(fotoEDM)
Jan Verhaeghe (54), beeldend kunstenaar en sinds 1996 aan de slag in het Cultuurcentrum Brugge, geeft de strijd voor (meer) hedendaagse kunst in eigen stad niet snel op. In de Bogardenkapel (in de Katelijnestraat) organiseerde hij onlangs nog een tentoonstelling met werken van drie laureaten van de kunsttentoonstelling Input/Output. Aansluitend deed hij er een bevraging bovenop waarin mensen uit de kunstensector hun visie gaven op beeldende kunst in de werking van de cultuurcentra. Jans particuliere strijd staat bovenaan: een expo-ruimte die het wegvallen van (kunsthalle) De Bond, Buiten Smedenvest) moet compenseren. De brochure ‘Een terugblik voor de toekomst’ zet het werk van Input/Output-geselecteerden uit de periode 2005-2019 nog eens in de kijker. Een boterham om bij na te denken.
Input/Output is de tweejaarlijkse wedstrijd voor jonge kunstenaars (tot 34 jaar), annex tentoonstelling, en vindt plaats sinds 2005. Een professionele jury wikt en weegt de inzendingen. De eerste prijs bedraagt 4.000 euro. Vanaf de tweede editie (2007) kreeg de winnaar er een solotentoonstelling in de Bogardenkapel bovenop. De lijst laureaten en ‘eervolle vermeldingen’ oogt mooi met namen als Marleen Davans, Sarah Westphal, Rinus Vandevelde en Peter Depelchin en vele anderen.
Jan Verhaeghe wou deze gelegenheid benutten om de kunstensector te bevragen. Zijn vragenlijst bracht echter weinig geesten (35 antwoorden op een aangeschreven aantal van 605 mailadressen) in beweging en de antwoorden waren vaak voorspelbaar. ‘Een beschikbare tentoonstellingsruimte’ stond bovenaan, het huidige prijzengeld vindt men ‘voldoende’ en de bijbehorende publicaties over de kunstenaar ‘een goede zaak’.
Het probleem van het ontbreken van een geschikte tentoonstellingsruimte voor hedendaagse kunst is reëel. De Bogardenkapel is momenteel bijna de enige ruimte waarover Verhaeghe kan beschikken. Hij zelf ziet nochtans meerdere kansen: het Arentshuis (Dijver), de Magdalenazaal (Magdalenastraat, Sint-Andries), het vroegere politiekantoor in de Hauwerstraat, het geplande Xaverianengebouw in Sint-Michiels , het Huis Sebrechts (Beenhouwerstraat), de Poortersloge en de kelders van de Stadsschouwburg. Ruimte zat, denken we dan, maar de praktijk oogt moeilijker. Cultuurcentrum, de Triënnale, Het Entrepot & Tank, Musea Brugge en het Concertgebouw spelen (liever) op eigen vertrouwd terrein. Op een recente debatavond beaamde schepen van Cultuur Nico Blontrock de nood en beloofde naar oplossing te zoeken, maar vroeg in een adem door voor ‘geduld’.
De vraag die bij deze oprispt, luidt dan ook: hoeveel energie wil het Cultuurcentrum investeren in hedendaagse kunst in de stad? Artistiek directeur Filip Strobbe riep in een recent essay (‘Cultuurcentrum Brugge en de beeldende kunst in de stad’) enkele zeer relevante vragen op.
Filip Strobbe: ‘Welke artiesten willen we als Cultuurcentrum een platform geven? Geef je de curator vrij spel? Zoek je kunstenaars die in dialoog gaan met de stad? Hoe definieer je ‘jong’ in een tijdperk waarin de mensen ouder en vitaler worden? Of, kan iemand met een gevorderde leeftijd ook een nieuwe vormentaal ontwikkelen?’ Hij concludeert: ‘Als er iets duidelijk is, dan is het de onblusbaarheid van het vuur dat brandt voor de actuele kunst in Brugge. Soms smeult het vuur en soms het laait op. Strobbe rondt af: ‘Beschouw deze publicatie (‘Een terugblik voor de toekomst’) als een blaasbalg die het vuur verder zuurstof geeft.’ (LF)
jan.verhaeghe@brugge.be
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
De uitdaging geldt niet alleen voor geschikte expositieruimte, maar ook voor het vasthouden aan ‘usual suspects’ vanuit de eigen gelederen en beleidskeuzes. Wanneer het Brugge lukt om voor de actuele kunst los te komen van de jarenlange monopolisering van selectie en programmering door Borchert & De Wilde, als zelfbenoemde keurmeesters van de goede smaak, ligt de toekomst alweer wijd open. Omdat de beenhouwer die zijn eigen vlees keurt nooit de beste kwaliteit levert, zou een frisse blik van buitenaf Stad Brugge daarbij een goede dienst kunnen bewijzen.
LikeLike