Een duik in de handgeschilderde wereld van Anne Verbeure
Ze balanceert tussen de kunst van Brueghel en de finesse van Japanse cinema, verkiest penseel boven digitaal gemak, en liet zich voor haar nieuwe kortfilm ‘ De Gouden Ezel’ inspireren door het middeleeuwse Brugge. Maak kennis met Anne Verbeure (°1993), de Brugse animator en verhalenverteller die sinds haar afstudeerfilm ‘Red Giant’ furore maakt op het (inter)nationale filmfestivalcircuit. In haar nieuwe kortfilm, die afgelopen maand in première ging op het Film Fest Gent, komt Verbeures talent voor kleurrijke, handgeschilderde animatie volledig tot bloei. Maar achter de verf en de pixels schuilt meer dan techniek; haar werk ademt een diepe fascinatie voor het menselijke, het humoristische en het mythologische. En dat blijkt nog maar het begin te zijn van een carrière die het Brugse erfgoed nieuw leven inblaast, frame per frame.
EXit: Een (late) proficiat met je selectie van je animatiefilm ‘De Gouden Ezel’ voor het Filmfestival van Gent. Wat betekende deze erkenning voor jou?
Anne Verbeure: ‘Bedankt! Het was uiteraard een enorme eer dat ik met mijn eerste professionele kortfilm in wereldpremière kon gaan op Film Fest Gent. Na twee jaar werken aan de kortfilm is het naast de grote eer ook een enorme bevestiging om te blijven voortwerken aan nieuwe projecten. Daarnaast was het ook betekenisvol om geselecteerd te worden op Film Fest Gent, omdat daar ook mijn afstudeerfilm ‘Rode Reus’ (2021) in première ging. De film wordt binnenkort ook vertoond op Kortfilmfestival Leuven en hopelijk kan de film daarna nog even verder reizen op het festivalcircuit, we wachten momenteel nog op een eerste buitenlandse selectie.’
EXit: Klopt het dat het ‘middeleeuwse Brugge’ een belangrijke inspiratiebron was?
Anne: ‘Drie jaar geleden heb ik mij gedurende de zomermaanden verdiept in de verhalen van het middeleeuwse Brugge en de lokale boekverluchtingen van de 14e en 15e eeuw. Ik geraakte geobsedeerd door de prachtige composities, het kleurgebruik en de humoristische personages in deze boekverluchtingen en heb deze bijna direct overgenomen in mijn kortfilm.’
EXit: Wat waren enkele van de grootste uitdagingen die je tegenkwam tijdens het maken van De Gouden Ezel?
Anne: ‘Het werkproces zat vol van uitdagingen, dus het was eigenlijk constant oplossingen bedenken. Onder andere tijdens de schrijf- ontwikkelingsfase zat ik al met de uitdaging dat er te veel personages waren om in een korte 15 minuten volledig te kunnen ontwikkelen. Een aandoenlijk ridderpersonage heb ik toen dus moeten schrappen. De film is volledig handgeschilderd, dus het inkleuren van de frames was moeilijk om binnen de twaalf maanden af te krijgen. En een ietwat persoonlijke uitdaging is daarbovenop dat ik wat lui van aard ben en animatie is allesbehalve het medium voor luiaards.’ (lacht)
EXit: Zijn er specifieke technieken of stijlen die je hebt gebruikt in De Gouden Ezel? Jij tekent alles nog met de hand? Anne: ‘Ik teken en schilder handmatig de frames, wat een beetje tegendraads is in onze digitale wereld. Maar ik houd enorm van het geschilderde, ‘ambachtelijke’ effect van handgetekende animaties. Het geeft een extra dimensie van levendigheid aan mijn eerder vlakke figuurtjes. Elke figuur wordt na het schilderen gescand, frame per frame digitaal uitgesneden en uiteindelijk samengesteld met de geschilderde achtergrond. Soms voeg ik digitaal nog wat details toe aan de geschilderde frames, zoals licht of schaduw bijvoorbeeld.’ EXit: Hoe verliep dan het productieproces van je kortfilm? Anne: ‘Het was de eerste keer dat ik met animatoren werkte, dus het was even spannend om te zien hoe het zou werken als iemand mijn stijl kopieert. Wat ik ontdekt heb, is dat het juist heel mooi is hoe iemands animeerstijl in zekere mate kan behouden worden zodat de kortfilm uiteindelijk echt het resultaat is van een samenwerking. Bij de shots die de animatoren hebben geanimeerd, krijgt de film naar mijn gevoel een geheel eigen leven.’
EXit: Wat was de aanleiding om animatiefilm te gaan studeren en te maken? Anne: ‘Ik heb altijd verhalen willen vertellen en gezocht naar manieren om die over te brengen. Eerst via muziek, dan via beeldende kunsten en om niet te moeten kiezen tussen de twee ben ik bij film beland, waar ze evenwaardig aan bod komen. Na twee jaar filmregie aan het RITCS heb ik vervolgens beseft dat ik niet zo graag direct met de werkelijkheid aan de slag ging. Dan heb ik beslist om met animatiefilm verder te gaan. De opleiding aan het KASK was perfect voor mij weggelegd, omdat je de vrijheid kreeg om te experimenteren en je eigen stijl te ontwikkelen.’
EXit: Hoe zou je je eigen stijl omschrijven? Anne: ‘Visueel gebruik ik levendige kleuren, eenvoudige vormen en simpele gezichten en figuren. Mijn getekende animatie is over het algemeen puur en eenvoudig van beweging. De kleine en subtiele bewegingen van mijn personages eindigen vaak in stilstand. Inhoudelijk werk ik graag rond personages die worstelen met hun identiteit of met existentiële twijfels. Ik zet graag het banale alledaagse van de kleine mens in contrast met grootse, fantasierijke legendes of sprookjes.’
EXit: Kun je ons even meenemen in je creatief proces? Hoe begin je een nieuw project? Anne: ‘Ik begin met het verzamelen van bestaande verhalen: uit de krant, oude sprookjes, kleine vertellingen op straat of op de trein … Dan ontstaat er al snel een personage en een algemeen concept waarmee ik aan de slag ga. Na vele tekeningen van het personage, begin ik met het scenario en maak ik tegelijk een eerste storyboard. Soms schrijf ik eerst het volledige scenario en schrijf ik pas na het storyboard de volledige dialogen uit. En vervolgens werk ik de (heel rudimentaire) animatic uit. Bij de animatic laat ik graag nog wat ruimte voor experiment of improvisatie, om tijdens het lange productieproces beeldgewijs nog aanpassingen te kunnen maken en het op die manier wat speels te houden.’
EXit: Hoe blijf je jezelf artistiek uitdagen? Anne: ‘Door heel veel films te kijken. Momenteel ben ik bijvoorbeeld verdiept in Japanse films van de jaren 60, waardoor ik nu heel graag wil werken met bijvoorbeeld specifieke camerabewegingen of theatrale decors.’
EXit: Zijn er specifieke kunstenaars die je inspireren? Anne: ‘Ah zoveel! De eerste die in me opkomt is onze goede oude Brueghel, of Tsuguharu Foujita, maar ook filmmakers zoals Louis Malle, Alice Rohrwacher, Kelly Reichardt, Fellini … Specifiek in animatiestijl kijk ik veel af van de grappige, minimalistische Atsushi Wada, Satoshi Kon of Emma De Swaef en Marc James Roels. Deze laatste waren via het VAF mijn mentors tijdens het schrijfproces van ‘De Gouden Ezel’.’
EXit: Wat ligt er momenteel van project(en) op je tekentafel? Anne: ‘Enkele weken geleden heb ik het nieuws gekregen dat mijn nieuw kortfilmproject ‘A Sleeping Fire’ ontwikkelingssteun krijgt van het VAF, dus hopelijk kan ik tegen 2025-2026 beginnen aan de productie van de kortfilm. De film gaat over een jonge vrouw met een burn-out die, begeleid door een pratende kat ,op een louterende reis door de onderwereld trekt. De film zal ook met de hand geanimeerd en geschilderd worden.’ (ADC)