Literaire debuten hebben een hoog risicofactor, zo weet elke beginnende auteur, maar dat weerhoudt weinigen ervan om de proef op de som te nemen. An Van Paemel, schrijfcoach bij Avansa, sluit zich aan bij deze groep. Groot pluspunt: haar eerste contact met een literaire uitgeverij (Houtekiet) was meteen raak. ‘Dansen op vluchtige noten’ is dan ook een beloftevol debuut dat uitnodigt naar meer.
An Van Paemel komt uit Blankenberge, liep school in het Brugse Atheneum en studeerde nadien Germaanse talen aan de Universiteit van Gent. Gaf enkele jaren les, maar het gehaspel van de ene ‘interim’ naar de andere deed haar snel afhaken. Er volgde nog een korte opdracht bij de VRT om tenslotte ervaring op te doen bij een overheidsdienst die controles uitvoerde op de naleving van sociale wetten. Niet meteen de meest sexy job, maar naar eigen zeggen deed ze er heel wat inspiratie op voor haar latere schrijfwerk.
EXit: Waar is de vlam ontstoken?
An Van Paemel: ‘Die vlam is er altijd al geweest, hoewel mijn moeder steevast waarschuwde dat een schrijver nooit genoeg verdient om van te leven. Had ze groot gelijk in, maar dat temperde de goesting niet.’
‘Zo kwam ik terecht bij de Volkshogeschool (nu Avansa), het vroegere VormingPlus, waar ik mij aansloot bij een schrijfclub onder leiding van Ingrid Verhelst. We noemden ons ‘Het Brugse Schrijverscollectief’. We publiceerden bundeltjes met korte verhalen, uiteraard in eigen beheer en vooral bedoeld voor vrienden en familie. We waren slechts met een stuk of tien enthousiastelingen, maar dat drukte de pret niet.’
‘Zodra Ingrid Verhelst andere oorden opzocht heb ik de leiding overgenomen. De opdracht luidde: verhalen schrijven. Heb ik enkele jaren gedaan. Zeer plezant.’
EXit: Bestaat dat eigenlijk: leren schrijven?
An: ‘Ja, rekening houdend met het gegeven dat diegenen die erop afkomen meestal vooraf interesse hebben getoond, dat scheelt. Sommigen hebben bijvoorbeeld hulp nodig omdat hun verhaal vastzit. En er zijn natuurlijk algemene vaardigheden die je moet beheersen: hoe bouw je een plot op, hoe steek je structuur in een verhaal, dat soort zaken.’
‘Er is ook de theorie en daarna vooral veel oefenen, feedback geven (of krijgen). Je leert veel door elkaars werk te beoordelen. Uiteraard spreken we hier van fictie.’
EXit: Wat heeft Brugge te maken met uw verhaal?
An: ‘Het verhaal is begonnen met mijn oma en met een rare aanloop. In 2013 organiseerde Brugge de tentoonstelling ‘Liefde en Devotie en het Gruuthuse handschrift’. In de schrijfclub inspireerden we ons aan het Gruuthuse handschrift voor een verhaal of een gedicht. Ik koos het welbekende ‘Egidius waer bestu bleven’. Mijn oma heette Egidia en ik vond dat zo’n mooie naam dat ik dacht: hier moet ik een verhaal over schrijven. Ik schreef toeneen kortverhaal over mijn omadie ik omzeggensniet gekend heb, maar hetgeen ik wel wist was voldoende uitnodigend. Uit dat kortverhaal leerde ik dat ik veel meer kon doen met dat gegeven. Uit het verhaal is toen de roman ontstaan.’
EXit: De roman schuwt de grote thema’ niet …
An: ‘Wat mij vooral boeit, is de link tussen geschiedenis en heden. Er is dan wel een andere context, maar menselijke emoties en drijfveren zijn dezelfde gebleven. Ik heb me in mijn roman geconcentreerd op thema’s die nu nog heel actief zijn als vluchtelingen, pandemie, feminisme en de dunne grens tussen geestelijk en gezond.’ (LF)
Veel thema’s, Wereldoorlog I het decor
Gidia, de oudste dochter uit een arm Nederlands gezin, moet gaan werken als ‘krankzinnigenverpleegster’ (omfloerste termen zijn niet aan de orde in het verhaal) om de studies van haar broers te betalen. Zij zoekt vruchteloos naar een uitweg uit het saaie leven dat meisjes in dat tijdvak moesten leiden. Bovendien breekt de eerste Wereldoorlog uit en veel Vlamingen nemen de vlucht naar (het neutrale) Nederland. Een van die vluchtelingen is de Belg ‘Jean’ die ook nog een begenadigd cellist is. Hij fleurt Gidia’s dagen op met muziek. De ware reden voor zijn aanwezigheid in de psychiatrie verneemt de lezer stukje bij beetje. (LF)
Dansen op vluchtige noten, An Van Paemel, uitg. Houtekiet