Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Maandelijks archief: mei 2013

De Pijnders opnieuw in Brugge: ‘We zijn de cowboys van het stoetenleven’


 de pijnders

Op 14 oktober 2011 ging in de Magdalenazaal De Pijnders in première, een coproductie van De Werf, Cie Cecilia en theater Antigone. Wie deze van Arne Sierens toen miste, krijgt op 6 en 7 juni 2013 een tweede kans. De pijnders zijn de mannen of vrouwen die in stoeten en processies de religieuze of andere beelden dragen. Sierens raakte door het gegeven gefascineerd in Spanje, waar de traditie nog sterker leeft dan hier. Beroemde voorbeelden bij ons zijn de pijnders van het Ros Beiaard in Dendermonde.

De Pijnders speelt zich af in het hier en nu, in een niet nader bepaalde landelijke gemeente in Vlaanderen met stedelijke ambities. Acht mannen van de Gilde van Maria Onbevlekte Ontvangenis verzamelen zich, zoals elk jaar, op een terrein om te repeteren voor de komende processie. Afkomstig uit dezelfde parochie en geboren in boerenfamilies zijn ze door het verdwijnen van de boerenstiel vertrokken naar andere plekken. De samenhorigheid en de gedeelde geschiedenis zijn de redenen waarom ze elk jaar trouw op post zijn.

Sierens verzamelde voor deze productie een topcast van Vlaamse acteurs: Dominique Van Malder, Joris Hessels, Tom Vermeir, Johan Heldenbergh, Robrecht Vanden Thoren en Titus De Voogdt. Op een schuin aflopend platform, begeleid door drie live muzikanten houdt het zestal je in een emotionele greep. De mannen moeten zwoegen en zweten, nieuwe leden moeten worden ingewerkt, … Coördinatie, communicatie, samenwerking en een goede verstandhouding zijn van cruciaal belang.

West-Vlaming Tom Vermeir – acteur en zanger bij A Brand – kruipt in de huid van Bertrand, de zoon van een hoteleigenaar. Hij moest terugkeren uit Brussel, omdat de zaken bij zijn vader niet zo goed gaan. Vermeir: ‘De Pijnders is een metafoor voor het leven. Zoals vaak bij Sierens wordt ook met dit stuk de tragikomedie van het leven zelf verbeeld. De personages spreken, zoals Arne het graag zegt, ‘met de dialectiek van hun ziel’. De Pijnders dragen elkaars ellende, maar ze maken ook samen plezier. Er is een lach en een traan, zoals dat gaat onder elke kerktoren.’

Het stuk kreeg her en der lovende kritieken en werd ook geselecteerd voor het theaterfestival. Sierens verwerkt eenvoudige, maar treffende beelden in het stuk en creëert herkenbare personages van vlees en bloed, zonder in clichés te vervallen. De jury van het theaterfestival loofde het stuk om de nostalgie en de manier waarop een kleine dorpsgemeenschap in beeld wordt gebracht. Ook het spelgenot van de acteurs wordt geprezen. Volgens de jury wist Sierens ‘meer dan ooit goud te maken van de wisselwerking tussen individuele branie en collectieve pijn.’ Zelf onthoud ik vooral de scène waarin acteur Dominique Van Malder de harde ‘boerenstiel’ van vandaag schetst. Een staaltje ontroerend acteertalent van zeer hoog niveau. (SD)

Info 6 en 7 juni 2013 om 20.30 uur, Magdalenazaal, t 050 33 05 29, reservatie@dewerf.be, www.dewerf.be – Het stuk is een samenwerking tussen Cie Cecilia, theater Antigone en Kunstencentrum De Werf in coproductie met VIA 2018 – Maastricht + Euregio Maas – Rijn 

De “echt” laatste van het seizoen in Parazzar (?)

 

 Jacqyemyn_Sanders_Wanders

Dat het concert van Charles Gayle en Giovanni Barcella (25 mei, 17.00 uur) de seizoensafsluiter in Parazzar zou zijn, heette het. Maar nog voor die namiddag één noot was gespeeld, bleek dat de talrijk opgekomen muziekliefhebbers in de waan waren gelaten. Joeri Hostens bekende tijdens zijn aankondiging van de muzikanten immers eerst en vooral dat hij zich toch nog maar eens had laten “vangen” en dat er op 2 juni dus een “echt” (?) laatste avant-garde meeting gepland staat vooraleer gedurende enige maanden een muziekstilte wordt ingelast.

Het kwartet dat zondag aanstaande het kleine podium (over)bevolkt, bestaat voor drie vierden uit muzikanten die geen routebeschrijving meer behoeven: Peter Jacquemyn (contrabas), André Goudbeek (altsax) en Mark Sanders (drums, percussion). Kris Wanders (tenorsax), van origine Nederlander maar intussen geëmigreerd naar Australië, vindt hopelijk tijdig de weg om het gezelschap te vervolledigen; de man stond in de jaren ’60 mee aan de wieg van de Europese geïmproviseerde muziek.

Overigens dient vermeld dat deze toevoeging aan de concertagenda niet de enige verrassing was op 25 mei: onverwachts werden de aanwezigen getrakteerd op een voorprogramma (saxofonist Frans Van Isacker) en Gayle en Barcella kregen versterking van Manolo Cabrás (contrabas). Wat dat trio ten gehore bracht, was van dermate hoog niveau dat de appreciatie zich na afloop (terecht) vertaalde in een staande ovatie. Gayle was onder de indruk van Parazzar, citeerde de gastheer me achteraf mailsgewijs en trots: “Like the old days… In NY we don’t have such clubs anymore…” Des te schrijnender dus het contrast met de omstandigheden waarin de rasimprovisator daags nadien in het Citadelpark in Gent solo aan de piano moest… (PJG)

 

Praktisch: zondag 2 juni om 20.00 uur stipt – www.parazzar.be

‘Onder Ogen Zien’

onder_ogen_zien

Steven Slos en Bart Debeer voor het monument van de WOI-slachtoffers

Brugse historici maken Wereldoorlog I springlevend

Vele honderden uren, gedurende vele jaren, stapten de Brugse scoutsmakkers Steven Slos en Bart Debeer het oorlogsfront van WOI af op zoek naar littekens en getuigen van de grote wereldbrand 1914-1918. Het resultaat van beider passie is een originele gids ‘naar de slagvelden’ die start in Luik en omliggende (forten), verder gaat over Leuven om zich uiteindelijk vast te zetten in de Westhoek en het noorden van Frankrijk. Aanbevolen.

Slos en Debeer, beide gevormde historici, pikten van jongs af de draad op. De Westhoek fascineerde en stond garant voor talloze verhalen, geheimzinnige bunkers en andere sporen. De boeken van de Britse militair historicus Peter Barton, en vooral zijn ontsloten collectie panoramische foto’s van het front, deden de rest. WOI was immers de eerste oorlog waarin fotografie een belangrijke rol speelde en deze foto’s zette het duo op het spoor van (on)bekende oorlogslandschappen. Ze stelden vast dat nogal wat oorlogslandschappen er vaak nog ‘onveranderd’ bijliggen, andere hebben de Fransen getrouw hersteld.

Wat twee jonge mensen zo boeiend vinden aan dit WOI-toerisme?

Slos & Debeer: ‘Je kunt het belang van WOI maar beseffen als je middenin het landschap staat. Voorbeeld? Hoogteverschillen van slechts enkele meters beslisten hier over leven en dood van talloos veel soldaten, waarbij de Duitsers meestal de hooggelegen plaatsen innamen.’

‘Hier, middenin, zie je ook dat de techniek van het oorlogvoeren veel verder geëvolueerd was dan het maatschappelijk besef ervan. Duizenden soldaten liepen zomaar hun dood tegemoet. Voorts leer je heel veel over de strategieën van de generaals die nog steeds punt van discussie zijn.’

Er bestaat reeds aardig wat literatuur over WOI.

Dat klopt, maar er is momenteel niks vergelijkbaar met deze gids. De bestaande gidsen tonen tekst en beeld, maar wij combineren routes, foto’s, kaarten, verhalen en rondleidingen in één. Wij volgen het oorlogsfront, startend in Luik en de forten, bezoeken het toen zwaar vernielde Leuven en omliggende om tenslotte door te stappen naar de frontstreek in de Westhoek en de grote slagvelden in Noord-Frankrijk. Al dat materiaal hebben wij verwerkt tot 11 routes, 11 rondleidingen en bijna 90 haltes. Alle sites hebben wij uiteraard zelf bezocht, plaatsen als Verdun en de Somme bijvoorbeeld zelfs tot 10 tot 12 maal toe. In elk hoofdstuk zit ook dezelfde systematiek, zodat je de verhalen niet chronologisch hoeft te lezen. We benadrukken ‘verhalen’, want we wilden hier niet per se ‘de historicus’ verbeelden.’

Wat is jullie het meest bijgebleven na deze oorlogsodyssee?

‘De mate waarin dit conflict is ontspoord, van vredige landen en landschappen tot een heuse wereldbrand. Het feit ook dat geen enkele Europese grootmacht  wou buigen voor wensen van de andere. En wat aanvankelijk een kleinschalige oorlog leek te worden ontspoorde al snel door de allianties die werden gesmeed én de nooit geziene vuurkracht die toen voor het eerst bruikbaar was. Daardoor gingen wereldrijken ten onder.’

Wat willen jullie ‘Onder Ogen’ laten zien?

‘De Eerste Wereldoorlog. Dat landschap zit immers boordevol sporen die antwoord geven op het hoe en het waarom van WOI. We willen laten zien waarom die oorlog op die plaatsen en op die manier is uitgevochten.’

Welk gedenkteken maakt op jullie de grootste indruk?

Debeer: Het kleine dorpje Vauqois in de buurt van Verdun. Het is een van de meest bevreemdende overblijfselen van WOI. Hier werd een ondergrondse mijnenoorlog uitgevochten die leidde tot de ontploffing van de heuvel en het dorp. Nu rest alleen nog een hallucinante krater.’

Slos:  Het Canadese memoriaal in Vimy. Een zeldzaam artistiek gedenkteken voor de 60.000 gesneuvelde Canadezen. En het Franse  ‘kerkhof’ van Notre Dame de Lorette, een fantastische site op een uurtje rijden van Brugge.’ (LF)

Onder Ogen Zien, naar de slagvelden van WOI, Steven Slos en Bart Debeer, uitg. Borgerhoff & Lamberigts.

Een concertseizoen met een gouden randje

 

Beethoven

Beethoven goed voor 22 concerten

De nieuwe seizoensbrochure van het Concertgebouw baadt in het goud, kleur die verwijst naar dé muziekstad Wenen die tot op vandaag heen en weer pendelt tussen traditie en vernieuwing, van Beethoven, ‘de grootste vernieuwer van de muziekgeschiedenis’ tot de hedendaagse choreografieën van Chris Haring. Beethoven is de absolute ster van het nieuwe seizoen met zomaar eventjes 22 concerten.  Anima Eterna Brugge bijt de spits af, maar toppers als Tom Beghin, Andreas Staier, Victoria Mullova en Il Gardellino en anderen staan evenzeer borg voor torenhoge kwaliteit.

Concerthuizen pieken graag op sterfdata van componisten, dit jaar niet anders met de Franse barokcomponist Philippe Rameau, ooit verguisd omwille van ‘te complex’, maar later als geniaal geprezen. De Amerikaanse klavecinist Skip Sempé reconstrueert onder meer Rameau’s uitvaartmis.

Hét symfonisch evenement van het jaar’, volgens artistiek directeur Jeroen Vanacker, is weggelegd voor het driedaagse festival van Budapest Festival van Yvan Fisher, door de New York Times ‘the best orchestra of the planet’ geprezen. Fisher, de Hongaar die perfect Nederlands spreekt,  werkte een format uit met muziek van Antonin Dvorak dat de grote Europese steden bezoekt, waaronder Brugge in de schone maand van mei. Het bewijs overigens dat Brugge muzikaal gezien op de internationale kaart staat.

De jaarlijkse Bach Academie opent dit jaar onverwacht, en voor het eerst,  met dans van Rosas dat zich meet met de live-uitvoering van Bachs ‘Partita 2’, door violiste Amandine Beyer.

Het meest verrassende  concert is wellicht de uitvoering van de Carmina Burana, in een samengaan van Anima Eterna Brugge en het Collegium Vocale. Jos Van Immerseel noemde Carl Orff tijdens de seizoensvoorstelling nogal verrassend ‘een geniaal componist’, door de geschiedenis vaak mis begrepen.

Ook verrassend is de driedaagse rond jazz-icoon Cole Porter, wereldwijd gekend omwille van zijn jazz-standards en musicals. Uitvoerders zijn onder meer Philip Catherine en het Brussels Philharmonic.

Echte rock-‘n-roll en live-muziek belooft December Dance-curator WimVandekeybus die Jan Fabres ‘Tragedy of a friendship’ (zonder poesjes, des te meer over Nietzsche versus Wagner)) meebrengt.

Voorts kijkt het Concertgebouw terug op een succesvol jaar: 180.000 bezoekers allerlei kwamen over de vloer, de eigen programmering (concerten, Sound Factory…) tekende voor 103.000 toeschouwers (een stijging  met 3 procent), er zijn meer dan 3000 jongerenpassen in omloop, meer dan 100 scholen volgden er workshops.  Dit alles samen inspireerde het Franse muziekblad Classica (uit de Roularta-stal) tot een themanummer over Brugge Muziekstad met de welluidende titel ‘Que ça sonne bien’. Met het Concertgebouw, het Cultuurcentrum, het MAfestival, Klinkers, Cactusfestival en veel jazz verwerft Brugge een muzikaal artistiek imago  dat wellicht forser doorweegt dan het vederlichte aanbod van Friet- en andere Chocostory’s. (LF)

 

Beren, forellen en andere muzikale dieren in Vrijstaat O.

De Beren Gieren
Gratis duo-tickets voor jazz in Vrijstaat O.

Over De Beren Gieren (Fulco Ottervanger – piano, Simon Segers – drums, Lieven Van Pee – contrabas) schreef Didier Wijnants in De Morgen ooit dat zij een oude maar vaak verwaarloosde kwaliteit van jazz herontdekken, nl. het vermogen om de zwaartekracht te negeren. Hij is niet de enige die onder de indruk geraakte: de jury van Jong Jazztalent riep dit prettig gestoorde pianotrio in 2009 uit tot winnaar van het gelijknamige concours, hetgeen meteen impliceerde dat het drietal de editie 2010 van Gent Jazz mocht openen en hen ook een tournee in het kader van JazzLab Series opleverde. De drie vrienden lieten inmiddels een eerste CD (“wirklich Welt so”) op de wereld los, in de zomer van 2013 zal de opvolger het licht zien.

In het kader van de reeks Soulmates Sessions gaf Vrijstaat O. deze avonturiers met sterke neiging tot absurde humor – zelf omschrijven ze hun muziek als “Californian Jazzrabitity” – de vrije hand in het samenstellen van de affiche voor 1 juni. Het wordt zowaar een triple bill, waarvan het illustere gezelschap zelf de muzikale aftrap geeft. Voor het tweede luik van de avond nodigen ze als gast de Portugese Susana Santos Silva (trompet) uit, met als intentie een heruitgave van hun gezamenlijk project rond… forellen. U leest goed: uitgangspunt voor alle composities – eerder dit jaar voor het eerst live gebracht in de jarige Vooruit (tevens opdrachtgever) – was het overbekende Pianokwintet in A-groot „Forellenkwintet“ (D 667) van Franz Schubert uit 1819.

(Susana Santos Silva, overigens, zal in Vrijstaat O. opnieuw te zien en horen zijn op 15 september, maar dan met haar eigen Lama Trio.)

Aan Bestiaal – wees overtuigd, lezer: ik neem met u geen loopje – de eer om de concertganger nachtwaarts te begeleiden. Over dit gitaartrio – met als componist nochtans de drummer (Sebastiaan Vekeman) – levert een online zoektocht op dat moeilijk te voorspellen valt waar de muziek heen zal voeren, “omdat de componeerstijl van Vekeman niet toelaat om ter voorbedachte rade ook maar iets te vermoeden”.  

Vrijstaat O. schenkt voor deze triple bill 3 duotickets weg aan EXit-lezers: zonder verwijl mailen naar kerlijn@vrijstaat-o.be is dus het ordewoord, de winnaars worden door haar persoonlijk gecontacteerd. (PJG)

 

Praktisch: zaterdag 1 juni om 20.00 uur in Vrijstaat O. – www.vrijstaat-o.be

EXit-juni dit weekend in de rekken

323242_1-7_cover_222

 

met onder meer:

*Brugse historici maken Wereldoorlog I springlevend

*De Grote Oorlog in 500 spotprenten

*Kunstenaar Jan Verhaeghe te koop

*Het nieuwe seizoen van het Concertgebouw: de keuze van de redactie

*Frits Van Oostrom houdt Brugge een spiegel voor

*Minx akoestisch in JH Comma

‘Vlaanderen bespaart op cultuur, Brugge niet’

 

Bestuursakkoord 23 mei 2013 003

Een ijverig college met bijna 500 werkpunten

Het was in bepaalde Brugse kringen bang uitkijken naar de Beleidsnota van het nieuwe stadsbestuur. Uiteindelijk is het een lijvige bundel van bijna 500 programmapunten geworden met tal van ideeën die mee de inzet vormden van de voorbije gemeenteraadsverkiezingen.  Wie een bijltjesdag in de cultuursector voorspelde is er aan voor de moeite: ‘Brugge bespaart niet op cultuur’, zo klonk een vastberaden schepencollege.

Zoals verwacht wordt het accent gelegd op ‘cultuur voor iedereen’, ‘culturele activiteiten in de wijken’ en ‘lage drempels en hoge zichtbaarheid’. De cultuurparticipatie (de OCMW-tickets) wordt verder uitgebouwd, de stadsmusea blijven gratis voor Bruggelingen en ‘alle culturele actoren moeten inzetten op kinder- en familievoorstellingen voor het hele gezin’.

Nog meer de nadruk wordt gelegd op de aandacht voor hedendaagse kunst in Brugge: er moet ‘een geïntegreerde visie en beleid voor hedendaagse beeldende kunsten’ worden ontwikkeld. Een heikel punt, want hedendaagse beeldende kunst wordt in deze stad nu in verspreide slagorde georganiseerd. Zo is er het Cultuurcentrum met een stevig programma hedendaagse kunst, de Musea met sporadische initiatieven genre ‘Fabienne Verdier’,  en er is Brugge Plus dat tekent voor onder meer de QNX-projecten. Het stadsbestuur wil ‘een betere afstemming’ tussen deze verspreide initiatieven. Hoogtepunt moet de ‘Triënnale voor hedendaagse kunst’ worden, en dit in het kader van het Stadsfestival in 2015. Tenslotte wordt ‘actief op zoek gegaan naar een geschikte locatie voor grote tijdelijke tentoonstellingen’, bedoeld de site van het KTA in de Oude Gentweg. Opmerkelijk:’Er wordt aandacht gegeven aan een uitbreiding van de museale collecties met hedendaagse werken’.  Meer dan een hint…

Voor de nieuwe Cactuszaal, tenslotte, wordt ingezet op de piste ‘Kanaaleiland’, palend aan het Minnewaterpark. Het evenementenbeleid moet een ‘troefkaart voor Brugge’ worden met Brugge Plus als belangrijkste motor.

Het hoofdstuk ‘Werelderfgoedstad’ herhaalt grotendeels wat al een tijdje in de pijplijn zit: ‘hip en historisch kunnen hand in hand gaan’, ‘een werelderfgoedbarometer definieert wat kan en niet kan in de binnenstad’ .

Samengevat: Brugge blijft inzetten op Brugge cultuurstad en voorziet voorts de nodige middelen. Samenwerking tussen de culturele actoren, nu al ruim aanwezig, wordt geïntensifieerd. (LF)

Brugse zangeres wint New Tenuto

Deborah Cachet

Deborah Cachet tijdens de zangwedstrijd

New Tenuto is een wedstrijd voor jonge muzikanten die aan hun carrière beginnen. Het is speciaal ontwikkeld om nog studerende of net afgestudeerde muzikanten een duwtje in de rug te geven en de kans te geven om met orkest te spelen. De Brugse Deborah Cachet was de grote winnaar.

Deborah Cachet: ‘Dat ik de juryprijs en de publieksprijs zou winnen had ik helemaal niet verwacht. Het niveau in de finale was heel erg hoog, alle kandidaten hebben zich van hun beste kant laten horen. Ook de sfeer onder ons was heel fijn, ik had het de anderen ook zeker en vast gegund. De jury zei achteraf dat ik gewonnen had omdat ze vonden dat ik niet alleen goed zong,  maar dat ik ook tijdens de repetities en de finale zeer flexibel was. Met een orkest zingen is helemaal niet evident. De meeste jonge zangers en instrumentalisten krijgen niet vaak de kans om met een orkest te zingen of te spelen. Het is dan ook heel moeilijk om meteen de juiste houding te vinden. Tijdens de repetities kon ik me snel aanpassen aan de klank van het orkest en de tempo’s die de dirigent, Walter Proost, koos.’

Deborah volgt momenteel een professionele zangopleiding in Amsterdam. (LF)

 

 

 

ericvloeimans4_Maurits-Giesen

‘A band that sweeps the audience away’

Mijn eerste kennismaking met de figuur en de muziek van Eric Vloeimans dateert van een aantal jaren terug en situeert zich – die mededeling zal wel weinig verbazing wekken – in De Werf. De Nederlandse trompettist trad er toen op met Fugimundi, een trio waarin hij gitarist Anton Goudsmit en pianist Harmen Fraanje aan zijn zijde had en dat akoestische jazz bracht.

Gatecrash, de groep die hij dit keer meebrengt, tapt uit een minder puristisch jazzvaatje want brengt cross-over, bovendien met flink wat elektronica gekruid: Vloeimans voegt middels een pedaalbox allerlei special effects aan zijn trompetspel toe. Gelukkig bewaakt hij nauwgezet dat in deze geluidstroom de essentie van de melodie nimmer kopje onder gaat. Gatecrash heeft intussen 3 CD’s volgespeeld die stuk voor stuk lovende recensies kregen, en werd uitgenodigd naar podia in Europa, Azië en de Verenigde Staten. En nu dus in Brugge, in de reeks A NU Thing: het laat zich aanzien dat de muziekprogrammatoren van De Werf met de keuze voor deze groep een minstens even sterke afsluiter van het aflopende jazzseizoen hebben als vorig jaar zo memorabel het geval was. (PJG)

Praktisch: woensdag 29 mei om 20.30 in De Werfwww.dewerf.be

Young@heart twee keer in Stadsschouwburg (23 en 24 mei)

Young@hart

 

Het concert ‘Road To Nowhere’ was één van de ontroerende hoogtepunten in het memorabele cultuurjaar 2002. Een koor hoogbejaarde Amerikaanse stemmen dat vol ironische vitaliteit het muzikaal geheugen van hun kinderen en kleinkinderen opfriste, zorgde voor flink wat vertedering en af en toe ook een snik.

Vooral de veelbetekende repertoirekeuze maakt van elk concert een aangrijpende belevenis. Zeker wanneer de zangers van Young@Heart uit de punk, rock, soul, blues, indie en zelfs hiphop, net die nummers kiezen die in de context van dit koor een wel erg bijzondere betekenis krijgen. Wanneer je klassiekers zoals ‘You can’t always get what you want’ van The Rolling Stones, ‘I wanna be sedated’ van The Ramones en ‘Road to Nowhere’ van Talking Heads hoort in een vertolking van iemand van ver boven de 75 jaar, dan krijgt de tekst wel een heel nieuwe dimensie. Wat ooit begon als een vrijblijvend zangclubje voor bejaarden bestaat inmiddels 30 jaar en komt dit ook in Brugge vieren.

Info op http://www.ccbrugge.be