
c_Stephan Vanfleteren
December Dance 15 (2-13.12) met Jan Fabre als curator belooft een heftige en memorabele editie te worden. De 26-jarige Fabre gooide met ‘Het is theater zoals te verwachten en te voorzien was’ een bom in de gezapige theaterwereld van de tachtiger jaren. Met ‘De Macht der Theaterlijke Dwaasheden’ deed hij deze krachttoer nog eens over. Meteen was ook de toon gezet. Hoera en boegeroep, gejuich en verontwaardiging, believers en non believers. Reeds meer dan 35 jaar bekleedt hij een vooraanstaande positie in het internationale artistieke landschap. Regisseur, theatermaker, beeldend kunstenaar en auteur, Fabre is een kunstenaar met vele gezichten .Gestaag bouwt deze einzelgänger verder aan zijn uniek en weerbarstig universum, blijvend gefascineerd door de schoonheid van het menselijk lichaam. Zijn acteurs, zangers en dansers zijn schatplichtig aan deze duivelskunstenaar. Fabre noemt ze zijn ‘krijgers van de schoonheid’. Met ‘Zij was en zij is, zelfs’ een monoloog voor de Brugse Els Deceukelier was het theaterwerk van Fabre voor het eerst in Brugge te zien. Sindsdien is hij reeds meer dan twintig jaar in Brugge een vertrouwde en graag geziene gast.
EXit Wat is jouw vroegste herinnering aan Brugge?
Fabre: ‘Ik zat in het derde jaar Sierkunsten in Antwerpen en kreeg van een leraar wat centjes om naar Brugge te gaan naar het Groeningemuseum om er de tentoonstelling ‘Flagellatie en Stigmatisatie‘ van onbekende meesters te gaan bekijken. Ik logeerde toen een tijdje in een hotelletje in Brugge en schreef hierover in mijn dagboek. En deed er in mijn hotelkamertje één van mijn eerste performances’.
Jan haalt er zijn ‘Nachtboek’ (1978-1984). Het geeft ons een fascinerende inkijk in zijn intieme gedachten en gevoelens.
Brugge, 11 mei 1978 : Ik begrijp het allemaal niet zo goed maar ik voel het fysiek. Met open mond en gulzige ogen gekeken naar oude onbekende meesters die het lijden van Christus verheerlijken. Stigmata, de open wonden. Het zijn rode lippen, bloedende monden, menstruerende kutjes.
Brugge , 14 mei 1978: Ik wil mijn lichaam onderwerpen aan folteringen. Mijn lichaam pijn laten lijden. Mijn lichaam laten sterven. Mijn lichaam laten oprijzen. Om zo in het proces van dood en wedergeboorte mijn lichaam los te weken van de realiteit en het te schenken aan de kunst.
Brugge , 15 mei 1978: Ik heb Gilettemesjes gekocht. En in mijn hotelkamertje heb ik mezelf gesneden in mijn voorhoofd. Het bloed van mijn denken laten druppelen. Het is een serie mooie tekeningen geworden.
EXit: Andere herinneringen uit die tijd aan Brugge?
‘In 1982 deed een klein Brugs meisje auditie voor Het is theater zoals te verwachten en te voorzien was. Ze was net geen achttien en bleek achteraf gelogen te hebben over haar leeftijd. Ik voelde onmiddellijk dat dit frèle meisje diegene was die mijn werk mee gestalte zou geven. En Els Deceukelier is mijn muze, mijn theatermedium geworden. Net zoals Marc ‘Moon’ van Overmeir mijn mannelijk medium was. Els is een schitterende actrice en wordt in het buitenland, onder andere in Frankrijk en Duitsland, op handen gedragen. Ze is een tijdje uit geweest maar nu staat ze er weer in een glansrol in de 24 uur durende performance Mount Olympus.’
Fabre schrijft op 25 juli 1982 in zijn Nachtboek: ’Ik denk dat ik een bijzonder iemand heb ontdekt. Ze is klein, tenger en een beetje stijf. Maar ze heeft een ongelooflijk sterk lichaam. Ze bezit ook een vreemde alchemistische kracht in haar ogen. Haar naam is Els Deceukelier. We hadden geen middelen en repeteerden in een vervallen pakhuis boven het Antwerpse café de Paradox. Op een avond kwamen de ouders van Els onverwachts binnen en ze schrokken zich rot toen ze daar hun minderjarige dochter naakt in die koude fabrieksruimte zagen staan. Zij namen Els onmiddellijk terug mee naar Brugge. De dag erop heb ik de trein genomen naar Brugge om met de ouders van Els te praten. Ik gebruikte al mijn charme en blijkbaar sloeg ik een goed figuur, want Els mocht terug mee naar Antwerpen’.
EXit. Voel je als kunstenaar een zekere affiniteit met Brugge?
‘Ik hou van de nacht en van de nacht in Brugge. Ik laat mij graag verdwalen in het labyrinth van de nachtelijke steegjes. Een hedendaagse schim in een middeleeuwse stad verdwaald.’
Nachtboek Brugge 13 mei 1978): ’s Nachts ademt Brugge de sfeer uit van de symbolisten. Het geeft mij het gevoel rond te dwalen in de schilderijen van Knopff. Ik hou van de symbolisten, voel mij verwant met het werk van Knopff en andere Belgische symbolisten. De nacht in Brugge staat voor schoonheid en vergankelijkheid, dood en wedergeboorte… Thema’s die vaak terugkeren in mijn werk.
EXit Zijn er nog zaken met Brugge verbonden die voor jou een bijzondere betekenis hebben?
‘Door mijn medewerkster Sigrid Bousset leerde ik het werk van Guido Gezelle beter kennen. Ik ben een grote bewonderaar van het oeuvre van Gezelle. Ik vind dit fantastische poëzie. Trouwens, de zeven bronzen badkuipen die ik begin jaren ’90 ontwierp, bevatten een element uit ‘Het Schrijverke’, een gedicht van Gezelle. Een figuur dat in één van de zeven baden zit, schrijft met zijn vinger op het wateroppervlak, zoals ook in ‘het Schrijverke’ de waterlibel naar god schrijft op het wateroppervlak. De Stad Brugge kocht voor het Gezelle herdenkingsjaar in 1999 de bronzen sculptuur ‘De man die vuur geeft’ aan en gaf het een vaste plaats in de tuin van het Gezellemuseum. Deze hortus conclusus is er de geschikte plek voor. Zoals Gezelle mij als kunstenaar licht, vuur en warmte geeft, wil ik het vuur en licht aan anderen doorgeven.’
‘In Brugge 2002 bracht ik in het nieuwe Concertgebouw de première van ‘Het Zwanenmeer’. Onder de aanwezigen, de toenmalige minister voor cultuur Bert Anciaux. Tot dan kende hij nauwelijks mijn werk, maar hij was zo onder de indruk dat hij beloofde om voor de nodige subsidies te zorgen voor de realisatie van een vaste stek voor mijn gezelschap. En hij hield woord.
EXit: Na Sidi Larbi Cherkaoui, Anne Teresa De Keersmaeker, Akram Khan en Wim Vandekeybus vul jij nu het rijtje aan van belangwekkende curatoren. Ben je tevreden over het December Dance Brugge?
‘In 2011 polste programmator Samme Raeymakers naar mijn interesse. Ik had wel goesting maar geen tijd. Nu is het gelukt en ik ben heel content. De geselecteerde kunstenaars zijn allemaal bij mij begonnen. Ik blijf hun werk volgen, ze vonden hun eigen weg, ze doen het goed. Ik ben er fier op. Het heilig vuur wordt doorgegeven.’
EXit Jan, je slaagt er telkens opnieuw in om zoveel jonge kunstenaars te begeesteren, het vuur en de passie door te geven. Wat is jouw toverformule?
‘Eerst en vooral wil ik die jonge mensen een degelijke opleiding geven. Ik leer ze ook zelf beslissingen nemen, hun eigen auteur en regisseur te worden. Ik leer ze om kritisch te zijn over zichzelf en de anderen, steeds op een respectvolle manier. En op een bepaald moment zijn ze klaar om op eigen benen te staan. Zij leren van mij maar ik leer ook van hen. Ik maak ze deelgenoot van mijn zoektocht, mijn twijfels. Een kunstenaar moet durven vragen stellen, steeds zichzelf blijven bevragen, elke dag opnieuw.’ (SD)
Info DD van 2-13 december; http://www.decemberdance.be
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...