
‘Het is een boek voor speciallekes’

Je bent jong (32) en droomt van een poëtische roman. Twee jaar later ligt het resultaat, BULT, in de betere boekhandel, goedgekeurd door Vlaanderens schrijverskruim. Kenners voorspellen het een mooie toekomst.
Marieke de Mare (34) komt uit Koolskamp, wereldberoemd omwille van zijn Kampioenschap van Vlaanderen voor wielrenners, maar woont sinds 12 jaar in Sint-Andries. Dat is niet toevallig, want echtgenoot Jeroen Vanacker is artistiek directeur van het Brugse Concertgebouw. Marieke behaalde een masterdiploma aan het Antwerpse foConservatorium, geeft les in de Kunstacademie van Torhout en is ook nog moeder van drie kinderen.
De uitgever
‘Een uitgever vinden liep van een leien dakje. Vrijdag was de eerste uitgever die ik het manuscript bezorgde en het was raak. De samenwerking klikte meteen. Ik zocht een uitgever die wilde inzetten op risico, een uitgever met zin voor iets nieuws. Bult neigt naar een poëtische roman en dat is vandaag niet evident voor een uitgever.’
‘Ik hoop natuurlijk op een groot publiek, maar ik was daar tijdens het schrijven niet mee bezig. Misschien is het boek vooral gericht naar een nichepubliek, het zij zo. Zelf vind ik het een boek voor speciallekes, geen doordeweekse roman.’
‘Alleen al de titel (Bult) laat aanvoelen dat dit geen roman is uit de stapel. Het vraagt van de uitgever een aparte behandeling. Ik was dan ook verrast dat hij zo snel reageerde na ontvangst van het manuscript. Ze vroegen meteen om een gesprek.’
Testlezers
‘Behalve de uitgever deed ik ook beroep op testlezers. Zowel Peter Verhelst, Bart Moeyaert, Maud Vanhauwaert als Chantal Pattyn hebben mij daarbij geholpen. Peter en Chantal leerde ik kennen via het Concertgebouw, Bart Moeyaert was indertijd mijn lesgever en Maud is een vriendin uit mijn Antwerpse jaren. Zij hielpen mij over mijn onzekerheid heen. Ik was erg blij met hun advies, want ik had er tenslotte twee jaar intens aan gewerkt.’
Bezig baasje
‘Gedurende het schrijven liet ik iedereen in het ongewisse, zelfs mijn echtgenoot. Ik was beroepshalve druk bezig met artistieke projecten, bovenop het lesgeven, maar toch was er al die tijd de aandrang om dit boek te schrijven. Het voelde dubbel aan: aan de ene kant had je het ‘ik wil er volledig voor gaan’, de andere helft was onzekerheid. Je weet niet dat wat je schrijft ook goed (genoeg) is. Dat was een eenzame bezigheid, maar vooral de testlezers hebben mij gesterkt in mijn overtuiging.’
Drijfveer
‘Mijn drijfveer was drang. Het zit in mij van kleins af. Ik ben altijd al bezig geweest met verhalen vertellen. Wat ik doe heeft altijd te maken met verhalen. Verteltheater is mijn specialiteit. Ik heb ook lange tijd gewerkt voor Radio 1 en Klara, maar ik wilde uiteindelijk niet tekenen voor een journalistieke loopbaan. Daar is niets mis mee, maar ik verkies om creatief bezig te zijn. Zo doende heb ik vrijwel alles gedaan wat ik tijdens mijn opleiding in het Antwerpse Conservatorium heb geleerd.’
‘Kiezen en keuzes maken is niet mijn sterkste punt, maar vooral de literatuur heeft mij altijd al bezig gehouden. Mijn lichtende voorbeelden zijn vooral Bart Moeyaert (‘een klein beetje mijn God’), Peter Verhelst (‘alles gelezen’) en uiteraard Jeroen Brouwers. De toneelversie van zijn roman Bezonken Rood is de voorstelling van mijn leven.’
De zeis van de kritiek
‘Ik hou daar natuurlijk rekening mee, maar anderzijds is alle aandacht voor mijn boek welkom. Het is vechten om aandacht, zegt mijn uitgever. Zo worden debuten niet gerecenseerd in de Boekenbijlage van De Standaard. Dat is toch vreemd. Hoe moet je dan naambekendheid verwerven? Maar goed, ik ben nu al zo blij met het boek dat ik voor het leven bij mij zal hebben.’
‘De titel Bult is niet evident, weet ik. Ik had aanvankelijk iets commercieels in gedachten (Voor U), maar op het eind koos ik toch voor Bult. Men heeft mij overtuigd dat het boek geen commerciële titel nodig heeft. Bult past inhoudelijk perfect.’
Wat mag je verklappen uit dit verhaal?
‘Het gaat over drie mensen die samen op een heuvel wonen. Onderaan die heuvel staat een bordje met ‘Bult’. Die mensen wonen daar omdat ze elk een (symbolische) rugzak torsen. Ze stappen uit de huidige luide wereld, maar ook op hun nieuwe plek zijn er verwikkelingen. Uiteindelijk leren ze mekaar toch kennen.’
Ik proef een boodschap
‘Ik heb inleidend een quote van Albert Camus (LF. La Peste) geciteerd die het voor mij allemaal een beetje samenvat. Die luidt: ‘Het absurde ontstaat uit de confrontatie van de mens die vraagt en de wereld die op een onredelijke wijze zwijgt.’ Wat ben ik, waar zijn we mee bezig en waar gaan we naartoe? Camus’ recept is ‘Er mee leren leven’. Daar gaat het om bij mijn personages uit het boek. Zij dragen de rugzak van het leven.’
Tot slot: uw man is artistiek directeur van het Concertgebouw.
‘En natuurlijk speelt muziek een rol in mijn boek. Ik heb zelf altijd belangstelling gehad voor muziek. Ik heb onder meer een opleiding piano en fagot achter de rug. En thuis word ik overspoeld met prachtige klassieke muziek. Maar ik hou ook van kleinkunst.’ (LUC FOSSAERT)
Bult, Mieke de Mare, uitg. Vrijdag
Vind ik leuk:
Like Laden...