Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Categorie Archieven: Uncategorized

Wim Willaert schittert in Lumière-productie Offline

 

Willaert
Acteur Wim Willaert
 
‘’t Klinkt misschien pretentieus, maar ik ben er vreselijk content mee’
  
Acteur Wim Willaert (Nieuwpoort, 19 maart 1967) is behalve acteur ook nog  regisseur en muzikant. Hij studeerde af aan de Studio Herman Teirlinck, speelt als muzikant bij de Flat Earth Society en is medeoprichter van de Dolfijntjes, samen met Wim Opbrouck. Daarnaast was hij als acteur te zien in films als  Ex-drummer en verwierf bekendheid in Frankrijk door zijn rol naast Yolande Moreau in de Franstalige film Quand la mer monte. In Offline, vanaf half november in de Lumière te zien, vertolkt hij de ijzersterke hoofdrol. Triggerfinger zorgde voor de soundtrack.
 
EXit: Wim Willaert is een druk bezet man? 
Wim Willaert: ‘Toch opletten met film hoor. Offline bijvoorbeeld was twee maanden werk, maar daar verdien ik dan genoeg mee om het zes maanden uit te zingen. Mocht ik daartussen nog fulltime theater spelen, ik was een rijke mens. Maar niet dus. Tussendoor doe ik liever allerlei kleine projectjes zoals kortfilms met laatstejaars studenten.’
‘Op de toneelschool leerden we niks over film, maar toen ik afstudeerde ging ik meteen mee in een kortfilm van Frank Van Passel. Was niet tevreden over mijn vertolking, en om het vak te leren speelde ik nadien in zoveel mogelijk studentenfilmpjes. Via via belandde ik zelfs op de set van een Franse film (‘Quand la mer monte’) van Yolande Moreaux, een film die het uitstekend deed in Frankrijk (‘twee Césars’) en in Wallonië. Daar werd ik zelfs ‘acteur van het jaar’. Die ervaring was voor mij een soort examen, ik had meteen de smaak te pakken.’ 
 
EXit: U bent ook een getalenteerd muzikant.
Willaert: ‘Ik ben een getalenteerde brokkelaar, maar ik vind met één vinger het juiste plekje. Het verhaal Flat Earth Society (FES) is toevallig gelopen. Wie film speelt heeft vrije tijd tussenin, in tegenstelling tot toneel, en ik vul dat mooi in met de FES van Peter Vermeersch. Het is plezant touren met hen. Het orkest heeft de beste muzikanten van België, maar sommigen kunnen geen muzieknoot lezen. Ik wel, maar ben dan weer geen virtuoos. Dankzij mijn artiestenstatuut bij FES, in combinatie met film, kan ik overleven.’ 
 
EXit: Offline: u kreeg geen maagkramp toen u het scenario las? 
Willaert:  ‘Ik vond het scenario meteen zeer sterk, een verhaal dat mag verteld worden. Scenario’s lezen is één van mijn hobby’s. Ik voel meteen of het goed zit of niet. Voor de rol van de ex-gevangene moest ik geen prospectie doen, ik kon mij zo inleven, vooral na een concert met De Dolfijntjes in de gevangenis van Ieper. De rol greep mij aan, ik speelde gewoon mezelf en niet het cliché van de ex-gevangene. Al mijn rollen zie ik trouwens als een vraagstuk oplossen.’ 
 
EXit: Wat was uw reactie toen u het eindresultaat zag? 
Willaert: ‘Hier had ik een zeer goed gevoel. Heb er zitten bij janken, want ik vind het een intriest verhaal. Ik hield er ook een irreëel gevoel aan over. Voor hetzelfde geld zat ik zelf in het schuitje van de Rudy, de ex-gevangene die ontdekt dat zijn dochter een merkwaardig leven leidt. Andere ouders, andere kansen, en  ik was zelf Rudy geweest.’ 
‘Zo’n hoofdrol spelen is niet gemakkelijk. Je bent overal de eerste en de laatste (aanwezig) en geen tijd voor een pintje op het einde van de dag. Verloopt heel intens allemaal. Je moet soms uren wachten, maar dan is het plots… (knipt met de vingers), het moet er meteen op zitten.’
 
EXit: Het ware moment komt er aan: de kritieken
Willaert:  ‘Tja, ik heb nog nooit van mijn leven zo op de tippen van mijn tenen gelopen. Doorgaans ben ik mister Cool, maar hier niet. Misschien klinkt het pretentieus, maar ik ben vreselijk content met deze film. Uit heel mijn filmografie onthoud ik 12 à 14 films en dit is er zeker één van. Ben er fier op, ben ook wel het uithangbord van Offline.’ (LF)
 
 Offline speelt momenteel in Lumière.
 
 
 
 

Janet Cardiff laat Thomas Tallis uit 40 boxen weerklinken

 

Portrait_cardiff_miller_2012
 
Janet Cardiff met installatie in Oud Sint-Janshospitaal
 
Nog tot 27 januari kunt u zich op de Memlingzolder in het Oud Sint-Janshospitaal laten meevoeren door een uitvoering van een beroemd motet van de 16de eeuwse componist Thomas Tallis. Veertig boxen en enkele zitbanken volstaan voor een muzikaal avontuur. De installatie is het werk van de Canadese (geluids)kunstenares Janet Cardiff.
 
Wie de historische reeks The Tudors heeft gevolgd weet zeker wie Thomas  Tallis is, de officiële hofcomponist van Hendrik VIII en maker van wonderbaarlijk mooie muziek. Een van zijn motetten, ‘Spem in alium’, bedoeld voor een uitvoering met acht koren van telkens vijf stemmen, is het werk waarmee Janet Cardiff aan de slag ging. Ze registreerde elk van de 40 stemmen apart die weergalmt uit evenveel boxen. De bezoeker gaat zitten en luisteren en bevindt zich daardoor middenin de uitvoering, een vreemde ervaring. De klanken verplaatsen zich van het ene naar het andere koor en van voren naar achteren, als een soort echo. Op elke plaats (als je rondstapt) klinkt de compositie anders, omdat de mix van stemmen telkens wisselt. De installatie dateert uit 2001 en reist de wereld rond, een project in samenwerking tussen Musea Brugge en het Concertgebouw.  
 
Google vertelt u en passant nog een ander verhaal. In het succesrijke erotische boek ‘Vijftig tinten grijs’ (15 miljoen keer over toonbank) speelt dit motet een rol tijdens een heftige scène. En dat leidt dan weer tot massale aankoop van deze muziek. Maar dit had Thomas Tallis nooit durven te verhopen. (LF)
 
Janet Cardiff, The Forty Part Motet, Sint-Janshospitaal (Mariastraat 38), tot 27 januari. Van di. tot zo. van 9.30 tot 17 uur. www.museabrugge.be. Bruggelingen gratis.
 
 
 
 

Agenda muziek november

STEVE HARLEY

 

12_11_11_-_a_closer_look_-_ste

Zondag 11 november, Stadsschouwburg

De originele Cockney Rebel hield zich de voorbije jaren met een paar andere interesses bezig. Zo schreef hij nieuw materiaal, acteerde in een theaterstuk van Beckett in het Londense West End en presenteerde hij tussendoor ook een paar radioshows.
Maar de zin om op tournee te gaan begon opnieuw te knagen. Hij trommelde zijn oude kompanen Barry Wickens en James Lascelles op voor een uitgepuurde akoestische show. Gedurende ruim twee uur brengt Steve Harley een intimistische bloemlezing uit zijn dertien albums met als hoogtepunten de herwerkte arrangementen van enkele van zijn wereldhits zoals ‘Judy Teen’, ‘Mr Soft’, ‘Sebastian’, ‘Here Comes The Sun’ en ‘Make Me Smile’. (ADC)

DON MCLEAN
12_11_17_don_mclean_2012_photo

Zaterdag 17 november, Stadsschouwburg

Wie kent niet de legendarische wereldhits ‘American Pie’ of ‘Vincent’? Straks kunt u ze meezingen naar aanleiding van de speciale verjaardagstournee voor het veertig jaar oude debuutalbum ‘American Pie’. Hoewel Don McLean 3 februari 1959 uitriep als ‘the day the music died’, met de noodlottige vliegtuigcrash van Buddy Holly, Ritchie Valens en The Big Bopper, leverde hij de voorbije veertig jaar evenveel gouden en platina albums af. Zijn nummers werden massaal gecovered, maar ook McLean zelf haalde de top van de hitlijsten met een cover, namelijk zijn versie van ‘Crying’ van Roy Orbison. (ADC)

Josse De Pauw, Kris Defoort Trio èn Thelonious Monk in De Werf

 

Josse_de_pauw_danny_willems1
Josse De Pauw (foto Danny Willems)
 
De combinatie Josse de Pauw en jazz: ze werd al eerder uitgetest in De Werf, bijvoorbeeld toen de acteur-auteur kwam voorlezen uit – letterlijk – eigen “Werk”, met tussendoor live muziek van Corrie Van Binsbergen en groep. Op 7 en 8 november regisseert en speelt De Pauw het stuk “An Old Monk”, opnieuw een tekst van eigen hand; voor de bijhorende soundtrack zorgt dit keer het Kris Defoort Trio (Kris Defoort – piano; Nicolas Thys – bas; Lander Gyselinck – drums). Ook de geest van Thelonious Monk zal beide avonden in De Werf hangen. Het was naar verluidt een oude droom van De Pauw en Defoort om samen iets te brengen, maar door overvolle agenda’s heeft het even geduurd tot die wens werkelijkheid werd. Dat ook “de fans” (van een) van beiden naar de samenwerking uitkijken, vertaalt zich alvast in een uitverkochte première op 7 november; voor de vertoning van donderdag zijn er wèl nog tickets.
 
Praktisch: 12 € / 9 € / 7 € – www.dewerf.be – 050 33 05 29
 
.
 

Een leven in de puree

 

Jan_van_belle
Journalist Jan Van Belle (foto SB)
 
Op 1 oktober van vorig jaar overleed de Brugse journalist Jan Van Belle op amper 56-jarige leeftijd. Hij was vooral lokaal bekend als gerechtsjournalist voor Het Laatste Nieuws en met zijn rijzige en grijzende look een opgemerkte verschijning. Tot zover het beeld dat de buitenwereld van hem had.
 
In menig leven schuilt een portie tragiek, maar in dat van Jan Van Belle nam het wel een heel intense vorm aan. Dat is nu precies de achtergrond van het zopas verschenen boekje Puree, neergepend naar de ideeën van ‘vriendin’ Els Vernimme, bij wiens gezin Van Belle een klein jaar mocht doorbrengen. Het is een ontluisterend, maar zeer openhartig en eerlijk, portret geworden waar alleen de intimi de rode draad zullen in zien. Het boekje verschijnt dan ook in eigen beheer en hanteert enkele pseudoniemen.
 
Puree opent in 2004 met een betekenisvol sms’je: ‘Roos, je bent een keitoffe vrouw, het was leuk je terug te zien’. Wat volgt is een dagboekachtig relaas waarin de twee hoofdfiguren afwisselend het verhaal vertellen van hun vriendschap en warmte enerzijds, maar ook van een gigantische schuldenberg, evenveel alcohol en de onvermijdelijke leugen van ‘Ward’ anderzijds. Daar komt pas een vroegtijdig slot aan met de dood van de hoofdfiguur op een troostadres bij een vriend in Sint-Andries. Veel van de beschreven feiten zijn herkenbaar voor wie Van Belle van dichtbij heeft gekend, maar zijn ook voor de buitenwacht schrijnend om te lezen.
 
Puree is nochtans geen afrekening met een vriendschapsrelatie, maar voor de neutrale lezer overheerst toch de focus op ‘een leven in de puree’.  Het schetst een beeld van een bijwijlen wanhopige mens die zich, ten einde raad, zelfs laat verleiden om een kaarsje te gaan branden voor de Heilige Rita. Er zijn weliswaar de vrienden die zich inspannen om zijn leven terug op de rails te krijgen, maar ook dat verhaal eindigt met andermaal een sms’je: ‘Tegen vanavond moet je weg zijn’. Enkele maanden later is er het telefoontje: ‘Ward is dood’.
 
Het laatste woord in het boek is voor de tekst op een rouwprentje die Jan Van Belle reeds in 2010 geschreven had: ‘Er was applaus en ik werd heftig uitgefloten/ Maar er waren veel momenten waarvan ik heb genoten. Vaarwel vrienden./
 
De vraag die oprispt na lezing van Puree, en die ik hier niet wil beantwoorden,  is of Jan Van Belle tevreden zou geweest zijn met dit verhaal. De auteur meent van wel. (LF)
 
Ps. Puree is het verhaal van de Brugse Els Vernimme, maar de cover vermeldt de naam Gitte Van Den Eynde, vriendin van Vernimme die Els' getuigenis op papier zette. Het boek is verkrijgbaar in de Brugse boekhandel.  
 
 
 
 

Brugse prof duikt Mei ’68 (en later) in

 
 

Jelena_001
1969 Het jaar van Jelena
 
Twee jaar geleden schreef de Brugse professor Yvan Vanden Berghe met ‘Mijn oom Kamiel’ een plezierige roman over roerig België in het jaar 1950, toen de Koningskwestie het land bijna deed splitsen. In zijn nieuwste roman ‘1969 Het jaar van Jelena’, aangekondigd als de ‘Geheime memoires van een professor’, ontleedt hij hoe de idealistische en soms wereldvreemde ideeën van Mei ’68 ook professoren en rectoren in verwarring bracht. Het verhaal oogt verdacht biografisch.
 
September 1969, de start van een nieuw academiejaar. De 27-jarige pas- gepromoveerde Brugse historicus Yvan wordt tot docent benoemd aan de gloednieuwe Universiteit Limburg waar men de nieuwste onderwijsmethodes wil uitproberen en uitdrukkelijk de studenten centraal zal stellen. De ideeën en idealen van Mei ‘68 zinderen nog na in Vlaanderen, maar onvermijdelijk ebt de euforie traag weg. Yvan is een romantische ziel die worstelt met de wereld, de toekomst, en zichzelf. Het boek volgt zijn lotgevallen gedurende dit ene chaotische academiejaar, het jaar van de gebroken dromen. Het biedt een scherp beeld van het academische en intellectuele milieu in die tijd, dat worstelt met verloren politieke idealen en zoekt naar persoonlijk geluk. Tegelijk brengt het ook een onverwacht en spannend spionageverhaal tegen de achtergrond van de Koude Oorlog die op dat moment in alle hevigheid in de diplomatieke middens in België en Nederland wordt uitgevochten. De Russisch-Nederlandse dichteres Jelena raakt hopeloos verliefd op een KGB-kapitein, waardoor de lezer meegesleept raakt in een thriller. Vanden Berghe doet ook een boekje open over zijn contacten met de CIA, een item dat ook al in ‘Mijn Oom Kamiel’ een rol speelde.  (LF)
 
1969 Het jaar van Jelena, Yvan Vanden Berghe, bestellen via www.vertelpuntuitgevers.be (19,50 euro)
 
 
 
 

Actuele kunst in Brugge in verspreide slagorde

 
 

Opbouw_kamarama_19_april_2012_
Kama tijdens Kamarama (Foto ADC)
 
 
Michel Dewilde, Cultuurfunctionaris Beeldende Kunsten van het Brugse Cultuurcentrum, windt er na vijftien jaar Brugse dienst geen doekjes om: ‘Wat hier in de Middeleeuwen kon met Van Eyck en Memling, moet vandaag ook kunnen met de grote namen van de hedendaagse kunst’.  In EXit-november  probeert hij deze ambitie te verwoorden.
 
Eerlijk: het was eventjes schrikken toen we deze quote uittikten. Brugge als kunst- en cultuurstad heeft niet meteen een hoog SMAK-gehalte, spijts de vele inspanningen die op diverse fronten geleverd worden. Echter, wie de afzonderlijke initiatieven rond hedendaagse kunst in deze stad optelt, komt alsnog tot een aanvaardbaar geheel. Zo telt Michel Dewilde alleen al 150 door hem georganiseerde tentoonstellingen in het Cultuurcentrum, een palmares dat weinig Vlaamse cultuurcentra kunnen voorleggen.  Onder die paraplu schuilen enkele grote tentoonstellingen zoals That’s All Folks en Trauma ’68, maar ook een pak interessante, kleinschalige initiatieven met (volgens Dewilde) ‘grote namen, zelfs wereldtop, maar niemand weet het’.
 
Deze laatste opmerking moeten we node beamen: er wordt vanuit de beeldende kunsten veel te weinig gecommuniceerd naar een ruim(er) publiek en het bijbehorende (pseudo)journalistieke wereldje verliest zich graag in elitaire commentaren.
Bovendien worden er hier nogal wat verspreide initiatieven genomen rond actuele kunst. Het kleinschalige QNX-project, dezer dagen met enkele grote namen in het Concertgebouw, toont hoe het low budget en toch hoogstaand kan. Brugge Plus tekende voor de succesvolle Luc Tuymans-tentoonstelling en Kamarama, de Brugse musea verkiezen kleine, gerichte initiatieven binnenshuis naast blockbusters en het Concertgebouw investeerde in Luc Tuymans en Dirk Braeckman.  In de marge daarvan werken kunstgalerijen als Pinsart en 44’er Gallery (beiden in het Genthof) aan een boeiende aanvulling.
 
Misschien wacht hier, voor de nieuwe Schepen van Cultuur, een zinvol initiatief: een supervisor die ervoor zorgt dat de betrokken actoren (meer) samen werken, zodat Brugge voortdurend op de kalender staat met actuele kunst. Deze stad heeft geen behoeft aan een museum voor hedendaagse kunst (kans verkeken, leemte ingevuld), maar misschien wel aan hedendaagse kunst in de openbare ruimte van een gedroomd decor, deze ‘middeleeuwse stad’. Wie zich nog de succesvolle openluchttentoonstelling van Jan Verhaeghe in het Guido Gezellejaar (1999) herinnert, weet welke richting kan ingeslagen worden op , en dat het liefst op regelmatige basis. Zoals Michel Dewilde vooropstelt: ‘Brugge heeft jaarlijks een groot project hedendaagse kunst nodig’.
 
Conclusie: Brugge is niet meteen het Mekka van actuele kunst, maar wie vandaag de optelsom van de inspanningen maakt, komt alsnog tot een aanvaardbaar geheel. Veel speldenprikken samen vormen samen een mooi geheel, maar aan het imago moet nog veel gewerkt worden. (LF)
 
             
 
   
 
 
 
 

From Russia with (painted) love

 

Devegallery
Nadya Safroshkina (foto PW)
 
  
In een karaktervol pand, een oude opslagplaats langs de Kolenkaai (Kristus-Koning) , ooit ontworpen door de bekende Brugse architect Huib Hoste, huist sinds enige tijd een Russische galerij, eigendom van een Russische antiekhandelaar die zowel in Brugge als in Moskou een optrekje heeft. Beslist één van de mooiste galerijen die Brugge telt en ooit heeft geteld.
 De galerij wordt gerund door de zeer aimabele Nadya Safroshkina, een Witrussische die reeds enkele jaren in Brugge woont en uitstekend Nederlands spreekt. 
De galerij is het resultaat van een Moskouse Stichting die jonge Russische en Wit-Russische talentvolle schilders een springplank wil geven in het Westen. Deze overzichtstentoonstellingen volgen elkaar op in snel tempo, zodat het niet altijd gemakkelijk is om kwaliteit en ambachtschap te onderscheiden.
Toch is D.E.V.E.-gallery (staat voor ‘De erfenis van eeuwen’) erin geslaagd om een vorm van samenwerking vast te leggen met de Stedelijke Academie. Er worden wederzijdse workshops georganiseerd, en een groepje ‘Brugse’ amateurschilders is in Moskou uitgenodigd voor ene uitwisselingsproject. De werken die daaruit voortkomen worden nadien in de Belgische ambassade in Moskou getoond. 
Deze (november)maand opent de galerij haar deuren voor drie Vlaamse kunstenaars: Jo Van der Wulst, Katrien De Witte en Davy Van Praet.  De ontvangst is steeds zeer hartelijk. (LF)
 
Nadya SAFROSHKINA
DEVE Gallery, Kolenkaai 70, 8000 Brugge
Tel. 050/34 30 76 (woensdag t.e.m. zondag van 14u tot 19u)
 
 

‘Brugge internationale ontmoetingsplaats actuele kunst?

 
 
 

Mdewilde
Michel Dewilde (foto PW)
 
 
Michel Dewilde, kunstcurator Cultuurcentrum
 
‘Brugge kan een internationale ontmoetingsplaats voor hedendaagse kunst worden’
 
Michel Dewilde, sinds 1997 als kunstcurator verbonden aan het Cultuurcentrum, windt er na vijftien jaar ‘Brugse’ dienst geen doekjes om: ‘Wat hier in de Middeleeuwen kon met Van Eyck en Memling moet vandaag ook kunnen met de grote namen van de hedendaagse kunst’.
 
Dewilde komt uit een nest van architecten en kunstminnaars. Vader was een notoir kunstverzamelaar en galerijhouder in het Oost-Vlaamse Laarne. Blijkt: in de golden sixties lieten architecten zich wel eens betalen in kunstwerkjes en zo tikte de kunstverzameling flink aan, met onder meer Constant Permeke en Frits Vandenberghe.  Zoon Dewilde wist wat hij wou: niet in de voetsporen van vader treden, maar omdat de voorliefdes archeologie en paleontologie onbereikbaar waren, belandde hij alsnog in de wereld van de kunst. De man die ‘geen tentoonstellingen wilde maken’ heeft er vandaag reeds 250 op zijn palmares. De vonk die de liefde deed ontbranden was het kunstproject Station to Station in 1996. Grote namen van vandaag als Berlinde De Bruyckere toonden toen hun kunst(en) in leegstaande treinwagons die diverse stations, waaronder Brugge, aandeden. Het bleek op een of andere manier de start te zijn van een carrière die hem naar Brugge bracht.
 
Waarom Brugge?  
 
Michel Dewilde: ‘Het klinkt vreselijk cliché, maar Brugge was een uitdaging. Ik kende van de stad alleen enkele uitstekende kunstgalerijen als De Lege Ruimte en Bruges la Morte, maar die hielden er net mee op toen ik hier arriveerde.  Ik ging aan de slag in een Cultuurcentrum dat toen nog in volle opbouw was, maar nog niet over noemenswaardige tentoonstellingsruimte beschikte, want de plannen voor de Bogardenkapel en De Bond waren zaten nog in de pijplijn.’
 
‘Ik wilde absoluut meehelpen om deze stad, die zich presenteerde als kunststad, op de kaart van de hedendaagse kunst te plaatsen, zodat het zich kon meten met Gent, Antwerpen en Brussel.  Dat was ook mijn opdracht: een doordacht beleid voeren om de actuele kunst op het niveau te brengen van een Van Eyck of een Memling in de Middeleeuwen. Schepen Roose en directeur Debal steunden mij daarin volop.’
 
(Het volledige interview leest u in de papieren EXit van november, nu verkrijgbaar)
 
 

Il Gardellino speelt Der Tod: ‘Een plezant thema’

  

349d735c_c_tim_heirman
Foto Tim Heirman
 
De bekende hoboïst Marcel Ponseele, uit Moerkerke maar enkele jaren  enkele jaren geleden verhuisd naar een kasteel-met gastenkamers in de Poitou Charentes, verheugt zich andermaal op een thuisconcert. Op 3 november brengt zijn orkest Il Gardellino in het Concertgebouw een ode aan de dood en dat hoeft helemaal niet somber te verlopen, vindt Ponseele.
 
Wie de carrière van Ponseele overloopt komt steevast uit op dezelfde naam: Bach. Daarvan speelt hij de cantates met een voorliefde die onaards aandoet. Een tijdje geleden vroeg ik hem wat hij zo fascinerend vond aan de figuur van Bach. Het ontwapenende antwoord luidde: ‘Ik heb chance dat Bach er. Ik heb inderdaad een grote band met deze componist. Hij is de grootste aller tijden, geen discussie daarover. Bovendien geeft hij een religieuze en tegelijkertijd universele boodschap mee aan zijn muziek die mij na aan het hart ligt. Spreekt mij aan. Voel mij nu een beetje als de laatste Vlaamse missionaris (lacht). Vreemd toch: de kerken lopen leeg, maar organiseer een concert met muziek van Bach en ze lopen vol. Er is blijkbaar een grote nood aan spiritualiteit. De kracht die vrijkomt bij deze muziek ervaar ik niet bij andere muziek. Dat maakt alles goed.’
 
De voorbije periode was Ponseele vaak op wereldreis, onder andere in Azië waarvan hij zich vooral het enthousiaste Zuid-Koreaanse publiek herinnert. Bach in Azië is hot. Voor het Allerheiligenconcert in het Concertgebouw stelden ze een nieuw programma samen onder de noemer Der Tod, Bach en Telemann. Gelijktijdig starten de cd-opnames. Niks somber, deze cantates, lacht Ponseele weg: ‘Voor christen mensen is dit een plezant thema, de kortste weg naar de hemel’. Speciaal voor dit concert liet Ponseele klokjes gieten in Nederland, klokjes die het naderende einde begeleiden en te horen zullen zijn ‘in het bisnummer’ (…).  Behalve de twee Bachcantates speelt Il Gardellino een dubbelconcerto van Telemann en het tripelconcerto van Bach. (LF)
 
Il Gardellino, Der Tod, Bach en Telemann op 3.11 in Concertgebouw.