Vlaamse auteurs houden het graag klein, fijn, dichtbij, weg van het onbekende buitenland. De Brugse debuterende auteur Inge Denaeghel gooit het over een andere boeg. Zij trok meerdere keren naar schier onbekende plekken in Rusland. Ze reisde jarenlang doorheen Siberië, en reed met de camper tot in de Kaukasus. Een van die fascinerende plekken die nu een hoofdrol speelt in haar debuutroman ‘Bevroren Levens’ is Boerjatië, een Autonome Republiek gelegen aan het Baikalmeer. Onbekend? De Boerjaten halen nu sporadisch het nieuws wegens hun (door Poetin) gedwongen deelname aan de oorlog in Oekraïne.
Denaeghels boek ‘Bevroren levens’ heeft een bijzondere cover: het bevroren Baikalmeer, een meer dat maar eventjes 700 kilometer lang is.
EXit: Uw verhaal begon in 1991. Waarom?
Inge Denaeghel: ‘Het was het begin van alles. Ik ben toen voor het eerst naar Siberië getrokken. Ik voerde er samen met een Franse student veldwerk uit. We hadden toestemming gekregen om in Chanty-Mansiejsk regio te verblijven. Het was er heel authentiek. We sliepen in een houten yourt, water kwam uit een bronnetje, voedsel werd op de permafrost bewaard. In een put van anderhalve meter diep. En in de ochtend piepten de rendieren door een raam naar binnen. Heel dit verblijf beschrijf ik in het boek bij monde van mijn hoofdpersonage.’
‘Mijn boek zelf is niet autobiografisch, toch staan er gebeurtenissen in die ik zelf meemaakte en verwerkte. Zo werden we tijdens datzelfde verblijf steeds in de gaten gehouden door een jonge KGB-agent. Dat werd ons niet zo letterlijk verteld, maar we konden het wel vermoeden. Het was in de tijd van Gorbatsjov, je werd toen als buitenlander heimelijk in de gaten gehouden.’
EXit: Wat begrijpen we onder veldwerk?
Inge: ‘Ik tekende verhalen van ouderlingen op. Over hun leefwijze, over hun houding tegenover de natuur, over het sjamanisme. In Siberië zijn de etnische bevolkingen sjamanistisch geïnspireerd. Vroeger leefden de mensen voornamelijk van de jacht. Dat was, gezien die extreme leefomstandigheden, een onzeker bestaan. Het was de sjamaan die tijdens zijn rituelen contact had met wat ze noemen de geesten van het woud. Hij vroeg die geesten een goede jacht, zodat zijn volk genoeg te eten zou hebben. Wanneer iemand ziek was, joeg hij de kwade geesten weg. Vandaag de dag worden mensen met stedelijke problemen geconfronteerd. Dus gaan ze naar de hedendaagse stadssjamaan, die hen helpt. Maar evengoed gaan ze naar een gewone dokter of een boeddhistische monnik om hulp te vragen. Ze zijn nooit dogmatisch geweest in hun geloof.’
‘Soms waren mensen, sjamanen vooral, bang om met mij te praten. Begrijpelijk, want ten tijde van Stalin zijn heel veel sjamanen vermoord geweest, of ze werden in psychiatrische gevangenissen opgesloten en hun prachtige rituele kledij werd verbrand. Dat leeft nu nog onder de mensen.’
EXit: Wat biedt uw debuutroman ‘Bevroren levens’ zonder veel te verklappen?
Inge: ‘Ajuna Dandarova groeit op tijdens het Sovjetbewind in Boerjatië gelegen aan het Baikalmeer. Ze wordt op jonge leeftijd zwanger en moet haar baby afstaan. Haar hele leven blijft ze zoeken naar haar zoon. Haar stervende vader neemt een aantal geheimen met zich mee het graf in.
De andere hoofdrol is weggelegd voor de Brugse Sophia Lambert, een succesvolle antropologe. Wanneer haar moeder overlijdt, laat ze een mysterieuze boodschap achter over wie Sophia’s vader is. Al lezende kruisen de paden van beide vrouwen zich en ontdekken zo ‘een aantal ongemakkelijke waarheden’. Hun ontmoeting speelt zich af in een afgelegen hut diep in de taiga.’
EXit: Wanneer komt het schrijverschap aan de orde?
Inge: ‘Men zegt dikwijls dat je best schrijft over iets dat je na aan het hart ligt. Voor mij was dat Siberië. Ik had jarenlang het gebied bezocht, al die verhalen verzameld. Tijdens mijn laatste reis naar Rusland, toen ik de trein naar Irkoetsk nam, groeide het verhaal langzaam in mijn hoofd.’
EXit: Reizen is …
Inge: ‘… volledig mijn ding. Schrijven en reizen, liefst en vrijwel altijd in het gezelschap van mijn vriend en onze border collie. We reizen doorgaans met de camper. Vrijheid en blijheid.’ (LUC FOSSAERT)