
Foto Friese Landuyt
Van Sint-Kruis naar Santa Cruz
De Brugse barokhoboïst Marcel Ponseele (60) oogt dan wel Bourgondisch, maar vergis u niet: hij heeft een loodzwaar beroep. Ruim honderd dagen per jaar zit hij op vliegtuigen richting Japan, Rusland of Zuid-Amerika, hokt hij op allerlei hotelkamers en doet hij de was en de strijk van zijn concertkleding. Met zijn ensemble Il Gardellino speelt hij op 4 mei in het Concertgebouw een thuismatch met een oratorium van Telemann, geleid overigens door een andere Bruggeling: Peter Van Heyghen. Het werk, Der Tag des Gerichts, beoogt ‘krachtige emoties’.
Marcel Ponseele: ‘Dit werk heeft Il Gardellino al uitgevoerd in Antwerpen. We hebben toen dat werk van onder het stof gehaald. Der Tag des Gerichts van Telemann is heel boeiend, want je hoort er de overgang naar de klassieke muziek. Telemann was al tien jaar gestopt met componeren toen hij dit werk geschreven heeft. Hij was een leeftijdsgenoot van Johan Sebastian Bach, maar schreef al modernere werken. Bovendien heeft hij veel meer muziek geschreven dan Bach. Telemann was ook goed bevriend met Bach. Hij was ook peter van een van zijn kinderen.’
EXit: Klopt het dat de hobo een zeer moeilijk instrument is om te bespelen?
Ponseele: ‘Fysiek gezien is het een moeilijk instrument. Je moet weinig zuurstof, maar veel kracht en druk geven om het mondstuk te laten trillen. Als je het te slap maakt, krijg je het geluid van een doedelzak. Het is een compromis tussen mooie klank en fysieke haalbaarheid. Vroeger werd er weleens gezegd dat de hobo een ongezond instrument is omdat je longblaasjes ervan kunnen springen. Mijn specifieke probleem is echter dat mijn buikvlies soms begint te scheuren. Als het definitief doorscheurt, zal ik geopereerd moeten worden en zal ik niet meer kunnen spelen. Ik heb zelfs al een navelbreuk gehad.’
EXit: Een muzikant beoefent een zwaar beroep?
Ponseele: Nee, toch niet. Ik zeg dat ook aan mijn studenten: je moet de beste zijn, anders kom je er niet. Veel muzikanten spelen vandaag voor weinig geld, enkel en alleen om te kunnen overleven. Verder weet je soms in landen als Spanje of Italië de dag voor een optreden niet of je effectief kunt optreden. Ondanks die problemen heb je als muzikant wel je vrijheid. Als je wil stoppen met muziek maken, stop je ermee.’
EXit: Ben je ook nog dikwijls te vinden in het buitenland?
Ponseele: ‘Vroeger speelde ik twee tot drie keer per jaar in Japan. Dat reizen zit er nog in, al probeer ik het af te bouwen. Ik zit toch nog over de honderd dagen per jaar in het buitenland. Ik speel vaak met mijn ensemble in Zuid-Amerika. We speelden ook al in Polen waar er in tegenstelling tot België nog ongelofelijk veel jongeren in het publiek zitten.’
‘We hebben ook al in Bolivia gespeeld op een festival dat plaats vond in oude jezuïetenposten. Van Sint-Kruis naar de oerwouden van Santa Cruz (lacht). We kwamen daar toe in de oude missieposten en speelden in barokke kerkjes. Om vijftig kilometer te overbruggen, zaten we een hele dag in een camionet met een chauffeur die op een cocablad kauwde. Een hele belevenis.’
EXit: Naast muziek spelen bouw je ook je eigen instrumenten?
Ponseele: ‘Inderdaad, met mijn broer Francis maak ik muziekinstrumenten. Dat is een vak, dat kun je aanleren. We bouwen onder meer violen en gitaren. Francis is verantwoordelijk voor de algemene houtbewerking en de bouw van de houtblazers. Dat doen we in een oud schooltje in Hoeke. Dat was vroeger één klas voor alle studiejaren. Ik heb er nooit les gevolgd.’
EXit: Hoe kijk je nu terug op je carrière?
Ponseele: ‘Tevreden. Ik heb kunnen doen wat ik wou, ik heb kunnen spelen wat ik graag speel. Als ze mij opbellen met de vraag iets te spelen waar ik niet achter sta, kan ik het me permitteren om te weigeren. Ik ben verwend, dus. Ik heb ook het geluk dat Bach er is, want die muziek blijft boeien. Hij is en blijft de allergrootste. Mocht er alleen Telemann zijn, ik was al lang gestopt met muziek spelen. Naast Bach en Telemann heeft Il Gardellino nog interessante pareltjes gevonden. Ik denk maar aan Johann Friedrich Fasch, een componist die ongelofelijk veel muziek heeft geschreven waar je blij van wordt.’
EXit: De Oude Muziekbeweging vergrijst snel. Is er aflossing van de wacht?
Ponseele: ‘De toppers van weleer, een Herreweghe of een van Immerseel, blijven aan boord, want dit zijn zeer gedreven mensen. Toch staat er opvolging te wachten. Mensen als Bruggeling Bart Naessens of Korneel Bernolet zijn stuk voor stuk zeer getalenteerd. Ze gaan een eigen weg, het zijn geen afkooksels van de pioniers.’ (LF/FL)
Il Gardellino op 4 mei in het Concertgebouw
____
Vind ik leuk:
Like Laden...