Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Categorie Archieven: Uncategorized

Toneeltips februari

 
9, 15 en 16 februari 2013, 20.00 uur
 
10 februari, 19.00 uur
 
NON-STOP, Het Nieuw Violiertje, Zaal Patria, Ver-Assebroek
 
 Regisseur Bart Cardoen is dit seizoen aan het werk bij het Assebroekse Het Nieuw Violiertje. Hij koos samen met het gezelschap voor NON-STOP van de Franse schrijver Noël Piercy. J’Y Crois pas is de oorspronkelijke titel. Het stuk werd voor het eerst opgevoerd in 2003 en kent succes in verschillende landen. De hoofdrol in deze komedie is voor de ‘nonnen’ van het ‘klooster van de Bekeerlingen.’ Moeder Overste biedt er onderdak aan enkele wanhopige en aan lager wal geraakte meisjes. Alles verloopt rimpelloos tot er enkele onverwachte bezoekers het rustige kloosterleven komen verstoren.
 Info Annemie Vernieuwe, t 050 36 16 39
 
                                     *************************************************************
 
21, 22 en 23 februari 2013, 20.00 uur
 
Nen Belgische Leeuw, Theater aan de Stroom (Werkgroep 66)
  
Het Antwerpse Theater aan de Stroom staat al enkele jaren garant voor kwaliteitsvol repertoiretheater voor een breed publiek. In De Dijk spelen ze Nen Belgische Leeuw naar het stuk American Buffalo van de bekende Amerikaanse auteur, scenarist en regisseur David Mamet. Mamet is scenarist van onder meer The Postman always rings twice en The Untouchables. In Nen Belgische Leeuw koopt een muntenverzamelaar in een onooglijk rommelwinkeltje een waardevol muntstuk voor een spotprijs. Don, de eigenaar van de zaak, ontdekt dat dit "collector's item" heel wat geld waard is en besluit de munt terug te stelen. Op de scene staan drie bekende acteurs: Ron Cornet, Steven De Lelie en Bob Snijers.
Info Joanna Beernaert, t 050 35 85 50 (van 17.30 tot 19.00 uur) of joannabeernaert@telenet.be
 
                                                        ***********************************
 
15, 16, 22 en 23 februari 2013, 20.00 uur, 17 februari 2013, 19.00 uur
 
Knecht van twee meesters, DAT de Scene
 
Het Dudzeelse gezelschap DAT de Scene kiest dit jaar voor Knecht van twee meesters, de Commedia dell’arte klassieker van Carlo Goldoni. Het stuk stond al lang op het verlanglijstje van de kring. Geen baas hebben, valt vandaag niet mee, maar je kan ook van het goede te veel hebben. De knecht Truffaldino moet twee meesters dienen, op hetzelfde moment, op dezelfde plaats. Ze stellen dezelfde vragen, hebben dezelfde wensen, wat onherroepelijk leidt tot de meest hilarische misverstanden. Knecht van twee meesters is een sprankelende komedie over verboden liefdes, vol verkleedpartijen en persoonsverwisselingen. Regisseur is Guy Brewee die ondertussen al bij heel wat Brugse kringen aan het werk was.
Info t 050 59 96 99 – Knecht van twee meesters in Onze Bijenkorf, Damse Steenweg 30, 8380 Dudzele
 
                                                                                        ***************************************

Fris popgeluid van Grant op nieuwe cd Until Dawn

1358607202ngrant
Grant
 
Rutger Moelaert (bas), Dominiek De Groote (zang, gitaar, mondharmonica) en Tony Somers (drums) hielden de groep Grant in 2006 boven het doopvont en kregen recent versterking van Tom Demeyer (piano/keys). Ze trekken zich op aan bands als Crowded House, David Gray, Fink, John Hiatt, Chris Withley, Ryan Adams en dat is duidelijk te horen op hun tweede cd Until Dawn. Een warme soundtrack voor de koude winterdagen!
 
Dominiek De Groote: ‘In vergelijking met onze eerste schijf Real hebben we gemerkt dat op Until Dawn de inbreng van pianist Tom groter is dan we aanvankelijk dachten. Deze nieuwe laag tekent de songs en de melodieën, terwijl de songs vroeger veel ruwer klonken en vooral gebouwd werden rond de zangpartijen en de bas en drum als ruggengraat hadden. De ritmes zijn nu ook veel gevarieerder en de drum- en basdelen zijn veel sterker uitgebouwd. Deze verse cd klinkt gewoon ook anders omdat we in een andere omgeving werkten en deze keer konden rekenen op Lander Deroo voor mixing en mastering van de 11 songs. Het is zijn 'kunst' die het geheel heeft afgemaakt.’
 
EXit: Hoe ontstaat een song bij Grant?
 
De Groote: ‘Als frontman breng ik tijdens repetities ideeën en melodieën aan en we laten dat broeden. We zoeken veel naar de beste ritmemogelijkheden, de gepaste opbouw, bridges…, maar de tekst wordt veelal pas op het einde vastgelegd. De melodielijnen krijgen dus eerder vorm dan de tekst zelf, al zijn er vaak in het begin al enkele sterke zinnen die aan de song vasthaken. We voelen elkaar op dat vlak goed aan: onze neuzen staan in dezelfde muzikale richting.’
 
EXit: Ervaar je als frontman geen gêne om je diepste zieleroerselen aan de boze buitenwereld prijs te geven?
 
De Groote: ‘Eigenlijk maak ik die reflectie niet. Het is nooit een verhaal van mezelf dat centraal staat – al schuilt dit altijd wel achter het hoekje. Vaak schrijf ik over gevoelens waar ieder mens wel eens mee geconfronteerd wordt en probeer ik de song emphatisch op te bouwen: ik leg nuances zodat eender wie het nummer beluistert zijn eigen verhaal eraan geeft. Ik schrijf songs over mensen en over sterke gevoelens: verlies en liefde, conflict met anderen en confrontatie met jezelf…. Iedereen kan er zijn eigen interpretatie aan geven.’
 
EXit: De droomfabriek staat voor de deur: ga jullie gang!
 
De Groote: ‘Droomlocatie? Wat Brugge betreft: een voorprogramma op de Burg. Ik zou met plezier, zoals Tracy Chapman destijds in Live Aid, enkele songs willen spelen voor 'groot verzameld Brugge’. Soms vind ik dat er hier geen 'duwtjes' in die zin gegeven worden… Droomproducer en droomsong? We zijn op heden vooral tevreden over het huidige werk en de huidige songs die op onze nieuwe cd staan en hopen dat dit goed ontvangen wordt. Op zich is dit al een mooie droom! Het mooie aan Grantis eigenlijk dat we na al die tijd nog steeds allemaal in ons hart bezig zijn met dit project en er nu echt staan met ons vieren. Allesbehalve evident als je werkt met eigen songs en meer repeteert, zoekt, oefent dan op de bühne staat.’
 
EXit: Voor welk nummer hebben jullie een vingerkootje veil?
 
De Groote: ‘Geen twijfel mogelijk: Sweet Carolina van Ryan Adams. Onmiddellijk en zonder verdoving!’
 
EXit: Hoe hard menen jullie het met Grant?
 
De Groote: ‘Als je doet wat wij doen, moet je zeker een dromer zijn en zonder enige ambitie zou je dit niet kunnen opbrengen. Elke band hoopt op erkenning van zijn songs, niet? We weten enkel dat we dit volledig op onszelf niet tot een groter geheel kunnen brengen. We mikken nu volop op 2013. Wie geïnteresseerd is, kan ons project en onze activiteiten opvolgen via myspace en binnenkort ook via facebook. Doen!, zou ik zeggen’ (ADC)
 
 
 
 

W.E.R.F.-label trekt de digitale kaart

 

1358497709nwerf1_roland_legein
 
De Werf
 
Zeer binnenkort – voorjaar 2013 is de timing – zullen cd’s van het W.E.R.Fwww.dewerf.be.-label ook digitaal kunnen worden aangeschaft. Meer nog: er komt een bijhorende informatieve website: www.werfrecords.be. Labelcoördinator Benny Claeysier licht de logica der dingen toe.
 
 EXit – Waarom plots nu die stap?
 
Benny Claeysier – ‘Ik denk dat we hiermee een logische stap hebben gezet. We zitten al een tijdje in een cruciale fase in de muziekindustrie: de cd als fysieke drager van muziek is op sterven na dood en binnen de popwereld eigenlijk al bijna volledig afgeschreven. De jazzniche is iets langer gespaard gebleven, wat met een aantal redenen te maken heeft: het doorsnee jazzpubliek is iets ouder en hierdoor minder snel vertrouwd met de vernieuwde (legale of illegale) digitale mogelijkheden; de jazzconsument is vaak iemand die belang hecht aan het verzamelaspect en graag iets tastbaars in handen krijgt; bovendien was tot voor kort slechts weinig jazz online te vinden, legaal of illegaal. Op onze vernieuwde website zullen de bezoekers zowel voor het aankopen van digitale muziek als van fysieke cd's terecht kunnen. Je zal dus een link vinden naar iTunes waar je de nummers legaal kunt downloaden, maar net zo goed zal je via een “winkelmandje” de fysieke cd kunnen aanschaffen, die vervolgens per post wordt toegestuurd. Je zal er echter veel meer kunnen dan enkel muziek kopen: op die website zullen bio’s staan van de artiesten, videofragmenten, achtergrondinformatie over de cd's, nieuws met betrekking tot ons W.E.R.F.-label, podcasts… De site zal ook up to date blijven en de bezoeker zal regelmatig geprikkeld worden, bv. door gratis downloads.’
 
 EXit – Hoeveel bedraagt de gemiddelde verkoop van een W.E.R.F.-cd en welke zijn absolute uitschieters?
 
Claeysier – ‘De gemiddelde winkelverkoop van een (Belgische) jazz-cd is teleurstellend laag, als gevolg van de ineenstortende cd-markt. In België zijn er nog enkel een aantal speciaalzaken die de stap zetten om een nieuwe release van een Belgische jazzgroep in hun gamma op te nemen: de grote winkelketens verarmen steeds meer hun aanbod en spelen op veilig. Hierdoor is de winkelverkoop eigenlijk bijna verwaarloosbaar geworden. Dit wordt tegenwoordig echter gecompenseerd door de verkoop na concerten, die enorm in de lift zit. Dat heeft grotendeels met beleving te maken: wie een fantastisch concert heeft meegemaakt, neemt graag een cd mee als souvenir. Het contact met de artiest is op die manier ook veel directer, wat een extra verkoopsargument is. Om een idee te geven qua verkoop op ons label: voor jonge en/of onbekende jazzgroepen persen we tegenwoordig slechts op 750 à 1.000 exemplaren en zijn we tevreden als we die na x aantal jaar hebben uitverkocht. Af en toe hebben we een succesproject zoals MixTuur, Brussels Jazz Orchestra, Nathalie Loriers Trio… en dan komen we met een beetje geluk aan een 2.500 verkochte exemplaren. Het gebeurt dus heel zelden dat we een cd uitgeven die lucratief is. Ons gesubsidieerde statuut maakt het ons echter mogelijk jonge artiesten te blijven ondersteunen en zo groeikansen te bieden. Voor hen is een cd een promotiemiddel, een opstapje om verder te geraken in hun carrière. We doen echter zo goed als kan ons best om het commerciële en het ondersteunende aspect van ons label met elkaar te laten rijmen. De lancering van onze site is eveneens een aanzet daartoe.’
 
 
EXit – Zelf heb ik helaas moeten vaststellen dat bepaalde cd's uitverkocht zijn: worden van deze geen extra exemplaren meer gemaakt?
 
Claeysier – ‘Er zijn inderdaad een tiental cd's uit onze catalogus uitverkocht, die we nog niet hebben heruitgegeven. In ieder geval zullen deze straks digitaal te koop aangeboden worden via onze nieuwe site. Of we ze ook fysiek zullen heruitgeven, zal intern moeten worden onderzocht: het persen van een cd en vooral de verpakking is een aanzienlijke kost. Je bent bovendien verplicht om op minimum 500 exemplaren te drukken. Als je mijn verkoopcijfers van hierboven in acht neemt, dan moet er grondig afgewogen worden of het wel de moeite is om die cd’s nog fysiek opnieuw te persen.’ (Paul Godderis)
 
Info (binnenkort): www.werfrecords.be
 
 
 
 

Comedian Bart Vantieghem trakteert met gratis tickets

 

1358412729nflyeric2

EXit ontving volgende mail van de Brugse comedian Bart Vantieghem die een mooi cadeau voor de Vriendenvan de Gulle Lach in petto heeft:

“Ons collectief Independent Comedy toert door Vlaanderen en houdt volgende week zaterdag 26 januari 2013 ook halt in de Biekorf in Brugge. Aangezien wij met de vorige optredens al uit de kosten zijn en het leuker is om te spelen voor een volle zaal, mag ik een aantal vrijkaarten weggeven. 
Het wordt een mix van 5 comedians van Independent Comedy (zie affiche hierboven), aangevuld met de coming man in comedy Steven Goegebeur (lange tijd het voorprogramma gedaan van Philippe Geubels).
Ikzelf zal die avond Master of ceremony spelen en tussen de acts een aantal liedjes zingen.

Wil je graag helemaal gratis naar deze show komen kijken, stuur een mailtje naar  bartvantieghem@skynet.be met hoeveel personen je wil komen en ik zet jullie op de guestlist.”

Aaron Siegel ziet uit naar 22 januari

 

1358411267nnnnmemorize_the_sky

Voor het Belgische luik van de korte internationale tournee die Memorize The Sky in januari o.a. ook naar Frankrijk en Engeland voert, moet men in Parazzar zijn. Niemand minder dan Hugo De Craen (De Singel) was het die Joeri Hostens contacteerde en hem aanraadde de unieke kans om dit trio naar de Soulbar te halen, met beide handen te grijpen.

Rietspeler Matt Bauder, contrabassist Zach Wallace en percussionist Aaron Siegel ontmoetten elkaar eind jaren ’90 van de vorige eeuw en hebben sindsdien als Memorize The Sky zowel de VS als Europa laten kennismaken met hun geheel eigenzinnige versie van akoestische geïmproviseerde muziek. Wat ze brengen, omschreven ze zelf ooit als “een onderdompeling in klanken met hetzelfde verfrissende effect als een duik in zee in volle zomer”. Het trio bracht intussen een aantal opnamen uit, waaronder de CD’s “Creeks” (2010) en “In Former Times” (2008). Op hun palmares mogen ze ook een samenwerking met de legendarische Anthony Braxton schrijven.

Naar verluidt verheugt Aaron Siegel, die ettelijke jaren geleden in de Heidelberg in Loppem te gast was voor een concert met Scott Rosenberg, zich er op naar onze contreien terug te keren om er dit keer op te treden in het etablissement van “de zoon van Tony”. (PJG)

Praktisch: dinsdag 22 januari om 20.30 uur (stipt!) – 10 VVK 12 ADD – www.parazzar.be

Staande ovatie voor duo Jef Neve & Myrddin De Cauter

 

De_werf1_-_kopie
 
Presentator van dienst Rik Bevernage bleek zaterdag jl. begiftigd met de kunst van het voorspellen toen hij in zijn introductie voor het duoconcert van Jef Neve en Myrddin De Cauter “een warme avond” aankondigde: niet alleen zat De Werf afgeladen vol, het publiek toonde zich hoorbaar overweldigd door wat de beide muzikanten ten gehore brachten.
 
 Pianist Neve opende solo met een eigenzinnige versie van “Lush Life” (Billy Strayhorn) en werd vanaf het tweede stuk (“Second Love”, een eigen compositie) vervoegd door de gitarist. (Dat ze tijdens dit nummer even door de techniek in de steek werden gelaten, vingen ze zonder noemenswaardige schade vlot op.) De Cauter kon in door hem geschreven stukken als “Ama” en “Kundalini” demonstreren hoe vingervlug hij de snaren kan betokkelen en over welke verbluffende muzikale bagage hij beschikt. Met “Inner Peace” werd even gas teruggenomen: Neve lichtte toe dat hij tijdens de opname van zijn debuut-CD – intussen precies 10 jaar geleden – telkens dat nummer begon te spelen wanneer de gemoederen wat hoog dreigden op te lopen.
 
Voorafgaand aan “Lucie”, een solostuk van De Cauter, opgedragen aan zijn moeder die in de zaal aanwezig was, gaf De Neve als kwinkslag mee een mooie versie te spelen, zo niet zou de tocht huiswaarts wel eens zonder vervoer dreigen te moeten… “The space we need” was bedoeld om in een duo-uitvoering te worden gebracht, maar de intensiteit waarmee de gitarist het voorafgaande stuk had gespeeld, bleek haar tol te hebben geëist in de vorm van een gebroken snaar. Het wordt dan toch een solo-uitvoering, lachte Neve zich door deze tweede onverwachte technische tegenvaller, maar dat was zonder zijn compaan gerekend: die transformeerde zijn geaborteerde gitaarbijdrage tot een stukje percussie. Vooraleer af te sluiten benadrukte Neve de niet genoeg te schatten inzet van De Werf voor jonge Belgische jazzmuzikanten en herinnerde hij er aan dat het indertijd ook voor hem in deze zaal eigenlijk allemaal echt begonnen is. Het daverend applaus voor de inzet van het Kunstencentrum was dan ook geheel terecht èn een morele opsteker in deze moeilijke tijden. Als laatste stuk van de eigenlijke set was verrassend gekozen voor “Trompettes de la renommée” van Georges Brassens (die – kan men niet anders dan met droefenis vaststellen – tegenwoordig nog nauwelijks te horen is op radio of TV). Staande ovatie volgde, waarna het duo bij (voorlopig?) gebrek aan een meer uitgebreid repertoire in deze duoformule als bisnummer dan maar “Kundalini” hernam.
 
Een zeer gesmaakt optreden, mocht na afloop als algemene teneur worden samengevat. Ondanks de virtuositeit van beide muzikanten – dat de zon licht geeft, valt nu eenmaal niet te ontkennen – maakte het concert bij mij persoonlijk echter weinig emoties los. Ik verliet dan ook de zaal met de wat wrange reflectie in de voorbije jaren in De Werf een aantal concerten te hebben beleefd die véél indrukwekkender waren, maar noch op datzelfde talrijk opgekomen publiek, noch op dergelijke staande ovatie mochten rekenen. (PJG)
 
 
 

Radioactieve neerlag in Brugge

 
 
 
Thierry Buysse exposeert met Tsjernobylfotografie in de Bogardenkapel
   
Een kattenschedel met poppenhaar, de werkende motor van een Dax uitgestald op de salontafel of een duif die zichzelf ophangt in zijn kooi; stuk voor stuk werken die je kan aantreffen in het atelier van de Bruggeling Thierry Buysse. Zelf noemt hij zich een knutselaar, maar dat is ongetwijfeld te bescheiden. Met reeds tal van exposities in binnen- en buitenland en een kunstfotoboek op zijn naam, is de titel van kunstenaar meer gepast.
 
 Bekendheid verwierf de artistieke duizendpoot bovenal met zijn fotografisch werk. Sinds 2005 legt Buysse zich toe op het subgenre van de Urban Exploration of urbex: het verkennen en fotograferen van verlaten, desolate stedelijke landschappen en locaties. Een activiteit die vaak niet verstoken is van gevaar. In België is Buysse één van de vroegste adepten van deze sterk opkomende trend binnen de fotografie. Intussen is het genre zo populair, dat het moeilijk wordt om originele, ongebruikte sites te vinden – zelfs binnen België, nochtans een paradijs op vlak van verwaarloosde panden.
  
Daarom zocht Buysse het verder. Verder, grootser en extremer. Op zoek naar de ultieme urbex-spot, kwam hij uit bij niet één enkele bouwval, maar wel een volledige stad. Tsjernobyl. Tweemaal, in 2008 en 2009, bezocht Buysse de spookstad, volledig verlaten sinds de kernramp van 26 april 1986. De intense beelden die de Bruggeling er zag, legde hij vast op de gevoelige plaat. Verspreid over de twee reizen van samen 7 dagen, nam Buysse een 450-tal foto’s. Een krachttoer. Want zoals hij zelf aangeeft, fotografeert Buysse digitaal maar denkt hij analoog: de compositie, belichting en onderwerp van elke foto is weloverwogen alvorens de fotograaf afdrukt. Bijgevolg kan Buysse 70 à 80% van elke shoot recuperen. Nadien worden enkel zaken als contrast en licht bijgeschaafd; kleine ingrepen zoals die ook kunnen in een donkere kamer. Het resultaat van dit monnikenwerk is indrukwekkend. Nooit tevoren is de troosteloze en naargeestige sfeer van de gedoemde stad zo treffend weergegeven. Buysse besefte de uniciteit en kracht van zijn materiaal en besloot het Tsjernobyl-project verder uit te bouwen. Een website en diverse exposities, onder andere in Frankfurt en Stuttgart, waren het gevolg.
 
Met de tentoonstelling Fallout, de Engelse term voor het neerdalend radioactief stof na een nucleaire explosie, zijn de foto’s nu ook voor het eerst te zien in België. Van half januari tot half februari valt in de Bogardenkapel een selectie van een 50-tal foto’s uit de Tsjernobyl-serie te bezichtigen. En voor de zekerheid nog dit: aan het bezoek van de tentoonstelling is geen stralingsgevaar verbonden. (Alexander Jocqué)
  
Expositie Fallout
 
Bogardenkapel, Katelijnestraat 86, 8000 Brugge
 
13 januari t.e.m. 10 februari 2013
 
vrij, za, zon, ma, 13h00 – 18h00
 
Gratis toegang
 
 
 
 

Buysse_4Buysse_5

De spot op everyman

 

Vincent-neyt-everyman
Foto Bruno Roels

Melancholie troef op de verse debuutcd ‘Songs About Ninjas’ van Everyman, de groep rond de Brugse frontman Vincent Neyt. Hij laat ons in zijn ziel kijken.

Bezetting

‘Everyman bestaat uit mezelf, Jan Dhaene (The Bony King Of Nowhere), Eva Hautekiet, Filip Huyghebaert (The Catatonics), Maarten Flamand (The Antler King) en Stijn Tondeleir (Bristol Blonde). Mijn allereerste groep heette Spam, lang voordat het woord ‘populair’ werd in de mailboxen. We maakten één cassetje dat ooit nog te koop was in de Doctor Vinyl in Brugge. Daarna speelde ik in de Brugse groep Galope, waarvoor ik samen met Filip Huyghebaert de nummers schreef. Ondertussen zijn dat twee groepen geworden, Everyman, waar Filip opnieuw een deel van uitmaakt, en The Catatonics.’

Debuutcd ‘Songs About Ninjas’

‘Het oudste nummer dat op de cd staat is van 2005, dus je zou kunnen zeggen dat we 7 jaar aan de cd gewerkt hebben. Het heeft heel lang geduurd voor ik het gevoel had dat ik de juiste nummers bijeen had voor een coherente plaat. Maar toen dat het geval was, is het redelijk vlug gegaan. We zijn het repetitiekot ingetrokken, hebben één week gerepeteerd en in de twee volgende weken is alles opgenomen. We hopen dat de opnames door die manier van werken spontaan en levendig klinken. De productie was in handen van Filip Tanghe. Ook Renée Sys zingt mee op deze cd. Ze doet dat in het nummer Oh My Lord en dat hebben we opgenomen in de living van mijn ouderlijk huis in Brugge.’

Genre

‘De nummers vertrekken altijd van zang en akoestische gitaar. Dat past dan in het vakje ‘singer-songwriter’.’

Invloeden

‘Wij houden enorm van de volgende groepen: Palace Music, My Morning Jacket, Great Lake Swimmers, M. Ward, Band of Horses, Bon Iver, Spain. Daar zullen zeker sporen van te vinden zijn in onze muziek.’

Airplay

‘Begin oktober hebben we onze eerste single aan de radio’s aangeboden. Dat is altijd een zeer spannend moment. Ik heb nu al een hele tijd voortdurend de drang om naar de radio te luisteren, checken of het niet toevallig gedraaid wordt. Over ons liedje ‘Sleep’ wordt vaak gezegd dat het ‘Duyster’-muziek is, en het is ondertussen al enkele keren in Duyster gedraaid, dus dat is natuurlijk super. Ook in het programma Select op Stubru stond het al op de playlist. En ook de Vlaamse Steenweg op FM Brussel heeft het al enkele weken gedraaid. De eerste keer op Duyster draaiden ze na ‘Sleep’ een nummer van Smog, echte jeugdhelden van ons. Dat is dan dubbel kicken!’

Ambitie

‘Ik hoop dat we nog lang samen muziek (mogen) maken. En dat daar veel cd’s uit voortkomen waar we trots kunnen op zijn. En dat we die muziek overal live mogen gaan spelen. En het is een persoonlijke (verre) droom dat een liedje van ons gebruikt zou worden in een Hollywoodfilm.’

Toekomstmuziek

‘Sinds 23 november ligt onze cd ‘Songs About Ninjas in de winkels en is hij verkrijgbaar op iTunes. Op dezelfde dag speelden we een releaseshow in theaterzaal de Kopergietery in Gent en in december speelden we in de 4AD in Diksmuide, in het voorprogramma van de Senegalese Malick Pathé Sow & Bao Sissoko. We hopen dat er nog veel optredens zullen volgen. Houd alvast onze website in de gaten.’ (ADC)

Patrick De Blauwe demonstreert flamenco

Deblauwe
foto EDM
 
'Je moet een beetje gek zijn om flamenco te willen leren'
  
De blues van Andalucia: zo omschrijft Patrick De Blauwe flamenco. Al twee decennia lang ademt de Bruggeling deze muziekvorm die bulkt van passie en emotie. In Sol Y Sombra (Langestraat) kun je bij hem wekelijks terecht in zijn 'flamencoschooltje' om deze kunstvorm onder de knie te krijgen. En op zaterdag 12 januari staat hij zelf in de schijnwerpers. Dan geeft hij een staaltje van zijn eigen kunnen in het Gemeenschapshuis van Sint-Kruis (Moerkerkse Steenweg 190).
 
 EXit: Patrick, je bent geen 'blauwtje' in de muziekwereld: al vier decennia speel je gitaar. Wat staat er op je geloofsbrieven?
 
Patrick De Blauwe: ‘Zoals zovelen ben ik begonnen met kampvuurliedjes te spelen bij de jeugdbeweging. Daar is ons eerste folkgroepje ontstaan “Foozle”. Met het geld van mijn eerste job kocht ik een elektrische gitaar en sloot mij aan bij het jeugdkoor ”Idoena”. Vervolgens speelde ik bij het dansorkest van de zanger “Jerry Dewood”, maar dit was allemaal mijn ding niet. Dus stapte ik terug over naar akoestische gitaar en volgde privélessen klassieke muziek. Op aandringen van vrienden toch opnieuw de elektrische gitaar ter hand genomen en pop-rock beginnen te spelen bij de groepjes “K.A.T. Men Band” en “Caouchouc”. Daarna mijn zoektocht verder gezet en terechtgekomen bij de groep “Mana-Ri-Mana” waar we samen met Tcha Limberger (van de Piotto’s) Zuid-Amerikaanse muziek speelden. Tenslotte terug bij de folkmuziek beland met de groep “Bourguignon”.’
 
EXit: Enkele jaren geleden raakte je gepassioneerd door flamencomuziek. Wat of wie overtuigde je?
 
De Blauwe: ‘20 jaar geleden vroeg een vriend (Martin Van Steenkiste) of ik niet mee wilde naar Brussel om er flamencogitaarles te volgen. Er ging een nieuwe wereld voor mij open. Ik bleef les volgen, mijn vriend is gestopt. Dan ben ik naar Spanje getrokken om er de (authentieke) muziek te gaan zoeken. Daar zag ik de flamencodans en was totaal verkocht. Terug in België heb ik na lang zoeken Manolo Montes gevonden, die toen dansles gaf in Gent.’
 
EXit: Dansen en gitaarspelen: het lijken twee verschillende werelden? Of net niet?
 
De Blauwe: ‘De dans en de gitaar zijn in de flamenco (inderdaad) twee totaal verschillende disciplines. Ik beheers ze alle twee. Een flamencodanser maakt muziek met zijn voeten en danst met zijn bovenlichaam. Mijn dansleraar Manolo had ontdekt dat ik gitaar speelde en verplichtte mij m’n instrument mee te brengen naar de les. Hij heeft mij geleerd de dans te begeleiden, en heeft het er bij mij letterlijk ingestampt. Het vraagt jaren intensieve training om deze moeilijke discipline te beheersen; je moet een beetje gek zijn om dit te willen leren.’ (ADC)
 
 Het volledig interview leest u in EXit januari.
 
 
 
 
 

Sam Louwyck speelt hoofdrol in Het Vijfde Seizoen

 
 
 
 

Lowyck
foto EDM
 
‘Ok, ik heb een smerige kop, maar ik wil niet eeuwig de bad guy blijven spelen’
  
Op 21 januari gaat in Cinema Lumière de film Het Vijfde Seizoen van regisseurskoppel Peter Brosens en Jessica Woodworth in première en daar hangt een Brugs randje aan. Bruggeling Sam Louwyck (°1966) kruipt in het personage Pol, een rondreizende bijenkweker, en neemt daarbij een van de hoofdrollen voor zijn rekening. EXit sprak met de acteur die enkele decennia hier als danser en choreograaf zijn opgang maakte.
 
Sam Louwyck: ‘Ik heb het dansen wat achterwege gelaten, maar ben nog niet volledig gestopt. Volgend jaar doe ik nog mee aan een mooi project met onder meer Josse De Pauw en Dirk Roofthooft.’
 
EXit: Ik dacht: het lichaam wordt ouder en werkt niet meer zo goed mee op het danspodium…
 
Louwyck: ‘Dat is ook zo, ik ben me daar goed van bewust. Ik zou liever stoppen met een koffer mooie herinneringen dan afgaan als een gieter op het einde. In alle geval wil ik het wel nog eens proberen. Als het lukt, dan is tof om nog eens een ‘oude zak’ aan het werk te zien.’
 
 EXit: Vertel eens iets over Het Vijfde Seizoen waarin de rol van Pol speciaal voor jou is geschreven?
 
Louwyck: ‘Vroeger deden dorpsbewoners een beroep op rondreizende imkers. Die gasten wisten het exacte moment om de bijen te lossen om zo kolonisatie te stimuleren. Mijn personage is een filosoof die een zoon heeft met een fysische beperking. Hij heeft een vrouw gehad, een pianiste, maar zij is met de noorderzon verdwenen. Zijn academisch leven heeft hij achter zich gelaten en nu houdt hij zich nu bezig met de natuur en de bijtjes. In Het Vijfde Seizoen wordt de wereld getroffen door een allesomvattende natuurramp. Na de winter weigert de natuur op gang te komen: de lente blijft uit, insecten verdwijnen, koeien weigeren melk te geven en door het gebrek aan gewassen dreigt er hongersnood. De bevolking van een klein dorpje zoekt een schuldige.’
 
‘Het is een zeer mooie en poëtische film die op enkele filmfestivals al een paar prijzen heeft getikt. Ik heb niet getwijfeld toen ik het script in handen kreeg, want ik kende hun vorige films Khadak en Altiplano, opgenomen in Mongolië en Peru. Ik had dus al een exotische bestemming voor ogen, bleek dat de opnames plaatsvonden in de Ardennen. Verdomme… (lacht)’ (ADC)
 
 
 Het volledige interview leest u in EXit-januari