
BRUGGE (TE) SCONE
Ze is vier, de enige echte geboren Bruggeling uit ons gezin. Haar vader en moeder spoelden jaren geleden aan in de poortersstad. Hij van op een nabijgelegen strand, zij vanuit een economisch goeddraaiende, maar cultureel verschraalde regio. Ze is ook fier dat ze in Brugge is geboren. Haar neefjes wonen in Brussel. ‘Brussel is Brugge niet hé, mama’, zei ze laatst in de auto toen ze in haar hoofd het kerstfeest bij oma herbeleefde. ‘Brugge is leuker’. Ik gaf haar gelijk, voor één keer niet om van het achterbankgetater verlost te zijn.
Ik, haar moeder, ben blij dat ik –uiteindelijk- in Brugge ben geland. Het was een eigen keuze, na een opstart in Roeselare en een doortocht in Kortrijk. Het kon ook Brussel zijn geworden. Of Koksijde. Of Gent, godbetert (al was dat laatste nooit echt een optie). De job mét kansen, het West-Vlaams, de combinatie van cultuuraanbod en de zee op luttele kilometers, maakten dat het Brugge werd. En er is de man, natuurlijk. Volgens m’n e-ID mag ik me intussen tien jaar Brugse noemen. Toch vraag ik me ook nu nog soms af: wat is het toch met die Bruggelingen?
Ik heb al maar vaker het gevoel dat ze, in tegenstelling tot m’n dochter van vier, helemaal niet fier zijn om Bruggeling te zijn. Want wie fier is op wat hij of zij heeft, ontvangt, beleeft, die wil dat delen. Die houdt dat niet voor zichzelf. En die gelooft in wat hij of zij heeft, anders ben je er niet trots op. De laatste jaren hoor ik al maar meer Bruggelingen die willen dat het hier Gent wordt. Of Kopenhagen. Of Barcelona, en Berlijn. De keuze van voorbeeldstad verschilt naar gelang de Bruggeling die vindt dat hier iets ontbreekt: een voetbalstadion- pardon: twee voetbalstadions. Een museum voor hedendaagse kunst. Een (bak)fietsbeleid. Een veggiedag. Waarom, vraagt de niet-Brugs-geborene in mij zich dan af. Waarom willen die Bruggelingen alles van een ander, en zien ze niet wat ze zelf hebben?
Misschien is dit het antwoord: Brugge heeft van alles teveel. Het geklaag gaat over luxe: een te groot aanbod aan bussen. Een teveel aan toeristen. Een teveel aan chocolade. Een teveel aan sterrenrestaurants. Een teveel aan culturele activiteiten. Een teveel aan zwembaden. Een teveel aan cinema’s. Te veel Brugge.
En toch wil iedereen er nog iets bij. Als de centen gevonden worden, krijgt Brugge als enige stad in Europa twee eersteklasse-voetbalstadions. Want: elke club -excuseer: vereniging heeft toch z’n eigenheid, nietwaar? Er komt nog een nieuwe Cactuszaal. Want de Magdalenazaal, dat is toch niet genoeg? En dan zou er nog dringend nood zijn aan een nieuw congrescentrum, een nieuwe ondergrondse parking (okay, die moet echt, inderdaad), een nieuw beursgebouw, een nieuw administratief gebouw, nieuwe petanquebanen (op de Burg) …
Brugse dromen genoeg. Maar lieve mensen: het gaat allemaal om bakstenen dromen. Misschien raken ze ook daarom zo moeilijk verwezenlijkt. De laatste jaren gaan de discussies hier over stoepstenen, parkeerplaatsen, de hoogte van terrasstoelen.
Ik wens mijn stadsgenoten voor 2014 dan ook dit: dat ze hun trots en creativiteit van eeuwen geleden terugvinden, en opnieuw ten goede gebruiken. Brugge is een wereldstad, letterlijk en figuurlijk. De helft van de wereldbevolking wil hier gewoon zijn. En ook ik heb al es het gevoel dat ze allemaal in één keer komen, zeker op zaterdagnamiddag, zeker in de kerstperiode. Maar ze zijn er, om te kijken, te luisteren, te eten, te drinken, te genieten van onze stad, zich te verloven, of te huwen in onze stad.
Ik hoop dat 2014 het jaar wordt waarin de Brugse ogen weer opslaan, de blik en de borst vooruit. De Brugse fietsers recht op hun trappers staan. De Brugse voetbalploegen weer de eerste spelen. Het Concertgebouw een klinkende kampioen wordt. En dat het cynisme achterwege blijft, het geklaag, en het gekakel in de virtuele wereld ook.
Spreek met elkaar, in plaats van elk voor z’n eigen bakstenen droom te gaan. Laten we Brugge uitdragen, liefst met meer dan een pin. Op een voetbalshirt, een havenlogo of met een lied (dank u, Thomas Blondelle). Maar deel het, met trots. Ik ben ervan overtuigd dat het vanzelf anders wordt, en beter aanvoelt. Want Brugge is Brussel niet. Gelukkig maar. Daarom blijf ik hier.
Vind ik leuk:
Like Laden...