
Foto EDM
In het jaar 1980 won Jan De Vos met The Machines nog Humo’s Rock Rally en een kleine vier decennia later is hij nog steeds muzikaal actief. Vijf jaar na zijn cd ‘The Roadmaster – A Tribute to Spooner Oldham’ vertolkt Jan nu songs van een andere legendarische componist uit Muscle Shoals, Alabama op de cd ‘My Friend – A Tribute to Donnie Fritts’.
EXit: De cd ‘My Friend’ is een ode aan de muzikant Donnie Fritts. Wat kun je over hem kwijt?
Jan De Vos: ‘Donnie Fritts was één van de muzikanten en componisten die ervoor zorgden dat Muscle Shoals, een stadje in de Amerikaanse staat Alabama, in de jaren 60 en 70 uitgeroepen werd tot Hit recording capital of the world. Soul-grootheden als Aretha Franklin, Percy Sledge en Wilson Pickett, maar ook The Rolling Stones, Rod Stewart en Paul Simon namen er platen op. Donnie schreef onder meer Breakfast in Bed voor Dusty Springfield en Choo Choo Train voor de Box Tops. Later werd hij pianist in de band van countryster Kris Kristofferson. Hij nam ook zelf vier albums op. Hij is intussen 74, maar nog altijd muzikaal actief.’
EXit: Wat maakt Donnie Fritts zo bijzonder voor jou?
De Vos: ‘Om te beginnen is hij een ex-drummer, net als ik. Dat schept een band, hé! Nee, serieus, wat me in zijn liedjes vooral aanspreekt, is dat ze zo goed in het gehoor liggen. Bovendien kun je ze niet in één hokje stoppen. Hij heeft soulnummers geschreven, maar ook countrysongs en heel intieme liedjes, die tegenwoordig tot het singer/songwriter-genre gerekend zouden worden.’
EXit: Ben je daardoor een fan van rootsmuziek zoals die van Donnie en Spooner Oldham?
De Vos: ‘Ik hou van veel genres – blues, soul, country -, maar nergens vind je een mix van blanke en zwarte invloeden zoals in Muscle Shoals. Geen wonder, want het stadje ligt zowat halverwege tussen Memphis, de geboorteplaats van de blues, en Nashville, de thuishaven van country&western.’
EXit: Hoe reageerde Donnie Fritts op je muzikale ode?
De Vos: ‘De plaat is in België opgenomen, maar ik ben wel naar Alabama gereisd om er één extra nummer met Donnie in te blikken, zoals ik dat in 2010 al had gedaan met Spooner Oldham. In beide gevallen was de reactie typisch: die mannen zijn levende legendes, maar wel heel vereerd met zo’n muzikale hulde. Donnie kon niet geloven dat ik speciaal voor hem naar Amerika was gekomen. Dat zegt genoeg, zeker?’
EXit: Je hebt een verleden als drummer van The Machines en Derek & The Dirt. Wat sijpelt er hiervan nog door in je nieuwe cd?
De Vos: ‘Ik vind goede nummers het allerbelangrijkste in de muziek. Dat was vroeger al zo en dat is vandaag nog steeds zo.’
EXit: Je speelt geen drums meer op je recentste cd? Volledig afgezworen?
De Vos: ‘Ja, daar ben ik zo’n twintig jaar geleden mee gestopt. Omdat mijn gewrichten zo rond mijn veertigste niet meer mee wilden, maar ook omdat drummen en zingen een moeilijke combinatie is. Sindsdien speel ik vooral gitaar, maar sinds kort ook banjo en mandoline. Dat verklaart het akoestische geluid van de nieuwe plaat.’
EXit: Voor ‘My Friend’ kon je een beroep doen op een aantal vrienden/bevriende muzikanten?
De Vos: ‘Dit is de eerste plaat waarvoor ik geen externe producer aangetrokken heb. Ik heb alles zelf in handen genomen en gewoon mijn zin gedaan. Daardoor is het, hoewel alle songs covers zijn, mijn meeste persoonlijke album ooit. Ook de keuze om met bevriende muzikanten te werken heeft daarmee te maken.’
EXit: Je draagt de cd onder meer op aan je gewezen spitsbroeder Paul Despiegelaere (1954-2013). Het gemis is nog altijd zeer groot, wellicht?
De Vos: ‘Dat spreekt vanzelf. The Machines waren op muzikaal vlak het beste wat me ooit overkomen is. Paul was niet alleen onze zanger en frontman, maar ook onze beste vriend.’
EXit: Je cd kwam uit op het nieuwe Brugse label Beehive Records. Een aanwinst voor de Brugse muziekscene, dat label?
De Vos: ‘Jazeker! Het is geen platenlabel in de ware zin van het woord, maar wel een soort van keurmerk met een duidelijke boodschap: dit is Brugs én goed. Een beetje solidariteit onder muzikanten kan nooit kwaad, vind ik.’ (ADC)
Vind ik leuk:
Like Laden...