Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Tweemaal klassiek: Grokking en Dolorosa Partenza

 Vier Bruggelingen, twee duo’s, twee cd’s. Aan de ene kant van het spectrum vinden we Amaryllis Dieltiens en Bart Naessens met sprankelende barokaria’s. Grokking van cellist Arne Deforce en pianist Johan Huys is dan weer het resultaat van een spontane improvisatiesessie.

Grokking, Improvisations, Arne Deforce en Johan Huys

In 1961 introduceerde de Amerikaanse sciencefictionauteur Robert Heinlein in zijn boek Stranger in a Strange Land het begrip ‘grokking’, ‘grokken’ in het Nederlands. Wanneer een Marsbewoner het concept ‘God’ probeert te vatten, kan hij er zich enkel iets bij voorstellen als ‘iemand die grokt’. ‘Grokken’ betekent dan zoveel als ‘houden van’, ‘één zijn met’ of nog: ‘intuïtief, empathisch ten volle begrijpen’.

De titel van het album van cellist Arne Deforce en musicoloog-pianist Johan Huys kon niet treffender gekozen zijn. De drie tracks – Grok 1 tot en met 3 – zijn immers drie lang uitgesponnen improvisaties. Intuïtie en een groot inlevingsvermogen zijn precies wat je nodig hebt bij improvisaties: zonder een partituur voor je neus draait alles rond het aanvoelen van de ander en zijn spel, voelen waar hij met zijn muzikale lijn naartoe gaat en daar op inspelen. Als de chemie tussen muzikanten ontbreekt, kan improvisatie dodelijk saai en een ongeleid projectiel zijn. Maar is die chemie er wel, dan is improvisatie misschien wel het mooiste wat er is – voor muzikant én luisteraar.

En chemie is er te over op Grokking, Improvisations. Soms is het wat zoeken vooraleer de twee muzikanten elkaar vinden – dat is onvermijdelijk deel van het spel der improvisatie – maar Huys en Deforce creëren in elk van de tracks sámen een fascinerende klankenwereld, soms bijna buitenaards bevreemdend en zelfs bedreigend, dan weer intiem zalvend met een zweem van een melodie. Hamerende ritmes en notenclusters wisselen af met haarfijne glissando’s en flageoletten, die de ijle boventonen hoorbaar maken. Wordt de roman van Heinlein ooit verfilmd, dan is het alvast niet ver zoeken naar een geschikte soundtrack.

Dolorosa Partenza, Capriola di Gioia

Capriola di Gioia bestaat uit Amaryllis Dieltiens en Bart Naessens, partners in muziek én in het leven. Het tweetal legt zich toe op muzikale kleinoden uit de 17e en 18e eeuw. In 2017 bestond het barokensemble precies tien jaar, de uitgelezen aanleiding voor een mooie cd: Dolorosa Partenza.

Dieltiens is sopraan, Naessens organist en klavecinist. Op Dolorosa Partenza vervult Naessens beide rollen: hij is aan het werk op het claviorganum, een hoogst bijzonder instrument dat klavecimbel en (een klein) orgel in één is. De claviorganist kan dus simultaan orgel én klavecimbel spelen.

Op het album vinden we bekende namen als Alessandro Scarlatti en Antonio Caldara, maar ook mindere goden als Giovanni Felice Sances en Francesco Antonio Mamiliano Pistocchi. Die laatste is de componist van het werk waaraan het album zijn naam heeft ontleend. De intrieste cantate Dolorosa Partenza is een juweeltje van een barokke stijl waarbij expressiviteit en tekstdeclamatie centraal staan. Het is sprekende muziek, vol emotie, affecten en theatraliteit – zo typisch voor de stile moderno, in contrast met de verheven polyfonie die eraan vooraf ging. Tekst kwam centraal te staan. Een zuivere articulatie is dus een must. Dieltiens kwijt zich niet alleen voortreffelijk van die taak, maar brengt de tekst en muziek net als Naessens met bijzonder veel inleving en zeggingskracht. (ALEXANDER JOCQUE)

Comments are closed.

%d bloggers liken dit: