Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Maandelijks archief: september 2013

Badenhorst zingt… en andere verrassingen

 Joachim Badenhorst

 

Joachim Badenhorst, door Vrijstaat O. als curator aangetrokken voor de nieuwe aflevering in de reeks “Soulmates Sessions” zaterdag jl., heeft zich wel op een uitzonderlijke manier van die opdracht gekweten: niet alleen bleek elk der aantredende acts van zeer hoog niveau, de samensteller van het programma zelf kwam op méér dan een manier verrassend uit de muzikale hoek. 

Tijdens de aankondiging kon presentator Pieter Koten met enige trots aan het publiek kond doen dat Mark Lefever, peter van de vzw JazzLab Series die op 28.09 zijn 20–jarig bestaan vierde, uit de 20 feestavonden op 20 locaties deze had gekozen in Vrijstaat O.

Aan Rawfishboys was het om het eerste luik van de triple bill in te vullen. Dit duo, bestaande uit Badenhorst zelf (rieten) en de Franse contrabassist Brice Soniano, leerde elkaar 11 jaar geleden kennen op het Conservatorium in Den Haag en heeft intussen al 2 cd’s uit (waarvan zaterdag helaas geen enkel exemplaar te koop). Ze brachten een korte, maar intense set bestaande uit meeslepende improvisaties.

Nico Roig daarna betrad solo, want alleen gewapend met stem en akoestische gitaar, het podium om een aantal in het Catalaans gezongen eigen composities te brengen. Omdat de muzikant het zelf zonde vond dat ongetwijfeld niemand van de aanwezigen enig flauw benul had waarover zijn teksten gaan, achtte hij het aangewezen ze telkens in – zeg maar gerust broken English – kort toe te lichten. Dit leidde soms to hilariteit, hetzij omwille van de iets duidelijker wordende inhoud van de stukken, hetzij omdat Roig inzag dat het hem bij momenten toch niet lukte zich echt verstaanbaar te maken, hoe hij zich ook inspande. De vrees dat die taalbarrière zou wegen op de appreciatie van het publiek, was evenwel nooit nodig, zoals de zanger-gitarist snel mocht ervaren: zijn innemende persoonlijkheid, zangtalent, sterke composities en zijn gitaarspel overtuigden ruimschoots. Een revelatie, deze Catalaan! Het zou niet bij deze ene verrassing blijven…

Want toen moest slotact – top of the bill, onmiskenbaar – Carate Urio nog op, een kwartet met daarin de 3 al vermelde muzikanten (Nico Roig nu wel op elektrische gitaar), aangevuld met de Ier Sean Carpio (drums, melodica, elektrische gitaar, zang). De set begon met Badenhorst aanvankelijk – verrassend want onvermoed! – op keyboards en bestond uit (ogenschijnlijk?) geïmproviseerde stukken die overgingen in composities met  veelgelaagde klanktapijten en achtergrondzang van Carpio of Roig of Soniano of de drie samen. Tijdens een aantal stukken met interactie tussen Roig en Carpio beiden op gitaar, kreeg men het gevoel naar de soundtrack van een bevreemdende film te luisteren. Dé finale en ongetwijfeld grootste verrassing kwam ontegensprekelijk toen ook plots Joachim Badenhorst zich tot zanger ontpopte, bovendien van teksten in zijn moedertaal (“Een schoon hemd” en “Genoeg gedronken”). Alle gebrachte stukken kwamen overigens uit en kunnen worden nabeluisterd op de boeiende debuut-cd “Sparrow Mountain”.

Badenhorst zorgde door zijn keuze voor een zeer gevarieerde avond die toch als één logisch aaneensluitend totaalaanbod aanvoelde. De vooraf hoog gespannen verwachtingen werden ingelost, want de meegebrachte muzikanten bewezen – zoals hij me tijdens een korte babbel vooraf had verzekerd – tot de top te behoren. Deze “Soulmates Sessions” wordt in mijn herinnering dan ook opgeslagen als een van de meest memorabele concertbelevenissen van 2013. (PJG)

Expo ‘75 jaar Angora’ in Provinciaal Hof Brugge

 

Angorakleinvee_

 

Naast het traditioneel Neerhofdierenfestival  ( dat jaarlijks plaatsvindt in het eerste weekend van november) pakt de jarige vereniging uit met een boeiende erfgoedexpo waarin historische, wetenschappelijke, maatschappelijke en artistieke thema’s die gelieerd zijn met het Angorakonijn. Gratis te bezichtigen.

Na de officiële opening van deze expo op Werelddierendag 2013 nodigt de vzw Angora iedereen uit om een bezoek te brengen aan deze unieke tentoonstelling in het  Provinciaal Hof op de Markt en dit op zaterdag 5 en zondag 6 oktober 2013.

 De bezoeker maakt er kennis met de geografische en geschiedkundige bronnen van het konijn, alsook met de eerste signalen van het domesticeren van konijnen. Welke bronnen vinden wij terug op schilderijen waar neerhofdieren gelijkenissen hebben met de neerhofdieren van vandaag? Tijdens de eerste 50 jaar van de 20ste eeuw ontpopte het telen van angorakonijnen voor de wol zich in Vlaanderen en specifiek in Brugge tot een ware huisnijverheid. De vzw toont op deze tentoonstelling diverse foto’s en filmopnames van alles wat verband houdt met het fokken van neerhofdieren. Tijdens het tentoonstellingsweekend verduidelijken gastsprekers de wetenschappelijke, historische, maatschappelijke en artistiek thema’s.  (LF)

Alle info:  http://www.angora-vzw.be

Over Cordelia Van de Wiele en Guido Gezelle

Cordelia 

In het Gezellemuseum loopt een tentoonstelling over de samenwerking tussen Cordelia en Gezelle.  De aanleiding is een bijzondere schenking van het Guido Gezellegenootschap, die de Gezelle-documenten uit de nalatenschap van Cordelia bij het Gezelle-archief voegde. Tot 19 januari zijn de stukken te zien, maar de Gezellianen zullen twee keer moeten gaan kijken: eind oktober worden de fragiele stukken weer opgeborgen en vervangen door andere documenten. Vanaf 29 oktober zullen dan andere stukken worden getoond. Er is meer. Op zaterdag 16 november vindt er een Gezelle-studiedag plaats. 

‘O Maria die daar staat, gij zijt goed en ik ben kwaad’: wie nog reminiscenties heeft aan het Rijke Roomse Leven, kent het lied. De muziek is van Remi Ghesquiere, die dit lied opnam in zijn bundel  ‘Dertig Geestelijke Liederen’ van Guido Gezelle.   Een jaar later schrijft Cordelia Van de Wiele in haar eigen exemplaar: Cordelia Van de Wiele, Kortrijk in den Beggijnhofweg, 14, den 9den  in Bloeimaand 1901, zijnde twee jaar sedert het verlaten van Kortrijk, door zaliger Guido Gezelle.

Wie is deze Cordelia?  De Gezelle-biograaf Aloïs Walgrave vermeldt haar ook als hij vaststelt dat Gezelle  ‘een groot hulpeloos kind was in stoffelijke zaken’: er moesten zorgende vrouwenhanden zijn om orde in de chaos te scheppen.

Secretaresse

Gezelle was naast dichter zoveel meer: taalgeleerde, journalist, geschiedkundige, woordenverzamelaar, woordenboek-samensteller. Zijn verzameling woordenfiches, die hij ‘Woordentas’ noemde,  telde 150.000 items. Hij maakte een woordenboek waar hij aandacht had voor de herkomst van de ‘Vlaamse woorden’: Loquela. Naast zijn drukke pastorale arbeid, kon hij dit alles onmogelijk alleen aan. Daarvoor zocht hij helpende handen, een aantal ‘schrijfsters’ zoals de taalpurist Gezelle ze noemde.

De belangrijkste is wel Cordelia Van de Wiele. Zij was tien jaar jonger dan Gezelle, geboren in 1840 in Kortrijk, en woonde als ongehuwde ‘jonge dochter’ bij haar zus Julienne Elise . Voor de kost werkte ze als ‘agent d’assurances’ . Ze overleed in 1929, dertig jaar na de vereerde meester.

Cordelia moet enorm veel werk voor Gezelle hebben gepresteerd. Als een bezige bij was de ‘Meester’ steeds op zoek naar weinig bekende woorden die hij aantrof in oude boeken. De aangestipte woorden en zinnen schreef Cordelia dan over op fiches voor de Woordentas van Gezelle.

Duikalmanak

Gezelle werkte ook aan een scheurkalender, die hij Duikalmanak noemde: ieder blaadje verbergt, ‘duikt’ het volgende, vandaar. Maar dit bij elkaar sprokkelen van woorden en uitdrukkingen, gedichten die Gezelle maakte, was  ’Joufvr. Cordelia ‘ zoals Gezelle haar aanspreekt, ook hier de trouwe secretaresse. Zijzelf stelde een lijst op van ‘schuimwoorden’ of Franse bastaardwoorden. Ze ging ook zelf op pad om woorden te ‘zanten’ ofte verzamelen. Maar ze kon ook grotere opdrachten aan:  ze schrijft brieven naar de uitgever of vrienden van Gezelle, zowel in het Vlaams als in het Frans. Ze was ook jarenlang Gezelle behulpzaam met zijn drukke correspondentie. Als Gezelle in zijn stervensjaar 1899 naar Brugge wordt overgeplaatst, werkt Cordelia in Kortrijk verder aan de opstelling van de Duikalmanak.

Een voetnoot

Bij de uitgave van vele artikels en gedichten die Gezelle publiceerde speelde Cordelia een deuntje mee: ze schreef vele gedichten van Gezelle over ter publicatie. De uitgever kon dit wel naar waarde schatten, zo moeilijk was het soms Gezelles kriebels te ontcijferen.  Een toespraak die Gezelle in het Frans hield bij de begrafenis van de pastoor van de parochie waar Gezelle onderpastoorde, schreef zij over. Er zijn ook veel kleine notities gevonden, waarin Cordelia beleefd vraagt of het ‘Mijnheere Gezelle niet zou believen ‘ hier of daar een wijziging aan te brengen. Gezelle antwoordt  kort en krachtig: Neen ‘t., of een andere keer: ‘k Ben bezig. Zo kennen we hem weer: in taalkwesties deed Gezelle  nooit concessies. Het is duidelijk dat Cordelia  meer dan een voetnoot verdient in de Gezelle-literatuur en de Gezelle-biografie . Ook na zijn dood was zij voor velen een belangrijke bron van informatie. Zelf schreef ze een gedicht over Gezelle waarin ze hem karakteriseert als ‘ Eenvoudig en ootmoedig, gelijk de ware groote verstanden alléén kunnen zijn’.

                                                                                       ROBRECHT FOSSAERT

Van 14/09/13 tot 19/01/14, Guido Gezellemuseum, www.brugge.be/cabrio

www.brugge.be/internet/nl/musea/brugge..

M

Stenen in Galerie Pinsart

B_Van_Dycke

Bruno Van Dycke (Foto Stijn Vos)

 

De Brugse Galerie Pinsart toont schilderijen en tekeningen van Bruno Van Dycke. Deze kunstenaar schildert vandaag ‘stenen’. Hij speelt met kleur en vorm en licht in een subtiel evenwicht tussen abstractie en figuratie. Zijn stenen koesteren het sacrale, de tijd en de stilte. In zijn vele houtskooltekeningen zien we niets dan het kwetsbare menselijk naakt. Van Dycke kreeg zijn opleiding in Sint-Lucas Gent en de academies van Gent en Brugge.

EXit: Een vreemde artistieke keuze?
Bruno Van Dycke
: ‘Het beeld van de steen bevat voor mij een synthese van wat schilderen betekent. Het schilderen wil ontsnappen aan de overvloed van woorden en een vorm vinden in ‘stille werken’, net als de bijna tastbare stilte van een steen. Ik zie de steen als symbool van wat was en toch blijft bestaan. Verf en beeld vallen samen. Alle energie ligt geborgen in de gelaagdheid van de verf. Hand en verf bouwen een beeld op, in toetsen en krassen en kleuren, een beeld dat de vorm van een steen aanneemt’. (LF)

Info: Galerie PINSART,  Genthof 21 in BRUGGE van 22 september tot en met 20 oktober, do-vr-za-zo 14-18u.  http://www.brunovandycke.com

 

20 jaar JazzLab Series

Joachim BadenhorstNathalie_Loriers_New_Trio_3

 Joachim Badenhorst & Nathalie Loriers

 

“Belgische jazz in de best mogelijke omstandigheden aan een breed publiek presenteren”, staat sinds 1993 hoog in het vaandel van JazzLab Series geschreven. In dit streven volhardt men intussen al 2 decennia, en behalve bewondering verdient dit ook te worden gevierd!

Dat gebeurt dan ook, en wel een heel weekend lang. Op 27.09 is er een heuse jubileumavond in Sint-Niklaas; op 28.09 zijn er op één en dezelfde avond, verspreid over 20 partners, zomaar eventjes 20 concerten. In onze contreien vieren De Werf en Vrijstaat O. mee.

De Werf ontvangt Nathalie Loriers, niet zomaar “een” keuze, want met die pianiste immers startte destijds JazzLab op. Gewagen van een speciale band is dus geen loze bewering. Bovendien bracht zij onder haar eigen naam op het W.E.R.F-label al 5 CD’s uit die zonder enige overdrijving tot de bestsellers van die catalogus mogen worden gerekend. Op 28.09 bestaat de ritmesectie uit Nic Thys (contrabas) en Rick Hollander (drums), met wie zij onder de naam Nathalie Loriers New Trio in 2012 “Les 3 Petits Singes” aan de wereld schonk.

Vrijstaat O. heeft Joachim Badenhorst te gast en benoemde hem meteen als curator voor wat een ambitieuze en avontuurlijke triple bill wordt in de reeks “Soulmates Sessions”. Op het programma achtereenvolgens Rawfishboys (Joachim Badenhorst, rieten + Brice Soniano, bas); de Catalaanse gitarist Nico Roig; en als sluitstuk Carate Urio (Joachim Badenhorst, Brice Soniano, Nico Roig en de Ierse drummer Sean Carpio). Dat kwartet neemt meteen de gelegenheid te baat om hun debuut ‘Sparrow Mountain’ voor te stellen. (PJG)

Zaterdag 28 september

Info en tickets: www.dewerf.bewww.vrijstaat-o.be

17de September Jazz beroofd van headliner

 

De Beren Gieren

De Beren Gieren

 

Programmasamensteller Willy Schuyten moest in het inleidend woord waarmee hij het binnensijpelende publiek verwelkomde, al meteen een ontgoochelende boodschap lassen: in de loop van zaterdagnacht had hij een SMS ontvangen met als onheilstijding dat Wallace Roney en drummer Kush Abadey “have missed their flight out of New York”. Het moet in de uren voorafgaand aan het festival dus verwoed brainstormen zijn geweest hoe het verlies van de headliner op te vangen. Uitkomst was de beslissing om de 3 leden van de groep die wèl in Brugge waren geraakt – pianist, saxofonist en bassist – tóch te laten optreden, met als vierde groepslid en drummer een muzikant van eigen bodem.

Maar eerst was het aan De Beren Gieren om de festiviteiten te openen. Het trio,  aangekondigd als “de beste, spannendste en meest avontuurlijke Belgische jazzgroep van het moment” en winnaar van (o.a.) Jazz Hoeilaart 2012, heeft net een tweede CD klaar die op verschijnen staat, maar zaterdagavond in de stand van De Werf al te koop was. De gebrachte set bestond dan ook voor het grootste deel uit composities van “A Ravelling”, waarbij pianist Fulco Ottervanger regelmatig ludiek uitleg gaf bij titels als “Vakantiebestemming” en “Ontdekking van de materie”. Een zeer sterk concert, dat tot vreugde van velen met twee extra stukken werd verlengd, niet zozeer in de hoedanigheid van bisnummers maar omdat de groep op vraag van de organisatie nog wat tijd moest vullen, zoals Ottervanger openhartig bekende. Bij mijn evaluatie aan het eind van de avond, zou dit concert het sterkst overtuigende en meest beklijvende blijken.

Burgemeester Landuyt klom vervolgens, voor het eerst in het 17-jarig bestaan van September Jazz, het podium op: hij beperkte zich tot benadrukken hoe samenwerking – in dit geval tussen Stad Brugge (Dienst Cultuur), Handelsgebuurtekring Langestraat-Hoogstraat en De Werf – tot een prachtig programma kan leiden. Daarna liet hij – naar eigen zeggen wijselijk – aan presentator Schuyten over om de tweede act aan te kondigen. Deze herhaalde voor de laatkomers hoe het lot deze editie van haar headliner had beroofd en voor welke oplossing uiteindelijk was gekozen: Ben Solomon (tenorsax), Victor Gould (piano) en Rashaan Carter (bas), de 3 wèl aanwezige leden van Wallace Roney Group, zouden toch een set brengen, met als plaatsvervangende drummer Lionel Beuvens. Hoewel amper de gelegenheid gekregen om samen te repeteren, gooide dit kwartet zich vol moed in de strijd, wat zich vertaalde in uitgesponnen versies van standards (o.a. “Milestones” van Miles Davis en “Oriental Folksong” van Wayne Shorter), waarbij vooral bassist Carter behoorlijk indruk maakte. Redder in nood Lionel Beuvens kweet zich uitstekend van zijn niet te onderschatten last minute opdracht, kreeg tijd toegemeten om te tonen wat hij als drummer in zijn mars heeft en werd door pianist Gould tot tweemaal toe met dank overladen. Dit was een concert dat in de eerste plaats deed verlangen om te horen hoe de èchte Wallace Roney Group live klinkt.

Bruut! ten slotte, een Nederlands viertal dat zaterdag pas voor de tweede keer in België optrad, raasde door een verschroeiende set vol uptempo nummers met aanstekelijke grooves, met in de hoofdrollen Hammondorgel en altsaxofoon. De oproep van Willy Schuyten vooraf aan “all you young hipsters”  om de dansvloer voor het podium te komen bevolken, kreeg pas tijdens het bisnummer gehoor. Des te meer ironisch was dat, daar dat laatste nummer qua ritme niet bepaald het meest opzwepende en dus tot dansen aanzettende was.

September Jazz aflevering 17 mocht zich verheugen in een zeer grote opkomst. Nadeel van dat succes was dat wie ècht van de muziek wou genieten, zich maar beter van een plaats op de eerste rijen had zien te verzekeren: het gepraat en gelach van allen die “voor de sfeer” naar De Ganzeveer waren afgezakt en achteraan al dan niet in de buurt van eet- en drankkramen bleven rondhangen, was immers bijna tot op het podium te horen. (PJG)

Nieuwe directeur voor Stedelijk Conservatorium Brugge

G_Carlier

Foto Stijn Vos

 

September betekent voor jeugdig Vlaanderen in de eerste plaats “terug naar school” – eveneens de muziekschool. Vooral voor zij die de overstap maken van de lagere naar de hogere jaren gaat dit traditioneel gepaard met een gezonde portie spanning. Ook voor Gunter Carlier was het begin van dit schooljaar net iets specialer dan anders: vanaf 1 september legde hij het ambt van directeur bij de Akademie voor Muzische Kunsten Meise neer om dezelfde rol op te nemen in het Stedelijk Conservatorium Brugge, in navolging van Wilfried Deroo die met pensioen ging. EXit stelt de nieuwe directeur aan u voor en peilde naar ‘s mans ambities, verwachtingen en visie.

EXit: Mijnheer Carlier, u bent in de eerste plaats musicus. Hoe bent u ertoe gekomen om de functie van directeur te ambiëren?

Gunter Carlier: ‘Toen ik destijds het Beaux-Arts Brass Quintet had opgericht, ontfermde ik mij er naast het musiceren ook over de administratieve aspecten die bij zo’n ensemble komen kijken. Daar heb ik mijn basiskennis op vlak van subsidies, communicatie en dergelijke opgedaan én stelde ik bij mezelf vast dat ik die zakelijke behartiging ook graag deed. Vandaar mijn interesse en ambitie om ergens een meer administratieve of leidinggevende post te verwerven, wat dan acht jaar geleden met het directeurschap van de Akademie in Meise ook is gelukt.’

EXit: Vanwaar de stap naar Brugge?

Carlier: ‘Verschillende overwegingen lagen aan de basis van die beslissing. Ten eerste, en daar wil ik niet flauw over doen dat dit meespeelt, is er het element van de schaalvergroting. In Brugge zal er sowieso meer mogelijk zijn; de uitdaging is een stuk groter en interessanter. Niet dat ik per se weg wou uit Meise, integendeel. Maar ik had wel het gevoel dat ik aan iets nieuw toe was. Dit was een kans die ik niet wou laten liggen. Verder is er ook een privéreden van tel. Mijn vrouw is immers een geboren en getogen Bruggelinge en het idee om terug te keren naar haar geboortestad sprak ons wel aan. En last but not least is er het muzikaal-artistieke argument. Brugge is de stad bij uitstek van de Oude Muziek, mijn specialiteit, en bovendien resideert Anima Eterna Brugge er, wat mij als vast lid van dat orkest wel zo goed uitkomt.’

EXit: U haalt zelf aan dat Brugge, al is het maar omwille van de omvang, een stap hogerop betekent. Vergt het leiden van het Conservatorium in Brugge volgens u een andere aanpak dan deze die u in Meise hanteerde?

Carlier: ‘Dat zal de ervaring uiteraard nog een stuk moeten uitwijzen, maar dat lijkt me wel logisch ja. De Akademie voor Muzische Kunsten Meise telt een 45 tal personeelsleden, waar dat er in Brugge meer dan het dubbele zijn. Het is in Meise altijd mijn bedoeling geweest, en dat zal ik ook trachten in Brugge, om de mensen echt te kennen en dicht bij hen te staan. Maar dat is vanzelfsprekend makkelijker in een kleine dan in een grote groep. Dus dit zal zonder twijfel meer tijd en investering vragen.’

EXit: U maakte eerder duidelijk dat u zeker ook actief wilt blijven als uitvoerend muzikant. Is dat nog steeds combineerbaar met een directeursfunctie in een veel grotere school dan voorheen?

Carlier: ‘In Meise was die combinatie steeds werkbaar en ik zie niet in waarom dat hier anders zou zijn. Het Conservatorium is inderdaad wel een stuk groter, maar dat betekent anderzijds ook dat ik juist meer kan delegeren. De directeur hoeft volgens mij ook niet in zijn school te wonen hé… Ik denk integendeel zelfs dat mijn artiestenbestaan een meerwaarde kan betekenen. Zo begrijp ik bijvoorbeeld de verzuchtingen van de lesgevers beter wanneer ze voor een productie een tijdje in het buitenland vertoeven. Als ze met dergelijk verzoek naar mij komen, zou het uiteraard behoorlijk hypocriet zijn om te weigeren als ik zelf occasioneel toer. Bovendien heb ik gemerkt dat zowel leerlingen, ouders en leerkrachten het sterk appreciëren als hun directeur zelf ook een actief muzikantenbestaan heeft. Men is daar op een bepaalde manier fier op en het versterkt de geloofwaardigheid van zowel je positie van directeur, als het instituut in haar geheel, wanneer je zelf nog in het vak staat. Ik heb mijn visie op deze combinatie van jobs trouwens vanaf het begin van de selectieprocedure kenbaar gemaakt aan de inrichtende macht. Men wist met andere woorden dat men met mij ook een actief muzikant binnenhaalt.’

EXit: Een ander aspect van het feit dat u uitvoerend muzikant bent, is dat verschillende van de leerkrachten in het Conservatorium op een ander moment collega’s zijn in het orkest. Is deze dubbele relatie werkbaar?

Carlier: ‘Ook hier zie ik – trouwens proefondervindelijk – geen graten in. Zoiets is volgens mij doenbaar wanneer je je goed bewust bent van de respectievelijke situaties. In het orkest gedraag ik mij uiteraard niet als de directeur van sommige collega’s, maar wel als medemuzikant. Omgekeerd deins ik er niet voor terug om indien nodig in de muziekschool een leerkracht op iets aan te spreken, hoewel we bij wijze van spreken de dag ervoor samen op het podium stonden. Ik ben professioneel genoeg om deze twee rollen goed gescheiden te houden.’

EXit: Wat zijn volgens u de prioriteiten, de sterktes en zwaktes van het Stedelijk Conservatorium?

Carlier: ‘Momenteel is het nog te vroeg om die vraag te kunnen beantwoorden. Uiteraard kende ik de school en heb ik mij ingelicht over de werking ervan. Maar hoe de zaken er intern nu precies voor staan kan ik moeilijk zeggen. Kom daarvoor binnen een jaartje eens terug (lacht). Voor mij was het vooral van belang dat mijn profiel en visie aansloten bij wat het Conservatorium, en dan bedoel ik eigenlijk de inrichtende macht, wil.’

EXit: Wat is dan precies uw visie op muziekeducatie? Welke initiatieven wilt u zeker nemen?

Carlier: ‘Ik geloof sterk in het aanwakkeren van de liefde voor muziek en dans op zeer jonge leeftijd. Eén van de zaken die ik dan ook bijzonder graag zou realiseren, is een vorm van muziekinitiatie voor kinderen van ongeveer 4 à 5 jaar. Zij vormen immers de onderbouw van een volgende generatie muzikanten, op gelijk welk niveau. Verschillende academies in Vlaanderen – Meise is er één van – bieden dergelijk programma reeds aan en overal blijkt het bijzonder succesvol. In Brugge bestaat zoiets momenteel niet. Daar zou ik dus zeer graag verandering in brengen.’

‘Een andere element is dat van de Oude Muziek. Brugge, ik heb het al aangehaald, heeft een zeer mooie reputatie als muziekstad, in het bijzonder in relatie tot de pre-klassieke muziek. Daarom verdient de stad het, en is ze het ook aan zichzelf verplicht, dat het Conservatorium een volwaardige afdeling “Oude Muziek” aanbiedt. Momenteel bestaan er wel al initiatieven in die richting, maar ik zou die opleiding graag uitbouwen en verder officialiseren via het aantrekken van specialisten, oprichten van ensembles, investeren in het nodige instrumentarium, etc.’

Exit: Hoe staat jong musicerend Vlaanderen er vandaag de dag voor?

Carlier: ‘Ah, wel ik ben het voorbije jaar uitgenodigd geweest om te komen jureren op een aantal examens hier in het Brugse Conservatorium, en ik was werkelijk bijzonder aangenaam verrast over het niveau. Ik stel bovendien vast dat de leerlingen uit de scholen van het Deeltijds Kunstonderwijs (DKO) relatief vlot doorstromen naar de conservatoria en dan later het concertcircuit. Ondanks de enorme internationalisering van de muziekwereld heeft ons lokaal talent zeker nog zijn plaats. Dat komt grotendeels doordat het DKO zowel van de kant van de lesgevers als van de kant van de leerlingen wel degelijk zeer ernstig genomen wordt.’

EXit: Wat is volgens u de belangrijkste doelstelling van een muziekschool?

Carlier: ‘Ik vind dat een muziekschool in de eerste plaats de lokale actoren moet bedienen. Daarmee bedoel ik dat, als er bijvoorbeeld een plaatselijke toneelgroep, koor, orkest of harmonie aanwezig is in de gemeente of regio, de muziekschool daar moet op kunnen inspelen. Dat kan zijn in de vorm van een samenwerking maar begint simpelweg met het aanbieden van een kwalitatieve opleiding, zodat de lokale verenigingen voldoende kunnen voorzien worden van een nieuwe instroom aan talent.’

EXit: Welke kwaliteiten dient een muziekschooldirecteur zeker te bezitten?

Carlier: ‘Bovenal moet hij of zij toch een goede manager zijn denk ik. Maar dan wel met kennis van zaken op artistiek en kunst-pedagogisch gebied. En verder is natuurlijk het menselijke aspect zeer belangrijk. Waardering voor de collega’s en hun werk met respect voor de eigenheid van ieders persoonlijke invulling binnen een gezamenlijk gedragen visie. Als dat er is, dan loopt de school vanzelf goed.’ (ALEXANDER JOCQUE)

 

Gunter Carlier kort

• geboren in Huizingen, ten zuiden van Brussel, in 1967

• studeerde trombone aan het Lemmensinstituut in Leuven, aan het Conservatorium van Brussel en aan de Hochschule für Musik in Keulen

• oprichter van het Beaux-Arts Brass Quintet

• gespecialiseerd in Oude Muziek en in de historische uitvoeringspraktijk

• is reeds een 15-tal jaar verbonden aan Anima Eterna Brugge als bastrombonist

• treedt geregeld op als freelance-muzikant in binnen- en buitenland, onder meer bij l’Orchestre des Champs-Elysées van Philippe Herreweghe

• was eerst lesgever en nadien voor 8 jaar directeur van de Akademie voor Muzische Kunsten in Meise

• aangesteld als directeur van het Stedelijk Conservatorium Brugge vanaf september 2013

• is getrouwd met Heide de Caluwe en heeft 3 kinderen

 

Dit weekend in de rekken: de nieuwe EXit (oktober)

cover_1-7_redactioneel_226

*EXit oktober geeft een forum aan de controversiële orkestleider Jos van Immerseel : ‘Anima Eterna is hét orkest van en voor Brugge’

*Interview met de nieuwe directeur van het Conservatorium Gunther Carlier: ‘Ik zou graag een vorm van muziekinitiatie voor kinderen van 4 à 5 jaar realiseren

*Een guerrillastrijder met een camera als wapen: de nieuwe film van Jean Beddegenoodts

*Tentoonstellingen: Over Cordelia en Guido Gezelle

*Theatergezelschap Ultima Thule brengt de poppen aan het dansen: een weekend Brugsch Poppenspel Den Uyl

*Het muzikale adresboek van Nicolas Delfosse

En talloos veel meer, 40 pagina’s cultuurnieuws

Zweeds-Belgische entente in Parazzar

A4

 Ook in Parazzar is nu de blauwdruk getekend en het voorbereidende werk af voor een nieuwe reeks concerten. In de annalen van de Soulbar zal geboekstaafd staan dat in het muziekseizoen 2013-14 aan de muzikanten van Leksak de eer was gegund om als eersten hun voeten te mogen drukken op het podium. In dit trio gaat de Zweedse pianist Johan Graden een “entente cordiale” aan met een Belgische ritmesectie: Laurens Smet op contrabas (lid van het septet Ifa y Xango, winnaar van  Jong Jazztalent Gent 2011) en Jakob Warmenbol op drums (ook al op het ereschavot van Jong Jazztalent Gent – editie 2012 – met het gezelschap The Unrevealed Society). Het zal wel niet verbazen dat ook voor het optreden op 22.09 weer “alle macht aan de improvisatie” is, gezien dit het Leitmotiv is dat Joeri Hostens voor zijn muziekavonden heeft uitverkoren en consequent aanhoudt. (PJG)

 Praktisch: 22 september om 20.00 uur stipt 

Finntroll treedt op in Factor, Brugge op 29 september.

1120228893

Finntroll komt optreden in Factor, Brugge op 29 september. De Finse folk-metal band bracht eerder dit jaar hun zesde album “Blodsvept” uit en komt die aan het Brugse publiek voorstellen. De support wordt verzorgd door de Faroese band Tyr en de Ijslanders van Skálmöld. Tickets zijn verkrijgbaar via www.eyespyrecords.com en In&Uit loket in het Concertgebouw.

De naam Finntroll komt uit een Zweedse saga waarin 2 priesters naar Finland trekken, er een wildeman tegenkomen die de meesten onder hen doodt en op eet, waarbij de priesters terug naar Zweden vertrekken om het verhaal te vertellen van een Finn-Troll. De muziek leent zich uitstekend voor dit thema: verhalen over de fictieve trollenkoning “Rifvader” en de strijd tegen de Christenen die hun land willen veroveren. De band, afkomstig uit Finland, zingt in het Zweeds. Muzikaal is het een mix van klassieke Finse Humppa (een vorm van Polka) en Black Metal: knallende drums, laag gestemde gitaren en schreeuwende vocalen.

Meer info over de bands en dit concert kan verkregen worden via info@eyespyrecords.c

%d bloggers liken dit: