
(foto EDM)
Beste Bruggeling,
Wanneer de laatste bezoekers van de Koninklijke Stadsschouwburg van Brugge de zaal en het foyer hebben verlaten en ook de artiesten zijn vertrokken, loont het de moeite om eens gewoon te luisteren. Zelfs al is er geen levende ziel in het gebouw, toch hoort u af en toe kraken, piepen, kermen en een soort gezucht. De oppervlakkige waarnemer zal dit toeschrijven aan het zetten van de houten balken of het afkoelen van de metalen theaterspots of aan de verwarming die vreemde geluiden maakt. Mijn collega’s en mezelf kunnen u echter een geheim verklappen: dat is niet de oorzaak. Wat u hoort, is het ademen, het kreunen en het genieten van de honderdvijftigjarige dame. Bij deze weet u het: de schouwburg leeft.
‘We shape our buildings and afterwards they shape us’, zei Winston Churchill. De schouwburg werd opgericht door een ambitieus stadsbestuur dat meteen voor het mooiste, maar ook voor het duurste ontwerp koos. Maar zelfs met dit startkapitaal had het project ook een mislukking kunnen worden. In de beginjaren waren de meningen over de nieuwe schouwburg erg verdeeld. Als het een troost kan wezen voor vandaag: honderdvijftig jaar geleden was de samenleving niet minder verdeeld dan nu en werden de verschillende meningen ook niet altijd subtiel geformuleerd. Een van de notoire tegenstanders van de nieuwe schouwburg was Guido Gezelle. De dichter die zijn tijd ver vooruit was, had geen goed woord over voor wat hij een duivels oord van verderf noemde. Hij vreesde dat het aantal onwettige geboortes in Brugge zou stijgen door ‘ ‘t vrouwvolk dat de theaters bezoekt’.
Diezelfde Guido Gezelle mocht enkele jaren later aan zijn baas, de bisschop, komen uitleggen waarom hij in de schouwburg was gesignaleerd tijdens een voorstelling. Er is geen enkel bewijs dat hij zich liet overhalen door de argumenten van zijn tegenstanders. De enige rationele verklaring is dat de koppige pastoor zich liet betoveren door de nog jonge dame die toen al een eigen leven leidde. De schouwburg is immers even koppig. Na honderdvijftig jaar is het voor haar medewerkers nog altijd onvoorspelbaar welk effect ze zal hebben op de bezoekers. In het beste geval zitten we er maar een klein beetje naast.
De kracht van haar betovering valt echter voor geoefende oren feilloos waar te nemen. Na de voorstelling kunt u aan de vestiaire, op de trappen of in het foyer aan het timbre, de tonaliteit en de intensiteit van het geroezemoes horen hoe de voorstelling is geweest. In het slechtste geval wijst een stilte op onverschilligheid, in het beste geval wijst een sprankelende klankenwolk op euforie. De medewerkers en de artiesten doen hun best om van elke voorstelling een feest te maken. Maar of de betovering zijn werk doet, hangt af van de genade van de oude dame. Ze leeft niet alleen, ze geeft ook leven. Zou het daarom zijn dat we over de schouwburg onbewust spontaan in vrouwelijke vorm praten?
Eind september 2019 was ze voor de viering van haar verjaardag bijzonder mild gestemd. Honderden mensen woonden in de kledij van haar jeugd een knappe musical bij. Opvallend: niemand was verkleed in Guido Gezelle, nochtans de beroemdste Bruggeling uit die tijd. Niemand had daar blijkbaar aan gedacht. Misschien was dit wel een subtiele knipoog van de oude dame: ze houdt niet van opgeheven vingertjes. Wat binnen haar muren wordt getoond, moet niet noodzakelijk stichtend zijn of andere morele doelstellingen dienen, of dat nu de versterking van de Vlaamse identiteit is of de bevordering van de sociale gelijkheid. De oude dame zorgt er zelf wel voor dat goed gemaakte kunst tot een betere wereld leidt en laat zich daarbij door niemand sturen.
Ook in het nieuwe jaar zal de schouwburg in al haar vergulde glorie schitteren dankzij straffe kunstenaars, een gemotiveerde ploeg medewerkers en een talrijk en enthousiast publiek. Ze verlangt naar u. De schouwburg leeft, lang leve de schouwburg.
De beste wensen voor een nieuw, warm cultureel jaar!
Filip Strobbe
Directeur Cultuurcentrum Brugge
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...