
De krantentitels logen er niet om. De Standaard zag het ‘Venetië van het Noorden een update’ krijgen, De Morgen kwam alweer niet verder dan ‘Moderne kunst in een decor van chocola, bier en kunst’, De Tijd hield het bij ‘Stad in beweging’. Ook de buitenlandse pers, ruim aanwezig op de persvoorstelling, tapte uit hetzelfde vaatje en was kwistig met lof. Alleen het Brugs Handelsblad noteerde dat er ‘toch al ontevreden reacties van buurtbewoners en horeca-uitbaters’ waren: er zijn nog zekerheden.
Zoveel is duidelijk: deze tweede editie van Triënnale Brugge 2018 (waarvan de pionierseditie teruggaat naar 1974) belooft een voltreffer te worden. Het publiek daagt talrijk op en kijkt op een andere manier, vaak vanop het water, naar de stad. Moderne kunst en architecturale ingrepen in de openbare ruimte, zie ook het kwaliteitsvolle aanbod van Beaufort, is een troefkaart die Brugge moet uitspelen. Het doet de bezoeker op een andere manier kijken naar een stad die nog al te vaak in clichés wordt beschreven.
De kritiek op sociale media (‘de toeristen komen naar Brugge voor het middeleeuws karakter en niet voor enkele, tijdelijke, modern constructies,’) snijdt dan ook geen hout. Brugge mag niet op zijn laatmiddeleeuwse lauweren rusten. Het is de verdienste van het curatorenteam (Till Borchert, Els Wuyts en Michel Dewilde) dat ze een actueel beeld van deze stad tonen aan (de argeloze passant die Brugge verkent van Oud Sint-Jan tot O.L.V. Ter Potterie. Het laatmiddeleeuwse Brugge (zie ‘Haute Lecture’, zie muziekfestival Gold en straks MAfestival) sluit daar naadloos op aan. Het is geen spel van of/of, maar van en/en.
De sterke punten van deze Triënnale zijn enkele constructies en installaties die de toeschouwer dwingen tot meedenken. Twee springen er zo uit: op het Jan Van Eyckplein toont het Amerikaanse duo Studio KCA een ‘plastic whale’, samengesteld uit plasticafval uit de oceaan rond Hawaï. Hier krijg je een geweten gestompt. Het inspireerde de Brugse schrijfster Lara Taveirne en zoon Samuel (9 j.) tot het maken van een toren die bestaat uit 330 blikjes, oogst van één maand afval rapen in hun straat. Schitterende actie.
Blikvanger twee is het kleurrijke paviljoen op het water van de Coupure. Het Spaanse duo Selgascano creëerde een rustplek op het water die een zomer lang een ideale verpozingsplek zal zijn. Militant bezorgd over de klimaatopwarming die, volgens prognoses, delen van Brugge zal overspoelen, is de toren van de Brugse architect Pieter Van Driessche op de binnenrei van Oud Sint-Jan. Zijn modules kunnen losgekoppeld worden en zo een drijvende stad vormen. Het meest ‘Brugse’ kunstwerk is van de Amerikaan John Powers die een machtige stalen constructie bouwde in de vorm van een zwanenhals, te bekijken op het Minneboplein. Conclusie: er mag nu al gedacht worden aan een volgende editie. (LF)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...