Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

‘Een museum alleen op Gezelle gericht is niet leefbaar’

Foto Paul Willaert (Martine Bruggeman en Chris Weymeis)

Trip Advisor op z’n best: de ene bezoeker vindt het Guido Gezelle museum in de Rolweg ‘een must’, de andere noemt het bezoek ‘teleurstellend’. Blijkt wel uit de bezoekcijfers dat Bruggeling noch toerist zijn weg er naartoe vindt, de roep om het museum(pje) her uit te vinden klinkt steeds luider. De kersverse schepen van cultuur, Nico Blontrock predikt geduld met de nakende opening van Gruuthuse en de keuze voor de uitbreiding van het Groeningemuseum als prioriteit. Enkele ‘literaire’ Bruggelingen geven alvast advies.

 Gemeenteraadslid Martine Bruggeman (N-VA) gooide als eerste de spreekwoordelijke knuppel. Scoren de Brugse klassieke musea uitstekend (848.025 bezoekers), het Gezellemuseum deint niet mee op die golf met vorig jaar slechts 2.848 bezoekers. Bruggeman vraagt zich af ‘wat er kan ondernomen worden om dit euvel op te lossen?’ Ze pleit ervoor om dit prachtige museum ‘nieuw leven in te blazen’.

Martine Bruggeman: ‘Dat kan op een heel hippe manier gebeuren. Ik herinner me dat er enkele jaren geleden poëzie- en literaire namiddagen en avonden werden georganiseerd in de zalige zomerse museumtuin. Dat bracht heel veel mensen op de been. Toen was Gezelle wél nog populair.’

‘Er zijn nog tal van mogelijkheden voor dit museum. Het kan in elk geval boeiender en interactiever. Het Gezellemuseum een ruimere benadering geven en een museum van literatuur inrichten lijkt ons een mooie opportuniteit. Literatuur in en over Brugge, door Bruggelingen.’

‘Brugge kent een belangrijke literaire traditie, het literaire patrimonium was van oudsher heel rijk, van Jacob van Maerlant tot Hugo Claus. Een herwaardering van het Gezellemuseum en een uitbreiding naar een Museum voor Literatuur zou voor Brugge een mooie meerwaarde zijn. We hopen alleen maar dat dit kleinere museum geen legislatuur moet wachten op de waardering die het verdient.’

Chris Weymeis (gids, journalist): Dat het niet loopt in het Gezellemuseum is niet nieuw. Al jaren trekt het museum weinig bezoekers, een uitzondering niet te na gesproken. Dat de dichter nog zijn verdedigers heeft, siert die mensen, maar hoeveel jongeren zijn er nog in Gezelle geïnteresseerd? Daarnaast, laat ons eerlijk zijn, wie kent Gezelle nog, behalve misschien zijn naam? Ik weet dat dit niet positief overkomt, maar het is een realiteit. Zelfs al zijn de Gezelle-geïnteresseerden nog met duizend of zelfs iets meer, dat zal het bezoekersaantal niet verhogen. Hoeveel leden telt het Gezellegenootschap en de Gezellekring nog? Enkele honderden leden. Ik denk dat twee- tot driehonderd het maximum is. Dit alles is een teken aan de wand dat een museum enkel gericht op Gezelle niet leefbaar is.’

EXit: Zijn er dan geen kansen voor een literair museum in Brugge?

Weymeis: ‘Zeker en vast als men de (inter)nationale kaart trekt. Al sinds de middeleeuwen zijn er poëtische geschriften over Brugge geschreven. Waarom die niet in de kijker plaatsen? Het zijn ook niet enkel Vlaamse of Nederlandstalige dichters en auteurs die over de stad schreven, ook internationaal stond de stad geregeld in de kijker. Dit alles betekent niet dat er in het museum geen hoekje voor Guido Gezelle mag worden voorbehouden. Maar haal die meubels en andere ondingen uit het museum weg.’

‘Ook mag/moet men zich niet beperken tot poëzie, ook (non-)fictie moet een kans krijgen, al dan niet via tijdelijke tentoonstellingen. Zelfs een tentoonstelling over strips moet kunnen en wat dat betreft zijn er voorbeelden genoeg.’

EXit: De Brugse musea hebben nu eventjes andere prioriteiten.

Weymeis: ‘Terecht, maar als het Gezellemuseum nog enkele jaren op een herinrichting moet wachten, vrees ik een sluiting. Volgens mij kan het museum met een minimum aan kosten aantrekkelijker gemaakt worden. Om het misschien cru te zeggen: haal alle documenten uit het museum, maak een nieuwe selectie met werk van (inter)nationale auteurs en leg die in het museum. Geef het museum een nieuwe naam (Literair Museum Guido Gezelle). En tot slot, gebruik de tuin (en het museum) voor activiteiten rond poëzie en literatuur. Als er echt zoveel poëzieliefhebbers zijn als wel eens wordt beweerd, moet het nieuwe museum een succes worden.’

Jan Denolf, indertijd directeur van De Werf, pleitte enkele jaren terug voor een genuanceerde aanpak.

Jan Denolf: ‘Ik kan begrip opbrengen voor diegenen die de woning willen behouden als een schrijn voor de dichter en mens Guido Gezelle. Een schrijverswoning reconstrueren is echter niet meer van deze tijd. Maar de fascinatie voor wat ik ‘de historische sensatie’ noem blijft, het attractieve van het verleden, het aura dat rond voorwerpen van belangrijke personen hangt. Een pen, bril of pijp. Het lijken prullaria, maar die dingen evoceren Gezelle en zijn omgeving.’

 Kris Dekeyzer op Facebook: ‘Bespaar ons een zoveelste hyperdigitaal museum. Mensen (jong én oud) willen iets tastbaars zien. Het Passchendale Memorial Museum in Zonnebeke blijft zweren bij de traditionele benadering en trekt massa’s tevreden bezoekers. Het Flanders Fields in de Ieperse hallen werd zo fel gedigitaliseerd dat de bezoekersaantallen dalen en wie het bezoekt veelal ontevreden buitenkomt. Kortom: het Gezellemuseum kan perfect worden aangevuld met Brugse schrijvers/tijdgenoten, maar gooi alsjeblieft de essentie niet weg.’

Dominiek Dendooven (Flandern Fields Museum Ieper) is over deze laatste uitspraak zeer ontstemd: ‘Ik ben verontwaardigd over het citaat van Kris Dekeyzer in het artikel hierboven: De man vertelt pertinente leugens en is waarschijnlijk nooit bij ons in het museum geweest. Nochtans had hij de bezoekerscijfers makkelijk kunnen opvragen of op internet vinden. Dit zijn de afgeronde bezoekerscijfers sinds de vernieuwing van In Flanders Fields Museum in 2012 – een vernieuwing die trouwens gepaard ging met MINDER digitale toepassingen dan in de eerste versie en toch hogere bezoekerscijfers (wat ook al de stelling van Dekeyzer tegenspreekt). Schommelingen in de bezoekerscijfers hebben dus niets te maken met de mate van digitalisering maar wel met andere factoren (herdenkingen, de aanslagen in Brussel en Parijs etc). Het moge duidelijk zijn dat Kris Dekeyzer ‘fake news’ verspreidt, of met andere woorden:  onzin vertelt. De cijfers hierbij: 2016 – 205.000 bezoekers, 2017 – 225. 000 bezoekers en 2018, 250. 000 bezoekers. (LF)

 

 

 

Een Reactie op “‘Een museum alleen op Gezelle gericht is niet leefbaar’

  1. Erwin Ureel 22/03/2019 om 11:56

    Vanzelfsprekend is het nuttig om even over het muurtje te kijken. Dat daarbij ook naar de twee grote WO1-musea uit de Westhoek gekeken wordt, ligt voor de hand. Het venijn zit echter in de staart, nl. de overhaaste conclusie dat één of andere aanpak alleen-zaligmakend zou zijn.

    Het klopt dat het Memorial Museum Passchendaele 1917 bewust minder inzet op een multimediale aanpak en in Flanders Fields Museum eerder de digitale/multimedia- kaart trekt. Een objectief waarnemer kan alleen maar vaststellen dat beide vormen van aanpak bijoznder goed werken. Musea die respectievelijk 250.000 en 150.000 bezoekers trekken, tonen aan dat hun benadering door het publiek gesmaakt wordt. Daarenboven is “meer van hetzelfde” zelden een goede aanpak, zeker wanneer instellingen op een boogscheut van elkaar liggen. De complementariteit van MMP17 en IFFM is nagenoeg perfect, net om die reden zijn de musea dan ook amper concurrenten van elkaar.

    De essentie van een museale aanpak ligt niet bij de (eerder kunstmatige) tegenstelling digitaal/ niet-digitaal. Vooraleer een concept uit te werken is het vooral van belang om goede analyses te maken, en bereid zijn om die regelmatig te evalueren: welke doelgroep wil je bereiken, wat zijn de middelen? …. Daarenboven is het ontwikkelen van een dynamiek rond de instelling bijzonder zinvol. Een museum mag wel wat meer zijn dan een, al dan niet bestofte, collectie tussen vier muren. Al te vaak wordt het tentoonstellen van artefacten als doel op zich gezien, wat volgens mijn bescheiden mening een elementaire fout is. Maar vooral: een museum moet vooral een duidelijk verhaal hebben en dat ook kunnen brengen. Of dat nu op digitale, “klassieke” of andere manier is, maakt niet zoveel uit, zolang men dat doel maar niet uit het oog verliest.

    Erwin Ureel
    Ondervoorzitter GPS17 vzw (vrijwilligersgroep Memorial Museum Passchendaele 1917) en slagveldgids

    Like

%d bloggers liken dit: