Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Tag archief: Liefde en Devotie

Het Gruuthusehandschrift terug thuis. Nog tot 23 juni

Liefde en DEvotie (3)

Wildeman en Jonkvrouw spelen schaak (ca 1380)

Liefde en Devotie (4)

Gebedenboek 1400-1410

 Gruuthusemuseum: Liefde en Devotie gidst door Brugse late Middeleeuwen                                                                                                 

Nog tot 23 juni ‘moet’ elkeen, met belangstelling voor het ontstaan en de geschiedenis van onze taal, een bezoek brengen aan de tentoonstelling ‘Liefde en Devotie’ in het Gruuthusemuseum. Centraal staat het zeshonderd jaar oude Gruuthusehandschrift dat sinds 2007 in Nederlands bezit is, maar nu werd uitgeleend voor een uitermate boeiende tentoonstelling. 

Wat is dat beroemde handschrift?

Curator Jos Koldeweij: ‘Het is een kostbaar handschrift, zeer waarschijnlijk ontstaan in de periode 1405-1410, datbestaat uit gebeden, liederen (‘Egidius’) en gedichten, geschreven door meerdere auteurs. Het bleef 500 jaar in privé-bezit, uiteindelijk bij de adellijke Brugse familie van Caloen, en werd pas in de negentiende eeuw voor het eerst uitgegeven, door de Brugse kanunnik Carton, de oprichter van het Spermalie-instituut. Het handschrift is een belangrijke bron voor de Middelnederlandse letterkunde en de laatmiddeleeuwse stedelijke cultuur in Brugge. Qua waarde moeilijk te schatten.’

De tentoonstelling

De curator van de tentoonstelling Liefde en Devotie is Jos Koldeweij, professor kunstgeschiedenis van de Middeleeuwen aan de universiteit van Nijmegen. In 2006 tekende hij in Brugge voor de boeiende tentoonstelling ‘Sieraad en Devotie’ over (onder meer) pelgrimstekens, pins en badges. Samen met een wetenschappelijk comité bouwde hij een tentoonstelling op die toegroeit naar het centrale kunstwerk, het handschrift dat in een aparte zaal ‘spectaculair’ getoond wordt.  Het Brugge van de 14de en 15de eeuw, de betekenis van (de bibliotheek van) Lodewijk van Gruuthuse,  gelijkaardige handschriften uit die tijd, kunst- en archeologische voorwerpen, bruiklenen uit de gehele wereld: kamer per kamer stapt de bezoeker in de leefwereld en de context van het handschrift. Elke kamer van het Gruuthusemuseum, beneden en boven, belicht één of meerdere aspecten van het handschrift en eindigt bij de bidkapel van waaruit Gruuthuse de mis in de aangrenzende Onze-Lieve-Vrouwekerk kon bijwonen.

Wie was Egidius?

Hoofdarchivaris Noël Geirnaert heeft intussen teruggevonden wie de mysterieuze Egidius, uit het beroemde lied ‘Egidius, waer bestu bleven’, was ‘die de dood verkoos’. Hoogstwaarschijnlijk is het Gillis (Egidius) Honin, een Brugse zakenman die in 1385 plots overleed. Hij was ‘hostelier’ (herbergier en geldschieter), kerkmeester van Sint-Walburga en raadslid van de stad Brugge. Zijn vrienden betreurden zijn dood, hoewel hij een pak schulden naliet.

CD

In het kader van deze tentoonstelling verscheen zopas een cd met een selectie, een bloemlezing uit de oudste liedverzameling van de Lage Landen. De ensembles Ultreya en Pandora kozen zowel spot- en minneliederen als spirituele en protestliederen uit de 147 liederen tellende bundel. ‘Gruuthuse-liederen uit het manuscript’ is een boeiende interpretatie van de mysterieuze streepjesnotatie uit de liederenbundel.(LF)

Liefde en Devotie, het Gruuthuse hanschrift, nog tot 23.06. alle info op www.liefdeendevotie.be. Gruuthusemuseum, Dyver 17, Brugge. Bruggelingen bezoeken gratis.

Waarom (en door wie) het Gruuthusehandschrift aan Brugge ontsnapte

Liefde en Devotie (1)

De tentoonstelling Liefde en Devotie leidt andermaal tot de discussie waarom dit beroemde handschrift niet eerst in Brugge is aangeboden. Mieke Dumont van Focus/WTV bond dit weekend op facebook de kat de bel aan: ‘De eigenaars, een adellijke familie uit Brugge, wilden het topstuk blijkbaar verkopen, voor de nodige centen natuurlijk… Niemand hier kreeg ooit de kans om het stuk te kopen. Met dank aan een wel erg bekende baron uit Brugge, die naar eigen zeggen dagdagelijks strijdt voor het behoud van het erfgoed in onze stad. Die keer dus niet, blijkbaar..’.  Een verwijzing dus naar  Andries Van den Abeele. Klopt dit verhaal dat dezer dagen in Brugse middens van politiek en musea de ronde doet?

Kort na de verkoop van het handschrift in 2007 schreef Andries Van den Abeele een uitgebreide versie van ‘de feiten’. Zo onthulde hij onder meer het bezoek in 2002 aan Kasteel Ten Berghe in Koolkerke (waar het handschrift bewaard werd) van burgemeester Moenaert en toenmalig député Dirk De fauw. Volgens AVDA ‘liet geen van beiden een woord van belangstelling vallen’ voor het handschrift, wel voor het kasteel en bijbehorend domein.

Kasteeleigenaar François van Caloen, die zijn kasteel inmiddels had verhuurd en in Elsene  ging wonen, bergde het kostbare handschrift op in een kluis en keek reikhalzend uit naar een eventuele lucratieve verkoop. Van den Abeele speelde, naar eigen zeggen, hierbij de rol van bemiddelaar: ‘Het leek mij vooral de plicht hem (van Caloen) te overtuigen…dat hij niet zomaar aan de meestbiedende Amerikaan of Japanner mocht verkopen’. Van den Abeele beweert voorts dat hij heeft gepleit voor de verkoop aan ‘een openbare instelling…die dit uitzonderlijke erfstuk van de Nederlandse cultuur en literatuur op passende wijze in ere zou houden’.

Daarop werd het handschrift eerst aangeboden aan de Koninklijke Bibliotheek in Brussel waar men (amper) 750.000 euro wou bieden, terwijl eigenaar François van Caloen 2,5 miljoen euro voor ogen had, waardoor de aankoop uiteraard niet plaatsvond. De Koninklijke Bibliotheek probeerde nadien de misser goed te praten door te spreken van ‘een kunstmatige en financiële overwaardering van het cultureel erfgoed’.  Pas hierna kwamen Van den Abeele en Brugge, naar eigen zeggen, ‘in beeld’.  Citaat: ‘Als ik hem (van Caloen) wilde overtuigen om aan een openbare instelling te verkopen, dan dacht ik natuurlijk in de eerste plaats aan de stad Brugge’ . Er zouden daarop enkele informatieve gesprekken hebben plaatsgevonden, maar de Brugse monumentenwaker ‘wist al snel dat de krachtige wil niet zou aanwezig zijn om een dergelijke aankoop te realiseren’.  Van den Abeele vraagt aan zijn critici in deze zaak ‘Wanneer hebt u uw belangstelling bij de verkoper laten blijken?’

De waarheid ligt wellicht ook elders. In 2003 vaardige cultuurminister Anciaux het Topstukken-decreet uit dat moest verhinderen dat belangrijke kunstwerken het land uitvluchtten. Hierdoor gealarmeerd zouden de erven-van Caloen de buitenlandse piste verkozen hebben, omdat ‘topstukken’ waarschijnlijk onder de marktprijs zouden beland zijn. Van den Abeele zou de eigenaar daarop overtuigd hebben niet te verkopen aan een Londens veilinghuis, maar aan de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Noblesse Oblige? Of klare wijn tijdens een van de lezingen in het kader van Liefde en Devotie? (LF)

Ten Berghekasteel