
Foto EDM
Het is al van 1998 geleden dat het rijke oeuvre van de Brugse kunstschilder Pieter Pourbus (1523-1584), bijgenaamd de laatste Vlaamse Primitief, hier prominent in een tentoonstelling werd getoond. De nieuwe Groeninge-tentoonstelling ‘Pieter Pourbus en de vergeten meesters’ toont nu een rijke uitbreiding van dat verhaal, want het zestiende-eeuwse Brugge staat voor veel meer dan Pourbus alleen. In die zin zijn de ‘vergeten meesters’ de centrale figuur van deze bijzondere tentoonstelling. De Brugse Anne van Oosterwijk, wetenschappelijk medewerker van het Groeningemuseum, stelde een boeiend parcours samen, aangevuld met nieuwe inzichten.
Anne van Oosterwijk: ‘Het zestiende-eeuwse Brugge is als kunststad een beetje vergeten, deels omdat alle aandacht naar Antwerpen ging. Deze tentoonstelling wil dat foute beeld corrigeren en toont aan dat heel wat kunstenaars uit die periode de moeite waard zijn en een specifieke manier van werken hadden die paste bij het Brugge van toen. Zo belichten we twee schildersdynastieën met Pourbus aan de ene kant en werken van de familie Claeissens aan de andere kant. Beiden werkten veel samen, ook al schilderden ze elk voor een apart marktsegment.’
EXit: Er is veel onderzoek gepleegd naar het werk van de familie Claeissens?
Van Oosterwijk: ‘Veel onderzoek, dat klopt. Het toonde aan dat Claeissens een ‘vergaarbak’ was waar heel wat laagkwalitatieve kunst werd ingekieperd die er niet in thuis hoorde. Deze tentoonstelling is ook in die zin een laat eerherstel voor deze figuur.’
‘Voorts is, door dit onderzoek, het oeuvre van stamvader Pieter Claeissens gereconstrueerd aan de hand van gesigneerde stukken. Signeren was in die tijd vrij uitzonderlijk. Vandaag beschikken we over slechts vijf gesigneerde werken, dankzij infrarood aantoonbaar (het vijfde werk is sinds 1951 zoek!). Daardoor zijn enkele werken van Ambrosius Benson terug bij Claeyssens geplaatst.’
EXit: Wat krijgt het publiek opgediend?
Van Oosterwijk: ‘Het is op de eerste plaats een esthetische tentoonstelling. Je moet kunnen kijken en genieten van deze werken. Voor de zeer geïnteresseerde bezoeker is er veel nieuws te vertellen. Heel wat kunstwerken zijn niet gekend, andere werden lang geleden al getoond in vroegere tentoonstellingen. Maar voor de Bruggeling is er heel wat te ontdekken. De werken komen trouwens van alle kanten van de wereld.’
EXit: Schilderijen die aan andere kunstenaars worden toegeschreven. Belangrijk voor wie?
Van Oosterwijk: ‘Belangrijk voor iedereen die met kunst begaan is. Het verandert een accent in de kunstgeschiedenis. Zo leren we dat het 16de-eeuwse Brugge een rijkere kunststad was dan men tot voor kort dacht.’
‘We leren ook dat Brugge uit die tijd een stad was met twee gezichten. Enerzijds een verpauperde bevolking, anderzijds een middenklasse en een elite die kunst bleven kopen bij Pieter Pourbus, Marcus Gerards en de leden van de familie Claeissens.’
EXit: Slotvraag: hoe belangrijk is de naam Claeyssens voor de kunstgeschiedenis?
Van Oosterwijk: ‘Pieter Claeissens is de pater familias van een kunstenaarsfamilie die zeven kunstenaars telde in drie generaties, waarvan de eerste twee behandeld worden in de tentoonstelling. Het bekendste schilderij van Pieter Claeyssens is ‘De Zeven Wonderen van Brugge’. Tot voor kort was zijn kunsthistorisch belang onduidelijk omdat er geen coherent oeuvre kon worden samengesteld, maar door recent onderzoek is hier meer inzicht verkregen.’ (LF)
De tentoonstelling loopt nog tot 21 januari 2018 in het Groeningemuseum en toont 85 schilderijen, verdeeld over vijf zalen.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...