Jo Berten (°1944), de bekende Brugse stadsgids, heeft naar eigen zeggen met ‘Brugge, stad van water’ zijn laatste boek over Brugge afgeleverd. De titel mag dan al een beetje suf klinken, het boek is een vat vol verhalen en interessante anekdoten die de Brugse havengeschiedenis in korte leesbare stukjes vertellen.
Jo Berten, een carrière lang lesgever in het Sint-Lodewijkscollege, opent zijn boek met een liefdesverklaring aan de stad die ‘het mijne is, mijn dukdalf, mijn kleinschalige grootstad, mijn antidotum, mijn verenkleed, mijn panache, mijn vluchtheuvel, mijn wel en wee’. Eenhele boterham, zo blijkt.
Er zit gelukkig structuur in het boek doorheen de tientallen feiten en feitjes. Berten vat ze samen in zes hoofdstukken, met Brugge en het water als rode draad. Te beginnen met het verhaal van het Zwin, over de Reien tot de haven van Zeebrugge en uiteindelijk het fusieverhaal met Antwerpen.
1134
Kriskras verdeeld over de 216 pagina’s vindt ook de verstokte Brugge-lezer heel wat nieuwe en/of recente inzichten. Berten maant ons aan: ‘Er is maar één datum die elke rechtgeaarde Bruggeling moet onthouden: 1134. Toen ontstond het eigenlijke Zwin tijdens een stormvloed.’
Veel aandacht gaat naar de Poortersloge op het Jan van Eyckplein, bekend door de aanwezigheid van (het vaak aangeklede) Beertje van de Loge. Het standbeeld van Van Eyck op die plek werd in 1880 twee keer ingehuldigd: een keer voor de francofone Bruggeling, een week later voor de Vlamingen. Ook het verhaal van Boudewijn met de ijzeren arm moet eraan geloven wegens fictie (?) Bedoeld was: Boudewijn van aan de rivier de Ijzer.
Het mooiste verhaal gaat wellicht over Constantin Rodenbach, een weinig bekende figuur met een indrukwekkend palmares als politicus, chirurg, logebroeder, lid van het Nationaal Congres en … organisator van een Beeldenstorm waarbij alle beelden van het Stadhuis werden vernietigd. De rest van dit verhaal leest u zelf in ‘Brugge, stad van water’. (LUC FOSSAERT)
_____
‘Brugge, stad van water’ is uitgegeven bij Borgerhoff-Lamberigts