Hugo De Greef: ‘Brugge 2002 gaf ruimte aan hedendaagse creatie’
Brugge Culturele Hoofdstad 2002 mag vandaag al twintig jaar achter ons liggen, de gemoederen daarrond laaien in dit herdenkingsjaar nog steeds op. Zo viel een recent redactioneel commentaar in dit cultuurblad bij de toenmalige intendant Hugo De Greef in slechte aarde. In het artikel kon je lezen, of willen lezen, dat de hele organisatie weliswaar professioneel verlopen was en enkele kwaliteitsvolle trekpleisters aanbood, maar dat vooral het luik ‘hedendaagse kunst’ en ‘jeugd’ eerder zwak scoorden. Enfin, ons gedacht. Hugo De Greef had er een dagje Brugge voor over om hier de juiste puntjes op de i te zetten.
Hugo De Greef: ‘Uw commentaar is mij inderdaad slecht bevallen. De teneur zat fout. Bij sommige voorbeelden vroeg ik mij af: waar haalt hij het? Zoals de passage over het luik hedendaagse kunst. Brugge 2002 gaf gul ruimte aan hedendaagse creatie met heel sterke dingen. Vooral die blijven bovendrijven, toch? Slechts enkele zaken waren wat minder. Een beetje ergerlijk vond ik ook hoe je de Van Eyck-tentoonstelling positioneerde: ‘de helft van de verkochte tickets’. Ik vond dat een nogal mercantiele benadering van de bijzonderste Van Eycktentoonstelling ooit. En daarbij niet helemaal correct, de tentoonstelling tekende voor één vierde van de tickets.’
‘Het belangrijkste van Brugge 2002 was het gebeuren als één geheel. Het was een jaar dat een totale force had. En dat kwam er in het artikel helemaal niet uit. En als zoiets, 20 jaar na datum, verschijnt op de eerste pagina van EXit, dan vind ik dat pijnlijk. Het vatten van wat Brugge 2002 als geheel teweegbracht, heel wat mijns inziens, zat er niet in. Ik ben natuurlijk al 20 jaar weg uit Brugge, waardoor mijn blik wellicht anders is dan die van jullie.’
EXit: Hoe kijkt u zelf terug op het hele gebeuren rond Culturele Hoofdstad 2002?
De Greef: ‘Voor mij persoonlijk was dat een van de meeste aangename zaken uit mijn hele carrière. Het was meer dan een feestje bouwen. We hadden natuurlijk de ongelooflijke chance dat we een sterk team hadden. Het is geen boutade, er was een team dat enorm goed samenwerkte. Met een neveneffect voor de legacy: het bleek een broedplaats te zijn voor talentontwikkeling. Het is niet voor niets dat nauwe medewerkers intussen de leiding genomen hebben op cruciale plekken in Brugge: het toerisme, het Concertgebouw, de stedelijke diensten, het stedelijk bestuur, … En landelijk met hoge posities in de media, de evenementensector en op ministeriële kabinetten. Samenwerken met deze mensen was een absoluut plezier.’
‘Als u mij vraagt wat ik de twee dingen vond die ‘2002 pakten’, dan zeg ik: het themagedicht van Peter Verhelst en het paviljoen van de Japanse architect Toyo Ito. Het tijdelijk paviljoen van Toyo Ito op de Burg stond symbool voor het debat en was het hart van het discours. Brugge 2002 was een sleutelmoment voor de stad, dat blijft. Nu, twintig jaar later, is er wel de ontzettend prettige herinnering en de warme verjaardag, maar de effecten zijn inmiddels uitgedeind. Steden zijn nu anders dan twintig jaar geleden, het gaat snel. Maar nu komt het (voor Brugge) eropaan om zich te richten naar de toekomst. Brugge weet uit ervaring hoe goed een culturelehoofdstadjaar kan zijn voor de stad en hoe het kan nazinderen. Daarom is het uitkijken naar de Belgische stad die in 2030 de ECoC-titel mag dragen. Tussen al die Belgische steden misstaat Brugge uiteraard niet. En dus: Brugge 2030, Europese Culturele Hoofdstad? Geef de herinnering aan Brugge 2002 een plaats in het Gruuthusemuseum en laat de stad zich voorbereiden op 2030.’
EXit: Burgemeester Patrick Moenaert was uw sidekick.
De Greef: ‘De sleutel voor het goede verloop was Patrick Moenaert, heel goed geflankeerd door schepen van Cultuur Yves Roose. Moenaert was de man met een plan. Hij was niet de controlefreak die vooraf richtlijnen gaf, maar de man die mij ruimte gaf. Hij tekende voor het Concertgebouw, spijts aanvankelijk kritiek bij de modale Bruggeling. Hoe evident het Concertgebouw er vandaag staat te blinken, hoe moeilijk de bevalling was. Het stemt mij dan ook aangenaam dat hij tijdens het verjaardagsconcert (24 februari 2022) zowel bloemen als een eervolle vermelding kreeg. Al mag het wat meer zijn: Moenaert zijn verdiensten mogen wat sterkere erkenning krijgen. We hebben nog steeds een goed contact.’
‘Tenslotte moeten we toch ook vermelden dat het project goed in de tijd zat. We kwamen uit een periode van economische hoogconjunctuur en dat zorgde mee voor veel sponsors, een dossier dat Moenaert ook met zijn hele gewicht ondersteunde.’
EXit: Toch nog eens proberen: waar zag u in 2002 hedendaagse kunst uitblinken?
De Greef: ‘Hedendaagse kunst zat verweven doorheen het hele jaar. Met merkwaardige zaken als ‘het geluidenfestival Wav’ (van wijlen Joris De Voogt) of de echt wel bijzondere tentoonstelling rond videokunst WHAT? of nog Format 2002. Het kunstproject met mindervaliden KANTTEKENING in de Ezelstraat was straffe kost. In het Grootseminarie vond je bekende kunstenaars als David Claerbout, Jose Maria Silva en Guiseppe Penone.’
‘Weet u, een groot voordeel was dat wij het niet moesten doen om nog meer volk naar de stad te krijgen. Het ging er hem vooral om de culturele kwaliteit van de stad te verfijnen en te herijken. Dus geen verdoken citymarketing, maar een loepzuiver cultureel project. Dat was een heerlijke opdracht. De druk was er niet om te scoren door het getal wel door het verhaal. En tot slot, het was ook al een genoegen om dat eerste seizoen van het heerlijke Concertgebouw te mogen programmeren.’ (LUC FOSSAERT)