Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

‘Lichamen’, een uitgepuurde novelle van Peter Verhelst

Terwijl Vlaamse auteurs (Hemmerechts, Olyslaegers, Hertmans, Lanoye) zich wentelen in de collaboratieroman, volhardt auteur Peter Verhelst in zijn zoektocht naar een volstrekt eigen stem en geluid. Sinds zijn prijswinnend debuut in 1989 (met de dichtbundel ‘Obsidiaan’) tot de prestigieuze Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre in 2021, voert Verhelst met een eigenaardig soort verbetenheid een gevecht tegen het vergeten. Zijn nieuwste leesvoer, de novelle ‘Lichamen’, zit op het randje van proza. Lezen voor gevorderden.

EXit: De kunstenwereld staat voor grote uitdagingen. Eén op de vier cultuurorganisaties dreigt zijn subsidies te verliezen.  U, als zelfstandig kunstenaar, deelt wellicht in de klappen?

Peter Verhelst: ‘Dat is zeker zo. Er zijn enkele grote kunsthuizen die terechtgewezen worden. Het valt nog af te wachten wat er zal gebeuren. Maar de tijd van de vetpotten is duidelijk voorbij. Naar het voorbeeld van Nederland wordt de culturele wereld geviseerd. Ik hoop maar dat de kleinere spelers niet in de klappen delen. Er is een aantal zeer interessante gezelschappen bezig met de mensen die uit de boot vallen en alzo toch een stem verwerven. Ik denk nu aan mensen als Stefan Perceval (Het Gevolg) of Hans Dewitte (Klein Verhaal).’

‘Het lijken nu vooral de grote huizen die straks, subsidiegewijs, klappen te verwerken zullen krijgen. Het is natuurlijk geen ijzeren wet dat je zomaar recht hebt op subsidies. Het hoofddoel van stadstheater is niet het stadstheater, maar de kunstenaars die erin werken. Ik heb zelf lange tijd voor het toneel gewerkt en straks zal ik dat hernemen, althans het schrijven en niet het regisseren. Veel theaters moeten zich nu richten naar wat er gaande is in de wereld. Een goed voorbeeld hiervan is het NTGent en artistiek directeur Milo Rau met hun politiek theater.’

‘Anderzijds zien we dat er ook enorme veranderingen op til zijn met het kunstendecreet. Er wordt nu door veel te veel organisaties veel te veel geld gevraagd. Dat is duidelijk. Maar de vierjaarlijkse mallemolen van plannen en subsidies is ook niet houdbaar. Er gaat telkens sowieso hierdoor een jaar werking verloren. Ik weet wel, het is geld van de gemeenschap en dat moet je zowel uitleggen als verdienen. Vanaf nu moet elke euro twee keer omgedraaid worden en zullen er toch nog veel organisaties uit de boot vallen. Het zijn zure tijden voor de cultuursector. Tijden om ons te bezinnen over wie we willen zijn in deze nieuwe tijden.’

EXit: Genoteerd. Uw nieuwste boekje heet Lichamen. De appreciaties zijn wisselend.

Verhelst: ‘Ik weet dat niet, want ik lees de (meeste) recensies niet, maar reacties op mijn werk zijn altijd gepolariseerd. Dit boekje is voor mij een volgende stap in mijn evolutie. Het is bijna exclusief samengesteld uit beelden (letterlijk: beeld, sterretje, beeld…) die samen een verhaal vormen. Bovendien is het niet toevallig een dun boekje, 140 pagina’s, het is een verhaal dat ‘uitgepuurd’ is.’

‘Ik houd van korte romans, vooral in een tijd waarin je minstens 500 pagina’s moet schrijven voor een boek. Ik heb geen idee waarom dat nu zo nodig moet. Wel hoop ik dat je het na een eerste lezing nog eens herleest. Dat je nieuwe dingen ontdekt of leest of ziet. Daarom kun je het ook lezen in korte stukjes. Het is ideaal van lengte, en zeer geconcentreerd, op het randje van proza. Dat is wat ik heb geprobeerd en met veel plezier heb gedaan.’

EXit: Uw verhaal opent met ‘Er was eens zwart’ en eindigt met ‘zwart’. Waarom?

Verhelst: ‘Ja, omdat zowel de mens als het heelal zo is. Wij zijn er eventjes en dan weer niet, flits, zwart, flits, zwart … Dat is de wet van het heelal, de wet van alles. Eventjes schitteren we en dan is het opeens weg  (cf. het sublieme verhaal ‘Op aarde schitteren we even’ van de Vietnamees Ocean Vuong’).’

EXit: U verwijst in uw boek naar een gegijzelde man uit Mali die in gedachten een nieuw huis bouwt, sloopt, bouwt…

Verhelst: ’Dat is een waargebeurd verhaal. Als gegijzelde zoek je manieren om dat te overleven, geestelijk althans. Dat doet hij: hij bouwt in gedachten een huis, sloopt het, bouwt … enzovoort. Hij geeft structuur aan zijn dag. Het is een beetje te vergelijken met de manieren die wij gebruikten tijdens de lockdown. We hebben nieuwe manieren moeten vinden om ons leven betekenis te geven.’

EXit: Hoe zit het met uw publiek?

Verhelst: ‘Ik heb een zeer trouw publiek. Weet je, dit boekje is niche, het is geen commercieel boek. Mijn boeken komen zowel in Vlaanderen als in Nederland uit. Ik leef van mijn pen. Ik geniet nu ook weer van een werkbeurs: zo kan ik tijd kopen om voor te bereiden en te schrijven. Tijd is essentieel voor datgene wat ik schrijf, tijd om te kijken, tijd om woorden te vinden, tijd om die woorden scherper te krijgen.’

EXit: U ontvangt straks de Arkprijs van het Vrije Woord. Schoon cadeau. Waarom u?

Verhelst: ‘Omdat ik een grote muil heb blijkbaar. De prijs bekroont mensen die tegen alle dwang in hun mond opentrekken. Ik vind het een heel mooie prijs waarmee ik VUB-rector Caroline Pauwels mag opvolgen, iemand die ik bijzonder apprecieer. Het is geen geldprijs, maar je komt in een traditie van fijne mensen terecht. Als je in de wereld rondkijkt, zie je dat het vrije woord bedreigd is, het concept waarheid eveneens. Het is belangrijk om die waarheid en die vrijheid te verdedigen. (LF)

‘Lichamen’, Peter Verhelst, uitgeverij De Bezige Bij foto EDM

Comments are closed.

%d bloggers liken dit: