Joren Vermeersch fileert Vlaanderens Waanzinnigste Eeuw
De Middeleeuwen blijven immer populair, getuige de vloot bestsellers wereldwijd over de 14de eeuw. Te beginnen met ‘De Naam van de Roos’ van (wijlen) Umberto Eco of ‘De Waanzinnige 14de Eeuw’ van (wijlen) Barbara Tuchman. De Brugse historicus Joren Vermeersch sluit zich nu graag aan in deze prestigieuze reeks met zijn monumentale, zeshonderd bladzijden tellende ‘Vlaanderens Waanzinnigste Eeuw’. Hij beschrijft daarin uiterst gedetailleerd wat zich afspeelde in de periode tussen de Franse invasie van 1297 tot de vestiging van de Bourgondische overheersing met de vrede van Doornik in 1285. Hij doet dat bovendien in een zeer toegankelijke stijl, bemand en verteld door een resem volkse figuren die doorgaans de geschiedenisboeken niet halen. En net als bij zijn voorgangers krijgt hij daarvoor 600 bladzijden toebedeeld. ‘Te weinig’, zegt Vermeersch. ‘Ik had nog talloze verhalen te vertellen.’
Joren Vermeersch is ook de man en de pen achter het boek ‘1349, Hoe de Zwarte Dood Vlaanderen en Europa veranderde’, een diepgravend historisch werk dat toch vlotjes over de toonbank ging.
EXit: Er is Joren Vermeersch de auteur-historicus en Joren Vermeersch de politicus?
Joren Vermeersch: ‘Nee,dat is foute perceptie. Er is enkel Joren Vermeersch de auteur en de columnist. Het klopt dat ik vandaag werkzaam ben als adviseur voor de partij N-VA en dat ik eenmaal heb deelgenomen aan de nationale verkiezingen, maar dat houdt geen enkel verband met dit boek. Ik zal ook niet deelnemen aan de komende verkiezingen. Wie het werk leest, zal daar geen politieke ideologie in kunnen ontwaren. Wat wel duidelijk wordt, is dat ik uit de Gentse school van de mediëvistiek kom. Daar kreeg ik immers mijn academische opleiding, onder de vleugels van professor Jan Dumolyn. Die school legt een grote klemtoon op sociale geschiedenis en op de klassenstrijd van toen, die dan ook nadrukkelijk aan bod komen in het boek.’
EXit: U bent vandaag een van de vinnigste columnisten van De Standaard.
Joren: ‘Dat doe ik inderdaad al drie jaar. Ik leef me in die columns geweldig uit. Het is een hele uitdaging om tweewekelijks telkens een ander onderwerp in een snedige column te gieten, die feitelijk goed onderbouwd is en prettig om lezen. Dat doe ik steevast met een historische insteek en vanuit mijn liberaal-conservatieve politieke overtuiging. Daarbij schuw ik het debat en de controverse niet. Vaker wel dan niet volgen op mijn columns felle replieken in De Standaard. Dat hoort erbij en dat is verrijkend. Uit kritieken van andersdenkenden leer je veel meer dan uit je eigen overtuiging.’
EXit: Uw boek dan. We kunnen er niet onderuit: de parallel met het boek van Barbara Tuchman. Waanzinnig versus waanzinnigste.
Joren: ‘De titel is dan ook een bewuste knipoog naar dat monumentale werk. Toch is mijn boek heel anders van opzet. De gelijkenis is de periode, hoewel Tuchman meer de tweede helft van de veertiende eeuw viseert terwijl ik de hele eeuw overschouw. Een andere gelijkenis is de breedheid van de verzamelde topics. Die gaat over mentaliteit, economie, politiek, het dagelijkse leven en zelfs spiritualiteit. Zij schrijft ook meer vanuit het standpunt van de adel, ik neem het gewone volk als bron.’
EXit: Hoe en waarom bent u aan dit titanenwerk begonnen?
Joren: ‘Tijdens de research voor mijn boek over De Pest stootte ik op heel wat boeiende verhalen die toch onbekend bleken te zijn. En ik vroeg mij af hoe het kon dat bijna niemand die kende. Zo kreeg ik de drang om die verhalen te vertellen. Voorbeelden? De ‘Grote Honger’ van 1316, de anti-adellijke opstand van Zannekin en zijn ‘kerels’ en de burgeroorlog aan het einde van de eeuw tussen Brugge, Gent en de graaf. Al die verhalen overtreffen de verbeelding en komen nu eindelijk eens uitgebreid aan bod, in een toegankelijke literaire stijl. Het verwondert mij nog steeds dat dat niet eerder is gebeurd.’
EXit: De oorlog met Frankrijk, die liep van 1297 tot 1305, krijgt in uw boek liefst 142 pagina’s toebedeeld. Daarin brengt u ook de Guldensporenslag opnieuw tot leven.
Joren: ‘Inderdaad. Daarin kreeg ik de gelegenheid om het verhaal van Hendrick Conscience (1812-1883) op te frissen aan de hand van de recentste stand van de historiografie. Net als hem doe ik dat in romanvorm, aan de hand van echte bestaande gebeurtenissen en personages. Verschillende mythes die fout bleken in zijn boek ‘De Leeuw van Vlaanderen’ worden daarin ontkracht. Daar heb ik geen schuldgevoel over. Het was nodig om zijn verhaal eens te depolitiseren. Zo maakte hij vanuit zijn Belgicistische politieke overtuiging een proto-Belgische strijd van de Guldensporenslag. Hoe? Door daarin de fictie op te nemen dat 500 ridders uit Namen met de Vlamingen hadden meegevochten. Daar blijkt niets van aan. Anderzijds wil ik Conscience ook een pluim toewerpen. Hij heeft een prachtig verhaal geschapen vanuit het historiografische niets. Er bestond toen nog amper academische literatuur. Hij kon enkel steunen op de kronieken van toen. Als je dat in rekening brengt, blijft de ‘Leeuw van Vlaanderen’ een fenomenale prestatie.’
EXit: Wat mij verrast, Vlaanderen kende in die eeuw een heuse vendetta-cultuur.
Joren: ‘Inderdaad en die kent een grote gelijkenis met de vendetta-cultuur uit Noord-Italië. Er spelen dezelfde mechanismen. De leidende patriciërsfamilies waren sterker dan de (ontbrekende) staatsmacht. Zij stonden boven de wet en regelden daarom zelf hun geschillen: met vendetta’s. Vooral in Gent was de situatie heel erg. Er waren jaren met meer dan 100 moorden intra muros.’
EXit: Slotvraag: hoe lang hebt u gewerkt aan dit boek?
Joren: ‘Ik heb er drie jaar aan gewerkt, boven op mijn gewone job en de columns in De Standaard. Dat vergde veel avondwerk en in de vakanties het compleet negeren van actualiteit en sociale media. Wat ik overigens iedereen kan aanraden, ook zonder boekproject. Gelukkig had ik een goede vriend, die mijn stukken van commentaar voorzag, en de ondersteuning van mijn echtgenote, die mijn muze is.’ (LUC FOSSAERT)
____
‘Vlaanderens Waanzinnigste Eeuw (1297-1385)’, Joren Vermeersch, 39,99 euro