Voor Tweelink laten Handmade in Brugge en Het Entrepot vijf Brugse makers in dialoog gaan met vijf kunstenaars. Na een intensief traject onder begeleiding van curator Pierre Muylle creëerde elk duo nieuw werk dat geëxposeerd wordt in de salons van stadspaleis Hof Bladelin, die voor het eerst opengesteld worden voor het publiek. EXit bracht met meubelstoffeerder Valerie Cockhuyt en kunstenares Els Lesage een van de duo’s samen.
EXit: Jullie kenden elkaar niet op voorhand. Hoe verliep het artistieke proces?
Valerie Cockhuyt: ‘Ik droomde er al langer van om aan een kunstenaar gekoppeld te worden. Toen ik het werk van Els leerde kennen en zag dat ze met stof werkt, was ik meteen geprikkeld. Wat ze doet, sluit aan bij mijn leefwereld, maar staat er tegelijk ook ver vandaan door de vorm.’
Els Lesage: ‘In mijn werk combineer ik schilderkunst en grafiek. Vergankelijkheid en verlies zijn daarbij thema’s die vaak terugkeren. Ik ben gefascineerd door schijnbaar onbenullige objecten die ons omringen en die ons letterlijk overleven. Deze gevonden voorwerpen krijgen dan weer een bepaalde lading door de herinnering.’
Valerie: ‘Al snel bleek dat we diezelfde fascinatie delen. Bij het ontmantelen van meubels vind ik heel wat kleine schatten terug: muntjes, pillen, kranten, zelfs ooit eens een vals gebit. Telkens ben ik benieuwd naar het verhaal erachter. Zijn ze er toevallig in beland of bewust in gestopt? Ik polste bij meubelstoffeerders over de hele wereld en meteen deelden zij ook foto’s van allerlei objecten.’
Els: ‘Vanuit deze verwondering werkten we dan verder. Valerie bezorgde me die objecten en de foto’s. Ik begon ze te manipuleren, maakte er risoprints en zeefdrukken van. Tijdens de lockdown dropten we pakketjes bij elkaar aan de voordeur, zodat we toch verder konden werken.’
EXit: Curator van Tweelink is Pierre Muylle. Wat was zijn rol?
Els: ‘Pierre voelde meteen iets voor de thematiek die we kozen. Hij volgde ons van dichtbij op, maar liet ons ook doen. We moesten niet naar een welbepaald tastbaar eindresultaat streven en konden zo op een heel vrije manier werken.’
Valerie: ‘Ik ben zelf ook benieuwd naar het eindresultaat. Pierre wilde niet zomaar de creaties tentoonstellen, hij wilde vooral dieper ingaan op de thema’s. Je kunt de expo daarom alleen maar bezoeken onder zijn begeleiding. Het wordt een unieke belevenis: hij neemt telkens een tiental mensen op sleeptouw om een heel persoonlijk verhaal te vertellen bij elk traject en bij de creaties.’
Exit: Tweelink gaat ook over de symbiose tussen makers en kunstenaars. Wat is volgens jullie het grote verschil tussen beide?
Valerie: ‘Zelf vond ik het verrijkend om niet alleen puur praktisch bezig te zijn. Als meubelstoffeerder ben ik eerder functioneel ingesteld, maar in vergelijking met sommige andere collega’s heb ik ook oog voor het esthetische aspect. Toch zou ik geen goede kunstenaar zijn, want bij mij moet het eindresultaat helemaal af zijn. Ik kan me dus geen foutjes permitteren.’
Els: ‘Volgens mij zit daar precies het verschil tussen een kunstenaar en een maker. Als ik start met een kunstwerk weet ik niet wat het resultaat zal zijn, Valerie wel. Ik wil het toeval toelaten in mijn werk, Valerie kan dat niet. Valerie mag niet prutsen, ik voel me juist wel een prutser.’ (PK)