Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Maandelijks archief: maart 2020

Brupop Backstage gratis verkrijgbaar

 

mockups-design.com

 

Boek ‘Brupop Backstage’ gratis verkrijgbaar in boekhandel De Reyghere (Markt, Brugge)

Door de coronacrisis is er geen aprileditie van het Brugse cultuurblad EXit en dus ook geen bon waarmee het boek ‘Brupop Backstage’ (240 blz, hardcover) van EXit-medewerker Antoine De Clerck gratis kan worden opgehaald op verschillende verdeelpunten. Geen nood, de publicatie met verhalen uit 60 jaar Brugse pop- en rockgeschiedenis ligt vanaf zaterdag 28 maart wel ter beschikking in een van de mooiste boekhandels van het land. Wie zijn ‘essentieel’ leesvoer koopt in boekhandel De Reyghere op de Markt, krijgt het Brupop-boek gratis mee. Let wel: respecteer de coronamaatregelen, hou afstand en blijf vooral in uw kot… om veel te lezen!

De Reyghere (Markt 12, 8000 Brugge) is momenteel open:

–                 op maandag van 10.00 tot 12.30 uur

–                 van dinsdag tot zaterdag van 10.00 tot 12.30 uur en van 14.00 tot 17.00 uur

 

Info: t 050 33 34 03 – e klantendienst@dereyghere.bewww.dereyghere.be

     

 

Geen EXit-april………

Geen EXit april op de vertrouwde verdeelpunten

De coronacrisis houdt ook de cultuurwereld in een stevige wurggreep. Alle cultuurhuizen moesten vanaf 13 maart middernacht de deuren sluiten, net als alle cafés, restaurants, bibliotheekafdelingen, In&Uit… Alle concerten en andere (culturele) activiteiten zijn voor de komende weken nu al zeker afgelast of uitgesteld naar een latere datum.

Ook het Brugse cultuurblad EXit ontsnapt niet aan de gevolgen van deze onwezenlijke coronacrisis. Daarom zal er vandaag geen aprileditie van EXit verschijnen.

Tot binnenkort, blijf binnen en hou het gezond!

Het gaat goed met de Brugse bibliotheken

 

 

Dat blijkt uit het jaarverslag dat sinds kort raadpleegbaar is op de site van de bibliotheek. Zoals elke bezoeker ervaart is elke bib vandaag zoveel meer dan enkele boeken ontlenen. De missie is om kennis en informatie te delen met iedereen. Ervoor zorgen dat mensen meekunnen in onze complexe maatschappij, hoort daar ok bij, net als leesbevordering. Biekorf is ook een erfgoedbibliotheek die u bij de les houdt. Lezen we dat er ook een EHBO voor boeken bestaat.

 

De bib in tien items (foto EDM)

 

  1. Vorig jaar telde men 510.142 ontleningen in de hoofdbib, goed voor 57 procent van de Brugse bevolking. Jonge gezinnen en senioren brengen vaker een bezoek aan de
  2. De nieuwe roep in bibliotheekland is ‘langer openblijven’. Brugge zit al een tijdje op die trein met 259 openingsuren per week (voor alle vestigingen samen). Dit extra-comfort wordt geklaard door 89 medewerkers.
  3. Het doelpubliek van de bib is ruim. 327 peuters kregen een gratis boekenpakket, 2015 (volwassenen) woonden activiteiten bij terwijl de KJV( Kinder- en Jeugdjury) 113 leden telt.
  4. De Leesbrigade! Onder de noemer De Leesbrigade delen zes bibliotheekmedewerkers hun leestips. Goeie leestips. Dat bleek nog maar eens toen de International Dublin Literary Award in 2019 naar de Amerikaans debutante Emily Ruskovich De Openbare Bibliotheek Brugge nomineerde eerder dit jaar – als enige bibliotheek – haar boek Idaho om in aanmerking te komen voor de prijs. De nominatie door de Brugse bibliotheek die tot de uiteindelijke prijsuitreiking geleid heeft, werd in media wereldwijd vermeld. Van de Verenigde Staten over Afrika tot in Indië en China. Voorbije zomer bracht de Ierse ambassadrice Helena Nolan zelfs een bezoek aan Hoofdbibliotheek Biekorf. Emily Ruskovich zelf vermeldde de bib in haar bedankingsspeech.
  5. Op 6 oktober 2019 kondigde VRT-journaliste Ann De Bie aan dat ze met veel plezier haar zevende seizoen van Lees Meer! Al zeven jaar presenteert ze het boekenprogramma van de Openbare Bibliotheek in het Brugse Concertgebouw. Ann De Bie interviewt telkens drie auteurs over hun werk. In 2019 waren dat Saskia de Coster, Yves Petry, Bregje Hofstede, Chris De Stoop, Bavo Dhooge, Femke Vindevogel, Mensje van Keulen, Bart Koubaa en Rob van Essen.
  6. De laagdrempelige formule van de Samenleesgroep blijft succesvol. Naast Sint-Jozef en Sint-Michiels, zijn er sinds 2019 ook Samenleesgroepen in Sint-Pieters en Sint-Kruis. Het principe is eenvoudig. Een vrijwilliger leest een kortverhaal voor, daarna wordt er bij een kopje koffie of thee over gepraat.
  7. Het Digipunt is een nieuw infopunt in hoofdbibliotheek Biekorf waar je vragen kunt stellen over je computer, tablet, smartphone, enz. Aan de infobalie van de non-fictieafdeling kun je elke weekdag tussen 14 en 16.30 uur terecht met je digitale vragen. Ook de consultaties bij de Digidokters, op woensdagmiddag of zaterdagochtend, blijven druk bezocht. Niet alleen in de hoofdbibliotheek, maar sinds september 2019 ook in de bibliotheken van Sint-Andries en Assebroek.
  8. Bibliotheek De Zorge werd in 2019 grondig gerenoveerd. De vernieuwde bib, die op 18 november de deuren opende, is ruimer en kreeg op maat gemaakt hedendaags meubilair. Je kan er nu materialen ontlenen via een zelfuitleensysteem. terugbrengkasten. Op zaterdag 14 december vond de feestelijke opening van Bibliotheek De Zorge plaats. Volgende parel aan de kroon wordt de nieuwe bib in Sint-Michiels op de Xaverianensite.
  9. Wist je dat de Openbare Bibliotheek Brugge een van de belangrijkste erfgoedcollecties in Vlaanderen beheert? De historische kern van onze erfgoedbibliotheek wordt gevormd door o.a. de bibliotheken van de voormalige cisterciënzerabdijen Ten Duinen (°Koksijde,1128) en Ter Doest (°Lissewege,1175). Vandaag huisvest Hoofdbibliotheek Biekorf onder meer kostbare middeleeuwse manuscripten, incunabelen (boeken gedrukt voor 1501) en oude drukken, een indrukwekkende collectie historische kranten, Brugse privébibliotheken en het Guido Gezellearchief. Een aantal boeken en collecties zijn erkend als Vlaams Topstuk.
  10. Op 10 december 2019 stapte de Openbare Bibliotheek Brugge mee in de vernieuwde bibliotheekwebsites van de Vlaamse bibliotheken. De betere ondersteuning van mobiele apparaten zoals smartphones en tablets is een van de belangrijkste vernieuwingen van de nieuwe site. De catalogus zelf kreeg eveneens een belangrijke update. (LF)

Alle info vindt u op http://2019.bibbrugge-jaarverslag.be/

 

 

Marieke de Maré: debuut met sterren

 

‘Het is een boek voor speciallekes’

Je bent jong (32) en droomt van een poëtische roman. Twee jaar later ligt het resultaat, BULT, in de betere boekhandel, goedgekeurd door Vlaanderens schrijverskruim. Kenners voorspellen het een mooie toekomst.

 

Marieke de Mare (34) komt uit Koolskamp, wereldberoemd omwille van zijn Kampioenschap van Vlaanderen voor wielrenners, maar woont sinds 12 jaar in Sint-Andries. Dat is niet toevallig, want echtgenoot Jeroen Vanacker is artistiek directeur van het Brugse Concertgebouw. Marieke behaalde een masterdiploma aan het Antwerpse foConservatorium, geeft les in de Kunstacademie van Torhout en is ook nog moeder van drie kinderen.

De uitgever

‘Een uitgever vinden liep van een leien dakje. Vrijdag was de eerste uitgever die ik het manuscript bezorgde en het was raak. De samenwerking klikte meteen. Ik zocht een uitgever die wilde inzetten op risico, een uitgever met zin voor iets nieuws. Bult neigt naar een poëtische roman en dat is vandaag niet evident voor een uitgever.’

‘Ik hoop natuurlijk op een groot publiek, maar ik was daar tijdens het schrijven niet mee bezig. Misschien is het boek vooral gericht naar een nichepubliek, het zij zo. Zelf vind ik het een boek voor speciallekes, geen doordeweekse roman.’

‘Alleen al de titel (Bult) laat aanvoelen dat dit geen roman is uit de stapel. Het vraagt van de uitgever een aparte behandeling. Ik was dan ook verrast dat hij zo snel reageerde na ontvangst van het manuscript. Ze vroegen meteen om een gesprek.’

Testlezers

 ‘Behalve de uitgever deed ik ook beroep op testlezers. Zowel Peter Verhelst, Bart Moeyaert, Maud Vanhauwaert als Chantal Pattyn hebben mij daarbij geholpen. Peter en Chantal leerde ik kennen via het Concertgebouw, Bart Moeyaert was indertijd mijn lesgever en Maud is een vriendin uit mijn Antwerpse jaren. Zij hielpen mij over mijn onzekerheid heen. Ik was erg blij met hun advies, want ik had er tenslotte twee jaar intens aan gewerkt.’

 Bezig baasje

‘Gedurende het schrijven liet ik iedereen in het ongewisse, zelfs mijn echtgenoot. Ik was beroepshalve druk bezig met artistieke projecten, bovenop het lesgeven, maar toch was er al die tijd de aandrang om dit boek te schrijven. Het voelde dubbel aan: aan de ene kant had je het ‘ik wil er volledig voor gaan’, de andere helft was onzekerheid. Je weet niet dat wat je schrijft ook goed (genoeg) is. Dat was een eenzame bezigheid, maar vooral de testlezers hebben mij gesterkt in mijn overtuiging.’

Drijfveer

 ‘Mijn drijfveer was drang. Het zit in mij van kleins af. Ik ben altijd al bezig geweest met verhalen vertellen. Wat ik doe heeft altijd te maken met verhalen. Verteltheater is mijn specialiteit. Ik heb ook lange tijd gewerkt voor Radio 1 en Klara, maar ik wilde uiteindelijk niet tekenen voor een journalistieke loopbaan. Daar is niets mis mee, maar ik verkies om creatief bezig te zijn. Zo doende heb ik vrijwel alles gedaan wat ik tijdens mijn opleiding in het Antwerpse Conservatorium heb geleerd.’

‘Kiezen en keuzes maken is niet mijn sterkste punt, maar vooral de literatuur heeft mij altijd al bezig gehouden. Mijn lichtende voorbeelden zijn vooral Bart Moeyaert (‘een klein beetje mijn God’), Peter Verhelst (‘alles gelezen’) en uiteraard Jeroen Brouwers. De toneelversie van zijn roman Bezonken Rood is de voorstelling van mijn leven.’

De zeis van de kritiek

‘Ik hou daar natuurlijk rekening mee, maar anderzijds is alle aandacht voor mijn boek welkom. Het is vechten om aandacht, zegt mijn uitgever. Zo worden debuten niet gerecenseerd in de Boekenbijlage van De Standaard. Dat is toch vreemd. Hoe moet je dan naambekendheid verwerven? Maar goed, ik ben nu al zo blij met het boek dat ik voor het leven bij mij zal hebben.’

‘De titel Bult is niet evident, weet ik. Ik had aanvankelijk iets commercieels in gedachten (Voor U), maar op het eind koos ik toch voor Bult. Men heeft mij overtuigd dat het boek geen commerciële titel nodig heeft. Bult past inhoudelijk perfect.’

Wat mag je verklappen uit dit verhaal?

 ‘Het gaat over drie mensen die samen op een heuvel wonen. Onderaan die heuvel staat een bordje met ‘Bult’. Die mensen wonen daar omdat ze elk een (symbolische) rugzak torsen. Ze stappen uit de huidige luide wereld, maar ook op hun nieuwe plek zijn er verwikkelingen. Uiteindelijk leren ze mekaar toch kennen.’

Ik proef een boodschap

 ‘Ik heb inleidend een quote van Albert Camus (LF. La Peste) geciteerd die het voor mij allemaal een beetje samenvat. Die luidt: ‘Het absurde ontstaat uit de confrontatie van de mens die vraagt en de wereld die op een onredelijke wijze zwijgt.’ Wat ben ik, waar zijn we mee bezig en waar gaan we naartoe? Camus’ recept is ‘Er mee leren leven’. Daar gaat het om bij mijn personages uit het boek. Zij dragen de rugzak van het leven.’

Tot slot: uw man is artistiek directeur van het Concertgebouw.

‘En natuurlijk speelt muziek een rol in mijn boek. Ik heb zelf altijd belangstelling gehad voor muziek. Ik heb onder meer een opleiding piano en fagot achter de rug. En thuis word ik overspoeld met prachtige klassieke muziek. Maar ik hou ook van kleinkunst.’ (LUC FOSSAERT)

Bult, Mieke de Mare, uitg. Vrijdag

 

 

‘Yes Love’ is nieuw werk van het Isbin Trio

 

In het najaar van 2019 brachten drie Brugse muzikanten onder de naam Isbin Trio de cd ‘Yes Love’ uit. Als deze muziek dan toch in een vakje moet, dan zou je het kunnen labelen als Kamermuziekjazz.  Bezetting van het trio: Gilbert Isbin op luit, Xavier Rau op contrabas, Peter Vangheluwe op percussie.  Op een rustige vooravond in december deel ik met Gilbert Isbin een tafeltje in 27b Flat in de Sint-Jakobsstraat, de perfecte setting voor een gesprek over zijn muzikale achtergronden.

Ga gerust in uw voorouderlijke stamboom op zoek naar de naam ‘Isbin’.  Die zal u niet vinden.  Zo ook niet bij Gilbert Isbin zelf. Isbin werd namelijk in Knokke geboren onder de naam Gilbert Dewaele. Vanwaar dan Isbin, wil ik toch eerst graag weten?

Gilbert Isbin: ‘Ik beleefde in mijn jeugd volop de tijden van de flowerpower, de tweede helft van de sixties en de beginnende jaren 70.  Een tijd waarin muzikanten als pakweg Robert Zimmerman en David Robert Jones zichzelf een artiestennaam aanmaten (respectievelijk Bob Dylan en David Bowie). Dat bracht mij op het idee om mezelf ook een goed klinkende naam te zoeken.’

De oorsprong van de artiestennaam Isbin blijkt uiteindelijk ontwapenend simpel, en vindt zijn herkomst in het vierletterige ISBN (International Standard Book Number), een standaard voor het catalogeren van boeken die in de tweede helft van de jaren zestig van de vorige eeuw ingevoerd werd, wat Gilbert op het idee bracht van deze artiestennaam.

EXit: Hoe kwam deze cd tot stand ?

Isbin: ‘De muziek op deze cd is het resultaat van drie jaar regelmatig repeteren. Zowel Xavier als Peter zijn muzikanten die ik al lang ken en die deze subtiele muziek perfect aanvoelen en interpreteren. De luitpartijen heb ik helemaal uitgeschreven, voor bas en percussie ontstond zo ruimte voor improvisatie binnen het kader van de stukken.  Het gaat om eigen composities, en daarnaast om interpretaties van muziek van Bill Evans, Miles Davis, Jan Garbarek, Cameron Brown … Toen de tijd er rijp voor was, trokken we voor een drietal opnamedagen de studio in. Meer bepaald in de Blue Bird Recording Studio in Kortemark, een studio die gespecialiseerd is in opnames van klassieke muziek, akoestische jazz, kamermuziek.  Het resultaat is een cd die je ECM-style zou kunnen noemen. Plaatselijke verdeling van deze cd is in handen van het Brugse platenlabel Parsifal en Fnac Brugge.’

EXit: Welke muzikale opleiding mocht je in je jeugd genieten ?

Isbin: ‘Als je hiermee bedoelt: welk conservatorium? Geen. Ik ben zo goed als helemaal autodidact. Ik kom uit een Heistse vissersfamilie die me niet echt een muzikale achtergrond bood.  Ik merkte bij mezelf wel vlug dat ik op school alle nuances van de blokfluit binnen de kortste keren onder de knie had, en dat het bladlezen van muzieknoten me ook absoluut geen problemen stelde.’

‘Op mijn achttiende ging ik al meteen aan het componeren. Wat gitaar (en luit) betreft was en ben ik vooral geïnteresseerd in melodie.  Om in de tijdsgeest te blijven: ik was meer into Beatles dan into Stones. Zo kon ik bij Paul Couter terecht die me op weg hielp met nummers van pakweg Bob Dylan of George Harrison (NVDR. Decoutere speelde in die periode bij Freckle Face, de eerste band van Arno Hintjes). Ik leerde ook de muziek kennen van Joe Pass, meer bepaald de ‘Virtuoso’-reeks, waarvan ik de noten op gehoor neerpende om ze nadien zelf te kunnen instuderen. Tot op vandaag blijf ik intens bezig met muziek ontdekken, studeren, noteren, met het schrijven van bladmuziek.’

EXit: Zijn er concerten in het vooruitzicht ?

Isbin: ‘Wij brengen delicate muziek die een stil en aandachtig luisterpubliek vraagt. In een broeierige omgeving kan onze muziek onmogelijk tot zijn recht komen. Resultaat is natuurlijk dat niet zomaar elke locatie voor een optreden in aanmerking kan komen. Het eerstvolgend concert is in april in Rijsel, dan volgen Torhout, Geraardsbergen, Mechelen …’ (RUDI VANMARCKE)

 

 

 

 

Het blijft een merkwaardig fenomeen: jonge (en oudere) mensen die koste wat kost een dichtbundel met eigen werk uitgeven, vrijwel altijd in eigen beheer. Ze krijgen amper een plekje in de betere boekhandel, maar blijven op zoek naar een publiek. Romans en poëzie in eigen beheer, er zijn er hier de voorbije maanden al een aantal de revue gepasseerd en we houden dat vol. Wie schrijft die blijft en een teken van aandacht is het absolute minimum dat de schrijver verdient. De jongste (maar eigenlijk de oudste) in deze poëtische reeks is oud-journalist Yves Slabbinck, bekend van vooral het Brugsch Handelsblad en Het Laatste Nieuws, maar sinds vele jaren aan de slag bij Travel Magazine.

Zijn poëziedebuut heet ‘Ik sneeuw over je droeve ogen’ en omvat veertig gedichten over liefde, emotie, geluk en ongeluk, passie en andere malheuren, het resultaat van een halve eeuw zoeken. Vertrekkend vanuit de zekerheid dat het frisse en speelse van koude sneeuw sowieso soelaas moet brengen over een lichaam dat probeert in het reine te komen met een al dan niet zelf veroorzaakte portie droefenis, werd de titel geboren. (LF)

De bundel kost 15 euro (verzendingskosten inbegrepen) over te schrijven op BE78 0010 4659 9886, op naam van Yves Slabbinck, Kartuizerstraat 9, 8310 Brugge. Contact yves.slabbinck@gmail.com en tel. 0475/48.28.90

 

Brugge eert Joseph Ryelandt met stadsfestival

(foto EDM) 

Beroemd is de Brugse componist Joseph Ryelandt, bij leven en welzijn en nadien, nooit geweest. Nochtans hoort zijn rijke oeuvre in het rijtje van groten als Fauré, Sibelius, Elgar en Rachmaninov. De Brugse (muziek)historicus David Vergauwen pleit dan ook voor meer respect en bedacht er meteen een heus stadsfestival bij. ‘Na 21 maart moet elke Bruggeling weten wie Ryelandt is’, luidt zijn boodschap.

EXit: Waarom een stadsfestival gespreid over bijna een maand?

David Vergauwen: ‘Het verhaal en het concept is mijn idee geweest en heeft een voorgeschiedenis. Vijf jaar geleden kreeg ik een hartaanval tijdens een voordracht (mijn moeder zat nota bene in de zaal en gelukkig ook een dokter). Nadien kreeg ik rust opgelegd en in die gedwongen rust bedacht ik dat Vlaamse en Belgische componisten nogal snel in de vergetelheid belanden. Zoals de figuur van de Brugse, ietwat vergeten, componist Joseph Ryelandt. Hij schreef nochtans een groot oeuvre bij elkaar met symfonieën, oratoria, kamermuziek en liederen. Wie wel aandacht vroeg voor Ryelandt was Patrick Peire, de dirigent van het Collegium Instrumentale Brugense. We hebben veel te danken aan Peire.’

EXit: U vraagt meer respect voor de componist Ryelandt?

Vergauwen: ‘Ik wil Ryelandt uit de vergetelheid halen. Waarom wordt zijn muziek zo weinig uitgevoerd? Zijn oeuvre is – of liever: was – natuurlijk moeilijk toegankelijk en zat heel verspreid. Een deel zat in de kasten van het Brugse stedelijk Conservatorium (LF. waar Ryelandt directeur is geweest), een deel in de Brusselse muziekbibliotheek en een groot aantal werken bij de familie Ryelandt zelf. Ik ben er dan toch in geslaagd om dat hele archief naar het Brugse Stadsarchief over te brengen. Dat was een hele klus, want het archief bevat nu meer dan 133 opusnummers, ingevoerd in meer dan 100 archiefdozen. Ik heb dat alles geïnventariseerd en perfect gebruiksklaar gemaakt. Studenten of musici die pakweg de vierde pianosonate van Ryelandt willen raadplegen worden hier netjes bediend.’

EXit: Wat vindt u zelf zijn beste werk?

Vergauwen: ‘Moeilijke vraag. Ik hou nogal van zijn intieme vocale muziek met daarin vooral de ‘Flos Carmeli’ uit 1932. Een werk met een prachtige melodische opbouw, geschreven ter ere van de heilige Theresa van Liseux. Een ander favoriet werk uit dat soms mystieke oeuvre is zijn ‘Idylle Mystique’. Maar of dat nu zijn beste werk is? Het is in elk geval het werk waar ik het meest van houd.’

EXit: Toch is ook Ryelant internationaal niet doorgebroken.

Vergauwen: ‘Hoewel, hij heeft toch wat succes gehad in het buitenland. Zijn missen en oratoria zijn opgevoerd geweest in Amerika en Canada (weliswaar vooral voor een publiek van émigrés), en ook in Nederland en Frankrijk behaalde hij successen. Nadien, na de Tweede Wereldoorlog, is hij wat weggedeemsterd. Hij telde ook geen schare leerlingen die hem steunden. Bovendien dateerde zijn muziek uit de late romantiek en het interbellum en in die periode diende zich een vernieuwende generatie musici aan. Hij heeft nooit de sprong gemaakt naar de nieuwe muziek. Eind jaren dertig was het vet dan ook van de soep. Toch liet hij zich beïnvloeden door grote tijdgenoten als Fauré, Sibelius, Elgar en Rachmaninov. Zijn werk hoeft in die verzameling niet onder te doen. Er bestaat dan ook geen grotere Belgische componist die een grotere ‘symphonicus’ is dan Ryelandt.’

 EXit: Wat betekende Brugge voor hem?

Vergauwen: ‘Veel. Vanaf 1923, hij was toen al 54, was hij directeur van het stedelijk Conservatorium en in die functie bracht hij jaarlijks concerten naar Brugge, hoewel slechts sporadisch met eigen werk. Zijn belangrijk aandeel in de Brugse muziekgeschiedenis heb ik trouwens uitvoerig beschreven in een biografie die op 21 maart verschijnt. Vanaf nu moet elke Bruggeling weten wie Ryelandt was. Hij is hier trouwens begraven.’ (LF)

Het volledige programma rond Ryelandt vindt u op http://www.concertgebouw.be/ryelandt/

 Wie is David Vergauwen?

 Geboekt als (kunst)historicus en musicoloog, studeerde aan de universiteiten van Gent en Brussel en doctoreerde op ‘De muzikale cultuur van de Belgische vrijmetselarij’. Afkomstig uit het rode nest Zelzate, maar sinds lang Bruggeling. Naam en faam met zijn talloze spreekbeurten (Amarant) en diverse cultuurreizen. Bezit een bibliotheek die het label ‘erfgoed’ verdient en weet alles, zo niet bijna alles, over Joseph Ryelandt. (LF)

 

objets trouvés-verloren voorwerpen

Hedendaagse kunst palmt de stad in

Van 8 tot en met 29 maart organiseren curator Bert Puype en kunstenaars Daniël Dewaele en Hans Demeulenaere ‘objets trouvés – verloren voorwerpen’. Dit is een hedendaags kunstproject dat vertrekt vanuit Sint-Anna, maar over het hele centrum van Brugge werk van hedendaagse kunstenaars in een nieuwe context plaatst, buiten het reguliere museum- en galerijcircuit.

EXit: Wat houdt het concept precies in?

Bert Puype: ‘In essentie is het een onderzoek naar het model van de tentoonstelling. Iedereen is onze klassieke musea gewend, waarbij vaak het White Cube model wordt gebruikt (witte muren, wit plafond en, indien mogelijk, een witte vloer). Dit is een makkelijke en evidente situatie om in aan de slag te gaan: veel hedendaagse kunst is gemaakt met het White Cube model in gedachte. Maar wat gebeurt er als we hedendaagse kunst uit deze vertrouwde context halen? Hoe veranderen de werken – maar evenzeer de perceptie van de kijker – als deze binnendringen in onze alledaagse omgeving? Met ‘objets trouvés – verloren voorwerpen’ zal werk worden gepresenteerd bij mensen in de living, in de vitrines van winkels, maar het zal bijvoorbeeld ook via de radio – met een interventie van kunstenaar Kris Van Dessel – verspreid worden.’

EXit: Het is uitgestippeld als een kunstparcours met als vertrekpunt Sint-Anna?

Bert: ‘De geografische spreiding en de spreiding in de tijd van de verschillende werken en interventies zorgen ervoor dat dit project niet gepercipieerd dient te worden als een parcours of route. De interventies moeten eerder worden gezien als toevallige ontmoetingen, allen met een kans zowel gevonden als verloren te worden. Ze vormen paddenstoelen binnen het stedelijke landschap die even snel uit de grond komen gekropen als ze weer zijn verdwenen. Op de website (verlorenvoorwerpen.org) wordt wel een overzicht gegeven van wat wanneer te zien is, alsook een kaart met de verschillende locaties.’

EXit: Welke kunstenaars nemen deel?

Bert: ‘Verschillende artiesten werden uitgenodigd om oud en nieuw werk in Brugge te presenteren. Een overzicht: Raffaella Crispino zal haar werk Weather Forecast tonen in de vitrine van de Raaklijn. Daniël Dewaele plaatst de installatie Binnen is niet gelijk aan buiten op de ramen van het Rijksarchief. Hans Demeulenaere & Dimitri Vangrunderbeek zullen Sylvette & Promenade (circulair), de uitkomst van een maandenlange samenwerking, presenteren bij iemand in de living. Chloé Op de Beeck zal één van haar video’s, Movement (17), laten zien in de inkomruimte van de Brugse kasregister Service in de Langestraat. (the last incandescent 500 Watt light bulb) van Goele De Bruyn zal verdwijnen in de dagelijkse context van een woonruimte. Kris Van Dessel maakt gebruik van de radiogolven van Villa Bota om zijn sons trouvés – verloren klanken te verspreiden. Leander Schönweger z’n What Kitty and Els Were Afraid of zal schuilgaan achter de deur van de Speel-o-theek.’

‘De plakpalen verspreid over de Brugse binnenstad worden het speelterrein voor een werk van Thomas I’Anson. Bart Lodewijks blikt via een ‘lecture perfromance’ terug op zijn eerder in Brugge gemaakte werk. Hannah Mevis zet een project op poten met nachtwinkel Dupty. Het werk van Jeancy Nsumbu vindt een nieuwe context in de vitrine van Antiquariaat Marc Van De Wiele. Stijn Van Dorpe gaat actief aan het werk met een groep Brugse jongeren met een gezichtsbeperking rond het vierkant van Malevich, resulterend in een nieuw videowerk. De nieuwe films van Ingel Vaikla (Double Exposure) en Benjamin Verhoeven (Square Albert I) zullen worden gescreend in een leefruimte. In datzelfde huis zal Peinture à la mouche van Jacques Charlier te bezichtigen zijn. Tot slot worden vergeten vlaggenmasten terug geactiveerd met de collectie vlaggen van kunstenaarscollectief 019.’ (ADC)

verlorenvoorwerpen.org

WIN WIN WIN kaarten voor Bruges Golden Years Music in het Entrepot

WIN WIN WIN kaarten voor Bruges Golden Years Music in Het Entrepot

Organisator Kurt Deklerck stampt onder de noemer ‘Golden Years’ al jaren een goede ouderwetse fuif met dito ambiance uit de grond, maar sinds vorig jaar is dit onder de naam ‘Bruges Golden Years Music’ en in Het Entrepot. ‘Het concept en het motto blijven dezelfde en dat is ‘Let’s party again, like in the good old days’. Het wordt op zaterdag 25 april een knalfeest met alleen muziek uit de jaren 60,70 en 80. De vraag naar deze muziek uit de gouden jaren is enorm, zowel bij de volwassenen als bij de jeugd. We maken er samen een groot en mooi feest van met de drie dj’s Manu, Medley en Cissen die al deze nostalgische muziek naadloos aan elkaar zullen lijmen.’

De toegangsprijs bedraagt in voorverkoop 10 euro (Lingerie Bodice, Frituur Kleine Hap, Byblos Pub in Carrefour Sint-Kruis, Eetcafé In De Vriendschap, Café Normandië, Kapsalon Cacharelle, Sportcafetaria Sport Vlaanderen ‘Extra Time’) en aan de deur 12 euro, maar EXit mag vijf kaarten uitdelen voor de fuif op zaterdag 25 april. Mail als de gesmeerde bliksem naar goldenyearsbrugge@telenet.be met vermelding EXit Brugge. Succes!

A tribute to Rik

(foto EDM)

Op 6 maart 2018 stierf Rik Bevernage, een man wiens naam onlosmakelijk verbonden zal blijven met De Werf en het legendarische jazzlabel dat hij uit de grond stampte. Als eerbetoon organiseert KAAP/De Werf op vrijdag 6 maart een tribute-concert. Wij vroegen aan twee intimi van Rik om een getuigenis over zijn betekenis: Filip Delmotte en Willy Schuyten.

Willy Schuyten: ‘Op 6 maart reiken we in De Werf voor de tweede maal de prijs uit van ‘de schone contrariteit’, een prijs in het leven geroepen om mensen die zich laten opmerken door op een positieve manier ‘contrarie’ te zijn in de maatschappij, te eren. En dwarsliggen dat kon Rik, koppig als hij was. In de nagenoeg 30 jaren dat ik betrokken was bij de jazzprogrammatie kan ik ervan meespreken. Bij onze allereerste ontmoeting zei hij ‘ik ken niets, van jazz’, maar enkele jaren later (toen De Werf goed en wel op de Europese kaart stond) was hij zelfverzekerd over wat al dan niet goede jazz was.

Vanaf dan hadden we eindeloze discussies over de programmatie van De Werf, Jazz Brugge en zelfs September Jazz. Natuurlijk werden na een geslaagd concert, bij pot en pint, alle rimpels weer gladgestreken. Maar Rik had ook een groot hart en een sociale voelende inborst, was altijd bereid de andere te helpen.

Onze beste momenten hadden we toen we samen op prospectie trokken naar diverse jazzfestivals in Europa en over de grote plas.

Bij die gelegenheden viel alle druk van hem af.

We hielden allebei van New York City, letterlijk het Mekka van de hedendaagse jazz in de USA en nog zoveel meer. Dankzij onze contacten vonden we een betaalbaar hotel in centrum Manhattan, het Seafarers International House, inclusief een kerk, gerund door een dominee en bedoeld voor zeevaarders op doortocht. Verder logeerden we ook al eens bij goede vrienden. Zo trokken we ‘s zomers naar het progressieve Vision Fest in Manhattan’s Lower East Side en ‘s winters naar de grote IAJE Jazz Convention. We schuimden alle bekende en minder bekende jazzclubs in Manhattan, Harlem en Brooklyn af op zoek naar nieuw talent. Met de groep Octurn trokken we naar The Knitting Factory én naar Montreal Jazz Festival. Op zondag zat ik dan weer met Rik , overtuigde atheïst, in een kerk in Harlem te genieten van de gospel.’

**********************

Filip Delmotte: ‘Rik was een doener. Niet een man van grote woorden. No-nonsense was zijn lijfspreuk. Met zijn volle gewicht aanwezig, prominent. Maar je zag hem nooit, op die ene uitzondering na, het spreekgestoelte beklimmen. Hij had daar geen tijd voor, en geen goesting. Maar vooral was het een zekere schroom die hem parten speelde.

Bij elke nieuwe subsidieronde moesten alle kunstencentra een verantwoordingsdossier indienen. Bij sommige waren dit boekdelen, in kleur gedrukt en ingebonden, waarin grote theorieën werden verkondigd, gewikkeld in dure woorden. Niets van dit alles bij De Werf of Rik Bevernage (want beide waren synoniem). Integendeel.

In het Brugse culturele landschap was De Werf toonaangevend op het vlak van theater, kindertheater en jazz, 30 jaar lang. De ingrediënten van dit succes? Een eerlijk ‘product’, een sterke ploeg, onafhankelijk (ni dieu, ni maître), onomkoopbaar. Voor vele kunstenaars – acteurs of muzikanten – was De Werf hun thuis en artistieke bron. Alle collega’s verdienden quasi hetzelfde loon. Geen hiërarchie of eerder omgekeerd. Voor Rik waren de techniekers de pijlers waarop een werf steunt.

Rik was een gedreven communist, maar liep daar niet mee te koop. Hij had de gave van de verontwaardiging, zijn kompas stond op mensenrechten, altijd. En hij had de moed van de overtuiging en het engagement.

Met enkele kompanen had Rik jeugdclub De Torre (Baliestraat) uit de grond gestampt, waaruit later de Volkshogeschool is gegroeid. Onder zijn hoede werd het linkse Masereelfonds in West-Vlaanderen uitgebouwd met Brugge als sterke afdeling. Uit het Masereelfonds ontstond ten slotte kunstencentrum De Werf.

Die geschiedenis moet misschien nog eens geschreven worden. Over de Brugse culturele scene en zijn pioniers, over het kunstenoverleg en het Concertgebouw, over De Werf en KAAP.’

 

 

 

 

 

 

 

 

 

%d bloggers liken dit: