Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Daniël Van Heckes ‘Verschroeide Hof van Eden’

 

Bekend is de Brugse dichter Daniël Van Hecke niet, spijts een behoorlijke literaire productie met zowel verhalen als romans en poëzie. Van Hecke, inmiddels 81, behoort dan ook tot een generatie Vlaamse auteurs die naast de mazen van het literaire net viel. Kwam daarmee in het spoor van collega-auteurs als Jan Walravens, Leo Geerts, Daniël Robberechts en Jan Emile Daele. Auteurs die stuk voor stuk werk(t)en aan een hermetisch oeuvre en alleen weerklank vonden bij een select publiek en uitgever Julien Van Weverbergh. Hun boeken zijn vandaag nog amper terug te vinden in de boekhandel-etalages.

Van Hecke, geboren in Gent, maar sinds 1983 Bruggeling, debuteerde in 1966 met de verhalenbundel ‘De Ijsheilige’, een jaar later gevolgd door ‘De Mutant’ dat een plek kreeg in het fonds van uitgeverij Manteau. Beide boeken werden amper opgemerkt door de officiële literatuurgeschiedenis en het bijbehorende publiek. Pas in 1985 schreef hij zich in de prijzen met de roman ‘De Vlucht’ die bekroond werd met de Vijfjaarlijkse Literaire Prijs van de Stad Brugge. Dan is het opnieuw wachten tot 1990 met de roman ‘De Krater’ dat de betekenisvolle ondertitel ‘Kroniek van een Nederlaag’ krijgt. Tussendoor publiceert Van Hecke drie verhalenbundels en schrijft hij een maandelijkse kroniek in de toenmalige Brugse ‘Uitkrant’. In 2009 verschijnt zijn recentste roman, De Tranen van Pygmalion’.

En nu is er de dichtbundel ‘De Verschroeide Hof van Eden’ met een honderdtal gedichten (en gedichtjes), en vergezeld van een essay van dichter Guy Van Hoof over het proza en de poëzie van Van Hecke. De dichter zoekt en vindt zijn thema’s in de beladen realiteit van elke dag, meestal ingeleid door treffende citaten van andere dichters en denkers. Gelukkig bevat de bundel ook enkele lichtvoetige verzen, zoals het gedicht ‘Genie’ , gewijd aan de legendarische Braziliaanse voetballer Pelé. Van Hecke noemt hem: Het voetbalgenie van de eeuw/ minister en sandwichman/ poseert en murmelt wat/ maar blijft wel een product/ van de favela’s hoewel/ daarmee geen haveloze werd gered/.  

Het gros van de productie is echter zwaar op de hand zoals in het gedicht ‘Schuld’: De pooier die/ Macht heet/ naait zijn hoer/ met de blik op Mekka/ of Wall Street/. (LF)

De Verschroeide Hof van Eden’, gedichten van Daniël Van Hecke, Uitgeverij C. De Vries-Brouwers

 

 

 

Comments are closed.

%d bloggers liken dit: