Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Maandelijks archief: december 2020

Red Rock Rally gaat op 1 mei 2021 voor een corona-proof-bubbel-editie

Ook de festivalsector kreeg het zeer zwaar te verduren in 2020. De inhoud van de festivalkalender werd bijna volledig uitgegomd door het vermaledijde C-virus. De organisatoren van de Red Rock Rally beseffen dat 2021 allicht een overgangsjaar zal worden. “We zien het nog niet goedkomen om op 1 mei terug gezellig met 3 tot 5.000 mensen in ‘ons’ Astridpark in Brugge te vieren met muziek en vrienden”, zegt organisator Mario Willemsens. Red Rock Rally kiest daarom voor een corona-proof-bubbel-editie op 1 mei 2021.

“We zullen een beperkt programma brengen voor een beperkt publiek (in bubbels). Hiervoor wijken we uit naar de eventsite (buiten) van Het Entrepot in Brugge. We onderzoeken of we een livestream op poten kunnen zetten, voor wie er niet bij kan zijn. We brengen een afgeslankt programma. Start om 17.30 uur met de winnaar van RRR’21 en daarna nog drie bands. Namen volgen in de loop van januari 2021.”

Geen RRR zonder rally, maar op 1 mei 2021 dan wel in een afgeslankte vorm. Beginnende bands kunnen zich zoals vorige jaren vanaf 1 januari aanmelden via Vi.be (vi.be > platform > kansen) en doen dit uiterlijk eind januari. In tegenstelling tot andere jaren zal de jury meteen de winnaar selecteren uit alle Vi.be inzendingen. De winnaar mag op 1 mei het ‘bubbelfestival’ openen.

“Om vlotjes iedereen in bubbels te kunnen ‘onderbrengen’, is ons festival voor het eerst niet gratis en zullen we een bescheiden ‘entree’ vragen. We starten de voorverkoop op (i.s.m. In&Uit Brugge) rond half maart en zullen tickets verkopen per bubbel. Meer info later via Facebook en op www.redrockrally.be”, aldus Mario Willemsens.

Motmot uit de Zuid-Amerikaanse jungle

De roman Motmot – de Motmot is een kleurrijke vogel uit het Amazonewoud – van Dudzelenaar Bram Slembrouck hinkt op twee benen. Aan de ene kant is het verhaal gewijd aan de strijd van de Zuid-Amerikaanse natuurvolkeren, aan de andere kant diept hij een misdaadverhaal uit. Het boek is zijn eerste literaire publicatie en uitgegeven in eigen beheer (want de gevestigde uitgeverijen houden steeds vaker de boot af). Het eindresultaat van deze enthousiaste debutant laat zich met plezier lezen.

‘Motmot’ speelt zich af op fictieve plaatsen in Zuid-Amerika. Het is gebaseerd op zijn reiservaringen in Ecuador en Brazilië, verweven met persoonlijke ervaringen en pure verzinsels.

Bram Slembrouck: ‘Twaalf jaar geleden ben ik op reis geweest naar Ecuador. Ik heb toen drie dagen verbleven bij deSarayaku in het Amazonewoud. Een deeltje van het geld dat ik voor het verblijf betaalde werd door hen gebruikt voor hun juridische strijd tegen de petroleummaatschappijen die in hun gebied naar aardolie willen boren. Deze problematiek komt aan bod in het boek, al is het geen hoofdthema. In 2012 ben ik naar Brazilië gegaan. Mijn reis bestond uit drie delen. Eerst bleven we enkele dagen in Rio de Janeiro, daarna verbleven we bij een commune in een natuurgebied in de deelstaat Espirito Santo en op het einde logeerden we ook nog enkele dagen op het paradijselijke eiland Ilha Grande. Vooral het verblijf bij de commune was een goede inspiratiebron voor bepaalde passages in het boek.’

EXit: Het schrijfproces was ook een leerproces?

Slembrouck: ‘Ik heb intussen al geleerd wat mijn sterke punten zijn en wat er beter kan. Sowieso zou ik sommige zaken nu al anders aanpakken. Ik ben rustig begonnen aan een tweede boek en het zal toch wat afwijken van het eerste werk. Het volgende boek zal een Vlaamse roman worden.’ (LF)

____

Motmot, Bram Slembrouck, uitg. http://www.boekscout.nl

PB – ‘Let’s Tick Together’: ook Brugge tikt 2020 uit

Het jaar 2020 zal voor iedereen voor altijd in het geheugen gegrift staan. Met ‘Let’s Tick Together’ontwikkelden organisaties uit diverse sectoren een nieuw collectief moment om het jaar gepast af te sluiten. Op woensdag 30 december 2020 is iedereen uitgenodigd op een massale nieuwjaarsreceptie, elk van uit zijn eigen kot. Het stadsbestuur roept alle Bruggelingen op om die avond al tikkend het jaar af te sluiten. Daarnaast zal de stadsbeiaardier ook de compositie live spelen op het Belfort.

Wat als we dit moeilijke jaar 2020 afsluiten met een collectief ritueel dat alle Belgen verbindt? Waarmee we ook een teken geven dat we elkaar ook in 2021 zullen nodig hebben? Tal van organisaties uit het hele land willen zoveel mogelijk mensen mobiliseren om op woensdag 30 december 2020 om 20.00 uur tegelijk de ramen en deuren te openen. We heffen samen het glas, nemen er een lepel bij en tikken elkaar moed in voor het nieuwe jaar op basis van een compositie van Ruben Nachtergaele. Deze compositie kan iedereen zelf op voorhand oefenen via de website letsticktogether.be.

In Brugge werden in eerste instantie De Republiek, Kaap en Concertgebouw aangesproken. Deze organisaties bundelden snel de krachten en namen met het stadsbestuur contact op om een stadsbrede oproep te lanceren. “Daarnaast werd ook de vraag gesteld aan de stadsbeiaardier om de compositie op woensdag 30 december om 20.00 uur live te spelen op het Belfort. Op die manier zal het tikkende geluid over de hele stad weerklinken. Ik heb begrepen dat andere steden ondertussen het Brugse voorbeeld zullen volgen”, zegt schepen van Cultuur Nico Blontrock.

Zin om zelf mee te doen? Surf op 30 december naar letsticktogether.be en zet de livestream op. Neem een glas en lepel, en tik mee op de tonen van een ritmisch muziekstuk, gecomponeerd door de Gentse muzikant Ruben Nachtergaele. Aan de hand van de partituur en filmpjes kan je op voorhand oefenen. Organiseer je een activiteit? Oefen je al op voorhand? Tag #letsticktogether en deel het met de wereld. 

Let’s Tick Together, woensdag 30 december, 20.00 uur
www.letsticktogether.be

Katrien Vervaele en de zee

Weinig Vlaamse auteurs zijn zo verbonden met de zee als Katrien Vervaele uit Zuienkerke. Na een carrière als jeugdboekenschrijfster stapte ze in 2009 over naar de wereld van de Vlaamse visserij. Haar debuut heette Vissersvrouwen, een boek dat jonge en minder jonge vrouwen deed vertellen over hun avontuurlijk leven aan de wal. In 2011 pakte ze uit met Naar Island, in 2012 gevolgd door ‘Garnalen, gérnoars’ in 2012. In 2018 verraste ze met Stories uit de stal, oude veeartsen die vertellen.

Vandaag staat Vergeten verhalen van de zee prominent op de schouw. Dit boek is een bundeling van verhalen en vertellingen die schommelen op de grens van realiteit en fantasie. Oude sagen en legenden worden verweven met stukjes geschiedenis en anekdotes uit de visserij.

EXit:   Het is opvallend dat veel van deze verhalen gaan over angst.

Katrien Vervaele: ‘Veel vissersverhalen gaan over angst. Ze vonden hun voedingsbodem in de angst voor het donker. In een tijd dat alleen de maan wat licht kon verspreiden lag er al vlug iets onbekends op de loer. Ook de geschiedenis van de kust met zijn overstromingen, verzandingen en het eeuwig gevecht tegen het water voedde die angstverhalen. Veel van wat onverklaarbaar leek hielp om die gebeurtenissen enigszins te begrijpen of toch een plaats te geven.’

EXit: Wij spreken dan van bijgeloof.

Vervaele: ‘Dat is bekendnatuurlijk. De visserij leverde talloze verhalen met bijgeloof. Waarom mag je niet fluiten op een boot? Waarom mag je geen groene trui dragen? Waarom mocht je geen rozijnenbrood mee aan boord brengen? En vooral: hoe moest je je wapenen tegen de zeeduivel die het net probeerde te scheuren?

Vervaele: ‘Veel van deze verhalen bestaan al heel lang. Wat voeg ik e aan toe? Mijn bijdrage is dat ik de vertelsels in een fris kleedje steek en ze hier en daar pimpte met persoonlijke toevoegingen. Ik voegde er mondelinge verhalen tussen die ik tijdens de interviews met oude vissersvrouwen had verzameld. (LF)

Vergeten verhalen van de zee, Katrien Vervaele, uitg. Stichting Kunstboek

Katrien Vervaele en de zee

Weinig Vlaamse auteurs zijn zo verbonden met de zee als Katrien Vervaele uit Zuienkerke. Na een carrière als jeugdboekenschrijfster stapte ze in 2011 over naar de wereld van de Vlaamse visserij. Haar debuut heette Naar Island, een verhaal over de Ijslandvisserij vanuit Oostende. Zeven jaar later legde ze Vissersvrouwen op de stapel, een boek dat jonge en minder jonge vrouwen deed vertellen over hun avontuurlijk leven aan de wal. Vandaag staat Vergeten verhalen van de zee prominent op de schouw. Dit boek is een bundeling van verhalen en vertellingen die schommelen op de grens van realiteit en fantasie. Oude sagen en legenden worden verweven met stukjes geschiedenis en anekdotes uit de visserij.

EXit:   Het is opvallend dat veel van deze verhalen gaan over angst.

Katrien Vervaele: ‘Veel vissersverhalen gaan over angst. Ze vonden hun voedingsbodem in de angst voor het donker. In een tijd dat alleen de maan wat licht kon verspreiden lag er al vlug iets onbekends op de loer. Ook de geschiedenis van de kust met zijn overstromingen, verzandingen en het eeuwig gevecht tegen het water voedde die angstverhalen. Veel van wat onverklaarbaar leek hielp om die gebeurtenissen enigszins te begrijpen of toch een plaats te geven.’

EXit: Wij spreken dan van bijgeloof.

Vervaele: ‘Dat is bekend natuurlijk. De visserij leverde talloze verhalen met bijgeloof. Waarom mag je niet fluiten op een boot? Waarom mag je geen groene trui dragen? Waarom mocht je geen rozijnenbrood mee aan boord brengen? En vooral: hoe moest je je wapenen tegen de zeeduivel die het net probeerde te scheuren?

Vervaele: ‘Veel van deze verhalen bestaan al heel lang. Wat voeg ik er aan toe? Mijn bijdrage is dat ik de vertelsels in een fris kleedje steek en ze hier en daar pimpte met persoonlijke toevoegingen. Ik voegde er mondelinge verhalen tussen die ik tijdens de interviews met oude vissersvrouwen had verzameld. (LF)

Vergeten verhalen van de zee, Katrien Vervaele, uitg. Stichting Kunstboek

A travers Bruges met Alfred Ronse

Er komt maar geen einde aan de groeiende boekenstapel over de Brugse geschiedenis. Vorige week nog was er veel aandacht voor ‘Een droom van een stad’ van Eric Van Hove. Een week later is er de mooie uitgave van ‘A Travers Bruges’, geschriften over erfgoed en archirtectuur in Brugge’ van Alfred Ronse (1835-1914), die hiermee uit de vergetelheid is gered. Het boek is het resultaat van de samenwerking tussen Brigitte Beernaert en Marc Ryckaert, beiden met grote verdiensten in de Brugse Monumentenzorg. Merkwaardig: het boek verschijnt in twee talen: het Nederlands en het Frans.

 Het is bekend: vanaf het midden van de 19de eeuw won de beweging van de neogotiek aan belang en invloed in Brugge. Historici, kunsthistorici en architecten pleitten in boeken en tijdschriftartikelen voor een terugkeer naar de gotische vormentaal. Tegelijk vroegen zij meer respect en zorg voor het bouwkundig erfgoed, dat vaak ook gotisch was. Onder die publicisten nam Alfred Ronse (1835-1914) een aparte plaats in, omdat hij nadien als schepen zijn overtuiging in beleid kon omzetten. Een 30-tal artikels in (het dagblad) La Plume was oorspronkelijk anoniem door ‘E.’ ondertekend. Slechts door recent onderzoek van het privéarchief van de familie Ronse werd ontdekt dat de schrijver Alfred Ronse was. Ronse heeft scherp omlijnde opvattingen die hij in een snedige stijl neerschrijft.

Deze reeks artikelen – onder de algemene titel ‘A travers Bruges’ – vormen de basis van deze publicatie, waarbij Brigitte Beernaert (ex Monumentenzorg) telkens duiding geeft.

Brigitte Beernaert: ‘ In 1872 werd Alfred Ronse tot gemeenteraadslid verkozen voor de katholieke partij, die dan nog in de oppositie zit. Toen in 1875 de katholieke partij de gemeenteraadsverkiezingen won in Brugge, werd Alfred Ronse schepen van Openbare Werken onder burgemeester Visart deBocarmé. Zo kon hij uiteindelijk zijn opvattingen in beleid omzetten. Dat had ingrijpende gevolgen voor de manier waarop omgegaan werd met de stedelijke ruimte. Het nieuwe stadsbestuur wilde, in tegenstelling tot zijn liberale voorganger Jules Boyaval, Brugge niet langer een vooruitstrevende en moderne allure geven. Het accent werd verlegd naar het bewaren en restaureren van het bouwkundig erfgoed. Voor nieuwbouw van zowel openbare gebouwen als private woningen werd neogotiek de norm.’


Zo lag Alfred Ronse mee aan de basis van de restauratiepolitiek die tot vandaag een invloed heeft op het uitzicht van Brugge. Hij was de vader van de nog bestaande subsidie voor kunstige herstellingen’ en van de Commissie voor Stedenschoon. Ronse startte met een ambitieus restauratieprogramma voor een hele reeks monumenten in de stad, waaronder hetGruuthusepaleis, het Sashuis en het Tolhuis. Hij steunde ook volop stadsarchitect Louis Delacenserie bij de realisatie van enkele iconische neogotische gebouwen: het Provinciaal Hof, de Rijksnormaalschool en de Minnewaterkliniek.’

Herlezen

Voor een goed begrip van het huidige stedelijke landschap van Brugge is het bijzonder interessant om de geschriften van Alfred Ronse te herlezen. Daarom zijn ze nu – ruim voorzien van commentaar en illustraties – voor het eerst in dit boek samengebracht. (LF)

Uitgeverij Van de Wiele, 2020

Tweetalige publicatie: Nederlands en Frans, 29 euro

Een droom van een boek

Eric Van Hove: ‘Het wordt hoog tijd dat we het totale plaatje zien’

Weet zeker: we worden in dit jaareinde verwend met goede Brugge-boeken. Eerst was er ‘Brugge, een middeleeuwse metropool’ van de Brugse historicus Jan Dumoulyn. Onlangs verraste de Brugse fotograaf Jan Darthet met Stilleven, een bijzonder fotoboek over Brugge in lockdown. Heel recent kwam ook de Stad Brugge op de proppen met Beeld van de stad, een wandeling langs hedendaagse kunst en architectuur. Nu

 is er het lang verwachte boek van Eric Van Hove: Een droom van een stad.

 Aanleiding voor dit boek is de fusie die 50 jaar geleden Brugge met de randgemeenten verbond waardoor deze stad van 50.000 naar 100.000 inwoners groeide. In wat wij het historische ei van de stad noemen, woonden toen 28.000 inwoners, een aantal dat vandaag is afgekalfd naar 20.000. Het is bijgevolg hoog tijd (vindt de auteur) dat we, wanneer we spreken over Brugge, ‘het totale plaatje’ zien. Vandaag immers wonen vier op de vijf Bruggelingen in de rand.

Dat ‘totale plaatje’ wordt in het boek op een zeer toegankelijke wijze verteld. Van Hove splitst zijn verhaal in 14 ‘staties’, telkens opgehangen aan een markante woning of een belangrijke architect en afgerond met een essay over ‘Een droom van een stad’. Een stadskaart en een uitvoerige bibliografie vervolledigen het plaatje.

  1. Voor wie is dit boek bedoeld?

Voor een ruim publiek. Zegt de auteur: ‘We gaan te werk als een stadsgids. We zijn geen historici, maar we proberen ons goed te documenteren. En we kijken ook naar de stad van morgen.’

Het boek (172 pg’s) bevat ook een overzichtskaart met de adressen van de besproken realisaties. Klaar voor een wandeling of een fietstocht.

  • Wat doet Kurt Van Eeghem in deze?

Kurt, (Zee)Bruggeling van geboorte, schreef inleidend een geruchtmakend essay over Brugge. Daarin spreekt hij weliswaar zijn bewondering uit voor het oude centrum van Brugge (‘beeldschoon’), maar de rand,  noemt hij ‘een ramp’. Voilà. Een beetje chargeren mag natuurlijk, maar ‘te’ is erover. Van Hove schreef daarop een soort wederwoord in 14 hoofdstukken.

  • Waarom luidt Van Eeghem de alarmbel?

Het is bekend, hij tackelt graag met beide voeten vooruit om de fiere goegemeente wakker te schudden. Zo noemt hij het nieuwe Brugge zelfs ‘walgelijk’. Hij vindt het ‘wellicht de lelijkste stad van het land en één van de dieptepunten op de wereldranglijst.’

De Brugse rand heeft het overduidelijk verkorven bij Kurt, want: ‘Zodra je de stad verlaat via één van die fraaie poorten, betreed je de banaalste stukjes stedelijk weefsel ten westen van de Chinese muur.’ Voorts pleit hij ervoor ‘om in de binnenstad NIETS te veranderen. U hoort het goed: NIETS.’ (de hoofdletters zijn van Kurt).

  • Wat valt er te ontdekken in dit boek?

Veel. Het boek opent met enkele stevige portretten van architecten die aan de basis liggen van hoe Brugge er vandaag uitziet. Uiteraard is dat Huib Hoste, één van de vaandeldragers van de modernistische beweging in België. Ten onrechte een beetje vergeten is architect-urbanist Jozef Lantsoght die als geen ander het beeld van Brugge heeft bepaald. Zo tekende hij voor het AZ Sint-Jan, de kliniek psychiatrie in Sint-Michiels, menig BPA en tal van kerken. Totaal becijferd: 77 gebouwen uitgebreid, 55 beperkter.  Zijn plan voor een congresgebouw (waar nu het Concertgebouw staat) haalde het niet. Volgens de toenmalige stadsadministratie getuigden de plannen van  u leest goed) ‘geestelijk armoedig internationalisme’.

Voorts is er veel aandacht voor Arthur Degeyter en Axel Ghyssaert (bouwde de gevangenis Sint-Andries) die beiden op hun domein beeldbepalend waren.

  • Wat met de Brugse rand?

Van de 14 ‘staties’ wijdt het boek er 10 aan realisaties in de rand, waaronder de stationsomgeving, het Stubbekwartier (Kristus-Koning), Dudzele, Lissewege en de zee. Veel aandacht gaat naar een groots project dat nu nog in alle stilte vorm krijgt: de nieuwe Stadsvaart ter hoogte van de Dampoortsluis en de twee bruggen. Het ene plan oogt al gekker dan het andere, en Brugge moet hier waakzaam blijven en minstens een oogje in het zeil houden.

‘Een Droom van een Stad’ rondt af met een essay van de auteur waarin het verhaal hertaald wordt van de periode 1970 (de fusie) tot vandaag.

  • Plus est en vous

De auteur besluit zijn ‘droom’ met een bemoedigende gedachte: ‘We moeten als mens bescheiden genoeg zijn om ons te realiseren dat we allemaal gewone mensen zijn, maar ambitieus genoeg om te beseffen dat een gemiddelde mens tot grootse dingen in staat is.’  En uiteraard mocht het devies ‘Plus est en vous’ niet ontbreken. (LUC FOSSAERT)

Info: Een droom van een stad, Eric Van Hove, 176 blz. uitgave van het Stadsarchief, kost 19,95 euro, te vinden in de Brugse boekhandels. Mailen kan ook naar stadsarchief@brugge.be (25 euro op BE 32 4700 3093 1102 van Levend Archief

Pierre Darge ontmaskerd

Misschien herinnert u zich Pierre Darge nog, de Brugse globetrotter die als reisjournalist voor Knack meer dan honderd landen en evenveel verhalen op zijn kerfstok heeft. Sinds hij Brugge en een actieve loopbaan inruilde voor een stek in de Provence en een rustig leventje, komt hij geregeld op de proppen met journalistieke ‘boekjes’. Het meest recente is ‘Maskers en Monsters’, zijn vijfde boekje en uitgegeven in eigen beheer. Wat schaft de pot? Niet minder dan 140 korte stukjes levenswijsheid uit zijn en andermans brein.

De twee lockdowns hebben duchtig geschud aan ons levenscomfort en manier van doen, gaande van wandelen in de richting van de pijlen over take away en al of niet verboden seksfeestjes. Voor de hartstochtelijke lezer brak plots een hemel van vrije tijd aan, wat in veel gevallen leidde naar publicaties allerhande. Moeilijk bij te houden….

Darge is natuurlijk een man van de wereld en dat laat zich aflezen in de keuze van zijn onderwerpen. Meer dan 26 jaar lang voerde hij gesprekken met het intellectueel kruim van vooral Frankrijk (250 ‘diepte-interviews’ heeft hij nageteld). Vaak gaat het om meningen van tegendraadse figuren die de ‘ziektebeschaving’ fileren. Leuke namen, leuke onderwerpen, vakantielectuur. Zeer verscheiden ook.

De 140 stukjes, in eenzaamheid geschreven, zijn het resultaat van honderd dagen rijk gevuld huisarrest. ‘Elke dag een stukje’, dat was het devies. De auteur beklaagt het zich niet. ‘Met zeven hectaren natuur aan mijn voeten voelde ik mij de koning te rijk. En was ik beter af dan de koning, ik hoefde geen kandidaat preformateurs te ontvangen.’  Zijn hoofdschotel blijft na al die jaren zijn interview met (de overleden) Serge Gainsbourg uit 1988…. (LF)

%d bloggers liken dit: