek speelt. Haar muziek is heel teder, heel zacht en zou buiten heel moeilijk tot haar recht komen. Daarom sta ik straks alleen in Brugge, met het publiek natuurlijk.’

EXit: Is Stapman straattheater?
D’Huyvetter: 
‘Eigenlijk niet. Stapman is geen act, maar een theatervoorstelling in openlucht. Ik speel wel anders dan in de zaal. Grotesker. Het decor is de natuur zelf en dat is een absolute meerwaarde. Oorspronkelijk had ik een grootse, bombastische enscenering in gedachten, maar na drie jaar is het stuk op vele vlakken uitgepuurd. Stapman is echt een ode aan de verbeelding, een heel suggestieve voorstelling. Heel eenvoudig, maar glashelder. Ik geloof heel erg in die pure vorm van theater maken. Hopelijk doet het publiek dat ook. Ik nodig alvast alle Bruggelingen uit om erbij te zijn als de Uitwijken Karavaan in de buurt komt.’ (SD)

http://www.uitwijken.be

 

Iedereen welkom op vrijdag 24 mei om Paleisje te pimpen

 

…. in het vernieuwde Gruuthusemuseum

In november vorig jaar startte Musea Brugge een participatieproject op met een groep jongeren tussen 16 en 24 jaar: Paleisje Pimpen. Gedurende enkele maanden gaven deze jongeren het nieuwe museum door hun eigen ogen vorm. Deze kunsteninstallatie in video, geluid, gips en foto krijgt een plaats in Studio +, de laatste zaal van het Gruuthusemuseum.

Op vrijdag 24 mei vanaf 20 uur stellen de jongeren dit officieel voor aan het publiek. Maar er is meer: naast de voorstelling van het werk van deze jongerencrew in het museum, is er ook een preview in het nieuwe Gruuthuseumuseum, een dj-set tot middernacht, een totaal ingekleed en belicht binnenplein, drinks & food! Iedereen is welkom om erbij te zijn.

 

‘Carpet Sessions is een visitekaartje voor jonge groepen’

 

Jeugdig en onstuimig enthousiasme, dat zien we graag omgezet in creativiteit. Zoals van de jonge rakkers Neil Haesebrouck, Julian Devos en Andrès Vandepitte die actief zijn in Jeugdhuis Comma en daar onlangs een mooi muzikaal initiatief binnen comma.world hebben opgestart. Carpet Sessions is de naam van het project waarbij ze op zoek gaan vernieuwende, experimentele bands uit de ruime Brugse regio en die bands promotioneel in de ‘etalage’ plaatsen.

EXit: Carpet Sessions: dat vraagt een woordje uitleg…

Neil Haesebrouck: ‘Het is een soort platform dat we hebben opgericht binnen comma.world, het videoproject van Jeugdhuis Comma. We maken vanuit Het Entrepot live-opnames van Brugse en bij uitbreiding West-Vlaamse groepen. Die bands spelen live twee à drie nummers en in de videomontage voegen we er een interview tussen. Die video plaatsen we op ons YouTube-kanaal zodat mensen die kunnen ontdekken en leren kennen. Met Carpet Sessions creëren we dus een platform met kwalitatieve bands.’

‘Ik heb me hiervoor laten inspireren door gelijkaardige nationale en internationale initiatieven. Ik vond dat Brugge ook zoiets nodig had. We zijn met dat idee gaan aankloppen bij Julian om zoiets samen te realiseren. Hij was meteen voor het concept gewonnen.’

Andrès Vandepitte: ‘We hebben al opnames gemaakt voor Ventilateur, Ratmosphere en The Tubs. Je zou kunnen stellen dat de bands daar een soort videoclip aan overhouden die iedereen kan delen via de sociale media. Het is een doorgeefluik, zeg maar een soort visitekaartje voor de band dat wij gratis aanbieden.’

EXit: Die video’s zijn dus puur promomateriaal voor de Brugse pop- en rockscene?

Neil: ‘Ja, maar we zien het zelfs breder, we kijken al eens over de Brugse stadsgrenzen heen. Zo hebben we straks een opname met Whorses en dat is een Kortrijkse band. De Brugse ‘poule’ is immers niet oneindig groot.’

EXit: Wie gaat er nog allemaal schuil achter dit initiatief?

Neil: ‘We proberen zoveel mogelijk jongeren te betrekken bij ons project. Jongeren die fan zijn van muziek, camera, kortom alles wat van dichtbij met audiovisuele beeldvorming te maken heeft. Iedereen kan bij ons komen aankloppen om mee te werken. Het is de bedoeling dat jonge Bruggelingen zich kunnen ontplooien in dit project. Dat kan zijn als cameraman of geluidstechnicus. Het is een leerschool, maar het gebeurt niet op een schoolse manier. Er zit nog een scheutje rock ’n roll in.’

EXit: Komen er effectief tapijten aan te pas?

Andrès: ‘Jazeker, we hebben dat gedaan om een terugkerend element te hebben bij elke sessie. De tapijten hangen er deels voor de klank, maar ook deels voor de gezelligheid en de sfeer. Bij elke sessie zijn er dus tapijten aanwezig.’

EXit: Is elke band welkom bij jullie?

Andrès: ‘Ja, maar we mikken wel op bands die al ietsje verder staan. Niet meteen de beginnende bands dus, wel kwalitatievere bands met iets meer ervaring, die nog niet enkel in hun garage hebben gespeeld, maar al hebben opgetreden voor een publiek. Graag een groep met een identiteit.’

EXit: Op welke basis houden jullie deze Carpet Sessions?

Neil: ‘We proberen dit maandelijks te doen, maar het is niet altijd gemakkelijk om iedereen bij elkaar te krijgen. We hopen binnenkort over een goede crew te beschikken zodat we om de twee weken een nieuwe sessie kunnen opnemen en uitbrengen.’

EXit: Is er een publiek aanwezig bij de opnames?

Neil: ‘Voorlopig is het technisch en productioneel nog niet mogelijk; de locatie laat het nog niet meteen toe, maar we hebben er wel al over nagedacht. Het zit er dus wel aan te komen.’ (ADC)

Carpet Sessions is te vinden via:

instagram.com/carpetsessions & facebook.com/carpetsessionscomma

 

Ozi One maakt balans op met driedubbele cd

Ozi One wilde in 2016 zijn 25-jarig bestaan als oldskool rapper in de verf zetten, maar het overlijden van zijn mama besliste daar anders over. Enkele jaren later – het verdriet is nog steeds niet weggeëbd – maakt hij middels de driedubbele cd ‘Triple O’ toch een roundup van een kwarteeuw muzikaal actief te zijn in da scene. Op zaterdag 18 mei blikt Herman Axters (dat is zijn echte naam) terug op het podium van De Kelk (Langestraat 69) met onder meer SAIMN-I, Gunter Delue, Mabongo, Samoerai, Jabo Jay, Gemeejne Bleejkn en Tovenoare aan zijn zijde.

 

Ozi One is een klinkende naam in de (plaatselijke) hiphopscene. Hij was rapper bij onder meer Depths Of Uproar, Metaphora en Members of Marvelas en leverde zijn pompende woordenstroom vaak als guest aan bevriende rappers af, check hiervoor vooral eens YouTube. In 2007 bracht hij zijn debuutcd ‘The Meaning Behind’ uit, een schijf waarop hij woede en treurnis verenigt op beats die hij plukte van samples uit zijn muziekcollectie. Zeven jaar later maakte Ozi One met ‘The O (ifheadz only knew…)’ zijn tweede drop met Wally Nesta (Wannes Loosveldt) als producer. En dan vatte hij het plan op om in 2016 een feestje te bouwen rond zijn 25ste verjaardag als MC/rapper. ‘Mijn derde album (‘The Difference’) was zo goed als klaar, maar in die periode is mijn mama ziek geworden en uiteindelijk gestorven. Een cd uitbrengen was toen echt het laatste van mijn zorgen’, zegt hij. ‘Maar kijk, ik ben nooit gestopt met muziek maken en heb ondertussen een pak nieuwe nummers gemaakt, maar ik kon echter die nieuwe songs niet uitbrengen als mijn laatste ‘worp’. Mijn derde cd was immers nog niet verschenen. Zo kwam ik op het idee om mijn drie cd’s te bundelen tot ‘Triple O’ die ik aan moeder opdraag. Mijn debuutcd was vrij snel uitverkocht en ‘The O’ is enkel op vinyl verschenen. Met ‘Triple O’ kan ik nu een hoofdstuk en een periode afsluiten en uitkijken naar mijn nieuw werk dat lichter zal klinken.’

Strong Life

De driedubbele cd ‘Triple O’ is voor Ozi One een eerste release op zijn eigen productielabel Strong Life dat een klein team van mensen herbergt die al lang met hiphop, reggae of in het urban genre bezig zijn. ‘Artiesten hebben vaak iemand nodig die hen met praktische tips over bijvoorbeeld vormgeving of productie kan bijstaan. Ik reik die artiesten graag de hand’, zegt Axters die graag nog een ep met West-Vlaamse inbreng zou willen maken. ‘Ik heb al een aantal tracks in het West-Vlaams gemaakt en ook al samengewerkt met Rookwalm en Morsdood, maar rappen in het West-Vlaams blijft echter nog een beetje buiten mijn comfortzone. Engels is al decennialang mijn voertaal, maar graag wil ik een samenwerking opzetten met die creatieve West-Vlaamse scene, want die is groot en goed.’

De stem van de straat

Herman is nu 39, maar herinnert zich nog als gisteren hoe hij als prille tiener verknocht raakte aan de rapmuziek die hij op Yo! MTV Raps zag passeren. ‘Ongelooflijk. Ik was compleet begeesterd door die muziek. Ik had in Oostkamp nog nooit een kleurling gezien, laat staan een ghetto, en toch oefende die hele hiphopcultuur een enorme aantrekkingskracht op me uit. Mijn ouders maakten zich zorgen. Was het de attitude, de zelfzekerheid van die rappers? Geen idee, maar ik was toen wel al heel bewust bezig met de wereld(problematiek). Hiphop was toen echt een aanklacht voor wat er gaande was. Die mannen hadden een verhaal. Toen het incident met Rodney King (de Amerikaanse taxichauffeur die in 1991 door de politie uit zijn auto werd gesleurd en zonder aanleiding hard werd geslagen, ADC) gebeurd was en er rellen uitbraken, heb ik liggen huilen in mijn bed. Mijn grootste ontgoocheling is dat de kracht van hiphop nu omgeslagen is en het negativisme overheerst. Vroeger was het de stem van verandering, nu is het de stem van aanvaarding dat alles slecht is. Het helpt de jongeren van vandaag hiermee niet vooruit. Hiphop is nog altijd de stem van de straat, maar de straat heeft zorg nodig.’ (ADC)

_____

 

http://www.stronglife.be

Pia Burrick, 15 jaar glaskunst

 

Foto EDM

 De Brugse glaskunstenaar Pia Burrick heeft haar recente carrière van ruim vijftien jaar samengevat in een mooi uitgegeven kunstboek. ‘Lines and light’ (lijnen en licht) is de titel die samenvat wat haar werk voorstelt: licht is de basis, de lijnen zijn het lood. Het boek toont een breed en verrassend beeld van haar oeuvre.

 EXit: Elke kunstenaar verdient een boek, is dat het?

Pia Burrick: ‘Het boek is een idee van intussen wijlen mijn schoonvader (en literator) Fernand Bonneure. Hij drong al lang aan op een publicatie over mijn oeuvre. Hij heeft de contacten gelegd met uitgeverij Stichting Kunstboek die het boek ook internationaal op de markt wil brengen. Mijn zoon Timo, mijn artistieke partner in crime, is grafisch ontwerper en verzorgde de opmaak en lay out.’

‘Ik wou graag een totaal overzicht van mijn glaswerk en dat betekende hard selecteren en moeilijke keuzes maken. Bovendien is de technische kwaliteit van mijn vroegste werk, nu al meer dan 30 jaar geleden, soms ondermaats (geworden). Andere ‘oude’ werken zijn dan weer niet meer te traceren. Daarom heb ik gekozen voor het betere werk van de voorbije 15 jaar, gaande van het meest recente over de installaties tot het toegepaste werk.’

EXit: Eén boek, twee verhalen, waarom?

Pia Burrick: ‘De Brugse kunstliefhebber Johan Debruyne beschrijft hoe hij mijn werk ervaart, het atelier bezoekt en zoekt naar een lijn doorheen het werk, een visie. Stichting Kunstboek miste het woord van de kunstenares zelf en zo komt ook cultuurjournaliste Eline Maeyens in beeld met een passend en verklarend interview dat in het Engels wordt gebracht, gezien het internationale karakter van het project’.

 EXit: Lijnen en licht, is dat uw materiaal?

Burrick: ‘Als titel hadden we eerst onze zinnen gezet op ‘licht en lijnen’, want dat is mijn werk. Licht is de basis, de lijnen komen er door het lood. Ik heb het lood trouwens altijd interessanter gevonden dan het glas. In mijn ontwerpen zijn ‘de lijnen’ primordiaal, wat zich ook vertaalt in mijn passie voor grafiek. Uiteindelijke kozen we voor ‘Lines and light’ als titel die het plaatje samenvat.’

‘Mijn drijfveer? Mijn passie voor glas als materie en voor licht als bron. Het soort glas bepaalt mee de sfeer van het werk.’

‘De voorbije zes jaar ben ik (ook) begonnen met brandschilderen. Mijn vroegste werk was altijd glas in lood, nu ben ik meer bezig met schilderen op glas met verf die ingebakken wordt. De beschildering is daarmee essentieel geworden. Ik gebruik deze techniek voor portretten, voor kalligrafische tekens, verhalen en teksten. Maar het meeste werk is figuratief, vaak geïnspireerd door oude en/of zelf genomen foto’s. Het werk van de laatste vijf jaar is allemaal gebrandschilderd op de traditionele manier. Het straalt een sfeer uit van tragiek, van eenzaamheid, van desolaatheid, maar heel vaak ook van ontroering. ‘

EXit: Voelt u sant in eigen stad?

Burrick: ‘Niet bepaald. Het acute tekort aan goede ruimtes in Brugge voor hedendaags werk is voor mij en vele andere boeiende beeldende kunstenaars groot. Met heel veel spijt zag ik De Bond sluiten. Mede daardoor moet ik telkens weer eigen ruimtes zoeken en improviseren om het werk sterk te kunnen presenteren. Gelukkig zijn er naast mijn puur artistieke werk ook de opdrachten: het ontwerpen en uitvoeren van glascreaties in functie van het interieur.’

‘Het spelen met kleur en licht blijft me fascineren. Wellicht komt er opnieuw een reeks kleurige abstracte werken. Net die verschillende facetten van glas(kunst) trekken mij aan. Zo gaat dat met kunst. Heel vaak doen mijn handen op papier dingen waar mijn hoofd niets van weet. Dit boek toont een breed beeld van het oeuvre.’ (LF)

_‘Lines and light’ is uitgegeven bij Stichting Kunstboek, Oostkamp. Info bij piaburrick@skynet.be.

 

 

 

 

 

 

%d bloggers liken dit: