
Foto Leontien Allemeersch
Maxim Storms is een naam om te onthouden. Hij haalde in 2018 het Theaterfestival met zijn solo ‘Brother Blue’. ‘Another One’, een creatie met Lobke Leirens, werd geselecteerd voor Circuit X en werd na de selectie voor Big in Belgium (2018) in Schotland bekroond met de prestigieuze Total Theatre Award. ‘Happy Hour’ is hun nieuwste creatie.
EXit: Je staat opnieuw samen met Lobke Leirens op het podium?
Maxim Storms: ‘Na ‘Brother Blue’ wilde ik opnieuw met een andere maker aan de slag. Het is ondertussen de derde keer dat ik met Lobke het podium deel en ons verhaal is nog niet uitverteld. We kruipen in de huid van twee personages die gestorven zijn. Ze bevinden zich in een soort tussenzone tussen hemel en hel. Hun handen zijn een beetje afgebrand, maar verder zijn het twee heel herkenbare, alledaagse figuren. Ze kennen elkaar niet, maar zijn heel toevallig op hetzelfde moment in dat vagevuur terecht gekomen. Ze zijn op elkaar aangewezen en gedoemd om bij elkaar te blijven. Samen reflecteren ze over de vele aspecten van leven en dood.’
EXit: Wordt het opnieuw een beeldende voorstelling?
Maxim: ‘Absoluut. Heel zintuiglijk ook. ‘Happy Hour’ is niet woordeloos, maar het fysieke primeert. Ik ben eigenlijk zelf meer geïntrigeerd door hoe een personage beweegt dan door wat hij vertelt. Beweging is mysterieuzer. Er zijn meer interpretaties mogelijk en net dat vind ik leuk. Personages kunnen op die manier vele gezichten hebben voor het publiek. We werken ook met klank, geluid en stukken zang. We spelen op een grote rode cirkel, wat dan weer refereert aan rituelen.’
EXit: Je kiest niet voor klassiekers, maar voor nieuw werk met een heel eigen stempel. Hoe start je aan zo’n voorstelling?
Storms: ‘Ik werk altijd heel intuïtief. Nu ook met Lobke. We gaan met een bepaald thema – in dit geval ‘de dood en doodsrituelen’ – de vloer op en dan gaat het heel natuurlijk verder. We improviseren, spelen, knippen, plakken, schrijven … Wat het eindresultaat wordt, dat is ook voor ons een verrassing. De titel blijft in dit geval gelukkig wel de lading dekken (lacht). Ze verwijst naar het laatste uur van de personages, maar heeft ook iets dubbelzinnigs. Er is een scène met zweepjes, we werken met rubber en latex in decor en kostuums, wat ook iets kinky heeft.’
EXit: Het stuk heeft ook een donker kantje?
Maxim: ‘Dat is dan vooral aan Lobke te danken. Ze is heel erg gefascineerd door horror en dat komt altijd wel op één of andere manier tot uiting. Laat ons zeggen dat we ons publiek nu en dan de stuipen op het lijf jagen (lacht). In ‘Krocht’ bijvoorbeeld namen we het publiek mee op een pretparkkarretje doorheen een spookachtig doolhof. Inspiratiebron was toen de hel van Dante. ‘Happy Hour’ zit een beetje in dezelfde sfeer. Lobke is de horrorfreak, ik ben dan eerder de man van de absurde humor.’
EXit: Werd je daarom recent de ‘Charlie Chaplin van jouw generatie’ genoemd?
Maxim: ‘Een mooi compliment dat door velen werd overgenomen, maar ik heb eigenlijk niet zoveel met dit personage. Ik denk dat ze vooral doelen op de manier waarop ik beweeg: mimisch en heel staccato. Ik hou ook wel van humor in een voorstelling, liefst wat absurd, maar humor is nooit mijn hoofddoel. Ik spreek liever van absurdisme, dat klinkt filosofischer en absurd kan ook donker zijn.’
EXit: Je speelt in drie maanden tijd drie keer in Brugge en Oostende, telkens met een andere voorstelling. Blijft het haalbaar?
Storms: ‘Af en toe (lacht). Ik speel en creëer tegelijkertijd, zowel voor jongeren als voor volwassenen. Die kruisbestuiving is enorm verrijkend, maar het weegt wel. Mijn honger om zelf te creëren is groot, maar dat is voor een jonge maker niet altijd de gemakkelijkste weg. Je moet alles zelf in handen nemen: productie, het zakelijke luik, communicatie … We zijn ook erg afhankelijk van middelen. ‘Happy Hour’ is door omstandigheden in twee maanden gemaakt. Wie komt kijken, vindt de voorstelling daardoor veel gedurfder, maar ik had graag wat meer tijd gehad voor reflectie.’
EXit: Je agenda staat in elk geval alweer mooi vol?
Storms: ‘Met Ballet Dommage – dat ben ik met actrice en theatermaakster Katrien Valckenaers – ga ik VOLK (Fragment 3) creëren, een reeks voorstellingen buiten de theaterzaal. Tijdens VOLK (Fragment 1) trokken we van deur tot deur door enkele Gentse wijken. We belden aan en boden mensen drie minuten theater aan. Dit keer gaan we voor een ander concept. In één maand tijd gaan we van Leuven naar Hasselt. We zullen negen keer halt houden in straten, op pleinen, in parochiezalen, … Thema van het stuk wordt ‘ramp’.
EXit: Je speelt graag buiten de theaterzaal?
Storms: ‘Ik wil dat blijven doen. In de theaterzaal bereik je alleen de echte cultuurliefhebber. Op straat speel je voor een totaal ander publiek. Je speelt eigenlijk voor iedereen en dat opent je ogen als maker.’
EXit: Er staat ook een muzikaal project in de steigers?
Storms: ‘Voor ‘Brother Blue’ nam ik zelf de geluidsband op. Linde Carrijn, muzikante en actrice, vond dat daar meer inzat. Brik tu-tok is de band waarmee we heel recent te zien waren tijdens het huiskamerfestival Chambres d’O in Oostende. We maken eigenzinnige composities met huishoudprullaria, cassettes, allerlei instrumenten … Onze excentrieke kostuums en choreografieën maken het plaatje compleet. Er zijn ook plannen om volgend jaar een plaat op te nemen. Ik kijk er alvast naar uit!’ (SD)
Vind ik leuk:
Like Laden...