
(foto EDM)
‘Ik heb in mijn leven veel kansen gekregen, maar wel allemaal zelf afgedwongen’
Tromgeroffel! Het jaar 2019 wordt een speciaaltje voor drummer en Metronoomdirecteur Steven Van Havere (°1969), want hij mag voor diverse gelegenheden de verjaardagstaart aansnijden: hij werd in september vijftig jaar (Abraham klopte op de deur) en het is precies twintig jaar geleden dat hij met zijn band Arid de succesvolle debuutplaat ‘Little Things of Venom’ uitbracht. Beide verjaardagen zijn goed voor concerten, waarvan twee in de AB in Brussel (29 en 30/11) en een in de Koninklijke Stadsschouwburg Brugge (19/10), ook al een jarige.
Onder de noemer ‘The summer of 69’ vindt op zaterdag 19 oktober het verjaardagsconcert van en voor de Brugse drummer plaats. ‘Op die avond maak ik deel uit van de Metronoomband en speel ik samen met een aantal gasten die in de laatste drie decennia mijn muzikaal pad hebben gekruist, allemaal nummers uit 1969, mijn geboortejaar’, zegt Steven Van Havere. ‘Wat een ongelooflijk jaar was me dat, zeg! Sla er de geschiedenisboeken maar eens op na en kijk wat er in die 365 dagen allemaal is gebeurd, van een maanlanding tot een Belg die de Tour de France heeft gewonnen. En de muzikale productie in 1969 was ook een grand cru: platen van The Beatles, The Rolling Stones, Led Zeppelin, Neil Young, The Who, Bob Dylan… Ik beschik over een zeer weelderige keuze aan toffe nummers om de avond in te kleuren, met topmuzikanten aan mijn zijde. Het concert past ook perfect in het nieuwe festival ‘Nothin’ But Covers’ van Cultuurcentrum Brugge. In de maand oktober zullen verschillende Brugse bands 150 covers in diverse cafés spelen, dit als eerbetoon aan de Koninklijke Brugse Stadsschouwburg die 150 jaar wordt. Het komt allemaal samen.’
EXit: Sinds de opstart van je muziekschool Metronoom in 2012 stond het actief drummen bij jou eerder op een laag pitje?
Steven Van Havere: ‘Ja, het vele werk in de school slorpte me helemaal op. Ik had mijn actieve muzikale carrière min of meer begraven, maar dankzij het Cultuurcentrum Brugge kreeg ik de kans om in 2017 te spelen tijdens de Brugotta Awards. Dat beviel me weer zo goed dat ik daarna op de twee Tribute-avonden voor Madonna (2018) en Tom Waits (2019) met plezier weer achter het drumstel ben gekropen.’
EXit: Herinner je je eerste liefde voor de drum nog?
Steven: ‘Ja, ik kreeg een trommeltje als Sinterklaascadeau en daarna is een trommel of drum nooit meer uit mijn leven geweest. Ik kan me zelfs geen moment meer herinneren zonder dat muziekinstrument. Ik ben autodidact, ik heb nooit les gevolgd, maar ik had wel een goed gevoel voor ritme en timing.’
EXit: Zegt de directeur van een muziekschool…
Steven (lacht): ‘Ha, correctie, ik ben wel naar het Conservatorium geweest, maar ik heb het daar maar enkele weken volgehouden. De manier van lesgeven daar was geen spek voor mijn bek. Hoe geoefend? Enkele workshops bijgewoond en vooral veel meespelen met muziek. Mijn eerste elpees van The Police, Blondie, Deep Purple en Tubeway Army heb ik grijsgedraaid. Oefening baart kunst. Logisch, want wat je graag doet, doe je veel. Zelf geloof ik meer in hard werken dan in talent. Wie een uur per dag oefent, zal meer progressie maken dan iemand die enkel op zijn talent teert.’
EXit: Wat vonden ouders en buren daarvan?
Steven: ‘Geen probleem mee, mijn ouders konden dat perfect verdragen, mijn moeder moedigde me zelfs aan. Mijn vader was havencommandant en wij woonden aan de hoek van de Coiseaukaai in een huis met drie verdiepingen. Als ik boven speelde, hadden ze beneden geen last van mijn drumuitspattingen. De nieuwe generatie heeft het nu beter, want met die digitale drums kun je het volume veel beter regelen.’
‘In mijn puberjaren was ik helemaal into hardrock en dweepte ik met idolen als Ian Paice, Keith Moon, John Bonham en Zak Starkey, de zoon van Beatles-drummer Ringo Starr. Zulke mensen zijn belangrijk om je liefde voor muziek aan te zwengelen.’
EXit: Op je 24ste had je een ‘lucky break’, want je mocht beginnen als drummer bij Gorki.
Steven: ‘In het voorjaar van 1993 ben ik bij Gorki terechtgekomen. Ik hoorde via bassist Erik Van Biesen, met wie ik in de groep Diamond Dogs zat, dat zanger Luc De Vos op zoek was naar een nieuwe drummer om een reeks optredens af te werken. De audities vonden plaats in de Gentse Vooruit. Die dag deed ik zelfs twee audities, want manager Noelle Vanhelsuwé had ook nog Wigbert Van Lierde onder zijn hoede. Het verrassende nieuws was dat ik bij alle twee mocht beginnen, maar ik koos voor Gorki. We zijn er razendsnel ingevlogen, want enkele maanden en vele optredens later zaten we al in Dakar (Senegal) voor de opname van de cd ‘Hij Leeft’.’
EXit: Het verhaal van Arid dat voor jou al in 1997 startte, zou nooit mogelijk geweest zijn zonder Gorki. Het was namelijk Vos die jou eigenlijk heeft aangespoord om bij Arid te gaan drummen…
Steven: ‘Ja, op aanraden van Vos klopte ik bij Jasper Steverlinck aan en bleef ik plakken. Ah, Vos heeft zich dat niet beklaagd, hij was een toffe mens die een ander het geluk gunde en ik heb zes fantastische jaren meegemaakt met Gorki. Met Arid gingen we meteen van start om een repertoire te maken. We kregen vrij snel een platencontract en namen in 1998 onze debuutplaat ‘Little Things of Venom’ op om het jaar daarop uit te brengen. We zaten bij het Brusselse platenlabel Double T Music en dat waren gouden tijden. Het label trok serieus de portefeuille open voor ons. We mochten zelfs drie videoclips opnemen, al kostte dat samen meer dan 120.000 euro. Het avontuur van die platenrelease, de buitenlandse tournees met onder meer Counting Crows, jezelf zien op MTV… We hadden echt het gevoel dat we de wereld aan het veroveren waren. Dat gevoel…, dat was een van de mooiste periodes in mijn leven. Ik was toen 29 jaar. Bij Gorki was ik de benjamin, bij Arid was ik de ancien.’
EXit: The sky was the limit, maar dan…
Steven: ‘We zaten op een rollercoaster, maar opeens begon die te haperen. We hadden de pech dat Double T Music overgenomen werd door Sony. Vanaf dan is het misgegaan. We werden plots ‘degradeerd’ tot een Beneluxgroep. De budgetten gingen naar beneden en die grote internationale ‘mindset’ was volledig weg. Voor ons was dat een grote teleurstelling, want we hadden overal in de wereld gespeeld. De grote internationale doorbraak voor Arid is daardoor uitgebleven. In België hebben we wel alles meegemaakt wat mogelijk was voor een groep van onze status: mooie concerten, grote festivals, gouden platen… We kijken met trots terug op onze muzikale geschiedenis.’
EXit: Toen Arid een rustpauze inlaste, kon je je drumkunsten kwijt bij Hooverphonic, een andere topgroep.
Steven: ‘In 2006 hebben we met Arid nog een plaat gemaakt, maar Jasper was toen ook al bezig aan een solocarrière en ik kon letterlijk aan de slag bij Hooverphonic. Ik heb het geluk gehad dat ik dit vijf jaar kon combineren. Een schitterende periode, we speelden enorm veel concerten. Het was een tijd van veel vliegen en op tourbussen zitten. Op een bepaald moment vielen de agenda’s samen en moest ik de keuze maken. Aangezien ik een derde was van Arid, heb ik voor die groep gekozen. Bij Hooverphonic was ik gemakkelijker inwisselbaar. Ik heb in mijn leven misschien veel kansen gekregen, maar ik heb ze wel allemaal zelf afgedwongen.’
‘In 2012 speelden we ons laatste concert op de Lokerse Feesten. We hadden het gevoel dat het verhaal van Arid verteld was en dat we beter op een mooi moment konden stoppen. Al hadden we wel afgesproken dat we ons debuutalbum na twee decennia zouden ‘vieren’. Dat moment is er straks eind november, in de Ancienne Belgique met twee concerten in de Rewind-reeks. Ik kijk er geweldig naar uit, want zoals ik al zei, heb ik het plezier van het spelen herontdekt.’ (ADC)
www.ccbrugge.be en www.metronoom.be
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...