Bart Naessens, nieuwe directeur van het Stedelijk Conservatorium
‘Dit project zal ik met hart en ziel trekken’
De Brugse musicus Bart Naessens is sinsds 1 mei de nieuwe directeur van het Brugse Conservatorium. Naessens is een gereputeerde muzikant, gespecialiseerd in Oude Muziek, orgel en klavecimbel. Samen met echtgenote Amaryllis Dieltiens vormt hij ook het ensemble Capriola di Gioia. Een gesprek met de vocale steun van schepen Ann Soete.
EXit: Bart Naessens, u bent een man met een rijk gevulde muzikale biografie. Nu wordt u directeur van een school. Is dat een stap achteruit?
Bart Naessens: ‘Nee, wel integendeel. Het is een nieuwe uitdaging, een nieuw avontuur, een nieuwe fase in mijn leven. Ik vond het nuhet ideale moment mij hiervoor te engageren. De voorbije twintig jaar combineerde ik al mijn concertpraktijk met een fulltime onderwijsopdracht. Ik ben hoofdvakdocent klavecimbel aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel en hoofd van de afdeling Oude Muziek. Daar leerde ik focussen op de noden van jonge musici en bouwde ik heel wat ervaring op in het leidinggevend kader.’
EXit: Het woordje ambitie valt nu uit de kast?
Naessens: ‘Ja, ik wilde een versnelling hoger schakelen en meer impact hebben op de manier waarop het kunstonderwijs wordt georganiseerd. En plots kreeg ik deze opportuniteit op mijn bord. Daar bovenop: de bevoegde schepen (LF. Ann Soete) kent mij vrij goed als musicus en pedagoog en weet wat mijn idealen en bezorgdheden zijn, vooral met het oog op de jongeren. Zij zijn de tak waar je als maatschappij primordiaal moet op inzetten. Als het niet goed komt met de jonge mensen komt het ook niet goed (meer) met de maatschappij. Ik ben daar zeer bezorgd over.’
EXit: Het Conservatorium is een huis met veel kamers.
Naessens: ‘Dit Conservatorium heeft een enorme reputatie en krachtige geschiedenis. Het bundelt woord, dans en muziek waar schoonheid, esthetiek en intense beleving bovenop staan. Het is mijn ambitie die nog meer met elkaar te verbinden.’
‘Plannen? Geef mij nog wat tijd, maar wat ik nu concreet ga doen is luisteren naar mijn team, ons publiek en onze studenten. Ik wil weten wat zij onze (minder) sterke punten vinden. Voorts wil ik fors inzetten op samenwerking met andere partners. We gaan meer naar buiten treden, muren moeten worden gesloopt. Brugge scoort immers op vele vlakken met speerpunten als dans, theater, jazz en klassieke muziek. Mijn betrachting is dat iedereen, die enige affiniteit heeft met kunst, het Conservatorium moet zien als the place to be.’
Schepen Ann Soete: ‘Ik zit volledig op de lijn van Bart. Brugge heeft enorm veel troeven, maart we moeten ook naar de toekomst kijken met de Brugse scholen die bezig zijn met kunst. Onze kunsthumaniora heeft een zware tijd achter de rug, maar nu hebben we al meer dan 600 inschrijvingen. In enkele jaren zijn die cijfers verdubbeld. En er kondigt zich een nieuwe directeur aan. De school staat terug op de rails. Een lichtbaken.’
EXit: U zegt: Ik wil als directeur mijn profiel behouden. Wat bedoelt u hiermee?
Naessens: ‘Ik blijf trouw aan mijn roots als uitvoerend muzikant. (LF. orgel,klavecimbel, dirigent, …), maar daarnaast ligt mijn andere verantwoordelijkheid bij deze school. Dit project zal ik met hart en ziel trekken. Overigens, onderwijs en podiumervaring mag je niet losknippen, het zijn communicerende vaten.’
EXit: Dat klinkt als ‘een school voor iedereen’?
Naessens: ‘Ja, jehebt tweesnelheden nodig, een snelheid in het Conservatorium waar iemand met een klein facetje van de kunst kan bezig zijn, maar ook die andere snelheid die inzet op jonge talenten. We moeten hen klaarstomen voor een doorstroom naar het hoger kunstonderwijs. Die talenten zijn er trouwens al altijd geweest, maar de school moet ze erkennen en er op durven inzetten. Het moet een school zijn voor iedereen, maar met een ondergrens.’
EXit: U speelt orgel en klavecimbel, twee instrumenten die niet zo sterk in de markt liggen bij jongeren.
Naessens: ‘Ik houd vast aan mijn eerste liefdes, maar de appreciatie bij de leerlingen voor bepaalde instrumenten fluctueert. Natuurlijk moet je de leerlingen warm maken voor een instrument, maar je moet daarbij zelf enthousiasme tonen. Vandaag scoort bijvoorbeeld de gitaar zeer goed, net als de piano. De blazers doen het iets minder, maar de ukelele boomt. Om het in economische termen uit te drukken: de branding van je product is heel belangrijk en daar wil ik nadrukkelijk op inzetten.’
EXit: Vergelijk Vlaanderen eens met het groene gras in het buitenland.
Naessens: ‘Vlaanderen heeft altijd zeer hoog op de kaart gestaan. Vlaamse musici hebben een streepje voor, hoewel dat in Vlaanderen zelf soms andersom ligt. Maar toch, het is een internationaal kwaliteitslabel en dat moeten we behouden. Heel belangrijk, want ook in het buitenland worden veel initiatieven genomen om de eigen kwaliteit op te krikken. De (grote) concerthuizen duwen mee aan de kar, maar wij moeten de jonge mensen via wekelijks onderwijs laten proeven van kunst en hen uitleggen ‘hoe schoon het is’.’
EXit: Na de coronacrisis: alles komt goed?
Naessens: ‘Het komt goed, maar misschien anders. Corona toonde ons dat de mensen nood hebben aan schoonheid en willen inzetten op een kwalitatieve invulling van hun vrije tijd. Er is nu al zoveel grijs en grauwheid in de wereld, zodat mensen zich nu optrekken aan kunst in al zijn facetten. Misschien wordt het straks zelfs beter en intenser dan vroeger?’
EXit: Slotvraag: Oude Muziek of Hedendaags?
Naessens: ‘Hedendaagse muziek, woord en dans moet ingebed zijn in ons aanbod en dat gebeurt nu nog veel te weinig in de conservatoria. Daarom raad ik studenten altijd aan: exploreer jullie taal en ga aan de slag met hedendaagse kunst. Het is toch onbegrijpelijk dat maar weinig leerlingen hiermee in contact komen. Het zou net andersom moeten zijn.’