Exit Magazine

Maandelijks Brugs Cultuurblad

Kamagurka sluit Commeere Comedy Cup af op 22 april

Foto EDM

 

‘Dankzij onze oude koppen wordt die onzin een stuk geloofwaardiger’

 Op zaterdag 22 april dropt de Commeere Comedy Cup een hele lading verse grappigaards uit het hele land op het podium in de Brugse Stadshallen. Zij moeten elkaar overtreffen met de fijnste grappen en grollen. Terwijl de jury beraadslaagt over de punten, zal Kamagurka de puntjes op de i zetten tijdens een aftershow. Zonder schroom mogen we Kama de godfather van de stand-upcomedy noemen, want hij staat maar liefst al 45 jaar (!) op het podium.

Kamagurka: ‘Mijn eerste optreden voor een publiek was in 1972 op het meerdaagse kleinkunstfestival Luit in de stadsfeestzaal op het Oostendse Wapenplein. Ik was toen 16 jaar. Het was een lang weekend waar een wedstrijd aan verbonden was: op de ene dag stonden er cabaret en liedjes op het programma, de laatste dag was voor ‘humor’ gereserveerd. De winnaar van de eerste dag vond ik zo slecht dat ik me meteen inschreef voor de laatste dag. Laat ik een parodie maken op de winnaar, dacht ik, want dat zal bij iedereen nog goed in het geheugen liggen. Blijkbaar vonden ze me niet goed genoeg voor de eerste prijs, maar voor mijn optreden kreeg ik wel de originaliteitsprijs. De prijs bestond uit een ander optreden, in het Sanatorium van De Haan.’

EXit: Weet je nog wat je drang was?

Kama: ‘Mijn drang was om die namiddag die winnaars compleet belachelijk te maken, wat toen ook gelukt was! Neen, mijn drang was vooral om ‘iets’ te doen, er bestond toen nog zo goed als niets. Ik vond optreden wel praktisch: je kreeg een microfoon en met die micro kon je al iets doen. Improviseren vond ik leuk.’

EXit: Je bereidde niet veel voor?

Kama: ‘Neen, behalve voor dat optreden in het Sanatorium. Ik had zes bladzijden volgeschreven met een enorm lovende tekst over mezelf. Echt een gigantische lofrede. Ik stelde me daarin zelf voor als het Fenomeen dat zijn opwachting maakte. Filip, de presentator van de avond, had geregeld dat ik daar kon optreden. De zaal zat vol met dokters, psychiaters en longpatiënten. Filip las de tekst voor en ik stond opgesteld in de coulissen, zodanig dat het publiek me kon zien staan. Ik had een plastieken ‘fluit’ in mijn broek gestopt en ik stond me zogezegd af te trekken terwijl Filip de tekst aan het voorlezen was. Filip wist van niets. Ik zag de monden van de dokters op de eerste rij openvallen van verbazing. Toen hij de tekst helemaal voorgelezen had, kwam ik op en groette het publiek, met de plastieken penis nog half uit mijn broek. Na mijn begroeting stapte ik van het podium. Na de voorstelling kwam Filip naar me en zei: ‘Sorry, Luc, maar een volgend optreden zit er niet meer in en zeker niet in het Sanatorium.’ Ik heb daar in mijn leven geen stap meer mogen binnenzetten.’

EXit: Jij provoceerde toen graag…

Kama: ‘Het was testen: met wat kan ik wegkomen? Mensen waren kwaad en spraken er schande over. ‘Hoe is het mogelijk!’ luidde het.  Filip stond er schouderophalend bij. Toen ik zeventien was, zag ik de film ‘Lenny’ met Dustin Hoffman in de rol van de Amerikaanse maatschappijkritische stand-upcomedian Lenny Bruce. Hij improviseerde veel en sprak meestal over onderwerpen waar er een taboe op rustte: homo’s, drugs, prostitutie, Vietnamoorlog… De flikken stonden al klaar in het café waar hij optrad om hem te arresteren. Ik vond dat fantastisch. Zoiets wilde ik later ook doen: zaken zeggen die ertoe doen en dan hopen dat ze je ook komen arresteren. Ik heb toen ook optredens gedaan in kleine cafés, maar dat eindigde vaak in dispuut en ruzies met de mensen die in dat café een rustige avond wilden beleven. Gaandeweg ben ik dan specifiek moppen en sketches beginnen te schrijven, grappen waarmee mensen wel onbedaarlijk moesten lachen. De combinatie van grappen en interactie met het publiek vind ik wel nog altijd goed.’

EXit: Muziek maakte toen ook een deel uit van je leven.

Kama: ‘In 1978 ben ik een punkband begonnen, de Dachau Dollies. Tussen de nummers door maakte ik ook al grappen en ik merkte dat de mensen lachten om wat ik zei. Urbanus is ook zo begonnen. Dat was een traditie in Vlaanderen, je had eigenlijk geen referentiekader Als je tegen een organisator zei: ‘Ik kom optreden’, dan vroeg hij wie er allemaal meekwam. Als je ‘niemand’ antwoordde, dan zei hij vaak: ‘Blijf jij dan ook maar thuis.’ Als je in die tijd iets grappigs deed op tv, werd je bijna verketterd.’

EXit: Alles komt terug. Je treedt nu zelfs weer op met Herr Seele!

Kama: ‘Ja, we hebben een paar keer in Antwerpen opgetreden. Het was weer zoals vroeger: klooien, verkeerde teksten voorlezen, weggooien en weer opnieuw beginnen. Geestig, we amuseren ons met teksten die jaren oud zijn. Op basis van deze teksten kunnen we vier verschillende avonden spelen. Het is geen stand-up, het is ook geen cabaret, het zijn wij, Kama en Seele. Hij is een ongeleid projectiel. Als je Seele naast je op een podium zet, dan heb je geheid problemen. And I love it. Het leukste vind ik het falen. Om daarna keihard terug te slaan met iets dat zeer grappig is. De mensen constant op het verkeerde been zetten. Met Herr Seele kun je een gênante stilte in de zaal creëren om daarna de boel plat te slaan met een briljante grap. Dat is het schoonste wat er bestaat.’

‘Twintig jaar geleden dacht ik: dat houd ik toch geen tien jaar meer vol?. Nu durf ik dat niet meer te zeggen. Binnen twintig jaar ben ik tachtig jaar oud. Wie zegt dat ik op mijn 80ste niet meer kan optreden? Door het feit dat we nu oude koppen hebben gekregen, wordt die onzin een stuk geloofwaardiger. Ik zie mezelf ook niet als een stand-upper, maar meer als een performer. Ik maak een soort performance en dan zoek ik een vorm voor wat ik wil doen. Die vorm kan bepaald worden op de avond zelf, zelfs vijf minuten voor ik ga beginnen.’

EXit: Tot slot: nog enkele tips in petto voor de kandidaten van de Commeere Comedy Cup?

Kama: ‘Twee tips: doe uw eigen goesting en probeer zoveel mogelijk op te treden. De grootste fout die veel gasten nu maken, is dat ze te snel heel populair willen zijn, Probeer er niet meteen je broodwinning van te maken, dan is die druk niet zo groot. Waarom ik het al zo lang volhoud? Omdat ik alles combineer: tekenen, schilderen, radio- en tv-werk, noem maar op. Zo kan ik zeker nog minstens twintig jaar voortdoen.’ (ADC)

 

Comments are closed.